Operation Manual

Beslaan van de ruiten voorkomen
Als het buiten extreem vochtig is
en/of bij regen en/of bij grote ver-
schillen in interieur- en buitentem-
peratuur, raden wij u de volgende
procedure aan om het beslaan van
de ruiten te voorkomen:
schakel de luchtrecirculatie uit
door de knop E in stand
Ú
te
zetten;
draai de knop B in het rode
gebied;
draai de knop A op stand 2;
draai de knop D in stand
-
of
stand
ƒ
als de ruiten niet besla-
gen zijn.
ONTWASEMING/
ONTDOOIING ACHTERRUIT
(indien van toepassing)
Druk op de knop C om deze functie
in te schakelen: het lampje op de
knop gaat branden als deze functie
wordt ingeschakeld.
De functie is voorzien van een tijd-
schakeling, waardoor de functie na
30 minuten automatisch wordt uit-
geschakeld. U kunt de verwarming
eerder uitschakelen door nogmaals
de knop C in te drukken.
BELANGRIJK Plak geen stickers of
andere plaatjes op de elektrische
weerstandsdraden aan de binnenzij-
de van de achterruit, om beschadi-
ging van de achterruitverwarming te
voorkomen.
REGELING AANJAGERSNEL-
HEID
Ga voor een goede ventilatie van het
interieur als volgt te werk:
open de luchtroosters in het mid-
den en aan de zijkant geheel;
draai de knop B in het blauwe
gebied;
zet de knop A op de gewenste
snelheid;
zet de knop D op stand
«
;
schakel de luchtrecirculatie uit
door de knop E in stand
Ú
te
zetten.
RECIRCULATIE INSCHAKELEN
Zet de knop E op stand
.
Het verdient aanbeveling om de
luchtrecirculatie in te schakelen in
de file of in tunnels. Hiermee wordt
voorkomen dat vervuilde lucht het
interieur bereikt. Het is niet raad-
zaam dit systeem langdurig te laten
werken, omdat anders, vooral als u
met meerdere personen in de auto
zit, de kans aanzienlijk toeneemt dat
de ruiten beslaan.
BELANGRIJK Met de recirculatie-
functie kunnen, afhankelijk van de
werking van het systeem (“verwar-
ming” of “koeling”), de gewenste
omstandigheden sneller bereikt wor-
den. Het is echter niet raadzaam
deze functie in te schakelen op
regenachtige of koude dagen, omdat
dan de ruiten aan de binnenzijde
aanzienlijk sneller kunnen beslaan.
44
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING