Operation Manual

22
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
SETUP-MENU fig. 22
Het menu bestaat uit een aantal
functies dat “cyclisch” wordt weer-
gegeven. De functies kunnen met de
knoppen ö en
õ
worden gekozen,
waarna u keuzemogelijkheden kunt
selecteren of instellingen (setup)
kunt uitvoeren.
Het setup-menu kan worden geacti-
veerd door de knop MODE kort in te
drukken.
Door de knop ö of
õ
steeds in te
drukken, kunt u de lijst van het
setup-menu doorlopen.
De werking is afhankelijk van het
geselecteerde menupunt.
Weergave koplampafstelling (alleen
als het dimlicht is ingeschakeld).
– als het beginscherm wordt weerge-
geven, dan kunt u de hoogteverstel-
ling van de koplampen bedienen (zie
de paragraaf “Koplampen” in dit
hoofdstuk.
Setup-menu
– binnen het menu kunt u naar de
voorgaande of volgende optie in de
keuzelijst gaan;
– tijdens het instellen kunt u de
waarde verhogen of verlagen.
OPMERKING Als de auto is uitge-
rust met het Connect Nav+, kunt u
op het display van het instrumenten-
paneel uitsluitend de volgende func-
ties regelen/instellen: “Verl.”,
“Snelh.lim.”, “Sens. licht” (indien
aanwezig), “Buzz. gordels” en
“Airbag pass.”. De andere functies
worden weergegeven op het display
van het Connect Nav+, waarmee
deze functies ook kunnen worden
geregeld/ingesteld.