Operation Manual

142
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Het noodreservewiel (in-
dien aanwezig) behoort
bij de auto waarbij het geleverd
is. Gebruik het reservewiel niet
bij andere auto’s en monteer geen
reservewielen van andere auto’s.
Het noodreservewiel mag alleen
in noodgevallen worden gebruikt.
Het noodreservewiel moet zo kort
mogelijk gebruikt worden en er
mag niet sneller dan 80 km/h mee
worden gereden. Op het noodre-
servewiel is een oranje sticker
aangebracht waarop de belang-
rijkste aanwijzingen en de beper-
kingen staan vermeld met betrek-
king tot het gebruik van het
noodreservewiel. Deze sticker
mag absoluut niet worden verwij-
derd of afgedekt. Op het noodre-
servewiel mag nooit een wieldek-
sel worden gemonteerd. Op de
sticker staan de volgende aanwij-
zingen in vier talen vermeld:
attentie! alleen voor tijdelijk
gebruik! max. 80 km/h! vervang
zo snel mogelijk door een nor-
maal wiel. Bedek deze aanwij-
zingen niet.
ATTENTIE
WIEL
VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Voor het verwisselen van het wiel en
voor het juiste gebruik van de krik
en het noodreservewiel moeten de
onderstaande voorzorgsmaatregelen
in acht worden genomen.
Attendeer het overige
wegverkeer op de stil-
staande auto m.b.v.: de waar-
schuwingsknipperlichten, de
eventueel wettelijk verplichte
gevarendriehoek enz. Tijdens het
verwisselen van een wiel moeten
alle inzittenden de auto hebben
verlaten, vooral als de auto
zwaar beladen is, en op een veili-
ge afstand van het verkeer wach-
ten, totdat het wiel verwisseld is.
Blokkeer de wielen met stenen of
andere voorwerpen als de auto
schuin op een helling of op een
slecht wegdek staat.
ATTENTIE
fig. 9
L0C0243m
PROCEDURE VOOR HET VER-
VANGEN VAN DE SPUITBUS
Ga als volgt te werk voor het ver-
vangen van de spuitbus:
maak de koppeling A-fig. 9 los;
draai de te vervangen spuitbus
linksom en trek de spuitbus
omhoog;
plaats de nieuwe spuitbus en
draai de spuitbus rechtsom;
sluit de koppeling A-fig. 9 aan op
de spuitbus en plaats de doorzich-
tige vulbuis B-fig. 9 in het daar-
voor bestemde vak.
U moet absoluut aangeven
dat de band is gerepareerd
met de snelle bandenreparatieset.
Overhandig de informatiefolder
aan het personeel dat de band moet
repareren die behandeld is met de
bandenreparatieset.
ATTENTIE