Handboek voor de gebruiker ThinkPad Edge E420 en E520
Opmerkingen: Lees eerst: • Veiligheid en garantie • Regulatory Notice • “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina vi • Bijlage C “Kennisgevingen” op pagina 183 De publicatie Veiligheid en garantie en de Regulatory Notice zijn naar de website geüpload. Ga hiervoor naar http://www.lenovo.com/support en klik op User Guides & Manuals (Gebruikershandeidingen & handboeken). Derde uitgave (Oktober 2011) © Copyright Lenovo 2011.
Inhoud Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . v Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . . . . . . vi Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is . . . . . . . . . . . . . . . . . . vii Veiligheidsrichtlijnen. . . . . . . . . . . vii Hoofdstuk 1. Productoverzicht . . . . . 1 De plaats van knoppen, aansluitingen en lampjes . Voorkant . . . . . . . . . . . . . . . Rechterkant . . . . . . . . . . . . . . Linkerkant. . . . . . . . . . . . . . . Onderkant . . . . . . . . . . . . . . Achterkant . . . .
Wachtwoorden invoeren . . . . . . . . . Systeemwachtwoord . . . . . . . . . . Vaste-schijfwachtwoorden . . . . . . . . Beheerderswachtwoord . . . . . . . . . Beveiliging van de vaste schijf . . . . . . . . De vingerafdruklezer gebruiken . . . . . . . . Kennisgeving inzake het wissen van gegevens van het vaste-schijfstation . . . . . . . . . . . Firewalls gebruiken en begrijpen . . . . . . . Gegevens beschermen tegen virussen . . . . . 71 72 72 Hoofdstuk 5. Overzicht van gegevensherstel . . . . . . . . . .
Voordat u Lenovo belt . . . . . . . Uw computer registreren . . . . Systeemupdates downloaden . . Gegevens noteren . . . . . . Hulp en service . . . . . . . . . Diagnoseprogramma's gebruiken Website Lenovo-support . . . . Lenovo bellen . . . . . . . . Extra services aanschaffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bijlage A. Regelgeving . . . . . . . Informatie over draadloze communicatie . . . .
iv Handboek voor de gebruiker
Lees dit eerst Als u zich de volgende belangrijke tips ter harte neemt, haalt u het meeste rendement uit uw computer. Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot ongemak en zelfs letsel. Bovendien kan de computer dan storingen vertonen en schade oplopen. Bescherm uzelf goed tegen de warmte die door de computer wordt gegenereerd. Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen de onderkant, de polssteun en bepaalde andere onderdelen warm worden.
Als u de computer verplaatst, zorg dan dat deze goed beschermd is (inclusief de gegevens). Als u een computer verplaatst die is uitgerust met een vaste-schijfstation, voert u een van de volgende handelingen uit om te zorgen dat het lampje in de aan/uit-schakelaar uit is of knippert: • Zet de computer uit. • Zet de computer in de sluimerstand (Standby). • Zet de computer in de slaapstand. Hierdoor helpt u schade aan de computer en verlies van gegevens te voorkomen.
van toepassing. Bovendien kunnen er in computerproducten interne batterijen ter grootte van een munt (“knoopcellen”) zijn verwerkt, waarmee de systeemklok in stand wordt gehouden wanneer de stekker niet in het stopcontact zit. De veiligheidsvoorschriften voor batterijen gelden dus voor alle computerproducten. Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken.
Service en upgrades Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het Customer Support Center of van de documentatie. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft voor het repareren van het desbetreffende product. Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of vervangen. Upgrades worden meestal "opties" genoemd.
Netsnoeren en voedingsadapters GEVAAR Gebruik alleen netsnoeren en adapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd. Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland moet dit H05VV-F, 3G, 0,75 mm2 of beter zijn. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan. Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren.
Stekkers en stopcontacten GEVAAR Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen. Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant. Gebruik voor de computer niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische apparaten die veel stroom gebruiken.
Anders kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten ontkoppelt. Batterijen GEVAAR PC's die door Lenovo zijn gefabriceerd, bevatten een knoopcelbatterij die de systeemklok van stroom voorziet.
Kennisgeving oplaadbare batterij GEVAAR Probeer niet de batterij aan te passen of uit elkaar te halen. Probeert u dat wel, dan kan dat leiden tot een explosie of tot lekkage van vloeistof uit de batterij. Batterijen die niet door Lenovo worden aanbevolen, die uit elkaar zijn gehaald of die zijn geopend, vallen niet onder de garantie. Als de oplaadbare batterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De batterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen.
Warmte en ventilatie GEVAAR Computers, wisselstroomadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebookcomputers een aanzienlijke hoeveelheid warmte produceren. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen: • Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen de onderkant, de polssteun en bepaalde andere onderdelen warm worden.
Veiligheidsvoorschriften voor de elektriciteit GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: • Gebruik de computer niet tijdens onweer. • Sluit geen kabels aan, haal geen kabels los, en voer geen installatie-, onderhouds- of herconfiguratiewerkzaamheden op dit product uit tijdens een elektrische storm. • Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
GEVAAR Sommige laserproducten bevatten een ingebouwde laserdiode van Klasse 3A of 3B. Let op het volgende. Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal. Kennisgeving (LCD) WAARSCHUWING: Het beeldscherm is van glas en kan bij onzorgvuldig gebruik breken. Als het beeldscherm breekt en de vloeistof uit het scherm in uw ogen of op uw handen komt, moet u de besmette lichaamsdelen onmiddellijk gedurende minstens 15 minuten met water spoelen.
Kennisgeving voor gebruikers in de V.S. Veel PC-producten en accessoires bevatten snoeren, kabels en draden, zoals netsnoeren, waarmee de accessoires worden aangesloten op de PC. Als dit product een dergelijke kabel heeft, gelden de volgende waarschuwingen: WAARSCHUWING Door het beetpakken van het snoer van dit product of van de snoeren van accessoires die met dit product worden verkocht, kunt u in aanraking komen met lood.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht In dit hoofdstuk vindt u informatie over de plaats van aansluitingen, de plaats van belangrijke productinformatie, functies en specificaties van de computer, de gebruiksomgeving en vooraf geïnstalleerde software.
Voorkant Voorkant van de ThinkPad Edge E420 Figuur 1.
3 Ingebouwde microfoon Met de ingebouwde microfoon en een audioprogramma kunt u geluidsopnamen maken. 5 Aan/uit-knop Gebruik de aan/uit-knop om de computer aan te zetten. Als u de computer wilt uitzetten, gebruik dan de opties om het systeem via het menu Start af te sluiten. Als het niet lukt om de computer op deze manier af te sluiten, houdt u de aan/uit-knop twee seconden ingedrukt.
15 Knoppen voor het geluidsvolume Met de ingebouwde volumeknoppen kunt u snel het volume van de computer regelen of het geluid volledig uitschakelen. Voor meer informatie raadpleegt u de instructies in “ThinkPad Edge E420 speciale toetsen” op pagina 29. Voorkant van de ThinkPad Edge E520 Figuur 2.
2 Ingebouwde high-sensitivity webcam Mogelijk is uw computer uitgerust met een geïntegreerde high-sensitivity webcam. Met behulp van die camera kunt u foto's maken en videovergaderingen houden. 3 Ingebouwde microfoon Met de ingebouwde microfoon en een audioprogramma kunt u geluidsopnamen maken. 5 Numeriek toetsenblok Uw computer is uitgerust met een speciaal numeriek toetsenblok dat kan worden gebruikt om snel getallen in te voeren.
13 14 Touchpad-knoppen Touchpad Op het toetsenbord vindt u een uniek aanwijsapparaat TrackPoint. Aanwijzen, selecteren en slepen worden in één moeite uitgevoerd, terwijl uw handen gewoon in de typpositie blijven. Beweeg met een vingertop over de UltraNav-touchpad om de pointer te verplaatsen. De TrackPoint en touchpad werken met klikknoppen die dezelfde functie hebben als de knoppen van een muis.
Ook als de computer in de sluimerstand staat, kunt u standaard via de Always On USB-aansluiting bepaalde apparaten opladen, zoals de iPod®, iPhone® en BlackBerry®-smartphones, door deze op de poort aan te sluiten. Als u deze apparaten echter wilt opladen terwijl de wisselstroomadapter is aangesloten en uw computer in de slaapstand staat of uit is, moet u het programma Power Manager openen en de corresponderende instellingen configureren om de functie Always On USB-aansluiting in te schakelen.
5 HDMI-poort 6 Gecombineerde audio-aansluiting 7 Geheugenkaartlezer 1 Ventilatieopeningen (links) De interne ventilator en de ventilatieopeningen laten lucht in de computer circuleren om onder andere de hoofdprocessor te koelen. Opmerking: Om te voorkomen dat de luchtcirculatie wordt belemmerd, dient u geen obstakels voor de opening te plaatsen. 2 Monitoraansluiting U kunt een extern beeldscherm of een projector op de computer aansluiten.
7 Geheugenkaartlezer Afhankelijk van het model kan uw computer een sleuf voor een geheugenkaartlezer hebben. In de geheugenkaartlezer kunt u de volgende typen kaarten kwijt: • SD-kaart • SDHC-kaart • SDXC-kaart • MultiMediaCard Opmerking: Uw computer ondersteunt de Content Protection for Recordable Media (CPRM)-functie voor SD-kaarten niet. Voor meer informatie raadpleegt u de instructies in “Een flash media-kaart gebruiken” op pagina 57. Onderkant Figuur 5.
U kunt ook Power Manager gebruiken om de instellingen voor energiegebruik aan te passen. Voor meer informatie raadpleegt u de instructies in “Power Manager” op pagina 24. 2 Sleuf voor SIM-kaart Als uw computer is uitgerust met een functie voor draadloos WAN, is er mogelijk een SIM-kaart nodig om een WAN-verbinding tot stand te brengen. In sommige landen is de SIM-kaart al in de SIM-kaartsleuf geïnstalleerd.
Achterkant Figuur 6. Achterkant van de ThinkPad Edge E420 en E520 1 Ethernet-poort 1 2 Ventilatieopeningen (achter) Ethernet-poort Via de Ethernet-poort kunt u de computer aansluiten op een LAN. GEVAAR Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op de Ethernet-poort. U kunt op deze poort uitsluitend de Ethernet-kabel aansluiten. De status van de netwerkaansluiting wordt aangegeven met twee lampjes, links en rechts onder de aansluiting.
Systeemstatuslampjes Opmerking: Mogelijk ziet het toetsenbord van uw computer er enigszins anders uit dan in de bovenstaande afbeelding wordt getoond. De verlichte punt in het ThinkPad-logo aan de buitenkant van de klep van de computer en op de polssteun fungeert als systeemstatuslampje: het geeft aan of de computer in de sluimerstand (Standby), de slaapstand of de normale werkstand staat.
• Langzaam knipperend rood: De computer staat in de sluimerstand (Standby). • Uit: De computer staat uit of staat in de slaapstand. Energiestatuslampjes De computer heeft een lampje dat de status van de netvoeding (lichtnet) aangeeft. Opmerking: Mogelijk ziet het toetsenbord van uw computer er enigszins anders uit dan in de bovenstaande afbeelding wordt getoond. Het lampje kan het volgende aangeven: • Groen: De wisselstroomadapter is aangesloten.
Machinetype en modelnummer Het machinetype en het modelnummer identificeren uw computer. Als u Lenovo belt om hulp, kunnen de technici van Lenovo aan de hand van het machinetype en modelnummer precies vaststellen welk type computer u hebt, zodat zij de beste service kunnen verlenen.
Als er vooraf nog geen geïntegreerde draadloze PCI Express Mini-kaart in uw computer is geïnstalleerd, kunt u dat alsnog doen. Volg daarbij de procedure in Een Wireless LAN/WiMAX PCI Express Mini-kaart installeren of vervangen of De Wireless WAN PCI Express Mini-kaart installeren en vervangen. Certificaat van Echtheid Het Certificaat van Echtheid van Microsoft voor het in de fabriek geïnstalleerde besturingssysteem is aan de computer bevestigd.
• Als u de systeemeigenschappen van uw computer wilt weergeven, klikt u op Start, klikt u met de rechtermuisknop op Computer (onder Windows® XP: Deze computer) en selecteert u in het menu dat verschijnt Eigenschappen. Geheugen • Double data rate 3 (DDR3) synchronous dynamic random access memory (DRAM) Opslagapparaat • Vaste-schijfstation van 2,5 inch (64 mm) Beeldscherm Het kleurenscherm maakt gebruik van TFT-technologie: • Diagonaal: 14,0 inch (355.
• Vingerafdruklezer (op bepaalde modellen) ThinkPad Edge E520 functies Processor • Als u de systeemeigenschappen van uw computer wilt weergeven, klikt u op Start, klikt u met de rechtermuisknop op Computer (onder Windows XP: Deze computer) en selecteert u in het menu dat verschijnt Eigenschappen.
• Ingebouwde Bluetooth (op bepaalde modellen) • Ingebouwd draadloos WAN (op bepaalde modellen) • Ingebouwde WiMAX (op bepaalde modellen) Beveiligingsvoorzieningen • Vingerafdruklezer (op bepaalde modellen) Specificaties ThinkPad Edge E420 specificaties Grootte • Breedte: 343,4 mm • Diepte: 234 mm • Hoogte: 29,3 tot 33,1 mm Warmte-afgifte • Maximaal 65 of 90 Watt (afhankelijk van het model) Voedingsbron (wisselstroomadapter) • Sinus-invoer, 50 tot 60 Hz • Ingangsspanning van de wisselstroomadapter: 100 tot
Batterij • Lithium-ionenbatterij (Li-Ion) Werkingsduur batterij • De resterende hoeveelheid batterij-energie kunt u aflezen aan de batterijmeter van Power Manager op de taakbalk. • Power Manager beeldt tevens een groene, gele of rode indicator af. Als de batterij onder de garantie valt en er wordt een rode indicator afgebeeld, dan kunt u die batterij volgens de garantiebepalingen laten vervangen. Gebruiksomgeving In dit gedeelte vindt u informatie van de bedrijfsomgeving van uw computer.
De volgende gedeelten geven informatie over ThinkVantage® Technologies en andere oplossingen van Lenovo.
Tabel 1. Programma´s op Lenovo ThinkVantage Tools (vervolg) Programma Naam pictogram Recovery Media Factory Recovery-schijven Rescue and Recovery Geavanceerde backup en herstel System Update Updates en stuurprogramma's ThinkVantage GPS GPS • U kunt ook naar de programma's gaan via het Configuratiescherm. Klik op Start ➙ Configuratiescherm. Afhankelijk van het programma waartoe u toegang wilt krijgen, dubbelklikt u op het corresponderende gedeelte en vervolgens op de corresponderende groene tekst.
Access Connections Access Connections™ is een ondersteunend programma voor het maken van verbindingen en het definiëren en beheren van locatieprofielen. In elk locatieprofiel zijn alle configuratie-instellingen voor het netwerk en internet opgeslagen die nodig zijn om vanaf een specifieke locatie (bijvoorbeeld thuis of op kantoor) een verbinding tot stand te brengen met een netwerkinfrastructuur.
maximale systeemprestaties. Voor meer informatie raadpleegt u “De oorzaak van een probleem opsporen” op pagina 139. Om het programma Lenovo Solution Center in Windows 7 te starten, raadpleegt u “Toegang tot programma´s krijgen in Windows 7” op pagina 20. Lenovo ThinkVantage Tools Het programma Lenovo ThinkVantage Tools helpt u om gemakkelijker en veiliger met uw computer te werken.
• Windows XP: Klik op Start ➙ Alle programma's ➙ ThinkVantage ➙ Password Manager. Power Manager Het programma Power Manager verzorgt eenvoudig, flexibel en volledig energiebeheer voor uw computer. Met het programma Power Manager kunt u de instellingen voor energiebeheer gemakkelijk wijzigen en zo de beste balans vinden tussen snelheid en energiebesparing. U opent Power Manager als volgt: • Windows 7: Zie “Toegang tot programma´s krijgen in Windows 7” op pagina 20.
• Windows XP: Klik op Start ➙ Alle programma's ➙ ThinkVantage ➙ ThinkVantage GPS. Hoofdstuk 1.
26 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken In dit hoofdstuk vindt u informatie over het gebruik van enkele functies van de computer.
• Om de beste balans te verkrijgen tussen snelheid van de computer en een lange werkingsduur van de batterij, kunt u met behulp van Power Manager energiebeheerschema's maken en activeren. • Als u verwacht dat de computer lange tijd niet gebruikt gaat worden, kunt u voorkomen dat de batterij leegloopt. Meer informatie over het werken met de batterij vindt u in Energiebeheer.
Speciale toetsen en knoppen De computer heeft verschillende speciale toetsen en knoppen, zodat u gemakkelijker en effectiever kunt werken. Voor Windows 7 is het On Screen Display-programma vooraf op uw computer geïnstalleerd, zodat u tussen de standaardinstellingen van het model en de traditionele Lenovo-instellingen van de functies van de ThinkPad toetsen F1-F12 kunt schakelen.
Knoppen voor het geluidsvolume Om het geluidsvolume van de computer snel te regelen, het geluid volledig uit te zetten, te zorgen dat de microfoon geen geluid meer opneemt of de video-uitvoer van de ingebouwde camera te regelen, drukt u op een van de volgende toetsen: Luidspreker uit (F1) Luidsprekervolume zachter (F2) Luidsprekervolume harder (F3) Als u het geluid uitzet en hierna de computer uitschakelt, is het geluid nog steeds uit als u de computer de volgende keer weer aanzet.
De helderheid van het beeldscherm verhogen. Het doel van deze methode is het helderheidsniveau tijdelijk te wijzigen. Om het standaard helderheidsniveau te wijzigen, moet u de instellingen van Energiebeheer in het Configuratiescherm wijzigen, of gebruikmaken van Power Manager. Toets voor de draadloze radio's (F9) De ingebouwde functies voor draadloos netwerk in- of uitschakelen. Als u op deze toets drukt, wordt er een lijst van functies voor draadloze communicatie afgebeeld.
Knoppen voor het geluidsvolume Om het geluidsvolume van de computer snel te regelen, het geluid volledig uit te zetten, te zorgen dat de microfoon geen geluid meer opneemt of de video-uitvoer van de ingebouwde camera te regelen, drukt u op een van de volgende toetsen: Luidspreker uit (F1) Luidsprekervolume zachter (F2) Luidsprekervolume harder (F3) Als u het geluid uitzet en hierna de computer uitschakelt, is het geluid nog steeds uit als u de computer de volgende keer weer aanzet.
• Computerbeeldscherm en externe monitor (functie Bureaublad Uitbreiden) • Alleen externe monitor Opmerking: Voor het wisselen tussen het computerbeeldscherm en het externe beeldscherm is ook de toetsencombinatie Win+P beschikbaar. Opmerking: Deze functie is niet mogelijk wanneer op het beeldscherm een andere bureaubladindeling wordt weergegeven dan op het externe beeldscherm (met de functie voor schermuitbreiding).
• Deze computer openen Het UltraNav-aanwijsapparaat gebruiken Mogelijk wordt uw computer geleverd met het aanwijsapparaat UltraNav. De UltraNav bestaat uit een TrackPoint en een touchpad, allebei aanwijsapparaten met basisfuncties en uitgebreide functies. U kunt beide apparaten configureren door de gewenste instellingen te kiezen, als volgt: • Stel zowel de TrackPoint als de touchpad in als aanwijsapparaat.
Opmerking: Mogelijk ziet het toetsenbord van uw computer er enigszins anders uit dan in de bovenstaande afbeelding wordt getoond. Als u niet gewend bent met de TrackPoint te werken, kunnen de volgende aanwijzingen u op weg helpen: 1. Plaats uw handen in de positie voor typen op het toetsenbord en druk met uw rechter- of linkerwijsvinger lichtjes tegen het aanwijsknopje, in de richting waarin u de aanwijzer wilt verplaatsen.
Opmerking: Als u het toetsenbord vervangt, wordt er bij het nieuwe toetsenbord een standaarddopje geleverd. Desgewenst kunt u het dopje van uw oude toetsenbord bewaren en gebruiken op het nieuwe toetsenbord. De touchpad gebruiken De Touchpad bestaat uit een aanwijsknopje 1 en twee klikknoppen onder de TrackPoint-knoppen onderaan het toetsenbord. Om de aanwijzer 4 over het scherm te verplaatsen, schuift u met uw vingertop over het aanwijsvlak in de richting waarin u de aanwijzer wilt verplaatsen.
De touchpad aanpassen U kunt de touchpad als volgt aanpassen: Voor Windows 7: 1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm. 2. Klik op Hardware en geluid en klik daarna op Muis. 3. Klik op de tab UltraNav en ga verder met het aanpassen van de touchpad. Windows XP: 1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm. 2. Klik op Printers en overige hardware en klik op Muis. 3. Klik op de tab UltraNav en ga verder met het aanpassen van de touchpad.
Voor Windows 7: 1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm. 2. Klik op Hardware en geluid en klik daarna op Muis. 3. Klik op de tab UltraNav. 4. Selecteer het vakje UltraNav-pictogram weergeven in het systeemvak. 5. Klik op OK of Toepassen. Windows XP: 1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm. 2. Klik op Printers en overige hardware en klik op Muis. 3. Klik op de tab UltraNav. 4. Selecteer het vakje UltraNav-pictogram weergeven in het systeemvak. 5. Klik op OK of Toepassen.
De AC-adapter aansluiten Als u de wisselstroomadapter wilt gebruiken, doet u het volgende. Voer deze stappen uit in de volgorde zoals ze hier worden gegeven. 1. Sluit de wisselstroomadapter aan op de desbetreffende aansluiting op de computer. 2. Sluit het netsnoer aan op de transformator. 3. Steek de stekker in het stopcontact. Tips voor het gebruik van de wisselstroomadapter • Haal de stekker uit het stopcontact als de wisselstroomadapter niet in gebruik is.
Energiebeheer Met Power Manager kunt u de instellingen voor energiebeheer gemakkelijk wijzigen en zo de beste balans vinden tussen snelheid en energiebesparing. U start dit programma als volgt: • Windows 7: Zie “Toegang tot programma´s krijgen in Windows 7” op pagina 20. • Windows XP: Klik op Start ➙ Alle programma's ➙ ThinkVantage ➙ Power Manager. Voor meer informatie over het programma Power Manager raadpleegt u de online Help-informatie van het programma.
De ontwaakfunctie inschakelen Als u de computer in de slaapstand plaatst en de ontwaakfunctie is uitgeschakeld (dit is de standaardinstelling), verbruikt de computer geen stroom. Is de ontwaakfunctie wel ingeschakeld, dan gebruikt de computer heel weinig energie. U kunt de ontwaakfunctie als volgt inschakelen: Windows 7: 1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Systeem en beveiliging. 2. Klik op Systeembeheer. 3. Dubbelklik op Taakplanner.
GEVAAR Als de oplaadbare batterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De batterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden: • Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type. • Houd de batterij uit de buurt van open vuur. • Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte. • Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
Verbinding maken met het netwerk Uw computer beschikt over een of meer netwerkadapters voor verbinding met internet en aansluiting op het netwerk van uw bedrijf (LAN/draadloos LAN). Opmerking: Bepaalde modellen zijn uitgerust met een ingebouwde draadloos-WAN-kaart, via welke u draadloos verbinding kunt maken via niet-lokale openbare of particuliere netwerken. Access Connections is een ondersteunend programma voor het maken van verbindingen en het definiëren en beheren van locatieprofielen.
WiMAX (Worldwide Interoperability for Microwave Access) WiMAX is een techniek voor draadloze gegevensoverdracht over langere afstanden, gebaseerd op de 802.16-standaard. Deze techniek verzorgt de “laatste schakel” in de verbinding met de serviceprovider en is in die zin vergelijkbaar met de breedbandtechniek van kabel en ADSL. Het verschil is dat er niet fysiek een kabel op de PC hoeft te worden aangesloten.
kaart kunt u verbinding maken met internet en met het netwerk van uw bedrijf. Met het bijbehorende configuratieprogramma stelt u de draadloos-WAN-verbinding in en bewaakt u de status ervan. Opmerking: De draadloos-WAN-service is niet in alle landen beschikbaar. Waar deze service beschikbaar is, wordt ze geleverd door van overheidswege goedgekeurde serviceproviders.
2. Wacht totdat de installatie van de stuurprogramma's voltooid is. OF 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram My Bluetooth Places op het bureaublad of op het Bluetooth-pictogram in het systeemvak. 2. Selecteer Start Using Bluetooth. Het venster Start Using Bluetooth wordt geopend en er worden automatisch enkele virtuele stuurprogramma's geïnstalleerd. 3. Wacht totdat de installatie van de stuurprogramma's voltooid is.
• Dial-up networking • Network access • Bluetooth serial port • Bluetooth Imaging • Hands Free • AV profile 4. Klik op de gewenste service. Voor meer informatie kunt u in Bluetooth op F1 drukken om de Help-functie op te roepen. Bluetooth Configuration Als u de configuratiefuncties van Bluetooth wilt gebruiken, klikt u met de rechtermuisknop op dit pictogram. Er verschijnt een voorgrondmenu. Selecteer Bluetooth Setup Wizard of Advanced Configuration.
1. Zet de Bluetooth-functie aan. De Microsoft Bluetooth-software wordt automatisch geladen. 2. Als het venster van de wizard Nieuwe hardware gevonden wordt geopend, doet u het volgende: a. Klik op Nee en klik vervolgens op Volgende. b. Selecteer Ik wil zelf kiezen (Geavanceerd) en klik op Volgende. c. Selecteer Op de onderstaande locaties naar het beste stuurprogramma zoeken. d.
Opmerking: Als u de functie voor draadloze communicatie (de standaard 802.11) op uw computer tegelijkertijd gebruikt met een Bluetooth-optie, kan het zijn dat de transmissiesnelheid en de snelheid van de draadloze communicatie lager worden. WiMAX gebruiken Sommige ThinkPad notebooks worden geleverd met een ingebouwde draadloos-LAN-kaart waarin WiMAX-technieken zijn geïntegreerd. WiMAX is een techniek voor draadloze gegevensoverdracht over langere afstanden, gebaseerd op de 802.16-standaard.
Met het statuspictogram voor de draadloze verbinding wordt de signaalsterkte en de status van de draadloze verbinding weergegeven. U kunt de sterkte van het signaal en de status van de draadloze verbinding controleren door Access Connections te openen of door te dubbelklikken op het desbetreffende pictogram van Access Connections op de taakbalk.
2. Klik op Draadloze radio's aanzetten. U schakelt de functie voor draadloze communicatie als volgt uit: • Klik op het statuspictogram van Access Connections in het systeemvak. • Klik op Draadloze radio's uitzetten. Opmerking: Als u een computer met Windows 7 hebt, kunt u op Verborgen pictogrammen afbeelden op de taakbalk klikken. Het Access Connections-pictogram voor draadloze verbindingen wordt dan afgebeeld.
U kunt de uitvoer naar het beeldscherm van de computer, naar het externe beeldscherm of naar beide beeldschermen sturen. Dit stelt u in in het venster Beeldscherminstellingen (in Windows XP: Eigenschappen voor beeldscherm). Een extern beeldscherm aansluiten U sluit een extern beeldscherm als volgt aan: Voor Windows 7: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op de aansluiting voor een extern beeldscherm en sluit het beeldscherm aan op een stopcontact. 2. Zet het externe beeldscherm aan. 3.
