Operation Manual

25
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Lichtsterkte interieur regelen
(Verl.) (alleen bij ingeschakelde
buitenverlichting)
Met deze functie kan - bij ingescha-
kelde buitenverlichting - de licht-
sterkte (op 8 niveaus) van het instru-
mentenpaneel, de bediening van de
autoradio en van de automatische
klimaatregeling (indien aanwezig)
worden geregeld.
Ga voor het regelen van de licht-
sterkte als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert het niveau van
de ingestelde gevoeligheid;
– druk op knop ö of
õ
om de licht-
sterkte in te stellen;
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Snelheidslimiet (Snelh. Lim.)
Met deze functie kan de snelheidsli-
miet van de auto (km/h of mph)
worden ingesteld. Als deze limiet
wordt overschreden, wordt de
bestuurder gewaarschuwd (zie
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Ga voor het instellen van de snel-
heidslimiet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display verschijnt het opschrift
(Snelh. Lim.);
– druk op knop
ö
of
õ
om de snel-
heidslimiet in te schakelen (On) of
uit te schakelen (Off);
– als de functie al was ingeschakeld
(On), kan met de knop
ö
of
õ
de
gewenste snelheidslimiet worden
ingesteld en worden bevestigd door
het indrukken van de knop MODE;
Opmerking De waarde kan worden
ingesteld tussen 30 en 250 km/h of
tussen 20 en 155 mph, afhankelijk
van de ingestelde eenheid; zie de
paragraaf “Meeteenheid afstand” -
die hierna is beschreven. Elke keer
als u de knop
ö
/
õ
indrukt, wordt
de waarde 5 eenheden verhoogd of
verlaagd. Als u de knop
ö
/
õ
inge-
drukt houdt, lopen de cijfers auto-
matisch snel door of terug. Als u
dicht bij de juiste waarde bent, stelt
u de exacte waarde in door de knop
telkens in te drukken en los te laten.
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk als u de instel-
ling wilt annuleren:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert (On);
– druk op de knop
õ
; op het display
knippert (Off);
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Gevoeligheid schemersensor
instellen (Sens. licht)
(indien aanwezig)
Met deze functie kan de gevoeligheid
van de schemersensor worden inge-
steld op 3 niveaus (niveau 1 = mini-
mum niveau, niveau 2 = gemiddeld
niveau, niveau 3 = maximum
niveau); hoe hoger de gevoeligheid,
hoe minder buitenlicht er nodig is
om de verlichting in te schakelen. De
gevoeligheid is standaard ingesteld
op niveau “2”.Ga voor de gewenste
instelling als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert het niveau van
de ingestelde gevoeligheid;
– druk op de knop
ö
of
õ
om de
keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.