Operation Manual

163
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Draai voor het slepen de
sleutel in stand MAR en
vervolgens in STOP zonder de
contactsleutel uit het slot te ver-
wijderen. Als de contactsleutel uit
het contactslot wordt genomen,
schakelt automatisch het stuur-
slot in waardoor het onmogelijk
wordt de auto te besturen.
ATTENTIE
Houd er rekening mee dat
de rembekrachtiging en de
elektrische stuurbekrachtiging
niet werken zolang de motor niet
is aangeslagen, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening
van het rempedaal en het stuur.
Gebruik voor het slepen geen elas-
tische kabels en rijd zo gelijkma-
tig mogelijk. Controleer tijdens
het slepen of de sleepkabel geen
carrosseriedelen kan beschadigen.
Houdt u bij het slepen van een
auto aan de wettelijke voorschrif-
ten. Dit geldt zowel voor het sle-
pen zelf als voor het gedrag naar
andere weggebruikers.
ATTENTIE
Start de motor niet tijdens
het slepen van de auto.
ATTENTIE
fig. 43
L0C0098m
fig. 44
L0C0099m