Operation Manual

Drukknoppen voor de luchtver-
deling voor I-M
Als u op een van deze knoppen drukt,
kunt u handmatig voor de linker- en de
rechterzijde in het interieur een van de
vijf instellingen voor de luchtverdeling
kiezen:
Luchtstroom naar de uitstroom-
openingen van de voorruit en de
zijruiten voor voor ontdooiing/
ontwaseming van de ruiten.
˙ Lucht uit de luchtroosters in het
midden en aan de zijkant van het
dashboard voor een koele lucht-
stroom op het lichaam en het ge-
zicht bij warm weer.
Lucht uit de uitstroomopeningen
van de beenruimten. Met deze
luchtverdeling kan in een zo kort
mogelijke tijd de lucht in het inte-
rieur worden verwarmd, omdat
warme lucht opstijgt. Dit geeft
snel een behaaglijk gevoel.
˙ Lucht uit luchtroosters in de been-
ruimten voor en achter (warmere
lucht) en de luchtroosters in het
midden en aan de zijkant van het
dashboard (koelere lucht). Deze
luchtverdeling is bijzonder nuttig
in de gematigde seizoenen (voor-
en najaar) als de zon schijnt.
Lucht uit luchtroosters in de
beenruimten en de luchtroosters
voor ontwaseming/ontdooiing
van de voorruit en zijruiten
voor. Deze luchtverdeling zorgt
voor een goede verwarming van
het interieur en voorkomt het
eventuele beslaan van de ruiten.
De ingestelde luchtverdeling wordt
aangegeven door een brandend lamp-
je op de geselecteerde knoppen.
Als een gecombineerde functie is
ingesteld en er een knop wordt inge-
drukt, dan wordt ook de functie van
die knop ingeschakeld. Als daarente-
gen een knop van een reeds ingestel-
de functie wordt ingedrukt, dan
wordt die functie uitgeschakeld (het
betreffende lampje dooft).
Voor het hervatten van de automati-
sche werking van de luchtverdeling
na een handmatige instelling, moet
de knop AUTO worden ingedrukt.
Als de bestuurder kiest voor luchtver-
deling naar de voorruit, wordt ook de
luchtstroom aan passagierszijde auto-
matisch naar de voorruit geleid. De
passagier kan vervolgens een andere
luchtverdeling kiezen door de
betreffende knoppen in te drukken.
Drukknoppen voor regelen aan-
jagersnelheid L
Als u op de knop
p
drukt, wordt de
aanjagersnelheid respectievelijk ver-
hoogd of verlaagd en daarmee de
hoeveelheid lucht die in het interieur
wordt gevoerd om de gewenste tem-
peratuur te handhaven.
De aanjagersnelheid wordt weerge-
geven door verlichte staafjes op het
display
Maximum aanjagersnelheid = alle
staafjes verlicht
Minimum aanjagersnelheid = een
staafje verlicht
De aanjager kan worden uitgescha-
keld, maar alleen als u de aircocom-
pressor hebt uitgeschakeld met de
knop B.
BELANGRIJK Voor het hervatten
van de automatische werking van de
aanjager na een handmatige instel-
ling, moet de knop AUTO worden
ingedrukt.
52
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING