A485 Gebruikershandleiding
Opmerking: Lees het volgende aandachtig door voordat u deze informatie en het product dat het ondersteunt, gebruikt: • Veiligheid en garantie • Installatiegids • 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v Lenovo verbetert continu de documentatie van uw computer, met inbegrip van deze Gebruikershandleiding. Voor de meest recente documenten gaat u naar: https://support.lenovo.com Derde uitgave (Juni 2018) © Copyright Lenovo 2018.
Inhoud Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . v Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . Belangrijke informatie over het gebruik van uw computer . . . . . . . . . . . . . . . Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Service en upgrades . . . . . . . . . . . Netsnoeren en voedingsadapters . . . . . . Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires . Stekkers en stopcontacten . . . . . . . . Kennisgeving voedingseenheid. . . . . . . Externe apparatuur . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk 4. Informatie over toegankelijkheid, ergonomie en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . 47 Informatie voor gehandicapten . . . . . . . . . Ergonomisch werken. . . . . . . . . . . . . Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . 47 49 50 Hoofdstuk 5. Beveiliging . . . . . . . 53 Wachtwoorden gebruiken . . . . . . . . Inleiding tot wachtwoorden . . . . . Een wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen . . . . . . . . . . . . Beveiliging van de vaste schijf . . . . . .
Informatie over draadloze communicatie . . . . Compatibiliteit van draadloze apparatuur . . Gebruiksomgeving en uw gezondheid . . . Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie . . . . . . . . Informatie over naleving regels voor draadloze radio's . . . . . . . . . . . . . . . De plaats van kennisgevingen over regelgeving voor draadloze communicatie . TCO-certificering . . . . . . . . . . . . . Kennisgeving classificatie voor export . . . . . Kennisgevingen elektromagnetische straling . .
iv A485 Gebruikershandleiding
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Opmerking: Lees eerst de belangrijke veiligheidsinformatie. Lees dit eerst Deze informatie helpt u uw notebookcomputer veilig te gebruiken. Gebruik en bewaar alle informatie die bij uw computer is geleverd. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de Beperkte Garantie. Raadpleeg 'Informatie over de garantie' in de publicatie Veiligheid en garantie die is meegeleverd met uw computer.
Bescherm uzelf goed tegen de warmte die door de netvoedingsadapter wordt gegenereerd. Als de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op het stopcontact, wordt de adapter warm. Bij langdurig contact met uw lichaam kunnen er, ook door uw kleding heen, brandwonden ontstaan. • Zorg dat de adapter op dergelijke momenten niet tegen uw lichaam komt. • Gebruik de netvoedingsadapter nooit om u eraan op te warmen. Zorg dat uw computer niet nat wordt.
Ga te allen tijde voorzichtig om met uw computer. Voorkom het vallen, stoten, bekrassen, verdraaien, trillen en indrukken van de computer, en plaats geen zware voorwerpen op de computer, het beeldscherm of de externe apparaten. Wees voorzichtig als u de computer meeneemt. • Gebruik een hoogwaardige draagtas die voldoende steun en bescherming biedt. • Stop de computer niet in een overvolle koffer of tas.
• Gebroken of beschadigde netsnoeren, stekkers, adapters, verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen of voedingseenheden. • Tekenen van oververhitting, rook, vonken of vuur. • Schade aan een batterij (zoals barsten of deuken), spontane ontlading of lekkage uit de batterij (herkenbaar aan vreemde stoffen). • Een krakend, sissend of knallend geluid of een sterke geur afkomstig uit het product.
Netsnoeren en voedingsadapters GEVAAR Gebruik alleen netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd. Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland moet dit H03VV-F, 3G, 0,75 mm2 of beter zijn. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan. Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren.
Stekkers en stopcontacten GEVAAR Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten, beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen. Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant. Gebruik voor de computer niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische apparaten die veel stroom gebruiken.
Externe apparatuur WAARSCHUWING: Sluit geen andere externe kabels of snoeren aan dan USB- en 1394-kabels als de computer is ingeschakeld. Anders kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten ontkoppelt.
Kennisgeving voor ingebouwde oplaadbare batterij GEVAAR Probeer niet zelf de oplaadbare ingebouwde batterij te verwijderen of te vervangen. Het vervangen van de interne batterij moeten worden uitgevoerd door een reparatiebedrijf dat door Lenovo is geautoriseerd. Laad de batterij uitsluitend op volgens de instructies in de productdocumentatie. Deze door Lenovo geautoriseerde bedrijven recyclen Lenovo-batterijen volgens de plaatselijke weten regelgeving.
Warmte en ventilatie GEVAAR Computers, netvoedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebookcomputers een aanzienlijke hoeveelheid warmte produceren. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen: • Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen de onderkant, de polssteun en bepaalde andere onderdelen warm worden.
Veiligheidsvoorschriften voor elektriciteit GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: • Gebruik de computer niet tijdens onweer. • Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet. Voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer. • Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
Kennisgeving LCD (liquid crystal display) WAARSCHUWING: Het liquid crystal display (LCD-scherm) is gemaakt van glas, en door een ruwe omgang of het laten vallen van de computer kan het LCD-scherm kapotgaan. Als het beeldscherm breekt en de vloeistof uit het scherm in uw ogen of op uw handen komt, moet u de besmette lichaamsdelen onmiddellijk gedurende minstens 15 minuten met water spoelen. Mocht u klachten krijgen of mochten er andere symptomen optreden, raadpleeg dan een arts.
Kennisgeving glazen onderdelen WAARSCHUWING: Bepaalde onderdelen van uw product zijn mogelijk van glas. Dit glas kan breken als het product op een harde ondergrond valt of een grote klap opvangt. Raak het glas niet aan als het breekt en probeer het niet te verwijderen. Stop met uw product te gebruiken tot het glas door bevoegd onderhoudspersoneel wordt vervangen.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht Dit hoofdstuk biedt basisinformatie om u vertrouwd te maken met uw computer. De knoppen, aansluitingen en lampjes van de computer In dit gedeelte worden de hardwareonderdelen van de computer beschreven.
1 Infraroodcamera * 2 Microfoons 3 Conventionele camera * 4 Conventionele camera met ThinkShutter (lenskap) * 5 Aan/uit-knop 6 Vingerafdruklezer * 7 8 Trackpad TrackPoint®-knoppen 9 TrackPoint-aanwijsknopje 10 Scherm (multitouch-scherm beschikbaar op bepaalde modellen) Opmerking: * Beschikbaar op sommige modellen. 1 Infraroodcamera De infraroodcamera biedt een persoonlijke en veilige manier voor aanmelding bij uw computer met gezichtsverificatie.
ThinkPad-aanwijsapparaat 7 TrackPoint-knoppen 8 Trackpad 9 TrackPoint-aanwijsknopje Uw computer is uitgerust met het speciaal door Lenovo ontworpen ThinkPad®-aanwijsapparaat. Meer informatie vindt u in 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat gebruiken' op pagina 22. 10 Scherm (multitouch-scherm beschikbaar op bepaalde modellen) Met het multi-touchscherm kunt u de computer met eenvoudige aanraakbewegingen gebruiken. Meer informatie vindt u in 'Werken met het multitouch-scherm' op pagina 18.
4 Sleuf voor smartcard U kunt smartcards gebruikt voor verificatie, gegevensopslag en de verwerking van toepassingen. In grote organisaties kunt u ook smartcards gebruiken voor een sterke beveiligingsverificatie van eenmalige aanmeldingen (SSO). Meer informatie vindt u in 'Een mediakaart of een smartcard gebruiken' op pagina 34. Rechterkant 1 Audio-aansluiting 2 USB 3.1 Gen 2-aansluiting 3 HDMI™-aansluiting 4 Always on USB 3.
4 Always on USB 3.1 Gen 1-aansluiting Om de USB-compatibele apparaten op te laden wanneer de computer is uitgeschakeld, in de slaapstand of in de sluimerstand staat is, schakel de functie Always On USB op uw computer in. U kunt de Always On USB-instellingen als volgt configureren: 1. Start het programma Lenovo Vantage. Zie 'Lenovo-programma's openen' op pagina 14. 2. Klik op Hardware-instellingen ➙ Energie. 3.