6. Klik op Geavanceerde instellingen. 7. Klik op de tab Beeldscherm. Controleer aan de hand van de gegevens in het venster of het beeldschermtype correct is. Is dat het geval, klik dan op OK om het venster te sluiten. Zo niet, ga dan als volgt te werk: 8. Wanneer twee of meer beeldschermtypen worden afgebeeld, selecteert u Generiek PnP-beeldscherm of Generiek Non-PnP beeldscherm. 9. Klik op Eigenschappen.
Overwegingen bij het aansluiten van een extern beeldscherm • Als u een besturingssysteem installeert, moet u het stuurprogramma voor uw beeldscherm installeren, dat bij de computer wordt meegeleverd, plus het Monitor INF-bestand dat bij het externe beeldscherm wordt meegeleverd.
2. Klik op het pictogram Monitor-1 (voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer). 3. Stel de resolutie in voor het primaire beeldscherm. 4. Klik op het pictogram Monitor-2 (voor het secundaire, externe beeldscherm). 5. Stel de resolutie in voor het secundaire beeldscherm. 6. Zet de pictogrammen van de beeldschermen zo neer dat ze elkaar raken. Opmerking: U kunt de beeldschermen in iedere gewenste positie zetten, maar de pictogrammen moeten elkaar raken. 7.
• Weergeven van WAV-bestanden met een samplefrequentie van 44.1KHz tot 192 kHz. • Weergeven van MIDI-bestanden via een Wavetable-synthesizer onder Microsoft Windows-besturingssystemen. • Afspelen van MP3-bestanden met behulp van de Windows Media Player of een softwarematige MP3-speler. • Opnemen via verschillende geluidsbronnen, zoals een headset die is aangesloten op de combo audioaansluiting van de computer.
Een flash media-kaart gebruiken Uw computer is uitgerust met één sleuf van een Geheugenkaartlezer. In de geheugenkaartlezer kunt u de volgende typen kaarten kwijt: • SD-kaart • SDHC-kaart • SDXC-kaart • MultiMediaCard (MMC) Opmerking: Als u gegevens overbrengt van of naar een mediakaart, bijvoorbeeld een SD-kaart, plaats de computer dan niet in de sluimerstand (Standby) of de slaapstand voordat de gegevensoverdracht voltooid is. Doet u dat wel, dan kunnen de gegevens beschadigd raken.
Een flash media-kaart verwijderen Ga als volgt te werk om een flash media-kaart te verwijderen: Voor Windows 7: • Klik op Verborgen pictogrammen afbeelden op de taakbalk. • Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig verwijderen. • Selecteer het corresponderende item om de kaart uit het Windows-besturingssysteem te verwijderen. • Druk op de kaart om deze uit de computer te verwijderen. • Haal de kaart uit de computer en bewaar deze op een veilige plek.
Hoofdstuk 3. U en uw computer In dit hoofdstuk krijgt u informatie over hoe u toegang tot uw computer krijgt en met uw computer op reis gaat. Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: • “Toegankelijkheid en comfort” op pagina 59 • “De computer meenemen op reis” op pagina 61 Toegankelijkheid en comfort Omdat de computer het zo gemakkelijk maakt om op allerlei verschillende plaatsen te werken, is het belangrijk om extra te letten op uw houding, op een goede verlichting en op een geschikte stoel.
Beeldscherm: Een aangename kijkafstand is ongeveer 51-76 cm. Vermijd reflecties van lampen of zonlicht. Maak het beeldscherm regelmatig schoon en stel de helderheid en het contrast zo in dat u een goed beeld hebt. De helderheid van het beeldscherm kunt u instellen met Home of End. Hoofd: Houd uw hoofd en nek in een comfortabele en neutrale (verticaal of rechtop) stand. Stoel: Gebruik een stoel met verstelbare hoogte die voldoende steun voor uw rug geeft. Stel de stoel in op de door u gewenste houding.
Informatie voor gehandicapten Lenovo streeft ernaar mensen met een handicap betere toegang te geven tot informatie en technologie. De volgende informatie is speciaal bedoeld voor mensen met een visuele, auditieve of motorische handicap. Er zijn ondersteunende technieken waardoor gebruikers op de meest geschikte manier toegang kunnen krijgen tot informatie.
Tips voor als u op reis gaat Als u uw computer meeneemt op reis, kunnen de volgende tips van pas komen. 1. U kunt de computer weliswaar veilig door de röntgenmachines van de beveiliging op een vliegveld laten gaan, maar houd hem daarbij wel altijd goed in de gaten om diefstal te voorkomen. 2. Een vliegtuig- of auto-adapter voor de computer zou van pas kunnen komen. 3. Als u een wisselstroomadapter meeneemt, ontkoppel dan vooraf het netsnoer van de adapter om schade aan het snoer te voorkomen.
Hoofdstuk 4. Beveiliging In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door onbevoegden.
• “Wachtwoorden invoeren” op pagina 64 • “Systeemwachtwoord” op pagina 64 • “Beveiliging van de vaste schijf” op pagina 69 • “Beheerderswachtwoord” op pagina 67 Wachtwoorden en de sluimerstand (Standby) Als u wachtwoorden hebt ingesteld en de computer in de sluimerstand (Standby) staat, dan verloopt de procedure voor het weer in gebruik nemen als volgt: • U wordt niet gevraagd het wachtwoord op te geven als u de normale werking hervat.
8. Kies een systeemwachtwoord en voer dit wachtwoord in tussen de haakjes in het veld Enter New Password. Opmerking: U kunt de minimumlengte van een systeemwachtwoord instellen in het menu ThinkPad Setup. Voor meer informatie gaat u naar “Menu Security” op pagina 121. 9. Druk eenmaal op Enter om naar de volgende regel te gaan. Typ het wachtwoord dat u zojuist hebt ingevoerd nogmaals, om het te bevestigen. 10. Onthoud uw wachtwoord goed.
bent, kunt u User + Master selecteren om twee wachtwoorden in te stellen. (De gebruiker kan het gebruikerswachtwoord later wijzigen.) 9. Als u User + Master kiest, gaat u naar stap 12. 10. Als u alleen User selecteert, wordt er een venster geopend waarin u een nieuw wachtwoord kunt invoeren. Typ het nieuwe wachtwoord in het veld Enter New Password. Opmerking: U kunt de minimumlengte van een vaste-schijfwachtwoord instellen in het menu ThinkPad Setup. Zie voor meer informatie “menu Security” op pagina 121.
Om het gebruikers- en master wachtwoord voor de vaste schijf te wijzigen of te verwijderen, selecteert u User HDP of Master HDP. Als u User HDP hebt geselecteerd, doet u het volgende: • Om het vaste-schijfwachtwoord voor de gebruiker te wijzigen, typt u het huidige gebruikers- of masterwachtwoord voor de vaste schijf in het veld Enter Current Password.
– Boot Order Lock in- en uitschakelen – De functie waarbij de eindgebruikers het Flash BIOS kunnen bijwerken in- of uitschakelen – De ingebouwde netwerkfunctie in- en uitschakelen – De ingebouwde functie voor draadloze communicatie in- en uitschakelen – De ingebouwde Bluetooth-functie in- en uitschakelen – De ingebouwde draadloos-WAN-functie in- en uitschakelen – De beveiligingswerkstand in- en uitschakelen – De prioriteit van de lezer in- en uitschakelen – De vingerafdrukgegevens wissen Opmerkingen: • Om h
Om het wachtwoord te wijzigen, doet u het volgende: 1. Geef het huidige beheerderswachtwoord op in het veld Enter Current Password. 2. Typ het nieuwe beheerderswachtwoord in het veld Enter New Password en typ het wachtwoord nogmaals in het veld Confirm New Password. 3. Om het beheerderswachtwoord te wijzigen, volgt u stappen 11 en 12 in “Setting a supervisor password” op pagina 68. Om het wachtwoord te wissen, doet u het volgende: 1.
1. Zet de computer aan. 2. Als u de Lenovo Fingerprint-software wilt starten, raadpleegt u “Fingerprint Software” op pagina 22. 3. Volg de aanwijzingen op het scherm om uw vingerafdruk vast te leggen ("enroll"). Meer informatie vindt u in de Help voor het programma. Uw vinger over de vingerafdruklezer halen U haalt als volgt uw vinger over de vingerafdruklezer: 1. Plaats de bal van uw vinger (d.w.z. het centrale deel van de vingerafdruk) op de kleine cirkel boven de lezer.
Onderhoud van de vingerafdruklezer De volgende acties kunnen ertoe leiden dat de vingerafdruklezer beschadigd raakt of dat de lezer niet meer goed werkt: • Krassen op het oppervlak van de lezer met een hard, gepunt voorwerp. • Over het oppervlak van de lezer schuren met uw nagel of een hard voorwerp. • Aanraken of gebruiken van de lezer met een verontreinigde vinger.
