Handboek voor de gebruiker ThinkPad Edge E330 en E335
Opmerkingen: Lees en begrijp eerst het volgende voordat u deze informatie en het product dat het ondersteunt, gebruikt: • Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie • Regulatory Notice • “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina vi • Bijlage D “Kennisgevingen” op pagina 149 De Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie en de Regulatory Notice staan op de website. U vindt deze documenten op http://www.lenovo.com/ThinkPadUserGuides.
Inhoud Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . v Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . . . . . . vi Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is . . . . . . . . . . . . . . . . . . vii Veiligheidsrichtlijnen. . . . . . . . . . . vii Hoofdstuk 1. Productoverzicht . . . . . 1 De plaats van knoppen, aansluitingen en lampjes Voorkant . . . . . . . . . . . . . . Rechterkant . . . . . . . . . . . . . Linkerkant. . . . . . . . . . . . . . Onderkant . . . . . . . . . . . . . Statuslampjes . . . . . . .
Noodherstelmedia maken en gebruiken . . Vooraf geïnstalleerde programma's en apparaatstuurprogramma's opnieuw installeren . . . . . . . . . . . . . . Problemen met herstelprocedures oplossen Overzicht van gegevensherstel voor Windows 8-modellen . . . . . . . . . . . . . . . . 58 . . 59 60 . 60 Hoofdstuk 6. Apparaten vervangen . . 63 Voorkoming van statische elektriciteit. . . . . De batterij verwisselen . . . . . . . . . . De SIM-kaart vervangen . . . . . . . . . .
Japanse kennisgeving voor producten die worden aangesloten op de netstroom met een nominale stroom kleiner dan of gelijk aan 20 A per fase . . . . . . . . . . . . . . . Informatie over Lenovo-productservice voor Taiwan . . . . . . . . . . . . . . . . Bijlage B. Kennisgevingen inzake AEEA en recycling . . . . . . . . . Belangrijke WEEE-informatie . . . . . . . . . Richtlijnen voor recycling in Japan . . . . . . . Recyclinginformatie voor Brazilië . . . . . . .
iv Handboek voor de gebruiker
Lees dit eerst Als u zich de volgende belangrijke tips ter harte neemt, haalt u het meeste rendement uit uw computer. Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot ongemak en zelfs letsel. Bovendien kan de computer dan storingen vertonen en schade oplopen. Bescherm uzelf goed tegen de warmte die door de computer wordt gegenereerd. Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen de onderkant, de polssteun en bepaalde andere onderdelen warm worden.
Als u de computer verplaatst, zorg dan dat deze goed beschermd is (inclusief de gegevens). Als u een computer verplaatst die is uitgerust met een vaste-schijfstation, voert u een van de volgende handelingen uit om te zorgen dat het lampje in de aan/uit-schakelaar uit is of knippert: • Zet de computer uit. • Zet de computer in de sluimerstand. • Zet de computer in de slaapstand. Hierdoor helpt u schade aan de computer en verlies van gegevens te voorkomen. Ga te allen tijde voorzichtig om met uw computer.
van toepassing. Bovendien kunnen er in computerproducten interne batterijen ter grootte van een munt (“knoopcellen”) zijn verwerkt, waarmee de systeemklok in stand wordt gehouden wanneer de stekker niet in het stopcontact zit. De veiligheidsvoorschriften voor batterijen gelden dus voor alle computerproducten. Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken.
Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of vervangen. Upgrades worden meestal “opties” genoemd. Vervangende onderdelen die zijn goedgekeurd om door de klant zelf te worden geïnstalleerd, worden Customer Replaceable Units of CRU's genoemd. CRU's zijn voorzien van documentatie met instructies voor vervanging van deze onderdelen door de klant. Volg bij het installeren of vervangen van dergelijke onderdelen steeds de instructies.
Sluit de netsnoeren en signaalkabels altijd in de juiste volgorde aan en zorg dat de stekkers altijd stevig in het stopcontact zitten. Gebruik geen voedingsadapter die sporen vertoont van corrosie aan de invoerpennen of sporen van oververhitting (zoals vervormd plastic) bij de aansluiting of op een ander deel van de voedingsadapter.
Kennisgeving voedingseenheid GEVAAR Verwijder nooit de kap van de voedingseenheid of van enige component waarop het volgende label is bevestigd. Binnen componenten waarop dit label is bevestigd, bevinden zich gevaarlijke spannings-, stroomof energieniveaus. Deze componenten bevatten geen onderdelen die kunnen worden vervangen of onderhouden. Als u een probleem met een van deze onderdelen vermoedt, waarschuw dan een onderhoudstechnicus.
Kennisgeving oplaadbare batterij GEVAAR Probeer niet de batterij aan te passen of uit elkaar te halen. Probeert u dat wel, dan kan dat leiden tot een explosie of tot lekkage van vloeistof uit de batterij. Batterijen die niet door Lenovo worden aanbevolen, die uit elkaar zijn gehaald of die zijn geopend, vallen niet onder de garantie. Als de oplaadbare batterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De batterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen.
Warmte en ventilatie GEVAAR Computers, wisselstroomadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebookcomputers een aanzienlijke hoeveelheid warmte produceren. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen: • Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen de onderkant, de polssteun en bepaalde andere onderdelen warm worden.
• Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten. • Sluit ook het netsnoer van alle apparaten die op dit product worden aangesloten aan op een correct geaard stopcontact. • Gebruik indien mogelijk slechts één hand bij het aansluiten en loskoppelen van signaalkabels. • Zet een apparaat nooit aan als dit brand-, water- of structuurschade vertoont.
Het overmatige gebruik van hoofd- of oortelefoons gedurende een langere tijd bij een hoog volume kan gevaarlijk zijn als de uitvoer van de hoofd- of oortelefoonaansluitingen niet voldoet aan de specificaties van EN 50332-2. De uitvoer die uw computer aan de hoofdtelefoon levert, voldoet aan EN 50332-2 Sub 7. Deze specificatie beperkt de RMS uitvoerspanning van de computer tot 150 mV.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht In dit hoofdstuk staat informatie over de locaties van aansluitingen, locaties van belangrijke productlabels, computerfuncties, specificaties, de bedrijfsomgeving en vooraf geïnstalleerde ThinkVantage®-programma's.
1 Ingebouwde microfoons Met de geïntegreerde microfoons kunt u geluiden en spraak vastleggen met een softwareprogramma voor audio. 2 Geïntegreerde camera In sommige modellen is een camera ingebouwd. Gebruik de camera om foto's te maken en videovergaderingen te houden. Zie “De ingebouwde camera gebruiken” op pagina 40 voor meer informatie. 3 Systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) Het verlichte ThinkPad-logo op de polssteun fungeert als systeemstatuslampje.
Rechterkant Figuur 2. Rechterkant van de ThinkPad Edge E330 en E335 Opmerking: Mogelijk ziet het toetsenbord van uw computer er enigszins anders uit dan in de bovenstaande afbeelding wordt getoond.
3. Voer een van de volgende handelingen uit: • Windows 7: start het programma Power Manager en klik op het tabblad Algemene energie-instellingen. Schakel het selectievakje Always On USB inschakelen in. • Windows 8: druk op de Windows-toets om naar het startscherm te gaan. Klik op Lenovo Settings ➙ Power. Schakel vervolgens het selectievakje Schakel deze optie in als de computer is uitgeschakeld. 3 HDMI-poort Uw computer heeft een HDMI-poort (high-definition multimedia interface).
1 Uitsparing voor kabelslot 2 Ventilatieopeningen (links) 3 Ethernet-poort 4 USB 3.0-aansluitingen 5 Geheugenkaartlezer 1 Uitsparing voor kabelslot Schaf een bijpassend kabelslot aan om uw computer aan een vast voorwerp vast te maken en zo tegen diefstal te beschermen. 2 Ventilatieopeningen (links) De interne ventilator en de ventilatieopeningen laten lucht in de computer circuleren om onder andere de hoofdprocessor te koelen.
Onderkant Figuur 4. Onderkant van de ThinkPad Edge E330 en E335 Opmerking: Mogelijk ziet het onderaanzicht van uw computer er enigszins anders uit dan in de bovenstaande afbeelding wordt getoond.
6 Vaste-schijfstation Door zijn grote capaciteit is het vaste-schijfstation dat mogelijk in uw computer is ingebouwd, geschikt voor een verscheidenheid aan toepassingen. Mocht de grote capaciteit desondanks niet toereikend zijn, dan kunt u zelf een nog grotere vaste schijf installeren. Opmerking: De verborgen servicepartitie is de reden dat er op uw vaste-schijfstation minder ruimte beschikbaar is dan u zou verwachten. Statuslampjes De statuslampjes geven de actuele status van de computer aan.
• Uit: De computer staat uit of staat in de slaapstand. Energiestatuslampjes De computer heeft een lampje dat de status van de netvoeding (lichtnet) aangeeft. Opmerking: Mogelijk ziet het toetsenbord van uw computer er enigszins anders uit dan in de bovenstaande afbeelding wordt getoond. Het lampje kan het volgende aangeven: • Groen: De wisselstroomadapter is aangesloten. • Uit: De wisselstroomadapter is niet aangesloten.
Machinetype en modelnummer Het machinetype en het modelnummer identificeren uw computer. Wanneer u Lenovo belt om hulp, kunnen de ondersteuningstechnici van Lenovo aan de hand van het machinetype en de modelinformatie precies vaststellen welk type computer u hebt, zodat zij de snelste service kunnen verlenen.
Als u de aanwezige draadloze LAN-kaart wilt verwijderen voor herstel of vervanging, volgt u de procedure in “Een PCI Express Mini-kaart voor draadloos LAN vervangen” op pagina 69. Als u een computer met een draadloos WAN-kaart hebt aangeschaft, is de WAN PCI Express Mini-kaart vooraf in de fabriek geïnstalleerd. Als u deze kaart wilt verwijderen voor herstel of vervanging, volgt u de procedure in “Een PCI Express Half Mini-kaart door een draadloze WAN-verbinding vervangen” op pagina 72.
• Ga als volgt te werk om de processorgegevens van uw computer weer te geven: – Windows 7: klik op Start en vervolgens met de rechtermuisknop op Computer. Klik op vervolgens op Eigenschappen. – Windows 8: plaats de cursor op de rechterbenedenhoek van het scherm om de emoticons weer te geven. Klik vervolgens op Instellingen ➙ PC-info.
Grootte • Breedte: 322 mm (12,68 inch) • Diepte: 228 mm (8,98 inch) • Hoogte: 27,8 mm (1,09 inch) Warmte-afgifte • Maximaal 65 of 90 Watt (afhankelijk van het model) Voedingsbron (wisselstroomadapter) • Sinus-invoer, 50 tot 60 Hz • Ingangsspanning van de wisselstroomadapter: 100 tot 240 Volt wisselstroom, 50 tot 60 Hz Batterij • Lithium-ionenbatterij (Li-Ion) Werkingsduur batterij • Klik op het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows voor het percentage resterende batterijstroom.
Blijf, als u aan het eten of roken bent, uit de buurt van het toetsenbord. Er kan namelijk schade ontstaan door kruimels die op het toetsenbord vallen. Lenovo-programma's In de fabriek zijn sommige Lenovo-programma's al op uw computer geïnstalleerd, zodat u eenvoudiger en veiliger aan de slag kunt. Afhankelijk van het vooraf geïnstalleerde Windows-besturingssysteem kunnen er andere programma's meegeleverd zijn.
Opmerking: Als u het benodigde programma niet in het Configuratiescherm vindt, opent u het navigatievenster van het programma Lenovo ThinkVantage Tools en dubbelklikt u op het lichtgrijs weergegeven pictogram om het benodigde programma te installeren. Volg daarna de instructies op het scherm. Nadat het installatieproces is voltooid, wordt het programmapictogram geactiveerd en kunt u het programma in het Configuratiescherm vinden.
• Active Protection System • Fingerprint Software • Lenovo Companion • Lenovo Settings • Lenovo Mobile Access • Lenovo Solution Center • Lenovo QuickLaunch • Lenovo Support • Lenovo ThinkVantage Tools • Password Manager • System Update Opmerking: Het programma Password Manager is niet vooraf geïnstalleerd op uw computer. U kunt dit downloaden vanaf de Lenovo Support-website op http://www.lenovo.com/support. Voor een kennismaking met deze programma's, zie “Kennismaking met Lenovo-programma's” op pagina 15.
Als uw systeem een vingerafdruklezer heeft, kunt u in combinatie met het programma Fingerprint Software gebruiken om uw vingerafdruk te registreren en deze te koppelen aan uw Windows-wachtwoord. Op deze manier kan de vingerafdrukverificatie worden gebruikt in plaats van een wachtwoord, om eenvoudige en veilige toegang tot het systeem mogelijk te maken.
• Recovery Media Met het Recovery Media-programma kunt u de inhoud van het vaste-schijfstation herstellen naar de fabrieksinstellingen. • OneKey Recovery Pro OneKey Recovery Pro is een programma waarmee u met één druk op de knop backups kunt maken en herstelbewerkingen kunt uitvoeren. Het programma omvat een set tools waarmee u zelf de oorzaak van problemen kunt opsporen, hulp kunt inroepen en na een systeemcrash snel weer aan de slag kunt, zelfs als Windows niet meer opstart.
18 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken In dit hoofdstuk vindt u informatie over het gebruik van enkele functies van de computer.
Wilt u de batterij efficiënter gebruiken? • Als u energie wilt besparen of de werking van de computer wilt onderbreken zonder programma's af te sluiten of bestanden op te slaan, raadpleegt u “Spaarstanden” op pagina 28. • Om de beste balans te verkrijgen tussen snelheid van de computer en een lange werkingsduur van de batterij, kunt u energiebeheerschema's maken en activeren.
• “De computer reageert niet meer” op pagina 111 • “Problemen met de voeding” op pagina 128 Speciale toetsen en knoppen De computer heeft verschillende speciale toetsen en knoppen, zodat u gemakkelijker en effectiever kunt werken. In de onderstaande afbeelding ziet u de locaties van de toetsen en knoppen. U kunt de functionaliteit van de ThinkPad F1-F12-toetsen wijzigen om de toetsen in de standaardmodus of Legacy-modus te gebruiken.
Hieronder worden de speciale toetsen en knoppen kort geïntroduceerd.
Opmerkingen: Als u deze toets wilt gebruiken om de functies voor draadloze communicatie in of uit te schakelen, moeten de volgende stuurprogramma's op de computer zijn geïnstalleerd: • Power Management-stuurprogramma • Display Utility op het scherm • Wireless-stuurprogramma's Multimediaregelaars F10: Vorig nummer/vorige scène F11: Afspelen of onderbreken F12: Volgend nummer/volgende scène 2 Windows-toets Druk in het Windows 7-besturingssysteem op de toets Windows om het menu Start te openen.
Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken De TrackPoint bestaat uit een aanwijsknopje 1 op het toetsenbord en drie klikknoppen onder aan het toetsenbord. De beweging van de muisaanwijzer 5 op het scherm wordt bepaald door de richting waarin u druk uitoefent op het antislipdopje van het aanwijsknopje; het aanwijsknopje zelf beweegt niet. De snelheid waarmee de aanwijzer wordt verplaatst, wordt bepaald door de druk die op de knop wordt uitgeoefend.
Het dopje vervangen Het dopje 1 bovenop het aanwijsknopje van de TrackPoint kan worden verwijderd. U kunt het vervangen, zoals afgebeeld in de tekening. Opmerking: Als u het toetsenbord vervangt, wordt er bij het nieuwe toetsenbord een standaarddopje geleverd. Desgewenst kunt u het dopje van uw oude toetsenbord bewaren en gebruiken op het nieuwe toetsenbord. De touchpad gebruiken Opmerking: De touchpadfunctie wordt ondersteund in het besturingssysteem Windows 7.
Voor meer informatie kunt u het Help-informatiesysteem van UltraNav raadplegen. De touchpad aanpassen U kunt de touchpad als volgt aanpassen: 1. Ga naar het configuratiescherm en klik op Hardware en geluid ➙ Muis ➙ UltraNav. 2. Pas onder Touchpad de instellingen aan. Het UltraNav-aanwijsapparaat uitschakelen en een externe muis gebruiken Als u een externe muis op een USB-poort aansluit, kunt u de muis tegelijkertijd gebruiken met het TrackPoint-aanwijsapparaat en de Touchpad.
De oplaadstatus van de batterij controleren Het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows geeft het percentage resterende batterijstroom aan. De snelheid waarmee de batterijspanning terugloopt, bepaalt uiteindelijk hoe lang u de computer kunt gebruiken voordat u de batterij weer moet opladen. Omdat iedere computergebruiker anders werkt en andere eisen stelt, is het bijzonder moeilijk te voorspellen hoe lang een opgeladen batterij mee zal gaan.