Onderkant 1 Verwisselbare batterij 2 Klemmen 3 Haakgaten voor dockingstation 4 Ventilatieopeningen 5 Afvoergaten toetsenbord 6 Luidsprekers 7 Noodresetgaatje 8 Nano-SIM-kaartsleuf * Opmerking: * Beschikbaar op sommige modellen. 1 Verwisselbare batterij U kunt de computer op batterijvoeding laten werken als er geen netvoeding beschikbaar is. 2 Klemmen Gebruik de klemmen om de verwisselbare batterij te vergrendelen of te ontgrendelen.
7 Noodresetgaatje Als de computer niet meer reageert en u deze niet kunt uitschakelen met de aan/uit-knop, verwijdert u de netvoedingsadapter. Steek vervolgens het uiteinde van een uitgerekte paperclip in het noodresetgaatje om de computer te resetten. 8 Nano-SIM-kaartsleuf De sleuf voor de nano-SIM-kaart bevindt zich in het batterijcompartiment.
1 Camerastatuslampje Als dit lampje brandt, is de camera in gebruik. 2 8 Systeemstatuslampjes Het lampje in het ThinkPad-logo op de buitenklep en het lampje in de aan/uit-knop geven de systeemstatus van uw computer aan. • Knippert drie keer: de voeding naar de computer wordt voor de eerste keer ingeschakeld. • Aan: de computer staat aan (in de normale werkstand).
• Uit: de computer staat uit of staat in de sluimerstand. • Knippert snel: de computer gaat naar de sluimerstand of naar de slaapstand. • Knippert langzaam: de computer staat in de slaapstand. 3 Indicatielampje van de vingerafdruklezer Dit lampje toont de status van de vingerafdruklezer. Meer informatie vindt u in 'De vingerafdruklezer gebruiken' op pagina 56. 4 Caps Lock-lampje Als dit lampje brandt, kunt u hoofdletters typen door direct op de lettertoetsen te drukken.
In de volgende afbeelding ziet u de locatie van de informatie over het machinetype en het modelnummer van uw computer. Informatie over FCC ID en IC-certificering De informatie over de FCC- en IC-certificering vindt u op een label dat op de computer is aangebracht, zoals te zien is in de volgende afbeelding. Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er anders uit dan op de volgende afbeelding. Dit hangt af van het model.
geïnstalleerd. Om het FCC ID en IC-certificeringsnummer te kunnen bekijken, moet u de klep aan de onderkant van de computer verwijderen. Zie 'De draadloos-WAN-kaart vervangen' op pagina 107 voor instructies. Opmerking: Zorg ervoor dat u voor de draadloze module die door de gebruiker kan worden geïnstalleerd alleen een door Lenovo goedgekeurde draadloze module gebruikt die speciaal is getest voor dit computermodel.
installatieprogramma controleert of er een geldige, bijbehorende product-id in de computerfirmware aanwezig is om de activering te voltooien, ongeacht of er een Windows 10-product is geïnstalleerd. In sommige gevallen kan er onder de voorwaarden van downgraderechten van een Windows 10 Pro-licentie een oudere Windows-versie zijn geïnstalleerd. Computerfuncties De functies van de computer die in dit onderwerp worden besproken, zijn van toepassing op verschillende modellen.
Beveiligingsvoorzieningen • Conventionele camera met ThinkShutter * • Gezichtsverificatie (beschikbaar op modellen met de infraroodcamera) • Vingerafdruklezer * • Minisleuf voor veiligheidsslot • Trusted Platform Module (TPM) * Draadloze voorzieningen • Bluetooth • GPS (Global Positioning System) * • Draadloos LAN • Draadloos WAN * Overige • Conventionele camera * • Microfoons Opmerking: * Beschikbaar op sommige modellen.
– Maximumtemperatuur bij werking zonder kunstmatige druk: 31,3 °C Opmerking: Bij het opladen van de batterij moet de temperatuur minimaal 10 °C zijn. Relatieve vochtigheid • In bedrijf: 8% tot 95% bij een natteboltemperatuur van 23 °C • Opslag: 5% tot 95% bij een natteboltemperatuur van 27 °C Plaats uw computer indien mogelijk in een goed geventileerde, droge ruimte en zet hem niet in de zon.
Hotkey Features Integration Met deze software zijn de speciale toetsen F1-F12 en de speciale knoppen op uw computer beschikbaar. Als u bijvoorbeeld op de knop of toets voor het dempen van de microfoon drukt, schakelt de status van de microfoon tussen aan en uit. Het statuslampje voor geluid aan/uit wordt weergegeven op het scherm als de status wordt gewijzigd. Lenovo Vantage De beste functies en mogelijkheden van uw computer moeten eenvoudig toegankelijk en makkelijk te begrijpen zijn.
16 A485 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken Dit hoofdstuk biedt informatie om u te helpen bij het gebruik van de diverse functies van uw computer. De computer registreren Als u uw computer registreert, worden gegevens ingevoerd in een database. Lenovo kan dan contact met u opnemen als producten worden teruggehaald of er andere ernstige problemen zijn opgetreden. Ook bieden sommige locaties uitgebreide voordelen en services aan geregistreerde gebruikers.
• Als u verwacht dat de computer lange tijd niet gebruikt gaat worden, kunt u voorkomen dat de batterij leegloopt. Hoe kan ik gegevens die op het interne opslagstation zijn opgeslagen, op een veilige manier wissen? • In het hoofdstuk Hoofdstuk 5 'Beveiliging' op pagina 53 wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door onbevoegden. • Lees, voordat u gegevens van het interne opslagstation wist, eerst het gedeelte 'Gegevens verwijderen van een opslagstation' op pagina 58.
Beweging op het aanraakscherm (alleen aanraakmodellen) Beschrijving Aanraken: tikken. Muisactie: klik op. Functie: open een toepassing of voer een actie uit op een geopende toepassing, zoals Kopiëren, Opslaan en Verwijderen, afhankelijk van de toepassing. Aanraken: tikken en vasthouden. Muisactie: rechtsklikken. Functie: een menu met meerdere opties openen. Aanraken: schuiven. Muisactie: beweeg het muiswiel, beweeg de schuifbalk of klik op het pijltje omhoog/omlaag bladeren.
Beweging op het aanraakscherm (alleen aanraakmodellen) Beschrijving Aanraken: veeg met uw vingers vanaf de linkerrand. Muisactie: klik op het taakweergavepictogram op de taakbalk. Functie: bekijk alle openstaande vensters in de taakweergave. • Kort vegen voor het weergeven van de toepassing in volledig scherm of als de computer zich in de tabletwerkstand bevindt Aanraken: veeg met uw vingers kort van boven naar beneden. Muisactie: beweeg de aanwijzer naar de bovenrand van het scherm.
1 Toets met het Windows-logo Druk op de toets met het Windows-logo om het menu Start te openen. Raadpleeg de Help-informatie van het Windows-besturingssysteem voor informatie over het gebruik van de toets met het Windows-logo met andere toetsen. 2 3 Fn-toets en functietoetsen U kunt de Fn-toets en functietoetsen als volgt configureren: 1. Ga naar het Configuratiescherm en wijzig de weergave hiervan van Categorie in Grote pictogrammen of Kleine pictogrammen. 2.
• Fn+Spatiebalk: als de computer achtergrondverlichting van het toetsenbord ondersteunt, drukt u op Fn +spatiebalk om de status van de achtergrondverlichting te kiezen. • Fn+B: Deze toetscombinatie heeft dezelfde functie als de toets Break op een conventioneel extern toetsenbord. • Fn+K: Deze toetsencombinatie heeft dezelfde functie als de toets ScrLK of Scroll Lock op een conventioneel extern toetsenbord.
Standaard zijn zowel het TrackPoint-aanwijsapparaat als de trackpad actief met de aanraakbewegingen ingeschakeld. Ga naar 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat aanpassen' op pagina 26 om de instellingen te wijzigen. Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het aanwijzen, klikken en bladeren.
Volg de onderstaande instructies om het TrackPoint-aanwijsapparaat te gebruiken: Opmerking: Plaats uw handen in de positie voor typen en gebruik uw wijsvinger of middelvinger om druk uit te oefenen op het antislipdopje van het aanwijsknopje. Gebruik uw duim om op de linker- of rechtermuisknop te drukken. • Aanwijzen Gebruik het aanwijsknopje 1 om de aanwijzer op het scherm te verplaatsen.
Veeg met één vinger over het oppervlak van de trackpad om de aanwijzer dienovereenkomstig te verplaatsen. • Klikken met de linkerklikknop Druk op de linksklikzone 1 om een item te selecteren of te openen. U kunt ook met één vinger op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de linkermuisknopactie uit te voeren. • Klikken met de rechterklikknop Druk op de rechtsklikzone 2 om een snelmenu weer te geven.
