Operation Manual

BAGAGERUIMTE
De achterklep (indien ontgrendeld)
kan alleen van buitenaf geopend
worden met behulp van de elektri-
sche ontgrendelhendel boven de
kentekenplaathouder fig. 71.
De achterklep kan bovendien altijd
worden geopend als de portieren van
de auto ontgrendeld zijn.
Op het display van het instrumen-
tenpaneel (zie de paragraaf
“Multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk) kunt u de keuzemoge-
lijkheid “Achterklep onafhankelijk
ontgrendelen” inschakelen: op deze
manier wordt de achterklep niet
gelijktijdig met de portieren ont-
grendeld.
73
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
fig. 71
L0C0082m
fig. 72
L0C0049m
ACHTERKLEP SLUITEN
Laat de achterklep zakken en druk
op de achterklep totdat hij vergren-
delt.
BELANGRIJK Als de keuzemoge-
lijkheid “Achterklep onafhankelijk
ontgrendelen” is ingeschakeld,
moet, voordat de achterklep wordt
gesloten, gecontroleerd worden of u
in het bezit bent van de contactsleu-
tel, omdat de achterklep automa-
tisch vergrendeld wordt.
ACHTERKLEP OPENEN MET
DE AFSTANDSBEDIENING
fig. 72
Druk op de knop
R
.
Als de achterklep wordt ontgren-
deld, knipperen de richtingaanwij-
zers twee keer.
Als de achterklep weer wordt ver-
grendeld, worden alle functies weer
hersteld.