De batterij opladen Wanneer u nagaat hoe vol de batterij is en merkt dat het percentage resterende energie klein is, of wanneer er een waarschuwing optreedt dat de batterij leeg begint te raken, kunt u de batterij opladen of de batterij vervangen door een vol exemplaar. Als er een stopcontact in de buurt is, steekt u de stekker van de wisselstroomadapter daar in en sluit u de plug aan op de aansluiting aan de achterkant van de computer. De batterij wordt volledig opgeladen in 3 tot 6 uur.
– Windows 8: 1. Plaats de cursor op de rechterbenedenhoek van het scherm om de emoticon weer te geven. 2. Klik op Instellingen ➙ Energiebeheer ➙ Slaapstand. Afhankelijk van het computermodel biedt uw computer mogelijk ondersteuning voor de functie 30 dagen stand-by. Wanneer deze functie is ingeschakeld, verbruikt de computer zelfs minder energie in de slaapmodus. Het duurt dan ook slechts seconden om terug te gaan naar de normale werking, wanneer u op de aan/uit-knop drukt.
Het batterijalarm inschakelen in het Windows 7-besturingssysteem Voor het Windows 7-besturingssysteem: u kunt de computer zodanig programmeren dat, wanneer de hoeveelheid resterende energie in de batterij onder een bepaald niveau komt, er drie dingen gebeuren: er klinkt een geluidssignaal, er wordt een bericht afgebeeld en het beeldscherm gaat uit. U schakelt het batterijalarm als volgt in: 1. Start het programma Power Manager. 2. Klik op de tab Algemene energie-instellingen. 3.
De batterij is een verbruiksgoed. Als de werkingsduur van de batterij achteruitgaat, kunt u hem vervangen door een nieuwe van een type dat door Lenovo wordt aanbevolen. Voor meer informatie over het vervangen van de batterij kunt u contact opnemen met het Customer Support Center. GEVAAR Laat de batterij niet vallen en zorg dat hij niet beklemd raakt, doorboord wordt of wordt blootgesteld aan grote krachten.
Voor meer informatie over dit programma kunt u het Help-informatiesysteem van het programma raadplegen. GEVAAR Uw computer beschikt over een Ethernet-poort. Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op de Ethernet-poort. Draadloze verbindingen Bij draadloze communicatie worden er gegevens overgebracht via radiogolven, zonder dat er kabels of snoeren worden gebruikt.
• Houd de computer niet te dicht bij uw lichaam. • Plaats uw computer op een vlak oppervlak en open het beeldscherm van de computer in een hoek van iets meer dan 90 graden. • Zet de computer niet te dicht bij stenen of betonnen muren; deze kunnen het signaal blokkeren. • De beste ontvangst hebt u meestal in de buurt van het raam en op plaatsen waar u ook met uw mobieltje het beste bereik hebt.
Bluetooth gebruiken Er zijn modellen die zijn uitgerust met een Bluetooth-kaart die voldoet aan Bluetooth-specificatie 4.0. Om de Bluetooth-functie in het Windows 7-besturingssysteem in te schakelen, drukt u op F9 om het schakelbord voor draadloze radio te openen. Schakel vervolgens de Bluetooth-radio in. In het Windows 8-besturingssysteem is de Bluetooth-functie standaard ingeschakeld. Gegevens naar een Bluetooth-apparaat sturen Doe het volgende om gegevens naar een Bluetooth-apparaat te sturen: 1.
– Geen signaal – Signaalsterkte 1 – Signaalsterkte 2 – Signaalsterkte 3 Opmerking: Meer informatie over de Access Connections-meter vindt u in het Help-informatiesysteem van Access Connections. Statuspictogram van Access Connections Het statuspictogram van Access Connections geeft de algemene status van de verbinding weer. Opmerking: Om te zorgen dat het Access Connections-statuspictogram wordt afgebeeld, kunt u op Verborgen pictogrammen afbeelden op de taakbalk klikken.
– Signaalsterkte 2 – Signaalsterkte 3 Opmerking: Als er problemen zijn, kunt u proberen uw computer dichter bij het toegangspunt te plaatsen. De functies voor draadloze communicatie in- of uitschakelen Voer een van de volgende handelingen uit om de draadloze functies in- of uit te schakelen: • Windows 7: druk op F9 om het schakelbord voor draadloze radio te openen. Schakel de functie voor draadloze radio naar wens in of uit. • Windows 8: druk op F9 om de vliegmodus in of uit te schakelen.
Een extern beeldscherm aansluiten U sluit een extern beeldscherm als volgt aan: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de aansluiting voor een extern beeldscherm en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 2. Zet het externe beeldscherm aan. 3. Wijzig de uitvoerlocatie door op F6 te drukken. Dit maakt het mogelijk de uitvoer weer te geven op het externe beeldscherm, op het beeldscherm van de computer of op beide beeldschermen.
• Als u een resolutie instelt die hoger is dan de resolutie die wordt ondersteund door het computerbeeldscherm, en een extern beeldscherm gebruikt die die resolutie niet ondersteunt, kunt u de functie Virtueel beeldscherm gebruiken, waarmee het mogelijk is een schermafbeelding met een hogere resolutie dan het beeldscherm ondersteunt, toch op uw beeldscherm te bekijken.
3. Druk op F6 en kies vervolgens Uitbreiden. Om de resolutie van het beeldscherm te wijzigen, doet u het volgende: 1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie. 2. Klik op het pictogram Monitor-1 (voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer). 3. Stel de resolutie in voor het primaire beeldscherm. 4. Klik op het pictogram Monitor-2 (voor het secundaire, externe beeldscherm). 5. Stel de resolutie in voor het secundaire beeldscherm. 6.
Opmerking: Op de gecombineerde audio-aansluiting kan geen conventionele microfoon worden aangesloten. In de volgende tabel kunt u zien welke functies van de audio-apparatuur die is aangesloten op uw computer worden ondersteund. Tabel 3.
In de geheugenkaartlezersleuf kunt u de volgende vier typen kaarten kwijt: • SD-kaart (Secure Digital) • SDHC-kaart (Secure Digital High-Capacity) • Secure Digital eXtended-Capacity (SDXC)-kaart • MultiMediaCard (MMC) Opmerking: Terwijl u gegevens overbrengt van of naar een flash mediakaart, bijvoorbeeld een SD-kaart, plaats de computer dan niet in de sluimerstand of de slaapstand voordat de gegevensoverdracht voltooid is; anders kunnen uw gegevens beschadigd raken.
42 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 3. U en uw computer In dit hoofdstuk krijgt u informatie over hoe u toegang tot uw computer krijgt, over comfort en over hoe u met uw computer op reis gaat. Toegankelijkheid en comfort Ergonomische gewoonten zijn belangrijk; niet alleen om zo veel mogelijk uit uw pc te halen, maar vooral ook om ongemak te voorkomen. Richt uw werkplek zodanig in dat de opstelling van de apparatuur aansluit bij uw individuele wensen en bij het soort werk dat u doet.
Stand van het hoofd: houd uw hoofd en nek in een comfortabele en neutrale (verticaal of rechtop) stand. Stoel: gebruik een stoel met verstelbare hoogte die voldoende steun voor uw rug geeft. Stel de stoel in op de door u gewenste houding. De plaats van armen en handen: maak gebruik van de armsteunen, indien aanwezig, of van een deel van het bureaublad om uw armen op te laten rusten. Houd uw onderarmen, polsen en handen in een ontspannen, neutrale (horizontale) positie. Typ met een zachte aanslag.
Ondersteunende technieken Bepaalde technieken voor gehandicapten zijn beschikbaar via het programma Toegankelijkheidsopties. Het aantal toegankelijkheidsopties varieert per besturingssysteem. In het algemeen geldt dat deze toegankelijkheidsopties het gebruikers met een auditieve, visuele of motorische beperking gemakkelijker maken de computer te bedienen. Zo beschikken bepaalde gebruikers niet over de fijne motoriek om de muis te kunnen gebruiken of een toetsencombinatie in te drukken.
• ThinkPad wisselstroomadapter • ThinkPad AC/DC Combo Adapter • Externe muis (als u gewend bent om hiermee te werken) • Ethernet-kabel • Extra batterij, opgeladen • Een hoogwaardige draagtas die voldoende steun en bescherming biedt • Externe opslagapparatuur Als u naar het buitenland reist, is een netvoedingsadapter voor het land van bestemming ook het overwegen waard. Om accessoires voor op reis aan te schaffen, gaat u naar http://www.lenovo.
Hoofdstuk 4. Beveiliging In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door onbevoegden.