Tikken Tikken met twee vingers Tik met één vinger op een willekeurige plek op de trackpad om een item te selecteren of te openen. Tik met twee vingers op een willekeurige plek op de trackpad om een snelmenu weer te geven. Bladeren met twee vingers Uitzoomen met twee vingers Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze in verticale of horizontale richting. Met deze actie kunt u door documenten, websites en apps bladeren.
Energiebeheer In dit gedeelte wordt beschreven hoe u netvoeding en batterijvoeding moet gebruiken om de beste balans tussen snelheid en energiebeheer te vinden. De netvoedingsadapter gebruiken De energiebron voor uw computer kan van de batterij of van de netvoedingsadapter komen. Terwijl u gebruikmaakt van de netvoedingsadapter, wordt de batterij automatisch opgeladen. Uw computer wordt geleverd met een USB-C-voedingsadapter en een netsnoer.
Doe meer en werk langer op de batterijen van uw ThinkPad. Mobiliteit heeft een revolutie teweeggebracht doordat mensen hun werk overal mee naar toe kunnen nemen. Met ThinkPad-batterijen kunt u langer werken zonder gebonden te zijn aan een stopcontact. De oplaadstatus van de batterij controleren Beweeg de muisaanwijzer naar het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows om de batterijstatus te controleren.
• Laad de batterij helemaal op voordat u hem gebruikt. Klik op het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows om te controleren of de batterij volledig geladen is. • Maak altijd gebruik van de voorzieningen voor energiebeheer, zoals energiebesparende standen. Energiebeheer Wijzig de instellingen van uw energiebeheerschema om de beste balans te vinden tussen snelheid en energiebesparing. Ga als volgt te werk om de instellingen van het energieschema aan te passen: 1.
Wanneer u geen gebruikmaakt van de functies voor draadloze communicatie, zoals Bluetooth of draadloos LAN, kunt u deze uitschakelen om energie te besparen. Bekabelde Ethernet-verbindingen U kunt uw computer met een Ethernet-kabel aansluiten op een lokaal netwerk via de Ethernet-poort op uw computer. De Ethernet-poort heeft twee netwerkstatuslampjes. Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
De status van de draadloze LAN-verbinding controleren U kunt de status van de draadloze LAN-verbinding controleren via het statuspictogram voor draadloze netwerkverbinding in het systeemvak van Windows. Hoe meer balken, des te beter het signaal is. De draadloos-WAN-verbinding gebruiken Een draadloos WAN (Wide Area Network) dat gebruik maakt van mobiele netwerken voor datatransmissies, maakt het mogelijk om draadloos verbinding te maken via niet-lokale openbare of particuliere netwerken.
• Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Bluetooth en andere apparaten. Schakel de schakelaar Bluetooth in om de Bluetooth-functie in te schakelen. 2. Klik met de rechtermuisknop op de apparaten die u wilt versturen. 3. Selecteer Verzenden naar ➙ Bluetooth-apparaat. 4. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm. Raadpleeg het Help-informatiesysteem van Windows en het Bluetooth-apparaat voor meer informatie.
De camera's gebruiken Afhankelijk van het model is uw computer mogelijk uitgerust met een conventionele camera met ThinkShutter of ondersteunt uw computer mogelijk een infraroodcamera en een conventionele camera. De conventionele camera met ThinkShutter gebruiken Als u de conventionele camera wilt gebruiken om foto's te maken en video's op te nemen, schuift u eerst ThinkShutter naar links om de cameralens te onthullen. Open vervolgens het Startmenu en klik op Camera in de lijst met programma's.
2. Blader naar beneden tot het gedeelte Wachtwoord en klik op Toevoegen om een wachtwoord te maken. 3. Volg de instructies op het scherm om een PIN-code (Personal Identification Number) te maken. 4. Zoek het gedeelte Windows Hello en klik op Installatie onder Gezichtsherkenning. Klik vervolgens op Aan de slag. 5. Voer de pincode in die u eerder hebt ingesteld. Het cameravoorbeeld wordt gestart. 6. Volg de aanwijzingen op het scherm om het instellen te voltooien. 7.
Attentie: Smartcards met spleten worden niet ondersteund. Plaats een dergelijke smartcard niet in de smartcardlezer van uw computer. Als u dit wel doet, kan de lezer beschadigd raken. Een geheugenkaart of een smartcard installeren Attentie: Raak altijd een geaard metalen voorwerp aan voordat u een kaart gaat installeren. Op die manier kunt u statische elektriciteit uit uw lichaam laten wegvloeien. Door statische elektriciteit kan de kaart beschadigd raken.
1. Klik op het driehoekige pictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te geven. Klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen. 2. Selecteer het corresponderende item om de kaart uit het Windows-besturingssysteem te verwijderen. 3. Druk op de kaart om deze uit de computer te verwijderen. 4. Haal de kaart uit de computer en bewaar deze op een veilige plek.
– Klik op het pictogram van het Actiecentrum in het systeemvak van Windows. Klik op Verbinden. Selecteer het draadloze beeldscherm en volg de instructies op het scherm. Voor meer informatie kunt u het Help-informatiesysteem van Windows raadplegen. Een weergavestand kiezen U kunt uw bureaublad en toepassingen op het beeldscherm van de computer, op het externe beeldscherm of op beide laten weergeven.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om een gewenste modus te selecteren en aan te geven of u het moduspictogram wilt weergeven in het systeemvak van Windows. Om te schakelen tussen de modus voor hoge prestaties en de stille modus, doet u het volgende: • Druk op Fn+Q. • Klik op het driehoekpictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te geven. Klik vervolgens op het moduspictogram (High-Performance) of (Quiet Mode) om te schakelen tussen de twee modi.
Hoofdstuk 3. De computer uitbreiden In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruiken van hardwareapparaten om de mogelijkheden van uw computer uit te breiden. Opties voor de ThinkPad zoeken Als u de mogelijkheden van uw computer wilt uitbreiden, heeft Lenovo allerlei hardwaretoebehoren en upgrades om aan uw wensen tegemoet te komen.
1 Systeemslot: Gebruik het systeemslot op de volgende manieren: • In de vergrendelde stand loskoppelen. • In de ontgrendelde stand loskoppelen. is de vergrending op slot en kunt u de computer niet koppelen of is de vergrending niet op slot en kunt u de computer niet koppelen of • Als het systeemslot ontgrendeld is , kunt u het systeemslot uit de slotsleuf verwijderen. Opmerking: Het ThinkPad Basic Docking Station wordt niet geleverd met een geïnstalleerd systeemslot.
Achterkant Figuur 1. ThinkPad Basic Docking Station Figuur 2. ThinkPad Pro Docking Station Figuur 3. ThinkPad Ultra Docking Station 1 Audioaansluiting: Sluit een hoofdtelefoon of headset aan met een vierpolige 3,5 mm stekker. 2 Netvoedingsaansluiting: sluit de netvoedingsadapter aan. 3 DisplayPort®-aansluiting: Hierop kunt u een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of een ander apparaat aansluiten dat gebruikmaakt van een DisplayPort-aansluiting.
13 USB 3.1 Gen 2-aansluiting: De USB 3.1 Gen 2-aansluiting, met een hogere gegevensoverdrachtssnelheid, wordt gebruikt voor het aansluiten van USB-apparaten, zoals een USBtoetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer. De computer aansluiten op een dockingstation Opmerkingen: • Het ThinkPad Basic Docking Station wordt niet geleverd met een geïnstalleerd systeemslot.
4. Lijn de linkerbovenhoek van de computer uit met de geleider op het dockingstation. Sluit de computer zoals afgebeeld op het dockingstation aan 1 totdat u een klik hoort. Schuif de vergrendeling in de richting die wordt aangegeven 2 . 5. Controleer de dockingstatusindicator. Het dockingstatuslampje gaat branden als de computer met succes is aangesloten. Opmerking: Als het lampje niet brandt, is de computer niet goed op het dockingstation aangesloten.
Opmerking: Het ThinkPad Basic Docking Station wordt niet geleverd met een geïnstalleerd systeemslot. Als u geen systeemslot aanschaft en installeert, slaat u stap 1 over in de volgende instructies voor het loskoppelen van de computer van het ThinkPad Basic Docking Station. 1. Zet de systeemslotsleutel in de ontgrendelde stand ( ). 2. Verschuif de grendel in de richting zoals afgebeeld 1 om de computer los te maken en pak vervolgens beide kanten van de computer vast om de computer te verwijderen 2 .
