Operation Manual

RADIOZENDAPPARATUUR EN
MOBIELE TELEFOON
Radiozendapparaten (mobiele tele-
foons, 27 mc en dergelijke) mogen
alleen in de auto worden gebruikt
met een aparte antenne aan de bui-
tenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van der-
gelijke apparaten in de auto (zonder
buitenantenne) kan niet alleen
schadelijk zijn voor de gezondheid
van de inzittenden, maar kan ook
storingen in de elektrische systemen
van de auto veroorzaken. Hierdoor
wordt de veiligheid in gevaar
gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ont-
vangstkwaliteit aanzienlijk beperkt
door de isolerende eigenschappen
van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobie-
le telefoons (GSM, GPRS, UMTS)
met het officiële keurmerk, strikt
aan de instructies die door de fabri-
kant van de mobiele telefoon zijn
bijgeleverd.
ELEKTRISCHE
STUURBEKRACH-
TIGING “DUAL-
DRIVE”
De auto is uitgerust met de elektri-
sche stuurbekrachtiging “Dual-
drive”. De elektrische stuurbekrach-
tiging werkt alleen als de contact-
sleutel in stand MAR staat en de
motor draait. Met het systeem kan
de bestuurder de hulpkracht voor
het verdraaien van het stuur aanpas-
sen aan de rij-omstandigheden.
IN-/UITSCHAKELEN
(CITY-functie) fig. 89
Druk voor het in-/uitschakelen van
de functie op de knop CITY op het
middelste deel van het dashboard.
Als deze functie wordt ingeschakeld,
verschijnt het opschrift CITY op het
display van het instrumentenpaneel.
Met ingeschakelde CITY-functie
draait het stuur heel licht, waardoor
makkelijker kan worden gepar-
keerd: deze instelling van de stuur-
bekrachtiging is dus zeer geschikt
voor het rijden in de stad.
STORINGSMELDINGEN
Eventuele storingen in het systeem
worden aangegeven door het bran-
den van het lampje
g
op het instru-
mentenpaneel (op het display ver-
schijnt ook een bericht - zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”
).
Bij een storing in het systeem blijft
de auto mechanisch bestuurbaar.
BELANGRIJK De benodigde stuur-
kracht kan toenemen bij langdurige
parkeermanoeuvres; dit is een nor-
maal verschijnsel om oververhitting
van de motor voor de stuurbekrach-
tiging te voorkomen, in deze situatie
zijn er geen reparaties vereist. Als u
de auto een volgende keer weer
gebruikt, zal de stuurbekrachtiging
weer normaal werken.
86
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
fig. 89
L0C0234m