Operation Manual

145
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
draai de krik F-fig. 12 omhoog,
zodat de inkeping G-fig. 12 aan
de bovenzijde van de krik juist om
het profiel H-fig. 12 onder de car-
rosserie valt bij punt I-fig. 12 (op
ongeveer 72 cm vanaf het midden
van het voorwiel of op
75 cm vanaf het midden van het
achterwiel);
waarschuw eventuele omstanders
dat de auto wordt opgekrikt; zorg
ervoor dat ze zich niet in de nabij-
heid van de auto bevinden en de
auto vooral niet aanraken totdat
deze weer geheel op de grond
staat;
plaats de slinger L-fig. 12 in de
krik en krik de auto omhoog, tot-
dat het wiel enige centimeters los
van de grond is;
verwijder het wieldeksel na het
losdraaien van de drie wielbouten
die het deksel op zijn plaats hou-
den. Draai vervolgens de vierde
wielbout los en trek het wiel los
(alleen bij uitvoeringen met een
wieldeksel dat is bevestigd met
wielbouten).
zorg ervoor dat de boutgaten en
alle contactvlakken van het reser-
vewiel schoon zijn en geen onzui-
verheden bevatten, omdat hier-
door na verloop van tijd de wiel-
bouten kunnen loslopen;
monteer het reservewiel, waarbij
de gaten M-fig. 13 over de cen-
treerpennen N-fig. 13 moeten
vallen;
draai met de bijgeleverde sleutel
de vier wielbouten handvast aan;
draai de slinger L-fig. 12 van de
krik zodat de auto zakt, en ver-
wijder de krik;
fig. 12
L0C0117m
fig. 13
L0C0118m