ThinkPad Basic Docking Station Er kunnen maximaal twee beeldschermen tegelijk zijn aangesloten op de DisplayPort- en de VGAaansluitingen. ThinkPad Pro Docking Station Er kunnen maximaal twee beeldschermen tegelijk zijn aangesloten op de twee DisplayPort-aansluitingen. ThinkPad Ultra Docking Station U kunt maximaal drie externe beeldschermen tegelijk aansluiten op het dockingstation en gebruiken. Hoofdstuk 3.
46 A485 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 4. Informatie over toegankelijkheid, ergonomie en onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over toegankelijkheid, ergonomie, schoonmaken en onderhoud. Informatie voor gehandicapten Lenovo wilt gebruikers met een gehoor- of mobiliteitsbeperking of een visuele beperking meer toegang bieden tot informatie en technologie. In dit gedeelte vindt u informatie over de manier waarop deze gebruikers optimaal van hun computerervaring kunnen profiteren.
Als u liever gegevens op uw computer typt of invoert met een muis, joystick of ander aanwijsapparaat in plaats van een echt toetsenbord te gebruiken, kunt u het Schermtoetsenbord gebruiken. Het Schermtoetsenbord is een visueel toetsenbord met alle standaardtoetsen. U kunt toetsen selecteren met de muis of een ander aanwijsapparaat, of u kunt erop tikken om toetsen te selecteren als uw computer een multitouch-scherm ondersteunt.
Opmerking: Als u een te lage resolutie instelt, passen bepaalde items wellicht niet meer op het scherm. Aanpasbare itemgrootte U kunt de items op het scherm leesbaarder maken door de itemgrootte te wijzigen. • Om de itemgrootte tijdelijk te wijzigen, gebruikt u het vergrootglashulpmiddel in het Toegankelijkheidscentrum. • U kunt de waarde van een item als volgt definitief wijzigen: – Wijzig de grootte van alle items op het scherm. 1.
Algemene houding: geregeld even gaan verzitten helpt het best tegen het ongemak dat door lang in dezelfde houding werken wordt veroorzaakt. Vaak even pauzeren is ook heel goed om kleine ongemakken tegen te gaan die met uw werkhouding te maken hebben. Beeldscherm: Plaats het beeldscherm op een comfortabele kijkafstand van ongeveer 510 tot 760 mm. Vermijd reflecties van lampen of zonlicht. Maak het beeldscherm regelmatig schoon en stel de helderheid en het contrast zo in dat u een goed beeld hebt.
Basisonderhoudstips Houd u aan de volgende richtlijnen om uw computer optimaal te laten functioneren: • Bewaar het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen, om het gevaar van verstikking in de plastic zak te voorkomen. • Houd de computer op minimaal 13 cm afstand van magneten, actieve mobiele telefoons, elektrische apparaten en luidsprekers. • Stel de computer niet bloot aan te lage of te hoge temperaturen (onder 5 °C of boven 35 °C).
52 A485 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5. Beveiliging In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u uw computer beschermt tegen gebruik door onbevoegden. Wachtwoorden gebruiken In dit onderwerp vindt u informatie over het gebruik van het systeemwachtwoord, het supervisorwachtwoord en het vaste-schijfwachtwoord. Inleiding tot wachtwoorden U kunt voorkomen dat uw computer ongeoorloofd wordt gebruikt door een wachtwoord te gebruiken.
Voor het opslagstation zijn twee soorten wachtwoorden waarmee de opgeslagen informatie beschermd kan worden: • Gebruikerswachtwoord Als er wel een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf is ingesteld maar geen masterwachtwoord, moet het vaste-schijfwachtwoord van de gebruiker worden ingevoerd om toegang te krijgen tot de bestanden en toepassingen op het opslagstation.
1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt getoond, drukt u op F1 om het programma ThinkPad Setup te starten. 2. Selecteer met behulp van de cursortoetsen Security ➙ Password. 3. Selecteer, afhankelijk van het type wachtwoord, Power-on Password, Supervisor Password of Hard disk x Password. 4. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen. Noteer het wachtwoord en bewaar het wachtwoord op een veilige plaats.
media-, NAND-flash- of apparaatcontrollers door gebruik te maken van een hardwareversleutelingschip. Voor een efficiënt gebruik van de versleutelingsfunctie stelt u een vaste-schijfwachtwoord voor het interne opslagstation in. De beveiligingschip instellen Voor netwerkclients die elektronisch vertrouwelijke informatie overbrengen, gelden strenge beveiligingsvereisten.
Uw vinger scannen Tik op de vingerafdruklezer met het bovenste vingerkootje om uw vinger te scannen en houd uw vinger een of twee seconden op de lezer. Gebruik niet teveel druk. Vervolgens tilt u de vinger op om één scan te voltooien. Indicatielampje van de vingerafdruklezer 1 Uit: De vingerafdruklezer is niet klaar om op te tikken. 2 Wit, continu brandend: De vingerafdruklezer is klaar om op te tikken. 3 Oranje, knipperend: De vingerafdruk kan niet worden geverifieerd.
wachtwoord niet voor u resetten en u evenmin helpen bij het herstellen van de gegevens op het opslagstation. In een dergelijk geval moet u de computer naar Lenovo of naar een Lenovo-dealer -vertegenwoordiger brengen om het opslagstation te laten vervangen. U moet hiervoor het bewijs van aankoop kunnen overleggen. Bovendien kunnen er kosten voor onderdelen en service in rekening worden gebracht.
software voor gegevensherstel kunnen de gegevens vaak nog worden gelezen. Het risico bestaat dus dat kwaadwillende personen gevoelige gegevens op opslagstations gebruiken voor ongewenste doeleinden. Om misbruik van gegevens te voorkomen is het van groot belang dat u alle gegevens van het vasteschijfstation wist, voordat u de computer van de hand doet. U kunt de gegevens fysiek vernietigen door de vaste-schijfstation met een hamer defect te maken of u kunt de gegevens met een sterke magneet onleesbaar maken.
60 A485 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6. Geavanceerde configuratie In dit hoofdstuk krijgt u informatie voor het verder configureren van de computer: Het besturingssysteem Windows 10 installeren In sommige gevallen moet u mogelijk een nieuw besturingssysteem installeren. In dit onderwerp vindt u instructies voor het installeren van een Windows 10-besturingssysteem. Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. Attentie: • Wij raden u aan uw besturingssysteem bij te werken via officiële kanalen.
Land of regio Code Land of regio Code Duitsland GR Taiwan en Hongkong TC Italië IT Verenigde Staten US Japan JP Stuurprogramma's installeren Stuurprogramma's zijn programma's met instructies voor het besturingssysteem die aangeven hoe een bepaald hardwareonderdeel moet werken of moet worden bestuurd. Alle hardwarecomponenten op uw computer hebben een eigen stuurprogramma.
kunt geplande updates ook vooraf definiëren om op de cruciale ernst van het probleem te zoeken, zodat de lijst alleen die updates bevat die u nodig hebt. Meer informatie over het gebruik van Lenovo Vantage vindt u in het Help-systeem van het programma. Het programma ThinkPad Setup gebruiken Met het programma ThinkPad Setup kunt u de instellingen van uw voorkeur voor uw computer selecteren door het BIOS te configureren.
Om de opstartvolgorde te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. Open het programma ThinkPad Setup en selecteer Startup ➙ Boot. Druk vervolgens op Enter. De lijst met de volgorde van apparaten wordt nu weergegeven. 2. Stel de gewenste opstartvolgorde in. 3. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten. U kunt de opstartvolgorde tijdelijk wijzigen door het volgende te doen: 1. Zet de computer uit. 2. Zet de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op de toets F12.
• UEFI BIOS Version • UEFI BIOS Date • Embedded Controller Version • Dash Firmware Version • Machine Type Model • System-unit serial number • System board serial number • Asset Tag • CPU Type • CPU Speed • Installed Memory • UUID • MAC Address (Internal LAN) • MAC Address (Dash LAN) • UEFI Secure Boot • OA2 Menu Config Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken.
Beschrijving: Schakel Internet Protocol versie 6 (IPv6) network stack in of uit voor de UEFI-omgeving. Dit menu wordt alleen weergegeven in de opstartmodus UEFI Only of de opstartmodus Both met UEFI first. • UEFI PXE Boot Priority Waarden: IPv6 First, IPv4 First Beschrijving: Selecteer network stack priority voor opstartmodus UEFI PXE. Dit menu wordt alleen weergegeven in de opstartmodus UEFI Only of de opstartmodus Both met UEFI first wanneer zowel IPv6 als IPv4 stacks zijn ingeschakeld.
