Operation Manual

fig. 1
L0C0100m
STARTEN MET EEN HULPACCU
fig. 1
Als de accu leeg is, kan de motor
worden gestart met een hulpaccu,
die ten minste dezelfde capaciteit
moet hebben als de lege accu.
Ga voor het starten als volgt te werk:
verbind de pluspolen (+ teken nabij
de pool) van de beide accu’s met
een startkabel;
sluit een tweede startkabel aan op
de minpool (–) van de hulpaccu en
op de massa-aansluiting (
E
) op de
motor of de versnellingsbak van
de auto die gestart moet worden;
start de motor;
neem als de motor draait, de kabels
in de omgekeerde volgorde los.
Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, blijf dan niet proberen maar
wendt u tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJK Verbind de minklem-
men van de twee accu’s niet direct met
elkaar: eventuele vonken kunnen het
explosieve gas ontsteken dat uit de
accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
is geïnstalleerd aan boord van een
andere auto, mogen tussen deze auto
en de auto met de lege accu niet per
ongeluk metalen delen met elkaar in
verbinding staan.
MOTOR STARTEN
NOODSTART
Als de Lancia-code er niet in slaagt de
startblokkering op te heffen, dan blij-
ven de lampjes
Y
en
U
op het in-
strumentenpaneel branden en start de
motor niet.
Wendt u tot de Lancia-dealer.
136
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een
accusnellader: de elektro-
nische systemen kunnen
beschadigen; in het bijzonder de
regeleenheden van de ontsteking en
de inspuiting.