Deze methoden wijzigen echter alleen de bestandstoewijzing van de gegevens. De gegevens zelf worden niet gewist. Met andere woorden: het herstelproces wordt onder besturingssystemen zoals Windows uitgeschakeld. De gegevens zijn er nog steeds, hoewel het lijkt alsof ze gewist zijn. Met behulp van speciale software voor gegevensherstel kunnen de gegevens vaak nog worden gelezen.
Hoofdstuk 5. Overzicht van gegevensherstel In dit hoofdstuk vindt u informatie over de herstelmogelijkheden die Lenovo biedt.
Herstelmedia maken In dit gedeelte vindt u instructies voor het maken van herstelmedia onder Windows 7. Opmerking: Onder Windows 7 kunt u herstelmedia maken met schijven of met externe USB-opslagapparaten. Onder Windows XP kunt u herstelmedia alleen met schijven maken - de procedure hiervoor is genaamd “maken van de Productherstelschijven” • Voor het maken van herstelmedia onder Windows 7 klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Factory Recovery-schijven.
1. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Wanneer het Startup Device Menu wordt geopend, laat u F12 weer los. 2. Plaats de opstartschijf in het optische-schijfstation. 3. Selecteer het optische-schijfstation met de opstartschijf als het opstartstation en druk op Enter. Na korte tijd wordt het werkgebied van Rescue and Recovery afgebeeld. 4. Klik in het menu Rescue and Recovery op Systeem herstellen. 5. Volg de aanwijzingen op het scherm. Plaats de gevraagde Herstelschijf.
• Om een herstelbewerking uit te voeren vanuit het programma Rescue and Recovery onder Windows 7 doet u het volgende: 1. Op het bureaublad van Windows klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Enhanced Backup and Restore. Het programma Rescue and Recovery wordt geopend. 2. Klik in het hoofdvenster van Rescue and Recovery op de pijl Rescue and Recovery geavanceerd starten. 3. Klik op het pictogram Het systeem herstellen vanuit een backup. 4.
Het werkgebied van Rescue and Recovery kunt u als volgt starten: 1. Controleer of de computer uit staat. 2. Druk herhaaldelijk op de toets F11 wanneer u de computer aanzet. Als u een geluidssignaal hoort of het logo-scherm ziet, laat u F11 los. 3. Als er een Rescue and Recovery-wachtwoord is ingesteld, typ dat dan zodra daarnaar wordt gevraagd. Het werkgebied Rescue and Recovery wordt na enige tijd geopend.
4. Geef in het gebied Noodherstelmedia aan welk type herstelmedium u wilt maken. U kunt een noodherstelmedium maken met behulp van een schijf, een USB vaste-schijfstation of een tweede intern vaste-schijfstation. 5. Klik op OK en volg de instructies op het scherm om een noodherstelmedium te maken. • U maakt als volgt een noodherstelmedium onder Windows XP: 1. Op het bureaublad van Windows klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ ThinkVantage ➙ Herstelmedia maken.
3. Open de map C:\SWTOOLS. 4. Open de map APPS. Deze map bevat verschillende submappen die de namen hebben van bepaalde vooraf geïnstalleerde software. 5. Open de map van de toepassing die u opnieuw gaat installeren. 6. Dubbelklik op Setup en volg dan de aanwijzingen op het scherm om het programma opnieuw te installeren. Vooraf geïnstalleerde stuurprogramma's opnieuw installeren Attentie: Door het opnieuw installeren van stuurprogramma's wijzigt u de configuratie van de computer.
noodherstelapparaat (een intern vaste-schijfstation, schijf, USB-vaste-schijfstation of andere externe apparaten) mogelijk niet ingesteld als het eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde. Controleer eerst of het herstelapparaat dat u wilt gebruiken ingesteld is als eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde van Setup Utility. Raadpleeg “Menu Startup” op pagina 122 voor gedetailleerde informatie over het tijdelijk of permanent wijzigen van de opstartvolgorde van apparaten.
Hoofdstuk 6. Apparaten vervangen U kunt de capaciteit van het geheugen of het vaste-schijfstation vergroten door het oorspronkelijk ingebouwde apparaat te vervangen. Indien nodig kunt u ook de PCI Express Mini-kaart vervangen. Volg daarbij de onderstaande procedures.
Als u de batterij wilt vervangen, lees dan de onderstaande vereisten. Voordat u deze procedure uitvoert GEVAAR Als de oplaadbare batterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De batterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden: • Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type. • Houd de batterij uit de buurt van open vuur.
4. Plaats een volledig opgeladen batterij in de computer totdat deze op zijn plaats vastklikt 1 zoals afgebeeld, en plaats de batterijvergrendeling in de vergrendelde positie 2 . 5. Draai de computer weer om. Sluit de wisselstroomadapter en alle kabels weer aan. Het vaste-schijfstation vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. U kunt het vaste-schijfstation vervangen door een nieuw station dat u bij of via Lenovo hebt aangeschaft.
1. Zet de computer uit en ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer. 2. Klap het beeldscherm dicht en keer de computer om. 3. Verwijder de batterij. Voor meer informatie over het verwijderen van de batterij kunt u “De batterij verwisselen” op pagina 81 raadplegen. 4. Draai de schroeven 1 los en verwijder het afdekplaatje 2 . 5. Verwijder de schroeven 1 en schuif het vaste-schijfstation naar de voorkant van het systeem 2 .
6. Verwijder het vaste-schijfstation door de bovenkant op te tillen. 7. Plaats het nieuwe vaste-schijfstation opnieuw vanaf de onderkant zoals afgebeeld. 8. Schuif het vaste-schijfstation stevig in de aansluiting 1 en breng de schroeven 2 weer aan. Hoofdstuk 6.
9. Breng het afdekplaatje 1 aan, kantel het naar beneden en zet het vast met de schroeven 2 . 10. Zet de batterij weer op zijn plaats. Voor meer informatie over het opnieuw plaatsen van de batterij kunt u “De batterij verwisselen” op pagina 81 raadplegen. 11. Draai de computer weer om. Sluit de wisselstroomadapter en alle kabels weer aan. Het optische-schijfstation vervangen ThinkPad Edge E420 Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. Er is in het compartiment een optische-schijfstation geïnstalleerd.
5. Draai de schroef los. 6. Trek station eruit. Om het gerepareerde station (of een nieuw station) te installeren, gaat u als volgt te werk: Hoofdstuk 6.
1. Plaats het station in het compartiment en druk het stevig in de aansluiting. 2. Breng de schroef weer aan. 3. Breng het afdekplaatje 1 aan, kantel het naar beneden en zet het vast met de schroeven 2 . 4. Plaats de batterij in de computer.
5. Draai de computer weer om. Sluit de wisselstroomadapter en de kabels weer aan en zet de computer aan. ThinkPad Edge E520 Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. Er is in het compartiment een optische-schijfstation geïnstalleerd. Als dit moet worden gerepareerd, verwijdert u het als volgt: 1. Zet de computer uit en ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer. Wacht enkele minuten totdat de computer van binnen voldoende is afgekoeld voordat u de onderstaande procedure uitvoert. 2.
1. Plaats het station in het compartiment en druk het stevig in de aansluiting. 2. Breng de schroef 1 weer aan en draai hem goed vast 2 . 3. Plaats de batterij in de computer. 4. Draai de computer weer om. Sluit de wisselstroomadapter en de kabels weer aan en zet de computer aan. De Wireless WAN PCI Express Mini-kaart installeren en vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Ter voorkoming van een elektrische schok dient u, voordat u het afdekplaatje van dit compartiment opent, de kabels te ontkoppelen. Attentie: Raak altijd een geaard metalen voorwerp aan voordat u een PCI Express Mini-kaart gaat installeren. Op die manier kunt u statische elektriciteit uit uw lichaam laten wegvloeien. Door statische elektriciteit kan de kaart beschadigd raken.
5. Als er in het pakket bij de nieuwe kaart een hulpmiddel is geleverd voor het verwijderen van aansluitingen, gebruikt u dit om de kabels los te koppelen van de kaart. Als er geen gereedschap is bijgeleverd, ontkoppelt u de kabels door de aansluitingen vast te pakken en ze voorzichtig los te trekken. 6. Verwijder de schroef 1 . De kaart komt omhoog 2 . Verwijder de kaart.
7. Breng de contactrand van de nieuwe PCI Express Mini-kaart tegenover de corresponderende aansluiting 1 in de computer. Kantel de kaart totdat u deze op zijn plaats kunt vastklikken. Zet de kaart vast met de schroef 2 . 8. Sluit de antennekabels aan op de nieuwe PCI Express Mini-kaart, zoals afgebeeld. Hoofdstuk 6.
9. Breng het afdekplaatje 1 aan, kantel het naar beneden en zet het vast met de schroeven 2 . 10. Zet de batterij weer op zijn plaats. Voor meer informatie over het opnieuw plaatsen van de batterij kunt u “De batterij verwisselen” op pagina 81 raadplegen. 11. Draai de computer weer om. Sluit de wisselstroomadapter en alle kabels weer aan en zet de computer aan. Een Wireless LAN/WiMAX PCI Express Mini-kaart installeren of vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
3. Verwijder de batterij. Voor meer informatie over het verwijderen van de batterij kunt u “De batterij verwisselen” op pagina 81 raadplegen. 4. Draai de schroeven 1 los en verwijder het afdekplaatje 2 . 5. Als er in het pakket bij de nieuwe kaart een hulpmiddel is geleverd voor het verwijderen van aansluitingen, gebruikt u dit om de kabels los te koppelen van de kaart. Als er geen gereedschap is bijgeleverd, ontkoppelt u de kabels door de aansluitingen vast te pakken en ze voorzichtig los te trekken.