Deze actie is gelijk aan het gelijktijdig indrukken van de vereiste functietoets en de Fn-toets. Als u tweemaal op de Fn-toets drukt, wordt de Fn-toets vergrendeld in de ingeschakelde toestand totdat u weer op de Fn-toets drukt. • F1–F12 as Primary Function Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: als u Enabled selecteert, wordt bij het indrukken van de functietoetsen direct F1-F12 ingevoerd.
Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Schakel de energiebesparingsfunctie in of uit, zodat de microprocessorklok automatisch wordt uitgeschakeld wanneer het systeem niet actief is. Gewoonlijk is het niet nodig om deze instelling te wijzigen. • Power On with AC Attach Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Schakel een functie voor het inschakelen van de computer in of uit wanneer de netvoedingsadapter is aangesloten.
Beschrijvingen: stel een supervisorwachtwoord in om te voorkomen dat onbevoegde gebruikers de opstartvolgorde, de netwerkinstellingen en de systeemdatum en -tijd wijzigen. Meer informatie vindt u in 'Inleiding tot wachtwoorden' op pagina 53. • Lock UEFI BIOS Settings Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Schakel deze optie in om te voorkomen dat onbevoegde gebruikers instellingen in ThinkPad Setup wijzigen. Als u deze functie wilt wijzigen, heeft u een supervisorwachtwoord nodig.
Beschrijvingen: Schakel vingerafdrukverificatie in of uit voordat het besturingssysteem wordt geladen. • Reader Priority Waarden: External ➙ Internal, Internal Only Beschrijvingen: Als uw computer een ingebouwde vingerafdruklezer en een aangesloten externe vingerafdruklezer heeft, gebruikt u deze optie om de prioriteit voor de vingerafdruklezers op te geven. • Security Mode Waarden: Normal, High Beschrijvingen: Als de vingerafdruk niet wordt geverifieerd, kunt u in plaats daarvan een wachtwoord opgeven.
Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Als deze optie is uitgeschakeld, kunt u eerdere versies van het UEFI BIOS doorgeven. Opmerking: Dit optie wordt standaard op Disabled ingesteld als OS Optimized Defaults in het menu Restart is ingesteld op Disabled. Dit item wordt standaard ingesteld als Enabled wanneer OS Optimized Defaults als Enabled is ingesteld. • Windows UEFI Firmware Update Waarden: Enabled, Disabled Beschrijvingen: schakel de functie Windows UEFI Firmware Update in of uit.
Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Als deze optie is ingeschakeld, wordt het verwijderen van een intern opslagapparaat gedetecteerd terwijl uw computer in de slaapstand staat. Als u het interne opslagstation verwijdert terwijl de computer zich in de slaapstand bevindt, wordt de computer uitgeschakeld wanneer u deze wekt, en gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, worden AMD V(TM) Technology, Secure Boot en OS Optimized Defaults automatisch ingeschakeld. De opstartvolgorde kan niet worden geselecteerd. Als u de configuratie van Device Guard wilt voltooien, moet u een supervisorwachtwoord instellen. Als deze optie is uitgeschakeld, zijn de installatieopties configureerbaar en kunt u een van de opstartopties kiezen om de computer te starten.
Beschrijvingen: Als u deze optie inschakelt, kunt u het venster Boot Menu openen door F12 ingedrukt te houden wanneer de computer wordt ingeschakeld. • Boot Order Lock Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Schakel deze optie in om de prioriteitsvolgorde van de opstartapparaten te vergrendelen. Menu Restart Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken.
Via deze beheerfuncties, Total Cost of Ownership (TCO) genoemd, kunt u op dezelfde manier als u uw eigen computer bedient, clientcomputers op afstand bedienen. Zo kunt u bijvoorbeeld een clientcomputer inschakelen, een opslagstation formatteren en een programma installeren. Als de computer eenmaal geconfigureerd en operationeel is, hebt u dankzij de software- en beheervoorzieningen die al op de clientcomputer en op het netwerk aanwezig zijn, voortdurend controle over uw gehele systeem.
De functie Wake on LAN in- of uitschakelen Als de functie Wake on LAN is ingeschakeld en de computer is aangesloten op het LAN, kan de netwerkbeheerder de computer op afstand opstarten met gebruik van software voor netwerkbeheer op afstand. U kunt Wake on LAN als volgt in- of uitschakelen: 1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt getoond, drukt u op F1 om het programma ThinkPad Setup te starten. 2. Selecteer Config ➙ Network. Het submenu Network wordt weergegeven. 3.
Hoofdstuk 7. Computerproblemen oplossen Dit hoofdstuk geeft informatie over wat u moet doen als er een probleem met uw computer optreedt. Algemene voorzorgsmaatregelen In dit hoofdstuk staan de volgende tips om u te helpen met het voorkomen van computerproblemen: • Leeg de prullenbak regelmatig. • Voer het programma Schijfdefragmentatie uit op het opslagstation om gegevens sneller te kunnen zoeken en lezen.
Opmerking: Als u het probleem niet zelf kunt opsporen en verhelpen nadat u Lenovo Vantage hebt uitgevoerd, slaat u de door het programma gemaakte logboekgegevens op en drukt u deze gegevens af. U hebt deze logboeken nodig tijdens uw onderhoud met de servicetechnicus van Lenovo. Lenovo Vantage ondersteunt de hardwarescanfunctie. Met het programma kunt u diagnosetests uitvoeren, systeeminformatie verzamelen, de beveiligingsstatus controleren en ondersteuningsinformatie bekijken.
koppel alle spanningsbronnen los van de computer. Als u zich ongemakkelijk of onzeker voelt ten aanzien van het verwijderen van onderdelen, belt u het Customer Support Center voor hulp. 4. Terwijl de computer uit staat, verwijdert u alle spanningsbronnen en externe apparatuur. Verwijder al het niet-originele geheugen uit de computer. Nadat u het extra geheugen hebt verwijderd en het oorspronkelijke geheugen terug hebt geplaatst, herhaalt u stap 2.
• Bericht: 0190: Batterij nagenoeg leeg Oplossing: De computer is uitgeschakeld omdat de batterij bijna leeg is. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en laad de batterijen op. • Bericht: 0191: Systeembeveiliging - Ongeldige niet-lokale wijzigingsopdracht Oplossing: Het wijzigen van de systeemconfiguratie is mislukt. Controleer de bewerking en probeer het opnieuw. Om het bericht te verwijderen gaat u naar ThinkPad Setup.
Oplossing: de manipulatieschakelaar van de bodemafdekplaat werkt niet. Laat de computer nazien. • Bericht: Fout: de variabele UEFI-opslag van het niet-vluchtige systeem is bijna vol. Opmerking: Deze fout geeft aan dat het besturingssysteem of programma's geen gegevens in de permanente variabele UEFI-opslag kunnen maken, aanpassen of verwijderen vanwege onvoldoende opslagruimte na POST.
Foutcodes 0001: resetfout (platformreset niet uitgeschakeld) Oplossingen 1. Verwijder alle voedingsbronnen (de netvoedingsadapter, de verwisselbare batterij en de knoopcelbatterij). Als uw computer een ingebouwde batterij heeft, reset u de computer door een uitgerekte paperclip in het noodresetgaatje te steken. Wacht één minuut. Sluit vervolgens alle voedingsbronnen weer aan. 2. Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider).
Volg de herstelprocedures voor foutberichten van power-on self-test (POST). 3. Controleer of de nieuwste UEFI BIOS-versie voor uw model is geïnstalleerd. 4. Controleer de geheugenconfiguratie en de compatibiliteit, inclusief de maximale geheugengrootte en de geheugensnelheid. 5. Voer de diagnoseprogramma'suit. Zie 'De oorzaak van een probleem opsporen' op pagina 77. Ethernet-problemen • Probleem: Mijn computer kan geen verbinding met het netwerk maken.
Oplossing: – Probeer een andere Ethernet-kabel. – Controleer of de link partner is ingesteld op 'auto-negotiate'. – Controleer of de switch voldoet aan 802.3ab (gigabyte over copper). Probleem met draadloos LAN Probleem: U kunt geen verbinding maken met het netwerk via de geïntegreerde draadloze netwerkkaart. Oplossing: Controleer of: • De Vliegtuigstand is uitgeschakeld. • Van het stuurprogramma voor uw draadloos LAN de meest recente versie geïnstalleerd is.
