Operation Manual

Alsdecomputernietreageert,kuntudecomputeruitzettendoordeaan/uit-knopvierofmeerseconden
ingedrukttehouden.Alsdecomputernietkanwordenuitgeschakeld,zie'Decomputerreageertniet
meer'oppagina60
.
Ukuntookbepalenwatdeaan/uit-knopdoet.Alsubijvoorbeeldopdeaan/uit-knopdrukt,kuntude
computeruitschakelenofindeslaap-ofdesluimerstandzetten.Voerdevolgendestappenuitomhet
gedragvandeaan/uit-knoptewijzigen:
1.GanaarhetConfiguratieschermenwijzigdeweergavehiervanvanCategorieinGrotepictogrammenof
Kleinepictogrammen.
2.KlikopEnergiebeheerHetgedragvandeaan/uit-knoppenbepalen.
3.Volgdeaanwijzingenophetscherm.
4Vingerafdruklezer(beschikbaaropbepaaldemodellen)
Vingerafdrukverificatiezorgtvooreeneenvoudigeenveiligetoegangtothetsysteemdooruwvingerafdruk
aaneenwachtwoordtekoppelen.Meerinformatievindtuin'Devingerafdruklezergebruiken'oppagina40
.
ThinkPad
®
-aanwijsapparaat
5Trackpad
6TrackPoint-knoppen
7TrackPoint-aanwijsknopje
UwcomputerisuitgerustmethetspeciaaldoorLenovoontworpenThinkPad-aanwijsapparaat.Meer
informatievindtuin'HetThinkPad-aanwijsapparaatgebruiken'oppagina16.
Linkerkant
1Voedingsaansluiting2Ethernetpoort
3HDMI
TM
-aansluiting
4AlwaysOnUSB3.0-aansluiting
1Voedingsaansluiting
Viadenetvoedingsaansluitingkuntudecomputeropdenetvoedingaansluiten.
2Ethernetpoort
ViadeEthernet-poortkuntudecomputeraansluitenopeenLAN(localareanetwork).
GEVAAR
Omtevoorkomendatueenelektrischeschokkrijgt,dientudetelefoonkabelnietaantesluitenop
deethernetpoort.UkuntopdezeaansluitinguitsluitenddeEthernet-kabelaansluiten.
DeEthernet-aansluitingheefttweeindicatielampjesdiedestatusvandenetwerkaansluitingaanduiden.
Alshetgroenelampjebrandt,isdecomputeraangeslotenopeenLAN.Wanneerhetgelelampjeknippert,
wordenergegevensovergedragen.
2GebruikershandleidingE470,E470cenE475