Operation Manual

Basiskennis
- 54 -
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop tot de helft in.
A Aanduiding voor de scherpstelling
B AF-zone (normaal)
C AF zone (wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer het donker is)
D Display van bereik van opnameafstand (wanneer u in- of uitzoomt)
E Lensopening
¢2
F Sluitertijd
¢2
G ISO-gevoeligheid
¢1 Geluidsvolume kan ingesteld worden in [SHUTTER VOL.] (P31).
¢2 Als er geen correcte belichting verkregen kan worden, zal dit aangegeven worden in het
rood. (Dit zal echter niet aangegeven worden in het rood wanneer de flits gebruikt wordt.)
1 De AF-zone op het onderwerp richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting vast te zetten.
2 De ontspanknop half ingedrukt houden als u het toestel beweegt om het beeld
samen te stellen.
U kunt de handelingen in stap 1
meerdere keren opnieuw proberen
voordat u de sluiterknop geheel indrukt.
Wij raden aan de
gezichtsherkenningsfunctie te
gebruiken wanneer u opnamen van
mensen maakt. (P139)
Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast
Wanneer de weergave van het bereik van de opnameafstand rood aangeduid wordt
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
Scherpstellen
Focus
Wanneer er
scherpgesteld is op
het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is
op het object
Aanduiding voor
de scherpstelling
Aan Knippert
AF-zone Wit>Groen Wit>Rood
Geluid
¢1
Biept 2 keer Biept 4 keer
Scherpstellen op onderwerpen die zich niet in het midden bevinden
B
E
D
FG
A
C