– Wanneer de computer wordt ingeschakeld – Wanneer de normale werking van de computer wordt hervat – Wanneer het TrackPoint-aanwijsapparaat voor langere tijd wordt ingedrukt – Als de temperatuur verandert • Probleem: Het TrackPoint-aanwijsapparaat of de trackpad werkt niet. Oplossing: Controleer in het venster Muiseigenschappen of het TrackPoint-aanwijsapparaat of de trackpad wel is ingeschakeld. Meer informatie vindt u in 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat aanpassen' op pagina 26.
Problemen met het beeldscherm van de computer • Probleem: Mijn scherm wordt zwart op momenten dat ik dat niet wil. Oplossing: Voer de volgende handelingen uit: 1. Ga naar het Configuratiescherm en zorg ervoor dat u het Configuratiescherm op Categorie bekijkt. 2. Klik op Hardware en geluiden ➙ Energiebeheer. 3. Geef de aanvullende schema's weer en selecteer vervolgens Hoge prestaties.
2. Als u de netvoedingsadapter gebruikt of de batterij gebruikt en de batterijmeter aangeeft dat de batterij niet leeg is, drukt u op de toets voor helderheid om het scherm helderder te maken. 3. Als de computer in de slaapstand staat, drukt u op de Fn-toets om de computer uit de slaapstand te halen. 4. Als het probleem zich blijft voordoen, volg dan de aanwijzingen bij Oplossing voor het onderstaande probleem. • Probleem: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd.
Oplossing: Dit is een intrinsieke eigenschap van de TFT-technologie. Het beeldscherm van uw computer bevat een zeer groot aantal thin-film transistors (TFT's). Slechts een zeer klein aantal daarvan ontbreekt, heeft de verkeerde kleur of licht op. Problemen met een extern beeldscherm • Probleem: Er verschijnt niets op het externe beeldscherm. Oplossing: Als u het beeld wilt weergeven, drukt u op de wisseltoets voor de weergavemodus selecteert u het gewenste beeldscherm.
Oplossing: De functie voor schermuitbreiding inschakelen. Zie 'Een extern beeldscherm gebruiken' op pagina 36. • Probleem: Ik maak gebruik van de functie voor beeldschermuitbreiding, maar ik kan geen hogere resolutie of hogere verversingsfrequentie instellen op het secundaire beeldscherm. Oplossing: Wijzig de resolutie en de kleurendiepte om de instellingen van het primaire beeldscherm te wijzigen. Zie 'Een extern beeldscherm gebruiken' op pagina 36.
Oplossing: Het is niet ongebruikelijk dat schuifregelaars van plaats veranderen bij gebruik van bepaalde audioprogramma's. De programma's maken gebruik van de instellingen in het venster Volumemixer en zijn ingeschakeld om zelf de instellingen te wijzigen. Een voorbeeld hiervan is het programma Windows Media Player. Over het algemeen beschikt het programma zelf over schuifregelaars om het geluid zelf te regelen. • Probleem: Het lukt niet om een van de kanalen volledig te dempen met de balansregelaar.
Oplossing: Als het oppervlak van de lezer vuil of nat is, veegt u het oppervlak van de lezer voorzichtig schoon met een zachte, droge en pluisvrije doek. Zie 'De vingerafdruklezer gebruiken' op pagina 56 voor tips over het onderhouden van de vingerafdruklezer. Problemen met de batterij • Probleem: De batterij wordt niet volledig opgeladen in de standaardlaadtijd als de computer is uitgeschakeld. Oplossing: De batterij is te veel ontladen. Doe het volgende: 1. Zet de computer uit. 2.
Problemen met de voeding Druk deze instructies nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst kunt raadplegen. • Probleem: Mijn computer krijgt helemaal geen stroom. Oplossing: Voer de volgende controles uit: 1. Controleer de aan/uit-knop. Als de computer aan staat en actief is, brandt er een lampje in de aan/uitknop. 2. Controleer alle voedingsaansluitingen.
Oplossing: Als de microprocessor oververhit raakt, schakelt de computer automatisch over naar de sluimerstand zodat de computer kan afkoelen om de microprocessor en andere interne onderdelen te beschermen. Controleer de instellingen voor de slaapstand. • Probleem: De computer schakelt onmiddellijk na de zelftest (POST) over naar de slaapstand. Oplossing: Controleer of: – De batterij is opgeladen. – De temperatuur van de omgeving binnen de toegestane waarden ligt. Zie 'Gebruiksomgeving' op pagina 13.
Problemen met het vaste-schijfstation • Probleem: Het vaste-schijfstation maakt af en toe een ratelend geluid. Oplossing: Het ratelende geluid is te horen als: – het vaste-schijfstation begint en stopt met het lezen van gegevens – u het vaste-schijfstation optilt – u de computer optilt Dit is een normale eigenschap van het vaste-schijfstation en geen defect. • Probleem: Het vaste-schijfstation werkt niet.
Oplossing: Zorg ervoor dat de USB-poort is ingeschakeld in het programma ThinkPad Setup. Open het venster Apparaatbeheer. Controleer of het USB-apparaat correct is ingesteld, of de resources correct zijn toegewezen en of de stuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd. Om het venster Apparaatbeheer te openen gaat u naar het Configuratiescherm, geeft u het Configuratiescherm op categorie weer en klikt u op Hardware en geluiden ➙ Apparaatbeheer.
96 A485 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 8. Informatie over systeemherstel In dit hoofdstuk vindt u informatie over de Windows-hersteloplossingen voor het Windows 10besturingssysteem. Fabrieksinstellingen van computer terugzetten Als de computer niet goed presteert, kunt u proberen de computer opnieuw in te stellen. Als u de computer opnieuw instelt, kunt u ervoor kiezen uw bestanden te behouden of te verwijderen en vervolgens het Windows-besturingssysteem opnieuw installeren.
Een USB-herstelstation maken en gebruiken U kunt een USB-herstelstation maken als back-up voor de herstelprogramma's van Windows. Met het USBherstelstation kunt u problemen oplossen, zelfs als de vooraf geïnstalleerde herstelprogramma's van Windows zijn beschadigd. Wij raden u aan dat u in een zo vroeg mogelijk stadium een USB-herstelstation maakt.
Hoofdstuk 9. Apparaten vervangen In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hardware in uw computer. Customer Replaceable Units Customer Replaceable Units (CRU's) zijn onderdelen die door de gebruiker zelf kunnen worden vervangen. ThinkPad-computers bevatten de volgende typen CRU's: • Self-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die eenvoudig kunnen worden geïnstalleerd of vervangen door gebruikers zelf of tegen extra kosten door speciaal opgeleide servicemedewerkers.
Voorkomen van statische elektriciteit Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen. Onjuiste behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit, kan leiden tot schade aan die onderdelen. Wanneer u een optie of een CRU (Customer Replaceable Unit) uitpakt, open de antistatische verpakking dan pas wanneer u de instructie krijgt om het desbetreffende onderdeel te installeren.
De verwisselbare batterij vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Dit systeem ondersteunt alleen batterijen die speciaal ontworpen zijn voor dit specifieke systeem en geproduceerd zijn door Lenovo of een geautoriseerde producent. Het systeem ondersteunt geen batterijen die niet geautoriseerd zijn of batterijen die ontworpen zijn voor andere systemen.
4. Schuif de beide vergrendelingen 1 2 in de ontgrendelde positie. Verwijder vervolgens de batterij 3 . 5. Plaats een nieuwe batterij en zorg dat deze vastklikt. Controleer of de vergrendelingen in de vergrendelde stand staan. 6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De nano-SIM-kaart vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af.
Attentie: Wanneer u de nano-SIM-kaart plaatst of verwijdert, mag u de metalen aansluitingen van de nanoSIM-kaart niet aanraken. U vervangt de nano-SIM-kaart als volgt: 1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Ingebouwde batterij uitschakelen' op pagina 100. 2. Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld en dat de netvoedingsadapter en alle andere kabels zijn losgekoppeld. 3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. 4. Verwijder de verwisselbare batterij.
6. Let op de juiste richting van de nieuwe nano-SIM-kaart en steek de kaart vervolgens helemaal in de sleuf totdat de kaart op zijn plaats vastklikt. 7. Plaats de verwisselbare batterij terug. 8. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De klep aan de onderkant van de computer vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af.
