Operation Manual
- 185 -
Overige
• Wanneer u onder fluorescente of LED-verlichting-inrichting enz. opneemt, zou het verhogen
van de sluitertijd kleine veranderingen m.b.t. de helderheid en de kleur met zich mee kunnen
brengen. Deze veranderingen zijn een resultaat van de eigenschappen van de lichtbron en
duiden niet op storing.
• Wanneer u onderwerpen opneemt op extreem heldere plekken of opneemt onder fluorescente
verlichting, LED-verlichting-inrichting, een kwiklamp, natriumverlichting enz. zouden de kleuren
en de schermhelderheid kunnen veranderen of zouden er horizontale strepen kunnen
verschijnen op het scherm.
• Dit is een kenmerk van MOS-sensors die dienst doen als de
oppaksensors van het toestel. Dit doet zich voor wanneer het
onderwerp een helder gedeelte heeft. Er zou zich wat oneffenheid
voor kunnen doen in de omliggende zones, maar dit is geen storing.
Wordt opgenomen in foto’s of films.
• Het wordt aangeraden dat u beelden maakt terwijl u erop let het
scherm niet bloot te stelen aan zonlicht of een andere bron van fel
licht.
• Gebruik een kaart met SD-snelheidsklassen met “Klasse 4” of hoger wanneer u bewegende
beelden opneemt.
• Afhankelijk van de kaart kan het opnemen halverwege stoppen.
> Als de opname van bewegend beeld stopt tijdens het gebruik van een kaart van minstens
“Klasse 4” of als u een kaart gebruikt die geformatteerd is op een PC of andere apparatuur,
is het schrijven van gegevens lager. In zulke gevallen, raden we aan dat u een back-up
maakt van de gegevens en vervolgens de kaart in dit apparaat formatteert (P60).
• Het voorwerp lijkt enigszins verdrongen wanneer deze zeer snel over het beeld beweegt, maar
dit komt doordat het toestel MOS gebruikt voor de beeldsensor. Dit is geen storing.
• Is [ZIJHENDEL] (P52) op [FOCUS] gezet?
> Zet [ZIJHENDEL] op [ZOOM].
• Stel de AF-zone in op de onderscheidende kleur van het onderwerp als er een gedeelte is dat
verschikt van de omliggende kleur. (P119)
De helderheid of tint van het opgenomen beeld verschilt van het echte.
Er verschijnen roodachtige horizontale strepen op de LCD-monitor tijdens de
opname.
Opnemen van bewegende beelden stopt halverwege.
Het voorwerp lijkt verdrongen.
De zoom kan niet met het zijhendeltje geregeld worden.
Onderwerp kan niet vergrendeld worden.
(AF-opsporing niet mogelijk)