6. Verwijder de schroef 1 . De kaart komt omhoog 2 . Verwijder de kaart. 7. Breng de contactrand van de nieuwe PCI Express Mini-kaart tegenover de corresponderende aansluiting 1 in de computer. Kantel de kaart totdat u deze op zijn plaats kunt vastklikken. Zet de kaart vast met de schroef 2 .
8. Sluit de antennekabels aan op de nieuwe PCI Express Mini-kaart, zoals afgebeeld. 9. Breng het afdekplaatje 1 aan, kantel het naar beneden en zet het vast met de schroeven 2 . 10. Zet de batterij weer op zijn plaats. Voor meer informatie over het opnieuw plaatsen van de batterij kunt u “De batterij verwisselen” op pagina 81 raadplegen. 11. Draai de computer weer om. Sluit de wisselstroomadapter en alle kabels weer aan en zet de computer aan.
Opmerking: De snelheid waarmee de geheugenmodule werkt, is afhankelijke van de systeemconfiguratie van uw computer en de combinatie van de computer en de erin geïnstalleerde geheugenmodule. Onder bepaalde omstandigheden werkt het geheugen in de computer wellicht niet op de maximale snelheid. Attentie: Raak altijd een geaard metalen voorwerp aan voordat u een module gaat installeren. Op die manier kunt u statische elektriciteit uit uw lichaam laten wegvloeien.
Attentie: Om beschadiging van de SO-DIMM te voorkomen, dient u de contactrand ervan nooit aan te raken. 7. Plaats de geheugenmodule 1 met de uitsparing in de richting van de contactrand van de aansluiting in een hoek van 20 graden in de aansluiting en druk hem stevig aan 2 . Opmerking: Als u in slechts één van de twee aansluitingen een geheugenmodule installeert, gebruik daarvoor dan altijd de onderste aansluiting. 8. Kantel de SO-DIMM omlaag totdat hij op zijn plaats vastklikt. 9.
Het toetsenbord vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint. U kunt de onderstaande procedures voor het vervangen van het toetsenbord volgen. Voordat u deze procedure uitvoert GEVAAR Tijdens onweer dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten of te ontkoppelen. GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Ter voorkoming van een elektrische schok dient u, voordat u het afdekplaatje van dit compartiment opent, de kabels te ontkoppelen.
5. Verwijder de schroeven 1 en 2 . 6. Om de voorkant van het toetsenbord te ontgrendelen, moet u hard in de richting van de pijlen drukken ( 1 in de afbeelding). Het toetsenbord buigt een klein stukje door 2 . Hoofdstuk 6.
7. Verwijder de kabels 2 en 4 door de aansluitingen 1 en 3 omhoog te kantelen. Het toetsenbord is nu verwijderd. Het toetsenbord installeren Om het toetsenbord te installeren, doet u het volgende: 1. Sluit de kabels aan.
2. Leg het toetsenbord op zijn plaats. Zorg ervoor dat de achterste randen van het toetsenbord zich onder het frame bevinden, zoals door de pijlen wordt aangegeven. 3. Schuif het toetsenbord in de richting die is aangegeven met de pijlen. 4. Breng de twee schroeven 1 en 2 weer aan. Hoofdstuk 6.
5. Breng het afdekplaatje 1 aan, kantel het naar beneden en zet het vast met de schroeven 2 . 6. Zet de batterij weer op zijn plaats. Voor meer informatie over het opnieuw plaatsen van de batterij kunt u “De batterij verwisselen” op pagina 81 raadplegen. 7. Draai de computer weer om. Sluit de wisselstroomadapter en alle kabels weer aan en zet de computer aan. ThinkPad Edge E520 Het toetsenbord verwijderen Om het toetsenbord te verwijderen, doet u het volgende: 1.
5. Verwijder de schroeven 1 en 2 . 6. Om de voorkant van het toetsenbord te ontgrendelen, moet u hard in de richting van de pijlen drukken ( 1 in de afbeelding). Het toetsenbord buigt een klein stukje door 2 . Hoofdstuk 6.
7. Verwijder de kabels 2 en 4 door de aansluitingen 1 en 3 omhoog te kantelen. Het toetsenbord is nu verwijderd. Het toetsenbord installeren Om het toetsenbord te installeren, doet u het volgende: 1. Sluit de kabels aan.
2. Leg het toetsenbord op zijn plaats. Zorg ervoor dat de achterste randen van het toetsenbord zich onder het frame bevinden, zoals door de pijlen wordt aangegeven. 3. Schuif het toetsenbord in de richting die is aangegeven met de pijlen. Hoofdstuk 6.
4. Breng de twee schroeven 1 en 2 weer aan. 5. Breng het afdekplaatje 1 aan, kantel het naar beneden en zet het vast met de schroeven 2 . 6. Zet de batterij weer op zijn plaats. Voor meer informatie over het opnieuw plaatsen van de batterij kunt u “De batterij verwisselen” op pagina 81 raadplegen. 7. Draai de computer weer om. Sluit de wisselstroomadapter en alle kabels weer aan en zet de computer aan. De SIM-kaart vervangen Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
Opmerking: De SIM-kaart is te herkennen aan de chip die aan één kant van de kaart is bevestigd. Vervangingsinstructies U kunt de SIM-kaart als volgt vervangen: 1. Zet de computer uit en ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer. 2. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. 3. Verwijder de batterij. Lees voor meer informatie “De batterij verwisselen” op pagina 81. 4. Kijk in het geopende batterijcompartiment waar de sleuf voor de SIM-kaart zich bevindt.
110 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 7. De computer uitbreiden In dit gedeelte vindt u informatie over het installeren van extra hardware, zodat u optimaal profiteert van de moderne technologie van uw computer. Opties voor de ThinkPad zoeken Als u de mogelijkheden van uw computer wilt uitbreiden, heeft Lenovo allerlei hardwaretoebehoren en upgrades om aan uw wensen tegemoet te komen. Bijvoorbeeld geheugen, opslag, netwerkadapters en port replicators, batterijen, voedingsadapters, printers, scanners, toetsenborden en muizen.
112 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 8. Geavanceerde configuratie Het is altijd van het grootste belang om uw bestanden, gegevens en instellingen op het vaste schijfstation zorgvuldig te beschermen, maar het kan ook nodig zijn een nieuw besturingssysteem of nieuwe stuurprogramma's te installeren, het systeem-UEFI bij te werken of vooraf geïnstalleerde software te herstellen. De informatie in dit hoofdstuk helpt u de computer goed te gebruiken.
Land of regio: Code • China: SC • Denemarken: DK • Finland: FI • Frankrijk: FR • Duitsland: GR • Italië: IT • Japan: JP • Nederland: NL • Noorwegen: NO • Spanje: SP • Zweden: SV • Taiwan en Hongkong: TC • Verenigde Staten: US Windows 7 installeren Om Windows 7 met alle bijbehorende software op uw computer te installeren, gaat u als volgt te werk: 1. Start het programma ThinkPad Setup. 2. Selecteer het menu Startup. 3. Kies UEFI/Legacy Boot. 4.
Om een fixmodule te installeren, voert u het EXE-bestand uit in een subdirectory en volgt u de instructies op het scherm. Opmerking: Als u een computer met een single-core processor hebt, u het vaste-schijfstation daaruit verwijdert en dit vervolgens installeert in een computer met een dual-core processor, krijgt u zonder problemen toegang tot het vaste-schijfstation.
12. Zodra dat wordt gevraagd, plaatst u de in stap 2 gemaakte diskette in het diskettestation en drukt u op Enter. 13. Blader in de lijst met stuurprogramma's naar beneden. Selecteer Intel Mobile Express Chipset SATA AHCI Controller en druk op Enter. 14. Druk, om de installatie voort te zetten, nogmaals op Enter. Laat de diskette in het station totdat er de volgende keer opnieuw wordt opgestart.
17. Klik op Nee en klik vervolgens op Volgende. 18. Selecteer Ik wil zelf kiezen (Geavanceerd) en klik op Volgende. 19. Selecteer Op de onderstaande locaties naar het beste stuurprogramma zoeken. Selecteer daarna Ook op deze locatie zoeken:, geef het pad C:\DRIVERS\WIN\IRST op en klik op Volgende. Er verschijnt een nieuw venster van de wizard Nieuwe Hardware Gevonden. 20. Klik op Voltooien. 21. Klik in het venster Wijziging systeeminstellingen op Ja. De computer wordt opnieuw opgestart. 22.
7. Klik op de tab Stuurprogramma. 8. Klik op Stuurprogramma bijwerken. 9. Selecteer Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken en klik daarna op Ik wil kiezen uit een lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer. 10. Klik op Diskette. 11. Geef het pad C:\SWTOOLS\DRIVERS\MONITOR op voor dit INF-bestand. Klik daarna op Openen. 12. Klik op OK. 13. Controleer of het juiste type beeldscherm wordt genoemd. Is dit het geval, klik dan op Volgende. 14. Windows voltooit de installatie. Klik op Sluiten. 15.