5. Draai de schroeven los waarmee de klep aan de onderkant van de computer is vastgezet, zoals weergegeven. 6. Druk de locaties a op de onderkant van de computer met uw duimen in en kantel tegelijkertijd de haken b omhoog om de haken los te maken van het chassis. Hoofdstuk 9.
7. Druk de locatie c met uw duim in en plaats uw vingers in de gaten d om dit gedeelte van de onderkant van de computer naar boven te kantelen, zoals afgebeeld. Dit gedeelte van de onderkant komt zo los van het chassis. 8. Verwijder vervolgens de klep aan de onderkant van de computer in de numerieke volgorde, zoals weergegeven.
9. Installeer de nieuwe klep aan de onderkant van de computer 1 . Controleer of de klemmen van de klep aan de onderkant van de computer onder de klep vastzitten. Draai vervolgens de schroeven vast om de klep aan de onderkant van de computer vast te zetten 2 . 10. Plaats de verwisselbare batterij terug. 11. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan.
b. Houd de kabelaansluiting met uw vingers vast en koppel elke kabel voorzichtig los van de draadloosWAN-kaart 2 . c. Draai de schroef los waarmee de draadloos-WAN-kaart vastzit 3 . De kaart komt los uit de beveiligde stand en kantelt omhoog. d. Haal de draadloos-WAN-kaart voorzichtig uit de sleuf 4 . 7. U installeert een nieuwe draadloos-WAN-kaart als volgt: a. Lijn de rand met de inkepingen van de nieuwe draadloos-WAN-kaart uit met het nokje in de sleuf.
8. Plaats de klep aan de onderkant van de computer en de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. Een geheugenmodule vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Het vergroten van de geheugencapaciteit van de computer is een effectieve manier om te zorgen dat uw programma's sneller worden uitgevoerd.
6. U verwijdert de geheugenmodule als volgt: a. Open de folie om toegang te krijgen tot de geheugenmodule 1 . b. Druk de klemmetjes aan weerszijden van het geheugencompartiment tegelijkertijd naar buiten 2 . c. Verwijder de geheugenmodule 3 . 7. U installeert een nieuwe geheugenmodule als volgt: a. Plaats de kant met uitsparing van de nieuwe geheugenmodule tegen de contactrand van het geheugencompartiment. Steek vervolgens de geheugenmodule onder een hoek van ongeveer 20 graden in het compartiment 1 . b.
8. Plaats de klep aan de onderkant van de computer en de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. Het interne opslagstation vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Attentie: Het interne opslagstation (zoals een vaste-schijfstation, hybride station of SSD-station) is gevoelig.
6. Ontkoppel de kabel van de systeemplaat 1 2 en trek de tape naar buiten 3 . 7. Verwijder het 2,5-inch interne opslagstation door aan de tape te trekken. 8. Ontkoppel de kabel van het interne 2,5-inch opslagstation.
9. Maak de beugel los van het interne 2,5-inch opslagstation. Ga als volgt te werk om het nieuwe 2,5-inch interne opslagstation te installeren: 1. Bevestig de beugel aan het nieuwe interne 2,5-inch opslagstation. 2. Sluit de kabel aan op het nieuwe interne 2,5-inch opslagstation. Hoofdstuk 9.
3. Plaats het nieuwe interne opslagstation 1 en kantel dit vervolgens naar beneden 2 . Controleer of het nieuwe interne opslagstation goed is geplaatst. 4. Sluit de kabel aan op de systeemplaat 1 2 en breng de tape naar binnen 3 . 5. Plaats de klep aan de onderkant van de computer en de verwisselbare batterij terug. 6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. M.2 SSD-station in het compartiment voor het interne opslagstation Ga als volgt te werk om het M.
6. Ontkoppel de kabel van de systeemplaat 1 2 en trek de tape naar buiten 3 . 7. Verwijder de M.2 SSD-stationsadapter door aan de tape te trekken. 8. Als u de kabel van het M.2 SSD-station ook wilt vervangen, ontkoppelt u de kabel van de M.2 SSDstationsadapter. Hoofdstuk 9.
9. Verwijder de twee schroeven die het afdekplaatje 1 borgen en verwijder dan het afdekplaatje 2 . 10. Draai de schroef los waarmee het M.2 SSD-station vastzit. Het M.2 SSD-station wordt ontgrendeld uit de vergrendelde positie en omhoog gekanteld. 11. Trek vervolgens het M.2 SSD-station voorzichtig uit de sleuf. Ga als volgt te werk om het nieuwe M.
1. Lijn de inkeping in het nieuwe M.2 SSD-station uit met het nokje in de M.2-sleuf. Plaats vervolgens het SSD-station met een hoek van circa 20 graden in de M.2-sleuf totdat deze goed vastzit 1 en kantel het station vervolgens naar beneden 2 . 2. Breng de schroef aan om het nieuwe M.2 SSD-station vast te zetten. 3. Plaats het afdekplaatje en bevestig dan de twee schroeven om het afdekplaatje vast te zetten. Hoofdstuk 9.
4. Als de kabel van het M.2 SSD-station is ontkoppeld, sluit u de kabel aan op de M.2 SSDstationsadapter. 5. Plaats de adapter 1 en kantel deze naar beneden 2 . Zorg ervoor dat de adapter goed op zijn plaats zit. 6. Sluit de kabel aan op de systeemplaat 1 2 en breng de tape naar binnen 3 . 7. Plaats de klep aan de onderkant van de computer en de verwisselbare batterij terug. 8. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan.
M.2 SSD-station dat is geïnstalleerd in de sleuf voor de draadloos-WAN-kaart Ga als volgt te werk om een M.2 SSD-station te vervangen dat is geïnstalleerd in de sleuf voor de draadloosWAN-kaart: 1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie Ingebouwde batterij uitschakelen. 2. Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld en dat de netvoedingsadapter en alle andere kabels zijn losgekoppeld. 3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. 4. Verwijder de verwisselbare batterij.
7. Plaats het nieuwe M.2 SSD-station als volgt: a. Lijn de inkeping van het nieuwe M.2 SSD-station uit met het nokje in de sleuf. Steek het M.2 SSDstation vervolgens voorzichtig in de sleuf in een hoek van ongeveer 20 graden 1 . Kantel het dan naar beneden 2 . b. Breng de schroef aan om het nieuwe M.2 SSD-station vast te zetten 3 . De luidsprekereenheid vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af.
6. Ontkoppel de aansluiting van de luidsprekereenheid. 7. Verwijder de schroeven waarmee de luidsprekereenheid vastzit 1 en verwijder vervolgens de luidsprekereenheid 2 . Hoofdstuk 9.
8. Installeer de nieuwe luidsprekereenheid 1 en geleid de luidsprekerkabels. Zet vervolgens de luidsprekereenheid vast met de schroeven 2 . 9. Sluit de aansluiting van de luidsprekereenheid aan. 10. Plaats de klep aan de onderkant van de computer terug. 11. Plaats de verwisselbare batterij terug. 12. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan.
3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. 4. Verwijder de verwisselbare batterij. Zie 'De verwisselbare batterij vervangen' op pagina 101. 5. Maak de twee schroeven los, waarmee het toetsenbord is bevestigd. 6. Keer de computer weer om en open het beeldscherm. Druk hard in de afgebeelde richting om de klemmen van het afdekplaatje van het toetsenbord te ontgrendelen. Hoofdstuk 9.
7. Kantel het toetsenbord iets omhoog, zoals is aangegeven met pijl 1 . Draai vervolgens het toetsenbord om zoals aangegeven met de pijl 2 . 8. Laat het toetsenbord op de polssteun rusten en ontkoppel de aansluitingen. Verwijder vervolgens het toetsenbord.
1. Sluit de aansluitingen aan en draai het toetsenbord om. 2. Steek het toetsenbord in zoals weergegeven in het afdekpaneel. Zorg ervoor dat de bovenste rand van het toetsenbord (de rand die zich dicht bij het beeldscherm bevindt) onder het frame van het afdekpaneel van het toetsenbord zit. Hoofdstuk 9.
3. Schuif het toetsenbord in de richting die is aangegeven met de pijlen. Zorg ervoor dat de klemmen onder het toetsenbordframe zitten. 4. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. Draai de schroeven aan om het toetsenbord te bevestigen. 5. Plaats de verwisselbare batterij terug. 6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan.
