Operation Manual

HOOGTE- EN ZIJDELINGSE VERSTELLING
Als er afwijkingen van het trefpunt optreden, dient
het draadkruis op het wapen te worden ingesteld.
Dit doet u met de twee instellingstorentjes – 5 voor
hoogte, 6 voor zijdelings, beide op dezelfde manier.
Schroef eerst het afdekkapje los (5.a/6.a), tegen de
klok in. Als het kapje is verwijderd, ziet u een kartel-
wieltje 5.b/6.b, de bijbehorende schaal 5.c/
6.c en het betreffende indexpunt 5.d/6.d. De kar-
telwieltjes hebben een bijzonder fijne afstemming:
één klik is ongeveer
1
/
4
MoA (Minute of Angle =
boogminuut), dus maar
1
/
240
booggraad, waardoor de
positie van het trefpunt met 7,3 mm op 100m wordt
versteld (zonder met ballistische omstandigheden
rekening te houden).
Als het trefpunt te hoog ligt, moet er dus naar om-
laag worden aangepast: draai het kartelwiel 5.b hier-
voor tegen de klok in, of, voor een correctie omhoog
als het trefpunt te laag ligt, met de klok mee.
Op dezelfde wijze bij zijdelingse correctie:
Als het trefpunt te zeer rechts ligt, moet er dus naar
links worden aangepast: draai het kartelwiel 6.b
hiervoor tegen de klok in, of, voor een correctie naar
rechts als het trefpunt te zeer links ligt, met de klok
mee.
VAN VERGROTING WISSELEN
Door aan instelring 4. te draaien, wijzigt u de ver-
groting – naar rechts voor zwakkere vergroting, naar
links voor sterkere. Dankzij nokje 4.a is de oriëntatie
in het donker eenvoudiger: als deze naar boven
wijst, staat de middelste vergroting ingesteld, wat
op 7-voudig neerkomt in het geval van de LEICA ER
3.5–14x42.
35
nederlands