2. Typ nu het masterwachtwoord voor de vaste schijf. Opmerking: Als u wilt terugkeren naar het , drukt u nogmaals op F1. Opmerking: Als u het wachtwoord verkeerd hebt ingevuld, kunt u dat herstellen door op Backspace te drukken. Power-on password U kunt een systeemwachtwoord instellen om uw computer te beveiligen tegen gebruik door onbevoegden. Als u een systeemwachtwoord hebt ingesteld, wordt u telkens als u de computer aanzet, gevraagd om dat wachtwoord te typen.
Het masterwachtwoord kan alleen worden ingesteld en gebruikt door een systeembeheerder. Met het masterwachtwoord heeft de systeembeheerder, net als met een hoofdsleutel, toegang tot alle vaste schijfstations in een netwerk. De beheerder stelt het masterwachtwoord in en niemand anders kent dit. Hierna stelt de beheerder op iedere computer in het netwerk een gebruikerswachtwoord in en geeft dit door aan de gebruikers van de verschillende computers.
Attentie: Noteer uw wachtwoorden en bewaar de notities op een veilige plaats. Hebt u dat niet gedaan en u vergeet het gebruikerswachtwoord of zowel het gebruikerswachtwoord als het masterwachtwoord, dan kan Lenovo die wachtwoorden niet resetten en kunnen de gegevens op het vaste-schijfstation niet meer worden benaderd. In een dergelijk geval moet u de computer naar Lenovo of naar een Lenovo-dealer brengen om de vaste schijf te laten vervangen. U moet hiervoor het bewijs van aankoop kunnen overleggen.
• Om het masterwachtwoord voor vaste schijf te verwijderen, typt u het huidige wachtwoord in het veld Enter Current Password. Vervolgens laat u het veld Enter New Password en Confirm New Password leeg en drukt u op Enter. Het venster Setup Notice wordt geopend. Druk op Enter om het venster Setup Notice te verlaten. Zowel het gebruikerswachtwoord als het masterwachtwoord voor de vaste schijf wordt gewist.
1. Druk deze aanwijzingen af. 2. Sla alle open bestanden op en sluit alle programma's af. 3. Zet de computer uit en daarna weer aan. 4. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1. Het hoofdmenu van het programma ThinkPad Setup wordt geopend. 5. Selecteer Security met behulp van de cursortoetsen. 6. Selecteer Password. 7. Selecteer Supervisor Password. 8. Er verschijnt een venster waarin u wordt gevraagd een nieuw wachtwoord op te geven.
3. Voordat u een computer van de hand doet, op welke manier dan ook, moeten de daarop opgeslagen gegevens worden gewist. Raadpleeg “Kennisgeving inzake het wissen van gegevens van uw vaste-schijf- of SSD-station” op pagina 53. Opmerking: Het vaste-schijfstation dat in de computer is ingebouwd, kan door UEFI BIOS worden beschermd. Vaste-schijf- en SSD-station met (schijf)versleuteling Enkele modellen bevatten een vaste-schijf- of SSD-station met (schijf)versleuteling.
zeer snel “logisch” wissen door de codeersleutel (of cryptografische sleutel) te wissen. De gegevens die met deze sleutel waren beveiligd, worden niet fysiek gewist en blijven gewoon op het station aanwezig, maar zonder de sleutel kunnen ze niet meer worden gedecodeerd (“decrypted”). Deze functie kan worden ingeschakeld via het programma ThinkPad Setup Menu Extension Utility en is als menuoptie beschikbaar in het programma ThinkPad Setup.
Hoofdstuk 5. Overzicht van gegevensherstel In dit hoofdstuk vindt u informatie over de herstelmogelijkheden die Lenovo biedt. • “Overzicht van gegevensherstel voor Windows 7-modellen” op pagina 55 • “Overzicht van gegevensherstel voor Windows 8-modellen” op pagina 60 Overzicht van gegevensherstel voor Windows 7-modellen In dit gedeelte vindt u informatie over door Lenovo geleverde hersteloplossingen op computers waarop het Windows 7-besturingssysteem geïnstalleerd is. Opmerkingen: 1.
Herstelmedia maken In dit gedeelte vindt u instructies voor het maken van noodherstelmedia. Opmerking: U kunt u herstelmedia maken met schijven of met externe USB-opslagapparaten. Voor het maken van herstelmedia klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Factory Recovery-schijven. Volg daarna de instructies op het scherm. Herstelmedia gebruiken Met zogenoemde herstelmedia kunt u de computer alleen herstellen naar de fabrieksinstellingen.
Een backupbewerking uitvoeren In dit gedeelte vindt u instructies over het uitvoeren van een back-upbewerking vanuit het programma OneKey Recovery Pro. 1. Op het bureaublad van Windows klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Enhanced Backup and Restore. Het programma OneKey Recovery Pro wordt geopend. 2. Klik in het hoofdvenster van OneKey Recovery Pro op de pijl OneKey Recovery Pro geavanceerd starten. 3.
de vaste schijf (meestal station C:) tijdens het herstelproces gewist. Maak indien mogelijk kopieën van belangrijke bestanden. Als u Windows niet kunt starten, kunt u de functie Bestanden veiligstellen van het werkgebied van OneKey Recovery Pro gebruiken om bestanden te kopiëren vanaf uw vaste-schijfstation naar andere media. Het werkgebied van OneKey Recovery Pro kunt u als volgt starten: 1. Zorg ervoor dat de computer uit staat. 2. Druk herhaaldelijk op de toets F11 wanneer u de computer aanzet.
4. Geef in het gebied Noodherstelmedia aan welk type herstelmedium u wilt maken. U kunt een noodherstelmedium maken met behulp van een schijf, een USB vaste-schijfstation of een tweede intern vaste-schijfstation. 5. Klik op OK en volg de instructies op het scherm om een noodherstelmedium te maken. Een noodherstelmedium gebruiken In dit gedeelte vindt u instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium dat u hebt gemaakt.
1. Zet de computer aan. 2. Ga naar de directory C:\SWTOOLS. 3. Open de map DRIVERS. Deze map heeft verschillende submappen, die zijn genoemd naar de diverse apparaten die in uw computer zijn geïnstalleerd (bijvoorbeeld AUDIO en VIDEO). 4. Open de map voor het apparaat. 5. Installeer het stuurprogramma opnieuw met een van de volgende methoden: • Zoek in de map van het apparaat naar een tekstbestand (een bestand met de extensie .txt).
Attentie: Als u uw computer vernieuwt, worden de programma's die bij uw computer meegeleverd werden en de programma's die u via Windows Store geïnstalleerd hebt, opnieuw geïnstalleerd. Alle overige programma's worden echter verwijderd. U vernieuwt de computer als volgt: 1. Plaats de cursor op de rechterbenedenhoek van het scherm om de emoticons weer te geven. Klik op Instellingen ➙ PC-instellingen wijzigen ➙ Algemeen. 2. Klik in het gedeelte Pc vernieuwen zonder bestanden aan te passen op Aan de slag.
62 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 6. Apparaten vervangen In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hardware in uw computer.
Opmerking: Als een niet-gautoriseerde batterij wordt geïnstalleerd, wordt het volgende bericht weergegeven: “De geïnstalleerde batterij wordt niet ondersteund door dit systeem en kan daarom niet worden opgeladen. Vervang de batterij door een Lenovo-batterij die geschikt is voor dit systeem.” GEVAAR Als de oplaadbare batterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De batterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen.
4. Plaats een volledig opgeladen batterij in de computer totdat deze op zijn plaats vastklikt 1 en plaats de batterijvergrendeling in de vergrendelde positie 2 . 5. Draai de computer weer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. De SIM-kaart vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. Uw computer heeft mogelijk een SIM-kaart nodig om draadloze WAN-verbindingen tot stand te brengen.
5. Houd de nieuwe kaart eerst vast met het metalen gedeelte naar boven. Steek de kaart vervolgens stevig in de sleuf totdat u een klik hoort. 6. Zet de batterij weer op zijn plaats. Zie “De batterij verwisselen” op pagina 63. 7. Draai de computer weer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. Het vaste-schijfstation of SSD-station vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. Attentie: Het vaste-schijfstation of het SSD-station is zeer gevoelig.
Als u het vaste-schijfstation of SSD-station wilt vervangen, gaat u als volgt te werk: 1. Zet de computer uit en ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer. Wacht drie tot vijf minuten om de computer te laten afkoelen. 2. Klap het beeldscherm dicht en keer de computer om. 3. Verwijder de batterij. Zie “De batterij verwisselen” op pagina 63. 4. Draai de schroeven 1 los en verwijder het afdekplaatje 2 . 5.