GEVAAR Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De knoopcelbatterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden: • Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type. • Houd de batterij uit de buurt van open vuur. • Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte. • Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
7. Installeer de nieuwe knoopcelbatterij 1 en bevestig de aansluiting 2 . 8. Plaats de klep aan de onderkant van de computer en de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. Opmerking: Nadat u de knoopcelbatterij hebt vervangen, stelt u de systeemdatum en -tijd opnieuw in via het programma ThinkPad Setup. Zie 'Menu Date/Time' op pagina 68.
Hoofdstuk 10. Ondersteuning In dit hoofdstuk vindt u informatie over de hulp en ondersteuning die Lenovo te bieden heeft. Voordat u contact opneemt met Lenovo Vaak kunt u computerproblemen oplossen door de informatie bij de uitleg van foutcodes te lezen, diagnoseprogramma´s uit te voeren of de website Lenovo Support te raadplegen. De computer registreren Registreer uw computer bij Lenovo. Meer informatie vindt u in 'De computer registreren' op pagina 17.
support.lenovo.com. Het gaat daarbij om gedrukte boeken, elektronische boeken, readme-bestanden en Help-bestanden. De Microsoft Servicepacks zijn de nieuwste softwarebron voor productupdates voor Windows. Deze zijn beschikbaar als download via het internet (hiervoor kunnen kosten voor de verbinding in rekening worden gebracht) of op schijf. Ga voor meer informatie en links naar https://www.microsoft.com.
Blijft indien mogelijk bij uw computer wanneer u Lenovo belt. Controleer voordat u belt of u de meest recente stuurprogramma's en systeemupdates hebt gedownload, de diagnoseprogramma's hebt uitgevoerd en alle systeemgegevens hebt genoteerd.
132 A485 Gebruikershandleiding
Bijlage A. Aanvullende informatie over het Ubuntubesturingssysteem In bepaalde landen en regio's biedt Lenovo klanten de mogelijkheid computers te bestellen waarop het besturingssysteem Ubuntu® is geïnstalleerd. Als het Ubuntu-besturingssysteem beschikbaar is op uw computer, raden we u aan de volgende informatie te lezen voordat u de computer gebruikt. U kunt informatie over (hulp)programma's van Windows en vooraf geïnstalleerde toepassingen van Lenovo in deze documentatie negeren.
134 A485 Gebruikershandleiding
Bijlage B. Regelgeving In dit hoofdstuk vindt u informatie over de regelgeving en naleving met betrekking tot Lenovo-producten. Informatie over certificering Productnaam: ThinkPad A485 Nalevings-ID: TP00088E Machinetypen: 20MU en 20MV De meest recente informatie over naleving is beschikbaar op: https://www.lenovo.com/compliance Informatie over draadloze communicatie In dit onderwerp vindt u informatie over draadloze mogelijkheden met betrekking tot Lenovo-producten.
• Een andere omgeving waarbij mogelijke storing van andere apparatuur of diensten als hinderlijk of gevaarlijk wordt beschouwd. Als u niet precies weet wat het beleid is ten aanzien van het gebruik van draadloze apparaten in een bepaald gebied (zoals een vliegveld of een ziekenhuis), kunt u het beste, voordat u de computer aanzet, om toestemming vragen om een draadloos apparaat te mogen gebruiken.
De plaats van kennisgevingen over regelgeving voor draadloze communicatie Raadpleeg voor meer informatie over de kennisgevingen voor regelgeving over draadloos de Regulatory Notice die met uw computer werd meegeleverd. Als uw computer zonder de Regulatory Notice is geleverd, vindt u deze op de website op: https://support.lenovo.com TCO-certificering Voor informatie over de TCO-certificering voor uw computer gaat u naar: https://www.lenovo.
Verklaring van conformiteit met industriële emissierichtlijn Canada Klasse B CAN ICES-3(B)/NMB-3(B) EU-conformiteit Contactadres in de EU: Lenovo, Einsteinova 21, 851 01 Bratislava, Slovakia Kennisgeving over EMC-richtlijn: Dit product voldoet aan de voorwaarden voor bescherming zoals opgenomen in EMC-richtlijn 2014/30/EU van de Europese Commissie inzake de harmonisering van de wetgeving van Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit.
Zulassungsbescheinigung laut dem Deutschen Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Betriebsmitteln, EMVG vom 20. Juli 2007 (früher Gesetz über die elektromagnetische Verträglichkeit von Geräten), bzw. der EU Richtlinie 2014/30/EU, der EU Richtlinie 2014/53/EU Artikel 3.1b), für Geräte der Klasse B. Dieses Gerät ist berechtigt, in Übereinstimmung mit dem Deutschen EMVG das EG-Konformitätszeichen CE - zu führen.
140 A485 Gebruikershandleiding
Bijlage C. Kennisgevingen inzake WEEE en recycling voor landen en regio's In dit hoofdstuk vindt u milieu-informatie over Lenovo-producten. Algemene informatie over recyclen Lenovo moedigt eigenaren van IT-apparatuur aan om hun apparatuur, wanneer deze niet meer nodig is, op een verantwoorde manier te laten recyclen. Lenovo kent een veelheid aan programma's en services om eigenaren te helpen bij de recycling van hun IT-producten. Ga voor informatie over het recyclen van Lenovoproducten naar: https://www.
https://www.lenovo.com/recycling Informatie over WEEE voor Hongarije Lenovo betaalt als producent de kosten die worden gemaakt in verband met de naleving van de verplichtingen van Lenovo onder de Hongaarse wet 197/2014 (VIII.1.) subsecties (1)-(5) van sectie 12.
Recyclinginformatie voor Brazilië Declarações de Reciclagem no Brasil Descarte de um Produto Lenovo Fora de Uso Equipamentos elétricos e eletrônicos não devem ser descartados em lixo comum, mas enviados à pontos de coleta, autorizados pelo fabricante do produto para que sejam encaminhados e processados por empresas especializadas no manuseio de resíduos industriais, devidamente certificadas pelos orgãos ambientais, de acordo com a legislação local.
Lithiumbatterijen en batterijen van Lenovo-producten weggooien In uw Lenovo-product kan een lithium-knoopcelbatterij zijn geïnstalleerd. Details van de batterij kunt u vinden in de productdocumentatie. Als u de batterij moet vervangen, neem dan contact op met de verkoper van het product of met Lenovo. Als u een lithiumbatterij weggooit, omwikkelt u hem met vinyltape en levert u hem in bij de verkoper of een inzamelstation voor chemisch afval.
Bijlage D. Kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (Restriction of Hazardous Substances, RoHS) voor landen en regio's De nieuwste milieu-informatie over Lenovo-producten is beschikbaar op: https://www.lenovo.
146 A485 Gebruikershandleiding
Beperking van schadelijke stoffen (RoHS, Restriction of Hazardous Substances) voor Taiwan Bijlage D.
148 A485 Gebruikershandleiding
Bijlage E. Informatie over ENERGY STAR-modellen ENERGY STAR® is een gezamenlijk programma van de U.S. Environmental Protection Agency en de U.S. Department of Energy, bedoeld voor het besparen van kosten en het beschermen van het milieu door middel van energiezuinige producten en procedures. Met trots biedt Lenovo haar klanten producten aan die zijn onderscheiden met een ENERGY STAR.
3. Klik met de rechter muisknop op de netwerkadapter en klik op Eigenschappen. 4. Klik op het tabblad Energiebeheer. 5. Vink het selectievakje Dit apparaat toestaan om de computer te laten ontwaken uit. 6. Klik op OK.
Bijlage F. Kennisgevingen Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of voorzieningen niet uit in alle landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovo-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
bepaalde metingen feitelijk schattingen die middels extrapolatie tot stand zijn gekomen. De werkelijk resultaten kunnen hiervan afwijken. Gebruikers van dit document dienen de gegevens te controleren die specifiek op hun omgeving van toepassing zijn. Dit document is auteursrechtelijk beschermd door Lenovo en wordt niet gedekt door enige opensourcelicentie, met inbegrip van enige Linux-overeenkomst(en) die bij de software voor dit product is/zijn geleverd.
Bijlage G. Handelsmerken De volgende benamingen zijn handelsmerken van Lenovo in de Verenigde Staten en/of andere landen: Lenovo Lenovo-logo ThinkPad ThinkPad-logo TrackPoint UltraConnect Microsoft, Windows, Direct3D, BitLocker en Cortana zijn handelsmerken van de Microsoft-bedrijvengroep. AMD, AMD-V AMD Virtualization en AMD PowerNow! zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Advanced Micro Devices, Inc. DisplayPort is een handelsmerk van de Video Electronics Standards Association.
154 A485 Gebruikershandleiding