Operation Manual

- 91 -
Gevorderd (Opname van beelden)
[OPNAME] functie:
Gebruiken van de Geavanceerde Scènefunctie
U kunt beelden maken van hoge kwaliteit van onderwerpen als personen, landschappen,
sportevenementen en activiteiten, personen in avondscènes en bloemen in overeenkomst
met de omgevende omstandigheden.
Stel de functieknop in.
Op 3/4 drukken om de geavanceerde
scènefunctie te kiezen.
Als op [DISPLAY] gedrukt wordt terwijl een Advanced Scene
functie geselecteerd wordt, wordt uitleg over iedere Advanced
Scene functie verstrekt.
Druk op [MENU/SET] om de instelling te bewaren.
Het menuscherm schakelt over naar het opnamescherm in de geselecteerde
scènefunctie.
Aantekening
Keer terug naar bovenstaande stap 2 nadat op [MENU/SET] gedrukt is om de Geavanceerde
scènefunctie te veranderen (wanneer[MENU HERVAT.] (P39) op [OFF] staat).
De geavanceerde flitsinstelling van de scènefunctie wordt teruggezet naar de begininstelling
wanneer de geavanceerde scènefunctie veranderd wordt.
Wanneer u een beeld maakt met een geavanceerde scènefunctie die niet geschikt is voor dit
doeleinde, zou de tint van het beeld kunnen verschillen van de eigenlijke scène.
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in Geavanceerde Scènefunctie omdat het
toestel ze automatisch op de optimale instelling zet.
[OPN. MODE]/[GEVOELIGHEID]/[ISO-LIMIET]/[MEETFUNCTIE]/[I. EXPOSURE]/
[KORTE SLUITERT.]/[I.RESOLUTIE]/[FLITS-SYNCHRO]
Over het diafragma en de sluitersnelheid als u een creatieve instelling kiest
U kunt het diafragma en de sluitersnelheid veranderen als u een
creatieve instelling in de Advanced Scene functie kiest
Het zal tussen de instellingshandeling van het diafragma of de
sluitersnelheid en de belichtingscompensatie schakelen als op de
functieknop op de achterkant gedrukt wordt.