Operation Manual

fig. 84
L0C0232m
HOOGTEVERSTELLING VAN
DE KOPLAMPEN fig. 84
De stand kan worden geregeld als de
contactsleutel in stand MAR staat en
de dimlichten zijn ingeschakeld. Als
de auto beladen is, helt hij achter-
over. Het gevolg is dat de lichtbun-
del meer naar boven schijnt. De
stand van de koplampen moet nu
worden gecorrigeerd.
Koplampverstelling
De koplampen kunnen worden ver-
steld met de knoppen ö en
õ
op het
dashboard.
Op het display van het instrumenten-
paneel wordt de stand fig. 85 aange-
geven.
Stand 0 - een of twee personen op de
voorstoelen.
Stand 1 - vijf personen.
Stand 2 - vijf personen + bagage.
Stand 3 - bestuurder + maximale la-
ding in de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstel-
ling van de koplampen telkens als het
gewicht van de lading wijzigt.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET
BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor
gebruik in het land waarin de auto is
verkocht. In landen waar op de
andere weghelft wordt gereden,
moeten, om tegenliggers niet te ver-
blinden, delen van de koplamp wor-
den afgedekt (zie voor de plaats en
afmetingen de afbeeldingen).
Gebruik voor het afplakken ondoor-
zichtige tape.
De afbeeldingen fig. 86-87 hebben
betrekking op de overgang van een
land waar rechts wordt gereden naar
een land waar links wordt gereden.
79
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
fig. 85
L0C0078m
fig. 86
L0C0178m
fig. 87
L0C0179m