Operation Manual
Toepassing (opname)
Beelden opnemen met de ingebouwde flitser
- 107 -
De instelling van de flitser wijzigen
Selecteer [Flitser] in het menu [Opname]
• Voor de instelprocedures van het menu. (→25)
Druk op om een type te selecteren en druk op
[MENU/SET]
Type, bewerkingen Toepassingen
[Auto]
• De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer
dit nodig is voor de opnamecondities.
Normaal gebruik.
[Auto/rode-og]
*
•
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit
nodig is voor de opnamecondities. De flits wordt
een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om
het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood
worden op het beeld) te verminderen en vervolgens
opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname.
Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen in
slecht belichte omstandigheden.
[Flitser altijd aan]
• De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de
opnamecondities.
Gebruik deze functie wanneer uw
object achtergrondbelichting heeft of
onder fluorescent licht staat.
[Lngz. sync./rode-og]
*
• Als u beelden maakt met een donker landschap
op de achtergrond, maakt deze functie de
sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd
wordt, zodat het donkere landschap op de
achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd
vermindert het rode-ogeneffect.
Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen op
een donkere achtergrond.
Een langzamere sluitertijd gebruiken
kan wazigheid door beweging
veroorzaken. Het gebruiken van een
statoef kan uw foto’s verbeteren.
*
Er wordt twee keer geflitst. Beweeg niet tot na de tweede flits. Het interval tussen de flitsen varieert,
afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
Als [Rode-ogencorr] in het menu [Opname] op [ON] is ingesteld, verandert het pictogram in
[
]/[ ], worden rode ogen automatisch waargenomen en worden de beeldgegevens
gecorrigeerd. (Alleen wanneer [AF mode] is ingesteld op
(Gezichtsdetectie))
●
Wanneer de ingebouwde flitser wordt gesloten, wordt [ ] (Flitser altijd uit) ingesteld
ongeacht de instelling van de flitser.
●
In [Snapshotmode] is [ ] ingesteld en wordt het lichtrendement bepaald afhankelijk
van het onderwerp en de helderheid met de ingebouwde flitser.
●
U kunt de intensiteit van de flitser aanpassen met [Flitser instel.] in het menu [Opname]. (→145)
●
U kunt [Flits-synchro] in het menu [Opname] gebruiken om in te stellen of de eerste-
of de tweede-gordijnsynchronisatie wordt gebruikt. (→144)
●
Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt beïnvloed
door factoren zoals afstand tot het onderwerp, of het onderwerp tijdens de voorflits naar de camera
kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-ogenreductie verwaarloosbaar.
●
Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest.
●
Als u een andere scènemodus kiest, worden de standaardflitsinstellingen hersteld.
●
Als het licht van de flitser op een onderwerp onvoldoende is, kan noch de juiste
belichting noch de witbalans worden bereikt.