6. Verwijder het vaste-schijfstation of het SSD-station door het lipje op te tillen. 7. Plaats het nieuwe SSD- of vaste-schijfstation in het compartiment van het SSD- of vaste-schijfstation. 8. Schuif het vaste-schijfstation of het SSD-station goed in de aansluiting 1 en plaats daarna de schroeven terug 2 .
9. De kap van de computer weer aanbrengen 1 . Draai daarna de schroeven vast 2 . 10. Zet de batterij weer op zijn plaats. Zie “De batterij verwisselen” op pagina 63. 11. Draai de computer weer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. Een PCI Express Mini-kaart voor draadloos LAN vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. GEVAAR Tijdens onweer dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten of te ontkoppelen.
4. Draai de schroeven 1 los en verwijder het afdekplaatje 2 . 5. Als er in het pakket bij de nieuwe kaart een hulpmiddel is geleverd voor het verwijderen van aansluitingen, gebruikt u dit om de kabels los te koppelen van de kaart. Als er geen gereedschap is bijgeleverd, ontkoppelt u de kabels door de aansluitingen vast te pakken en ze voorzichtig los te trekken. 6. Verwijder de schroef 1 . De kaart komt omhoog 2 . Verwijder de kaart.
7. Breng de contactrand van de nieuwe PCI Express Mini-kaart tegenover de corresponderende aansluiting 1 in de computer. Kantel de kaart totdat u deze op zijn plaats kunt vastklikken. Zet de kaart vast met de schroef 2 . 8. Sluit de antennekabels aan op de nieuwe PCI Express Mini-kaart, zoals afgebeeld. 9. De kap van de computer weer aanbrengen 1 . Draai daarna de schroeven vast 2 . Hoofdstuk 6.
10. Zet de batterij weer op zijn plaats. Zie “De batterij verwisselen” op pagina 63. 11. Draai de computer weer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. Een PCI Express Half Mini-kaart door een draadloze WAN-verbinding vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. Vereisten voor het vervangen van de kaart voor draadloos WAN GEVAAR Tijdens onweer dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten of te ontkoppelen.
5. Als er in het pakket bij de nieuwe kaart een hulpmiddel is geleverd voor het verwijderen van aansluitingen, gebruikt u dit om de kabels los te koppelen van de kaart. Als er geen gereedschap is bijgeleverd, ontkoppelt u de kabels door de aansluitingen vast te pakken en ze voorzichtig los te trekken. 6. Verwijder de schroef 1 . De kaart komt omhoog. Verwijder de kaart 2 . 7. Koppel de metalen behuizing los van de PCI Express Half Mini-kaart. Hoofdstuk 6.
8. Koppel de metalen behuizing aan de nieuwe PCI Express Half Mini-kaart. 9. Breng de contactrand van de nieuwe PCI Express Half Mini-kaart tegenover de corresponderende aansluiting 1 in de computer. Kantel de kaart totdat u deze op zijn plaats kunt vastklikken. Zet de kaart vast met de schroef 2 . 10. Sluit de antennekabels aan op de nieuwe PCI Express Half Mini-kaart.
11. De kap van de computer weer aanbrengen 1 . Draai daarna de schroeven vast 2 . 12. Zet de batterij weer op zijn plaats. Zie “De batterij verwisselen” op pagina 63. 13. Draai de computer weer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. Een geheugenmodule vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. Het vergroten van de geheugencapaciteit van de computer is een effectieve manier om te zorgen dat uw programma's sneller worden uitgevoerd.
4. Draai de schroeven 1 los en verwijder het afdekplaatje 2 . 5. Als er al twee geheugenmodules in het uitbreidingscompartiment zijn geïnstalleerd, verwijdert u deze door de klemmetjes aan weerszijden van elk van de aansluitingen naar buiten te duwen 1 en een geheugenmodule weg te nemen 2 om ruimte te maken voor de nieuwe. Bewaar de oude verwijderde geheugenmodule voor toekomstig gebruik. 6. In de contactrand van de geheugenmodule, die u installeert, zit een uitsparing.
7. Plaats de geheugenmodule met de uitsparing in de richting van de contactrand van de aansluiting onder een hoek van 20 graden in de aansluiting 1 en druk hem stevig aan 2 . Opmerking: Als u in slechts één van de twee aansluitingen een geheugenmodule installeert, gebruik daarvoor dan altijd de onderste aansluiting. 8. Kantel de geheugenmodule omlaag totdat deze vastklikt. 9. Zorg ervoor dat de geheugenmodule stevig in het compartiment wordt geplaatst en niet gemakkelijk kan worden bewogen. 10.
Het toetsenbord vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. GEVAAR Tijdens onweer dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten of te ontkoppelen. GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Ter voorkoming van een elektrische schok dient u, voordat u het afdekplaatje van dit compartiment opent, de kabels te ontkoppelen. Het toetsenbord verwijderen Om het toetsenbord te verwijderen, doet u het volgende: 1.
5. Verwijder de schroeven waarmee het toetsenbord is bevestigd. 6. Keer de computer weer om en open het beeldscherm. 7. Om de voorkant van het toetsenbord te ontgrendelen, moet u hard in de richting van de pijlen drukken 1 . Het toetsenbord buigt een klein stukje door 2 . Opmerking: Mogelijk ziet het toetsenbord van uw computer er enigszins anders uit dan in de bovenstaande afbeelding wordt getoond. Hoofdstuk 6.
8. Verwijder de kabels 2 en 4 door de aansluitingen 1 en 3 omhoog te kantelen. Verwijder het toetsenbord. Het toetsenbord installeren Om het toetsenbord te installeren, doet u het volgende: 1. Bevestig de kabels 1 en 3 door de aansluitingen 2 en 4 omlaag te kantelen.
2. Leg het toetsenbord op zijn plaats. Zorg ervoor dat de achterste rand van het toetsenbord zich onder het frame bevindt. 3. Schuif het toetsenbord op zijn plaats in de richting die is aangegeven met de pijlen. Hoofdstuk 6.
4. Schroeven vastzetten. 5. De kap van de computer weer aanbrengen 1 . Draai daarna de schroeven vast 2 . 6. Zet de batterij weer op zijn plaats. Zie “De batterij verwisselen” op pagina 63. 7. Draai de computer weer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. De backupbatterij verwisselen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. Voordat u deze procedure uitvoert GEVAAR Als de geheugenbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen.
• Stel de batterij niet bloot aan water of regen. • Sluit de batterij niet kort. • Laat de batterij niet vallen en zorg dat hij niet beklemd raakt, doorboord wordt of wordt blootgesteld aan grote krachten. Verkeerd en ondeskundig gebruik van de batterij kan er de oorzaak van zijn dat deze oververhit raakt, hetgeen gasvorming of vlammen kan veroorzaken. U verwijdert de back-upbatterij als volgt: 1. Zet de computer uit en ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer.
1. Installeer de backupbatterij 1 . Sluit vervolgens de stekker 2 aan. 2. De kap van de computer weer aanbrengen 1 . Draai daarna de schroeven vast 2 . 3. Zet de batterij weer op zijn plaats. Zie “De batterij verwisselen” op pagina 63. 4. Draai de computer weer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan.
Hoofdstuk 7. Geavanceerde configuratie Het is altijd van het grootste belang om uw bestanden, gegevens en instellingen op het vaste-schijfstation of het SSD-station zorgvuldig te beschermen, maar het kan ook nodig zijn een nieuw besturingssysteem of nieuwe stuurprogramma's te installeren, het UEFI BIOS van het systeem bij te werken of vooraf geïnstalleerde software te herstellen. De informatie in dit hoofdstuk helpt u de computer goed te gebruiken.
Opmerkingen: – De UEFI BIOS-functies worden ondersteund in het Windows 7-besturingssysteem (64-bits) en het Windows 8-besturingssysteem (64-bits). – Maak dan eerst een juiste instellingen voor de optie UEFI/Legacy Boot in ThinkPad Setup in te stellen. – Na de installatie van het nieuwe besturingssysteem, moet u de eerste instelling van UEFI/Legacy Boot niet wijzigen in het programma ThinkPad Setup.
De registerpatches voor Windows 7 installeren Ga naar http://www.lenovo.com/support om de volgende registerpatches te installeren: • Registerpatch voor het inschakelen van Wake Up on LAN from Standby voor Energy Star • Oplossing voor probleem met HDD met HD-detectie De Windows 7-herstelmodules installeren De Windows 7-herstelmodules vindt u in de volgende map: C:\SWTOOLS\OSFIXES\ De naam van iedere subdirectory is het nummer van een fixmodule.