Installeer Intel Chipset Support voor Windows 2000/XP/Vista/7 Voor u begint Voordat u het besturingssysteem installeert, kopieert u alle subdirectory's en bestanden in de directory C:\SWTOOLS naar een verwisselbaar opslagmedium zodat er tijdens de installatie geen bestanden verloren gaan. Installeer Intel Chipset Support voor Windows 2000/XP/Vista/7 als volgt: 1. Herstel C:\SWTOOLS met behulp van de backup die u vóór de installatie hebt gemaakt. 2. Voer infinst_autol.exe uit in C:\SWTOOLS\DRIVERS\INTELINF.
Hieronder ziet u een voorbeeld van het menu van ThinkPad Setup: 4. Ga, met behulp van de cursortoetsen, naar de optie die u wilt wijzigen. Wanneer de gewenste optie is gemarkeerd, drukt u op Enter. Er verschijnt een submenu. 5. Breng de gewenste wijzigingen aan. Om de waarde van een optie te wijzigen, drukt u op +/-. Als de optie een submenu heeft, kunt u dit oproepen door op Enter te drukken. 6. Druk op Esc om het submenu te verlaten. 7.
• Serial ATA (SATA): De instellingen voor het vaste-schijfstation opgeven. • CPU: De instellingen voor de centrale processor opgeven. Menu Date/Time Als u de datum en tijd op de computer wilt instellen, kan dat via het menu Date/Time van het programma ThinkPad Setup. Het onderstaande submenu wordt afgebeeld. • System Date • System Time Stel de datum en tijd als volgt in: 1. Ga met de cursor-omhoog- en cursor-omlaagtoetsen naar het item dat u wilt wijzigen: datum of tijd. 2.
Opmerkingen: • Hard Disk 1 is de vaste schijf die in de computer is ingebouwd. Met Lock UEFI BIOS Settings kunt u de functie in- of uitschakelen waarmee wordt voorkomen dat de opties van het programma ThinkPad Setup kunnen worden gewijzigd door een gebruiker die niet beschikt over het beheerderswachtwoord. Standaard is deze optie ingesteld op Enabled. Als u een beheerderswachtwoord instelt en deze functie inschakelt, dan bent u de enige die opties in het programma ThinkPad Setup kan wijzigen.
2. Zet de computer aan, wacht tot er linksonder op het scherm een “bericht wordt afgebeeld over het onderbreken van de normale opstartprocedure” en druk op F12. 3. Selecteer het apparaat waarop als eerste uit het menu Boot naar een besturingssysteem moet worden gezocht. Opmerking: Het menu Boot verschijnt, wanneer het systeem dat niet van een apparaat of besturingssysteem kan opstarten, niet werd gevonden.
• Enabled betekent dat de functie is geconfigureerd. • Disabled betekent dat de functie niet is geconfigureerd. • De standaardwaarden zijn vetgedrukt. Opties in het menu Config Tabel 4. Opties in het menu Config Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Network Ethernet LAN Option ROM • Disabled Hiermee wordt de ROM van de Ethernet LAN-optie geladen om opstarten vanuit een geïntegreerd netwerpapparaat mogelijk te maken.
Tabel 4. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Keyboard/Mouse Fn and Ctrl Key swap • Disabled Als u “Enabled” selecteert, werkt de Fn-toets als Ctrl-toets en werkt de Ctrl-toets als Fn-toets. • Enabled Opmerking: Ook als “Enabled” is geselecteerd, moet u op de Fn-toets drukken om de computer uit de sluimerstand (Standby) te halen. Fn Key Lock • Disabled De Fn-toetsvergrendeling kan worden in- of uitgeschakeld.
Tabel 4. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Power Intel SpeedStep® technology (Intel SpeedStep mounted models only) • Disabled De stand voor de Intel SpeedStep-technologie kunt u kiezen in de gebruikers-UEFI bij runtime. • Enabled Mode for AC • Maximum Performance • Battery Optimized Mode for Battery • Maximum Performance • Battery Optimized Optical Drive Speed • High Performance • Normal Stel de snelheid van het optische station in.
Tabel 4. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Keyboard Beep • Enabled Aangeven of er een geluidssignaal klinkt als er niet-gedefinieerde toetsencombinaties worden gebruikt. • Disabled Serial ATA (SATA) CPU SATA Controller Mode Option • Compatibility Core Multi-Processing • Disabled • AHCI • Enabled Selecteer de werkstand van de SATA-controller. Selecteert u “Compatibility mode”, dan werkt de seriële ATA-controller in compatibiliteitswerkstand.
Tabel 5. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Memory Protection Execution Prevention • Disabled Sommige computervirussen en wormen zorgen ervoor dat geheugenbuffers overlopen door code uit te voeren op plaatsen waar alleen gegevens zijn toegestaan. Als het gebruik van de voorziening "Data Execution Prevention" door het besturingssysteem wordt ondersteund, kunt u uw computer beschermen tegen dergelijke virussen en wormen door “Enabled” te kiezen.
Tabel 5. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Bluetooth • Disabled Als u “Enabled” selecteert, kunt u het Bluetooth-apparaat gebruiken. • Enabled USB Port • Disabled Als u “Enabled” selecteert, kunt u de USB-poort gebruiken. • Enabled Optical • Disabled Als u “Enabled” selecteert, kunt u het optische-schijfstation gebruiken. • Enabled eSATA Port • Disabled Als u “Enabled” selecteert, kunt u de eSATA-poort gebruiken.
Tabel 5. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Opmerking: Als u de activering van de Computrace-module instelt op “Permanently Disabled”, is het niet meer mogelijk om deze instelling later nog te activeren. Opties in het menu Startup Tabel 6. Opties in het menu Startup Menu-item Waarden Opmerkingen Boot Zie “Menu Startup” op pagina 122. Network Boot Zie “Menu Startup” op pagina 122. UEFI/Legacy Boot • Both Schakel de UEFI/Legacy boot in.
Tabel 6. Opties in het menu Startup (vervolg) Menu-item Waarden Opmerkingen Option Keys Display • Disabled Als u “Disabled” selecteert, wordt het bericht “Druk op de Enter om de normale opstartprocedure te onderbreken” niet afgebeeld tijdens de zelftest. • Enabled Boot Device List F12 Option • Disabled • Enabled Boot Order Lock • Disabled • Enabled Als u “Enabled” selecteert, wordt de toets F12 herkend en wordt het menu Boot afgebeeld.
132 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 9. Problemen voorkomen Goed onderhoud is het behoud van uw ThinkPad Notebook. De meeste problemen kunnen worden voorkomen door het juiste onderhoud. In de onderstaande secties wordt beschreven hoe u uw computer het beste kunt onderhouden. • “Algemene voorzorgsmaatregelen” op pagina 133 • “Stuurprogramma's up-to-date houden” op pagina 134 • “Onderhoud van de computer” op pagina 135 Algemene voorzorgsmaatregelen 1. Controleer periodiek de resterende capaciteit van het vaste-schijfstation.
• Als uw systeem gebruikmaakt van CD's om de herstelprocedure uit te voeren, mag u de schijf NIET uit het station verwijderen voordat u hierom wordt gevraagd. 13. Als u vermoedt dat er problemen zijn met het vaste-schijfstation, raadpleegt u “De oorzaak van een probleem opsporen” op pagina 139 en voert u een diagnosetest van het station uit voordat u het Customer Support Center belt.
of het cruciaal, aanbevolen of optioneel is; op basis daarvan kunt u het belang van elke update inschatten. U kunt helemaal zelf bepalen welke updates u wilt downloaden en installeren. Nadat u de gewenste updatepakketten hebt geselecteerd, zorgt het programma System Update ervoor dat die updates automatisch worden gedownload en geïnstalleerd. U hoeft verder niets meer te doen. Het programma System Update is op uw computer vooraf geïnstalleerd en klaar voor gebruik.
Ga voorzichtig om met uw computer • Leg nooit iets tussen het beeldscherm en het toetsenbord of de polssteun (ook geen papier). • Het beeldscherm is bedoeld om te worden geopend en gebruikt bij een hoek van iets meer dan 90 graden. Klap het LCD-scherm niet verder dan 180 graden open, want dan kan het scharnier beschadigd raken. • Draai uw computer niet om wanneer de wisselstroomadapter is aangesloten omdat de adapterplug kan breken.
• Aanraken of gebruiken van de lezer met een verontreinigde vinger. In de volgende situaties maakt u het oppervlak van de lezer voorzichtig schoon met een droge, zachte, vezelvrije doek: • Als het oppervlak van de lezer vuil of gevlekt is. • Het oppervlak van de lezer is nat. • De lezer slaagt er vaak niet in uw vingerafdruk te herkennen. Uw computer registreren • Registreer uw ThinkPad-producten bij Lenovo (zie de webpagina http://www.lenovo.com/register).
Het beeldscherm schoonmaken 1. Veeg het beeldscherm schoon met een zachte, droge doek. Als u midden op het scherm een krasserige vlek ziet, kan die zijn veroorzaakt door het aanwijsknopje van de TrackPoint dat door druk van buitenaf tegen het scherm is gedrukt. 2. Wrijf de vlek voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. 3. Als de vlek hierna nog niet weg is, maakt u een zachte, stofvrije doek vochtig met water of een mengsel van 50% isopropylalcohol en 50% schoon water. 4.
