Operation Manual

fig. 67
L0C0186m
BEDIENING IN NOODGEVALLEN
fig. 67
Als het opendak niet elektrisch
bediend kan worden, dan kan het
handmatig worden bediend; ga hier-
voor als volgt te werk:
neem de zeskantige sleutel A uit
het dashboardkastje
verwijder de beschermdop aan de
binnenzijde van het dak, naast het
zonnescherm
steek de sleutel in de zitting B en
draai de sleutel:
– rechtsom om het dak te openen
– linksom om het dak te sluiten.
Van binnenuit
Druk bij gesloten portieren op de
knop A (ontgrendeling van de por-
tieren) of B (vergrendeling van de
portieren) op het dashboard.
BELANGRIJK De centrale portier-
vergrendeling werkt niet als een por-
tier niet goed gesloten is of als er een
storing in het systeem is.
Als de oorzaak van de storing is
opgelost, werkt het systeem weer
normaal.
71
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
fig. 68
L0C0231m
Bedien het opendak niet
als er allesdragers gemon-
teerd zijn.
Open het dak niet bij
sneeuw of ijs: het kan dan
beschadigd worden.
Verwijder altijd de con-
tactsleutel uit het con-
tactslot als u de auto verlaat, om
te voorkomen dat het opendak per
ongeluk in beweging wordt
gebracht en zo gevaar kan opleve-
ren voor de achtergebleven passa-
giers: onzorgvuldig gebruik van
het opendak kan gevaarlijk zijn.
Controleer voor en tijdens de
bediening van de schakelaar
altijd of de passagiers niet ver-
wond kunnen worden door de
beweging van het opendak zelf of
door in beweging gebrachte voor-
werpen.
ATTENTIE
PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVER-
GRENDELING fig. 68
Van buitenaf
Steek bij gesloten portieren de sleu-
tel in het slot van het voorportier en
draai de sleutel of druk op knopje
Á
op de afstandsbediening.