Het stuurprogramma voor de 4-in-1 mediakaartlezer installeren Om de 4-in-1 mediakaartlezer te kunnen gebruiken, moet u het Realtek Multi Card Reader-stuurprogramma van de website Lenovo Support op: http://www.lenovo.com/support downloaden en installeren. Het stuurprogramma voor USB 3.0 installeren in het Windows 7-besturingssysteem Als uw computer ondersteuning biedt aan USB 3.0 en u het besturingssysteem opnieuw hebt geïnstalleerd, moet u de stuurprogrammasoftware van USB 3.
Andere stuurprogramma's en software installeren in het Windows 7-besturingssysteem De stuurprogramma´s van het apparaat bevinden zich in de directory C:\SWTOOLS\DRIVERS op de vaste schijf. U moet ook de toepassingsprogramma's installeren. Deze vindt u in de map C:\SWTOOLS\APPS op het vaste-schijfstation. Raadpleeg hiertoe de instructies in “Vooraf geïnstalleerde programma's en apparaatstuurprogramma's opnieuw installeren” op pagina 59.
• System-unit serial number • System board serial number • Asset Tag • CPU Type • CPU Speed • Installed memory • UUID • MAC address (Internal LAN) • Preinstalled OS License • UEFI Secure Boot Menu Config Als u de configuratie van de computer moet wijzigen, selecteert u Config in het hoofdmenu van het programma ThinkPad Setup. In de onderstaande tabel wordt de inhoud van het menu Config weergegeven.
Tabel 4.
Tabel 4. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Manager openen en de bijbehorende instellingen configureren om de Always On USB-aansluiting in te schakelen. Voor meer informatie over het inschakelen van de Always On USB-aansluiting raadpleegt u het Help-informatiesysteem van het programma Power Manager. Keyboard/Mouse Fn and Ctrl Key swap • Disabled • Enabled Als u Enabled selecteert, werkt de Fn-toets als Ctrl-toets en werkt de Ctrl-toets als Fn-toets.
Tabel 4. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen werkstand Wisselen Tussen Grafische Functies als het OS deze functie ondersteunt en naar de werkstand Integrated Graphics als dit niet het geval is. Power Intel SpeedStep® technology • Disabled De stand voor de Intel SpeedStep-technologie kunt u kiezen.
Tabel 4. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen toetsencombinaties worden gebruikt. Serial ATA (SATA) CPU SATA Controller Mode Option • Compatibility Core Multi-Processing • Disabled • AHCI • Enabled De werkstand van de SATA-controller selecteren. Als u Compatibility mode selecteert, dan werkt de SATA-controller in de compatibiliteitswerkstand. Schakel extra kerneenheden (core units) binnen een CPU in- of uit.
In de onderstaande tabel wordt de inhoud van het menu Security weergegeven. Opmerkingen: • Bepaalde opties worden alleen in de menu's afgebeeld als de computer de overeenkomstige functies ondersteunt. • De standaardwaarden zijn vetgedrukt. Tabel 5. Opties in het menu Security Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Password Supervisor Password • Disabled Raadpleeg “Beheerderswachtwoord” op pagina 51.
Tabel 5. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen met het laden van het besturingssysteem. Om toegang door onbevoegden te voorkomen, moet u dan gebruikersverificatie (een wachtwoord) van het besturingssysteem instellen.
Tabel 5. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Memory Protection Execution Prevention • Disabled Sommige computervirussen en wormen zorgen ervoor dat geheugenbuffers overlopen door code uit te voeren op plaatsen waar alleen gegevens zijn toegestaan. Als het gebruik van de voorziening “Data Execution Prevention” door het besturingssysteem wordt ondersteund, kunt u uw computer beschermen tegen dergelijke virussen en wormen door Enabled te kiezen.
Tabel 5. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Bluetooth • Disabled Als u Enabled selecteert, kunt u het Bluetooth-apparaat gebruiken. • Enabled USB Port • Disabled • Enabled Memory Card Slot • Disabled • Enabled Integrated Camera • Disabled • Enabled Microphone • Disabled • Enabled Anti-Theft Intel AT Module Activation • Disabled • Enabled • Permanently Disabled Als u Enabled selecteert, kunt u de USB-aansluitingen gebruiken.
Tabel 5. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen om deze instelling later nog te activeren. Secure Boot Secure Boot • Disabled Hiermee kunt u de functie UEFI Secure Boot in- of uitschakelen. In het Windows 8-besturingssysteem moet deze functie ingeschakeld zijn.
De opstartvolgorde wijzigen De optie Startup kiezen om het submenu Boot weer te geven. Om de opstartvolgorde te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. Selecteer Boot en druk op Enter. U kunt het submenu Boot gebruiken om de opstartvolgorde op te geven die wordt uitgevoerd als u de computer inschakelt. Raadpleeg “Submenu Boot” op pagina 100. 2. Selecteer het apparaat waarop als eerste naar een besturingssysteem moet worden gezocht. 3.
• Boot Order Lock: De standaardopstartprioriteit of aangepaste opstartprioriteit in- of uitschakelen. In de onderstaande tabel wordt de inhoud van het menu Startup weergegeven. Opmerkingen: • Bepaalde opties worden alleen in de menu's afgebeeld als de computer de overeenkomstige functies ondersteunt. • De standaardwaarden zijn vetgedrukt. Tabel 6. Opties in het menu Startup Menu-item Waarden Opmerkingen Boot Raadpleeg “De opstartvolgorde wijzigen” op pagina 100.
Tabel 6. Opties in het menu Startup (vervolg) Menu-item Waarden Opmerkingen • Diagnostics: Ja. Altijd een geluidssignaal. “Ctrl-S” prompt for on-board Ethernet: • Quick: Nee. • Diagnostics: Ja. Geheugentest tijdens POST: • Quick: Snelle test (of geen test). • Diagnostics: Volledige test. Testen van andere apparaten tijdens POST: • Quick: Minimale test (of geen test). • Diagnostics: Belangrijke apparaten kunnen worden getest.
Het UEFI BIOS van het systeem bijwerken Het UEFI (Unified Extensible Firmware Interface) BIOS maakt deel uit van de systeemprogramma's die de basislaag vormen van de in de computer geïnstalleerde software. Het UEFI BIOS vertaalt de instructies van de andere softwarelagen. Op de systeemplaat van uw computer bevindt zich een module met de naam EEPROM (Electrically Erasable Programmable Read-Only Memory), ook wel “flashgeheugen” genoemd.
104 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 8. Problemen voorkomen Goed onderhoud is het behoud van uw ThinkPad-notebookcomputer. De meeste problemen kunnen worden voorkomen door het juiste onderhoud. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u uw computer het beste kunt onderhouden.
• Herstart de computer en start de herstelprocedure. • Als uw computer gebruikmaakt van schijven om de herstelprocedure uit te voeren, mag u de schijf niet uit het station verwijderen voordat u hierom wordt gevraagd. 13. Als u vermoedt dat er problemen zijn met het vaste-schijfstation, raadpleegt u “De oorzaak van een probleem opsporen” op pagina 111 en voert u een diagnosetest van het vaste-schijfstation uit voordat u het Customer Support Center belt.
U kunt helemaal zelf bepalen welke updates u wilt downloaden en installeren. Nadat u de gewenste updatepakketten hebt geselecteerd, zorgt het programma System Update ervoor dat die updates automatisch worden gedownload en geïnstalleerd. U hoeft verder niets meer te doen. Het programma System Update is op uw computer vooraf geïnstalleerd en klaar voor gebruik. De enige voorwaarde is dat u verbinding hebt met internet.
Omgaan met uw computer • Voordat u de computer verplaatst, moet u alle verwisselbare opslagmedia verwijderen, alle aangesloten apparatuur uitschakelen en alle kabels en snoeren ontkoppelen. • Als u de computer in geopende toestand optilt, houd hem dan bij de onderkant vast. Til de computer nooit op aan het LCD-scherm.
3. Knijp het overtollige water uit de spons. 4. Veeg het deksel met een draaiende beweging van de spons schoon en let goed op dat er geen vocht in de computer druipt. 5. Veeg het reinigingsmiddel van het oppervlak af. 6. Spoel de spons uit met schoon water. 7. Neem de klep af met de schone spons. 8. Ga nogmaals met een droge, zachte doek over het oppervlak heen. 9. Wacht totdat het oppervlak volledig is opgedroogd en verwijder dan eventuele vezels die de doek heeft achtergelaten.
