Operation Manual

IN-/UITSCHAKELING VAN HET
SYSTEEM fig. 88
Het ASR-systeem schakelt automa-
tisch in als de motor wordt gestart.
De in-/uitschakeling van het sys-
teem wordt aangegeven door het
verschijnen van een bericht op het
display (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”).
Tijdens het rijden kan het ASR-sys-
teem worden uitgeschakeld en ver-
volgens weer ingeschakeld door de
schakelaar A op de middenconsole
in te drukken.
Als het systeem is uitgeschakeld dan
brandt het lampje op de schakelaar.
Als het ASR-systeem tijdens het rij-
den wordt uitgeschakeld, schakelt
het automatisch weer in als de auto
opnieuw wordt gestart.
Schakel het ASR-systeem uit als u
met sneeuwkettingen rijdt: onder
deze omstandigheden levert het
doorslaan van de aangedreven wie-
len juist meer trekkracht op.
83
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
fig. 88
L0C0233m
De prestaties van het sys-
teem mogen de bestuurder
er niet toe verleiden onnodige en
onverantwoorde risico’s te nemen.
De rijstijl moet altijd zijn aange-
past aan het wegdek, het zicht en
het verkeer. De verantwoordelijk-
heid voor de verkeersveiligheid
ligt altijd en overal bij de
bestuurder van de auto.
ATTENTIE
Voor de juiste werking
van de ASR is het nood-
zakelijk dat de banden van alle
wielen van hetzelfde merk en type
zijn. De banden moeten in perfec-
te conditie en altijd van het voor-
geschreven type, merk en afme-
tingen zijn.
ATTENTIE
EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European
On Board Diagnosis) kan een door-
lopende diagnose worden uitgevoerd
op die componenten op de auto die
van invloed zijn op de emissie.
Bovendien meldt het systeem, door
het branden van het lampje U op
het instrumentenpaneel en het ver-
schijnen van een bericht op het dis-
play (zie het hoofdstuk “Lampjes en
berichten”) dat de betreffende com-
ponenten defect zijn.
Het doel is:
de werking van het systeem con-
troleren;
signaleren wanneer door een sto-
ring de emissies boven de wette-
lijk vastgestelde drempelwaarde
uitkomen;
signaleren wanneer het noodzake-
lijk is defecte componenten te ver-
vangen.
Het systeem beschikt verder nog
over een diagnosestekker die het
mogelijk maakt, na het aansluiten
van speciale apparatuur, de door de
regeleenheid opgeslagen storingsco-
des en de specifieke parameters voor
de diagnose en werking van de
motor te lezen. Deze controle kan
ook worden uitgevoerd door de ver-
keerspolitie.