Operation Manual

153
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
MISTLAMPEN VOOR
(indien aanwezig) fig. 26-27
Gloeilamp vervangen:
verwijder het voorste deel van de
wielkuipbescherming;
verwijder het beschermdeksel A
door het linksom te draaien;
maak de stekker B los;
haak de borgveer van de lamp C
los;
verwijder en vervang de lamp;
monteer de nieuwe lamp, haak de
borgveer van de lamp C vast en
sluit de stekker B aan;
monteer het beschermdeksel A
door het rechtsom te draaien.
ACHTERLICHTUNITS
Gloeilamp vervangen:
open de achterklep;
draai de twee bevestigingsschroe-
ven los en verwijder de lichtunit
fig. 28;
druk op de bevestigingslippen A-
fig. 29 van de lamphouder en ver-
wijder hem uit de zitting;
verwijder de lampen B - C - D-
fig. 29 door ze iets in te drukken
en linksom te draaien.
fig. 27
L0C0143m
fig. 28
L0C0157m
fig. 26
L0C0142m
fig. 29
L0C0144m
De lampen zijn op de volgende wijze
in de lichtunit geplaatst:
B achterlichten/remlichten;
C richtingaanwijzers
D achteruitrijlicht (linkerzijde)/
mistachterlicht (rechterzijde).