110 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 9. Computerproblemen oplossen Dit hoofdstuk geeft informatie over wat u moet doen als er een probleem met uw computer optreedt. Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: • “De oorzaak van een probleem opsporen” op pagina 111 • “Problemen oplossen” op pagina 111 De oorzaak van een probleem opsporen Als er problemen zijn met de computer, kunt u het beste het programma Lenovo Solution Center als uitgangspunt nemen voor het oplossen ervan.
1. Houd de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer is uitgeschakeld. Nadat de computer is uitgeschakeld kunt u opnieuw opstarten door op de aan/uit-knop te drukken. Als de computer niet opstart, ga dan door met stap 2. Opmerking: Probeer niet de computer opnieuw op te starten door de batterij of de AC-voeding los te koppelen. 2. Nadat de computer is uitgeschakeld, verwijdert u alle spanningsbronnen (batterij en de netvoeding) uit de computer. Houd de aan-/uitknop tien seconden ingedrukt.
Foutberichten • Bericht: 0175 Ongeldige CRC1, stop de POST. Oplossing: Het EEPROM-controlegetal is onjuist (blok #6). Laat de computer nazien. • Bericht: 0177: Ongeldige SVP-gegevens, stop POST. Oplossing: Het controlegetal voor het beheerderswachtwoord in de EEPROM is onjuist. De systeemplaat hoort te worden vervangen. Laat de computer nazien. • Bericht: 0182: Ongeldige CRC2. Ga naar ThinkPad Setup en laad de standaardwaarden voor Setup.
Oplossing: Controleer of er niets op het toetsenbord of externe toetsenbord (indien aangesloten) ligt. Zet de computer en alle aangesloten apparaten uit. Zet eerst de computer aan en daarna alle aangesloten apparaten. Als dezelfde fout weer optreedt, doet u het volgende: – Als er een extern toetsenbord is aangesloten, doet u het volgende: – Controleer of het externe toetsenbord is aangesloten op de juiste aansluiting. – Zet de computer uit en ontkoppel het externe toetsenbord.
Zet de computer uit en daarna weer aan om ThinkPad Setup te starten. Controleer de configuratie en start de computer opnieuw op. Dit kan door de optie Exit Saving Changes onder Restart te kiezen of door op Fn+F10 te drukken. Als dezelfde foutcode nu weer verschijnt, laat dan de computer nazien. • Bericht: 02D0: Fout met systeemcache. Oplossing: Het cachegeheugen is uitgeschakeld. Laat de computer nazien. • Bericht: 02F4: Er kan niet geschreven worden naar het EISA CMOS. Oplossing: Laat de computer nazien.
ingesteld. Voer het beheerderswachtwoord in en druk op Enter. Als dezelfde foutmelding nu weer verschijnt, laat de computer dan nazien. • Bericht: Het symbool van het vaste-schijfwachtwoord. Oplossing: Er is een vaste-schijfwachtwoord ingesteld. Voer het wachtwoord in en druk op Enter om de computer te gebruiken (raadpleeg “Vaste-schijfwachtwoorden” op pagina 48). • Bericht: Fout met de slaapstand.
• Bericht: Dit systeem ondersteunt geen batterijen die niet door Lenovo zijn gemaakt of geautoriseerd. Het systeem zal doorgaan met opstarten maar laadt niet-geautoriseerde batterijen mogelijk niet. Druk op de ESC-toets om door te gaan. Let op: Lenovo is niet verantwoordelijk voor de prestaties of veiligheid van niet-geautoriseerde batterijen en levert geen garantie voor defecten of schade die ontstaat uit het gebruik hiervan.
– Als u partitioneringssoftware hebt gebruikt, controleer die partitie op het vaste-schijf-station dan met behulp van die software en herstel de partitie indien nodig. – Als op uw computer het besturingssysteem Windows 7 geïnstalleerd is, gebruikt u het werkgebied van OneKey Recovery Pro of de herstelschijven om de fabrieksinstellingen van het besturingssysteem op de computer terug te zetten.
Ethernet-problemen • Probleem: De computer kan geen verbinding met het netwerk maken. Oplossing: Controleer of: – De kabel is correct geplaatst. De netwerkkabel moet goed zijn aangesloten op zowel de Ethernet-poort van de computer als op de RJ45-aansluiting van de hub. De maximaal toegestane afstand van de computer tot de hub is 100 meter. Probeer een andere kabel als de problemen zich blijven voordoen, ondanks dat de kabel goed is aangesloten en de afstand niet te groot is.
– Controleer of de switch voldoet aan 802.3ab (gigabit over copper). Problemen met draadloos LAN Probleem: U kunt geen verbinding maken met het netwerk via de geïntegreerde draadloze netwerkkaart. Oplossing: • Als op uw computer het besturingssysteem Windows 7 geïnstalleerd is, zorg er dan voor dat: – Van het stuurprogramma voor uw draadloze LAN de meest recente versie geïnstalleerd is.
Oplossing: In Windows 7 worden PIM-items in XML-indeling verzonden, maar de meeste Bluetooth-apparaten gebruiken PIM-items in vCard-indeling. Als een ander Bluetooth-apparaat een bestand wel via Bluetooth kan ontvangen, wordt een PIM-item van Windows 7 mogelijk opgeslagen met de extensie .contact. Het toetsenbord en andere aanwijsapparaten werken niet zoals het hoort Dit zijn de meest voorkomende problemen met toetsenborden en aanwijsapparaten.
Problemen met het beeldscherm en multimedia-apparaten In dit onderwerp komen de meest algemene problemen met weergave- en multimedia-apparaten aan bod, waaronder het computerscherm, het externe beeldscherm en de audioapparatuur. Problemen met het beeldscherm van de computer • Probleem: Er verschijnt niets op het scherm. Oplossing: Voer de volgende handelingen uit: – Met F6 kunt u de weergave op het LCD-scherm weer herstellen.
• Probleem: er worden onjuiste tekens op het scherm weergegeven. Oplossing: Hebt u het besturingssysteem of softwareprogramma correct geïnstalleerd? Als het besturingssysteem en de softwareprogramma's correct zijn geïnstalleerd en geconfigureerd, moet u de computer laten nakijken. • Probleem: Het beeldscherm blijft aan staan, zelfs nadat de computer is uitgeschakeld. Oplossing: Houd de aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt om de computer uit te schakelen. Schakel deze vervolgens weer in.
– Controleer of het type beeldscherm klopt en werk indien nodig het stuurprogramma bij, als volgt: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 2. Zet het externe beeldscherm en de computer aan. 3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie. Opmerking: Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klikt u op de knop Detecteren. 4.
• Probleem: De verkeerde tekens worden weergegeven op het beeldscherm. Oplossing: Hebt u de juiste procedure gevolgd bij het installeren van het besturingssysteem of het softwareprogramma? Als dat het geval is, moet u het externe beeldscherm laten nazien. • Probleem: De functie voor schermuitbreiding werkt niet. Oplossing: Schakel de functie voor schermuitbreiding in, en wel als volgt: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 2.
1. Ga naar het configuratiescherm. 2. Klik op Hardware en geluid. 3. Klik onder Apparaten en printers op Apparaatbeheer. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. 4. Dubbelklik op Besturing van geluid, video en spelletjes. 5. Zorg dat het stuurprogramma voor Realtek HD Audio is ingeschakeld en correct is geconfigureerd. • Probleem: De via de microfooningang gemaakte opnamen zijn niet hard genoeg.
Problemen met de batterij en de voeding In dit onderwerp vindt u instructies voor het oplossen van problemen met batterijen en netvoeding. Problemen met de batterij • Probleem: De batterij wordt niet volledig worden opgeladen in de standaardlaadtijd als de computer is uitgeschakeld. Oplossing: De batterij is te veel ontladen. Doe het volgende: 1. Zet de computer uit. 2. Zorg dat de te ver ontladen batterij zich in de computer bevindt. 3.
Problemen met de voeding Druk deze aanwijzingen nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst kunt raadplegen. Als de computer helemaal geen energie krijgt, controleert u het volgende: 1. Controleer de aan/uit-knop. Raadpleeg “Systeemstatuslampjes” op pagina 7. Als de computer aan staat en actief is, is er een lampje in de aan/uit-knop verlicht. 2. Controleer alle voedingsaansluitingen.
Als er een foutbericht verschijnt terwijl het besturingssysteem na de POST de bureaubladconfiguratie laadt, doet u het volgende: 1. Ga naar de Lenovo Support-website op http://www.lenovo.com/support en zoek het foutbericht op. 2. Ga naar de thuispagina van Microsoft Knowledge Base op http://support.microsoft.com/ en zoek naar de foutmelding. Problemen met de sluimerstand en de slaapstand • Probleem: De computer gaat onverwacht naar de sluimerstand.
