Operation Manual

36
Korte instructie
Eerste
inschakeling
Schakel het toestel in met de AAN-/UIT-schakelaar. Nu
nivelleert de Sensor-Automatic het apparaat horizontaal
resp. verticaal. Tijdens de inrichtfase blijft de laser staan
en knippert. Zodra het nivelleerproces is voltooid, draait
de laser met 750 o/min.
Handontvanger-
modus
Werken met de optionele laserontvanger
Rotatiemodus Met behulp van de rotatietoets worden de toerentallen
ingesteld: 750, 350, 0 o/min.
Puntmodus Druk - om naar de puntmodus over te schakelen -
steeds weer op de rotatietoets totdat de laser niet meer
roteert. De laser kan met de richtingtoetsen exact ten
opzichte van het meetoppervlak gepositioneerd worden.
Scanmodus Met de scantoets kunt u een lichtintensief segment in 4
verschillende breedten activeren en instellen. Positioneer
het segment met behulp van de richtingtoetsen.
ADS-tilt-functie Deze functie bschermt de rotatielaser tegen positiewijzi-
gingen door externe inwerking en voorkomt zo foutieve
metingen. Druk de tilt-toets in zodra de rotatielaser
is uitgelijnd en de Sensor-Automatic werkt. Na ca. 30
seconden is tilt actief en de tilt-LED knippert iedere
seconde. Wanneer het toestel nu wordt bewogen, scha-
kelt het uit. Laser en tilt-LED knipperen snel.
AntiShake-
functie
Met deze functie is een snelle inrichting mogelijk, bijv.
om het apparaat op een gewenste hoogte in te stellen.
Bovendien is het gebruik op vibrerende ondergron-
den en bij wind mogelijk - ook in combinatie met de
SingleSlope-functie. Nu roteert de laser ook wanneer de
Sensor-Automatic het apparaat inricht. BELANGRIJK! De
exactheid wordt slechter tijdens de inrichtfase.
NL