Operation Manual

30
Hoofdstuk 4. Problemen oplossen
Overige problemen
De computer reageert niet. Om de computer uit te schakelen, houdt u de aan/
uit-knop gedurende minstens 4 seconden ingedrukt.
Als de computer nog steeds niet reageert, ontkoppelt
u de netvoedingsadapter.
De computer kan vastlopen als de slaapstand wordt
geactiveerd tijdens een communicatiebewerking.
Schakel de timer voor de slaapstand uit wanneer u
gebruikmaakt van het netwerk.
De computer wordt niet
vanaf het gewenste
apparaat opgestart.
Raadpleeg het menu Boot (Opstarten) van het
hulpprogramma voor BIOS-instelling. Controleer of
hulpprogramma voor BIOS-instelling zo is ingesteld
dat de computer opstart vanaf het gewenste
apparaat.
Controleer bovendien of het apparaat van waarop de
computer opstart, is ingeschakeld. Controleer in het
menu Boot (Opstarten) van het hulpprogramma
voor BIOS-instelling of het apparaat inbegrepen is.
Druk terwijl de computer uitgeschakeld is op de
Novo-knop om het apparaat te selecteren waarmee
de computer moet starten.
Het aangesloten externe
apparaat werkt niet.
Met uitzondering van USB-kabels mag u nooit kabels
van externe apparatuur aansluiten of ontkoppelen
terwijl de computer is ingeschakeld, omdat de
computer anders beschadigd kan raken.
Wanneer u een extern apparaat met een hoog
energieverbruik aansluit, zoals een extern optisch
schijfstation via USB, moet u de netvoedingsadapter
bij het betreffende externe apparaat gebruiken. Doet
u dit niet, dan wordt het apparaat mogelijk niet
herkend of wordt het systeem uitgeschakeld.