Oplossing: Controleer of er opties zijn geselecteerd die kunnen verhinderen dat de computer naar de sluimerstand of naar de slaapstand gaat. Als uw computer in de sluimermodus wordt overgeschakeld maar het verzoek wordt afgewezen, is het apparaat dat op de USB-poort is aangesloten mogelijk uitgeschakeld. Als dit gebeurt, ontkoppelt u het USB-apparaat en sluit u het weer aan. • Probleem: De batterij loopt langzaam leeg terwijl de computer in de slaapstand staat.
Controleer of: • Het softwareprogramma geschikt is voor gebruik onder uw besturingssysteem. • Andere softwareprogramma's werken wel goed op de computer. • De vereiste stuurprogramma's zijn geïnstalleerd. • Het softwareprogramma werkt wel goed op een andere computer. Als een foutbericht op het scherm weergegeven wordt terwijl u het softwareprogramma gebruikt, raadpleegt u de handleidingen die bij het softwareprogramma zijn geleverd.
132 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 10. Ondersteuning In dit hoofdstuk vindt u informatie over de hulp en ondersteuning die Lenovo te bieden heeft. • “Voordat u Lenovo belt” op pagina 133 • “Hulp en service” op pagina 134 • “Extra services aanschaffen” op pagina 136 Voordat u Lenovo belt Vaak kunt u computerproblemen oplossen door de informatie bij de uitleg van foutcodes te lezen, diagnoseprogramma´s uit te voeren of de Lenovo-website te raadplegen.
Hulp en service Als u hulp, service of technische assistentie nodig hebt, of gewoon meer wilt weten over Lenovo-producten, staan u legio informatiebronnen van Lenovo ter beschikking. In dit gedeelte leest u waar u terecht kunt voor meer informatie over Lenovo en onze producten, wat u moet doen als er problemen met de computer zijn en wie u kunt bellen als er onderhoud of service moet worden uitgevoerd.
Lenovo bellen Als u hebt geprobeerd een probleem zelf op te lossen, maar u blijkt hulp nodig te hebben, dan kunt u tijdens de garantieperiode voor telefonische ondersteuning en informatie terecht bij het Customer Support Center. Tijdens de garantieperiode zijn de volgende services beschikbaar: • Probleembepaling: Speciaal opgeleid personeel staat tot uw beschikking om u te helpen vast te stellen of er sprake is van een hardwareprobleem en zo ja, wat er gedaan moet worden.
opslagapparaten, netwerkkaarten, poortreplicatoren, batterijen, stroomadapters, printers, scanners, toetsenborden, muizen en meer. Bij Lenovo kunt u 24 uur per dag, 7 dagen per week winkelen via internet. Alles wat u nodig hebt is een Internet-verbinding en een creditcard. Ga naar: http://www.lenovo.com/accessories/services/index.
Bijlage A. Regelgeving Informatie over draadloze communicatie Compatibiliteit van draadloze apparatuur De Wireless LAN PCI Express Mini-kaart is ontworpen voor gebruik met alle draadloos-LAN-producten die zijn gebaseerd op DSSS, CCK en/of OFDM-radiotechnologie, en voldoet aan: • De 802.11b/g Standard, 802.11a/b/g of 802.11n draft 2.0 van Wireless LANs, zoals gedefinieerd en goedgekeurd door het Institute of Electrical and Electronics Engineers.
• Profiel Batterijstatus Gebruiksomgeving en uw gezondheid Ingebouwde draadloos-netwerkkaarten zenden, net als andere radiografische apparaten, elektromagnetische energie op radiofrequenties uit. De hoeveelheid uitgezonden energie is echter veel geringer dan de elektromagnetische energie die wordt uitgezonden door andere draadloze apparaten, zoals bijvoorbeeld mobiele telefoons.
Type 1: Plaats van antennes 1 Draadloos LAN-antenne (hulpantenne) 2 Draadloos WAN-antenne (hulpantenne) 3 Draadloos WAN-antenne (hoofdantenne) 4 Draadloos LAN-antenne (hoofdantenne) Type 2: Plaats van antennes 1 Draadloos LAN-antenne (hulpantenne) 2 Draadloos LAN-antenne (hoofdantenne) De plaats van kennisgevingen over regelgeving voor draadloos Raadpleeg voor meer informatie over de kennisgevingen voor regelgeving over draadloos de Regulatory Notice die met uw computer werd meegeleverd.
Als uw computer zonder de Regulatory Notice is geleverd, vindt u deze op de website op: http://www.lenovo.com/ThinkPadUserGuides Kennisgeving classificatie voor export Dit product is onderworpen aan de United States Export Administration Regulations (EAR) en heeft een (ECCN) (Export Classification Control Number) van 4A994.b. Het mag opnieuw worden geëxporteerd, behalve naar landen onder embargo genoemd in de landenlijst EAR E1.
Europese Unie - Naleving van de richtlijnen inzake elektromagnetische compatibiliteit This product is in conformity with the protection requirements of EU Council Directive 2004/108/EC on the approximation of the laws of the Member States relating to electromagnetic compatibility. Lenovo cannot accept responsibility for any failure to satisfy the protection requirements resulting from a non-recommended modification of the product, including the installation of option cards from other manufacturers.
Verklaring van conformiteit met Koreaanse Klasse B Verklaring van conformiteit met Japanse VCCI Klasse B Japanse kennisgeving voor producten die worden aangesloten op de netstroom met een nominale stroom kleiner dan of gelijk aan 20 A per fase Informatie over Lenovo-productservice voor Taiwan 142 Handboek voor de gebruiker
Bijlage B. Kennisgevingen inzake AEEA en recycling Lenovo moedigt eigenaren van IT-apparatuur aan om hun apparatuur, wanneer deze niet meer nodig is, op een verantwoorde manier te laten recyclen. Lenovo heeft diverse programma's en services om eigenaren van apparatuur te assisteren bij het hergebruik van de IT-producten. Informatie over aanbiedingen voor productrecycling kunt u vinden op de website van Lenovo op http://www.lenovo.com/social_responsibility/us/en/.
Componenten van Lenovo-computers weggooien Bepaalde Lenovo computerproducten die in Japan worden verkocht, zijn uitgerust met componenten die zware metalen en andere milieu-onvriendelijke stoffen bevatten. Volg bij het weggooien van gebruikte componenten, zoals printplaten of schijfstations, de bovenbeschreven methode voor inzameling en recycling van gebruikte computers en beeldschermen.
Kennisgeving: Dit pictogram geldt alleen voor landen binnen de Europese Unie (EU). Batterijen of batterijverpakkingen zijn voorzien van een label overeenkomstig Europese Richtlijn 2006/66/EC inzake batterijen en accu's en afgedankte batterijen en accu's. Deze richtlijn bepaalt het raamwerk voor het retourneren en recyclen van gebruikte batterijen en accu's zoals van toepassing binnen de Europese Unie.
146 Handboek voor de gebruiker
Bijlage C. Informatie over ENERGY STAR-modellen ENERGY STAR® is een gezamenlijk programma van de U.S. Environmental Protection Agency en de U.S. Department of Energy, bedoeld voor het besparen van kosten en het beschermen van het milieu door middel van energiezuinige producten en procedures. Met trots biedt Lenovo haar klanten producten aan die zijn onderscheiden met een ENERGY STAR.
4. Klik met de rechter muisknop op de netwerkadapter en klik op Eigenschappen. 5. Klik op de tab Energiebeheer. 6. Hef de selectie van het vakje Dit apparaat toestaan om de computer te laten ontwaken op. 7. Klik op OK.
Bijlage D. Kennisgevingen Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of voorzieningen niet uit in alle landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovo-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
resultaten kunnen hiervan afwijken. Gebruikers van dit document dienen de gegevens te controleren die specifiek op hun omgeving van toepassing zijn. Handelsmerken De volgende benamingen zijn handelsmerken van Lenovo in de Verenigde Staten en/of andere landen: Lenovo Access Connections Active Protection System OneKey ThinkPad ThinkVantage TrackPoint UltraConnect UltraNav Intel en Intel SpeedStep zijn handelsmerken van Intel Corporation of haar dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Bijlage E. Kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (Restriction of Hazardous Substances, RoHS) China RoHS Turkije RoHS The Lenovo product meets the requirements of the Republic of Turkey Directive on the Restriction of the Use of Certain Hazardous Substances in Electrical and Electronic Equipment (EEE).
Indiase kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (RoHS) RoHS-conform op basis van de E-Waste (Management & Handling) Rules, 2011.
Onderdeelnummer: Printed in China (1P) P/N: *1P*