Hoofdstuk 10. Computerproblemen oplossen In dit hoofdstuk leest u wat u moet doen als er een probleem met de computer optreedt. Het bevat probleemoverzichten met een procedure voor probleemoplossing, oplossingen voor problemen, een overzicht van herstelprocedures en contact opnemen met Lenovo.
• Voor Windows 7: klik op Start ➙ Configuratiescherm ➙ Systeem en beveiliging ➙ Lenovo - Systeem en onderhoud. Nadat u de toepassing hebt gestart, selecteert u de diagnosetest die u wilt uitvoeren. Als er problemen worden vastgesteld, worden er foutberichten weergegeven, evenals aanwijzingen die u helpen de problemen op te lossen. Meer informatie vindt u in het Help-systeem van ThinkVantage Toolbox.
3. Nadat de machine is uitgeschakeld, verwijdert u alle spanningsbronnen (batterij en AC-adapter) uit de machine. Verwijder alle externe apparaten die op de computer zijn aangesloten (toetsenbord, muis, printer, scanner, etc.). Herhaal stap 2. Als stap 2 niet werkt, ga dan door met stap 4. Opmerking: De volgende stappen betreffen het verwijderen van onderdelen uit de computer die gevoelig zijn voor statische elektriciteit.
Oplossing: Controlegetal voor de CRC2-instelling in de EEPROM is onjuist. Druk op F1 om naar ThinkPad Setup te gaan. Druk op F9 en vervolgens op Enter om de standaardwaarden te laden. Druk op F10 en vervolgens op Enter om het systeem opnieuw te starten. • Bericht: 0185: Ongeldige instellingen voor opstartvolgorde. Ga naar ThinkPad Setup en laad de standaardwaarden voor Setup. Oplossing: Controlegetal voor de instelling van de opstartvolgorde in de EEPROM is onjuist.
Test de computer met behulp van de “Lenovo ThinkVantage Toolbox” op pagina 139. – Als de test wordt afgebroken, moet de computer worden nagekeken. • Bericht: 0230: Fout in schaduw-RAM. Oplossing: Fout in schaduw-RAM. Test het geheugen van de computer met de “Lenovo ThinkVantage Toolbox” op pagina 139. Als u zojuist een geheugenmodule hebt geïnstalleerd, installeer die dan opnieuw. Voer vervolgens een geheugentest uit met de Lenovo ThinkVantage Toolbox. • Bericht: 0231: Fout in systeem-RAM.
Oplossing: Laat de computer nazien. • Bericht: 02F5: DMA-test is mislukt. Oplossing: Laat de computer nazien. • Bericht: 02F6: Software-NMI mislukt. Oplossing: Laat de computer nazien. • Bericht: 02F7: NMI van failsafe timer is mislukt Oplossing: Laat de computer nazien. • Bericht: 1802: Er is een niet-geautoriseerde netwerkkaart geïnstalleerd - Schakel het systeem uit en verwijder de netwerkkaart. Oplossing: De PCI Express Mini-netwerkkaart wordt niet ondersteund op deze computer. Verwijder de kaart.
Oplossing: Controleer of: – Of het vaste-schijfstation stevig is aangesloten. – Of er een opstartbare schijf in het station zit. Als dezelfde foutmelding nu weer verschijnt, controleer dan de opstartvolgorde in ThinkPad Setup. • Bericht: Ventilatorstoring Oplossing: De ventilator werkt niet. Laat de computer nazien. • Bericht: EMM386 is niet geïnstalleerd-Basisadres van paginaframe kan niet worden ingesteld. Oplossing: Bewerk C:\CONFIG.SYS en wijzig een regel van apparaat = C:\WINDOWS\EMM386.
– De wisselstroomadapter is aangesloten op de computer en of de stekker in een werkend stopcontact zit. – De computer aan staat. (Druk nogmaals op de aan/uit-knop om dit te controleren.) Als er een systeemwachtwoord is ingesteld: – Druk op een toets om de prompt voor het systeemwachtwoord op te roepen. Als het helderheidsniveau van het scherm te laag is, kunt u het verhogen door op Home te drukken. – Typ het juiste wachtwoord en druk op (zie Systeemwachtwoord).
Mogelijk moet u het toegevoegde geheugen verwijderen, om de computer te testen met alleen het in de fabriek geïnstalleerde geheugen en de geheugenmodules vervolgens één voor één opnieuw installeren om te controleren of de modules correct zijn aangesloten. De procedure voor het verwijderen en opnieuw installeren van een geheugenmodule vindt u in “Geheugenmodules vervangen” op pagina 97. 2. Controleer of er tijdens het opstarten foutberichten verschijnen.
Als u de adapter hebt geconfigureerd voor volledig duplex, zorg dan dat de switch-poort ook hiervoor is geconfigureerd. Als u de verkeerde duplexinstelling opgeeft, kunnen de prestaties van het apparaat achteruit gaan, kunnen er gegevens verloren gaan en kunnen er verbindingen verbroken worden. – Alle netwerksoftware die voor uw netwerkomgeving nodig is, goed is geïnstalleerd. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor de benodigde netwerksoftware.
Problemen met Bluetooth Voor Windows 7: • Probleem: Er komt geen geluid uit de Bluetooth headset/hoofdtelefoon, maar wel uit de luidspreker, en dat terwijl de headset/hoofdtelefoon is aangesloten met behulp van het profiel Headset of AV. Oplossing: Voer de volgende handelingen uit: 1. Sluit het programma af dat gebruikmaakt van het geluidsapparaat (bijv. Windows Media Player). 2. Ga naar het Configuratiescherm door op Start ➙ Configuratiescherm te klikken. 3. Klik op Hardware en geluid ➙ Geluid. 4.
Als het bovenstaande in orde is, schakel de Bluetooth-functies dan uit en schakel ze weer in of start de computer opnieuw op. Breng de verbinding met het apparaat opnieuw tot stand. Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, moet u de Bluetooth-software opnieuw installeren en de verbinding met het apparaat opnieuw tot stand brengen. • Probleem: De computer is aangesloten op een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth, maar u kunt geen enkele service van dat apparaat gebruiken.
Oplossing: Op het moment dat een seriële verbinding tot stand wordt gebracht, wordt ook een inactiviteitstimer gestart. Als de poort niet wordt geopend, wordt de verbinding automatisch verbroken. Dit is een eigenschap van de seriële verbinding en geen defect. Als u gebruik wilt maken van de seriële poort van Bluetooth, herstelt u gewoon de verbinding. • Probleem: PIM Synchronization mislukt met het foutbericht “The Synchronization with xxx (naam Bluetooth-apparaat) failed.
6. Klik op OK om het venster Eigenschappen voor Geluiden en Geluidsapparaten te sluiten. Toetsenbord en aanwijsapparaten Dit zijn de meest voorkomende problemen met toetsenbord en aanwijsapparaten: Problemen met UltraNav • Probleem: De aanwijzer zweeft wanneer de computer wordt aangezet of wanneer de normale werking wordt hervat. Oplossing: De aanwijzer kan zweven als u de TrackPoint tijdens de normale werking niet gebruikt. Dit zweven is een eigenschap van de TrackPoint en geen defect.
• Probleem: Er verschijnt een cijfer als u een letter typt. Oplossing: De functie Num Lock staat aan. Om deze uit te schakelen, drukt u op de Shift+ScrLk- of NmLk-toets. • Probleem: Alle of enkele toetsen van het externe numerieke toetsenblok werken niet. Oplossing: Controleer of het externe numerieke toetsenblok goed is aangesloten op de computer.
Windows XP: 1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Eigenschappen om het venster Eigenschappen voor beeldscherm te openen. 2. Klik op de tab Instellingen. 3. Controleer of de schermresolutie en de kleurdiepte goed zijn ingesteld. 4. Klik op Geavanceerd. 5. Klik op de tab Adapter. 6. Controleer of het juiste stuurprogramma in het informatievenster van de adapter wordt weergegeven. Opmerking: De naam van het stuurprogramma hangt af van de videochip die in uw computer is geïnstalleerd. 7.
• Probleem: U kunt voor het externe beeldscherm geen hogere resolutie instellen dan de resolutie die u nu gebruikt. Oplossing: – Controleer of de informatie over het beeldscherm juist is. Doe het volgende: Voor Windows 7: 1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie. Opmerking: Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klikt u op de knop Detecteren. 2. Klik op het pictogram voor het gewenste beeldscherm (Monitor-2 is voor het externe beeldscherm). 3.
6. Klik op de tab Beeldscherm. Controleer aan de hand van de gegevens in het venster of het beeldschermtype correct is. Is dat het geval, klik dan op OK om het venster te sluiten. Zo niet, ga dan als volgt te werk: 7. Wanneer er twee of meer beeldschermtypen worden afgebeeld, selecteert u Generiek PnP-beeldscherm of Generiek Non-PnP beeldscherm. 8. Klik op Eigenschappen. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. 9.
18. Stel de Resolutie en de Kleuren in het venster Beeldscherminstellingen. 19. Klik op OK. • Probleem: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd. Oplossing: Controleer of de informatie over het beeldscherm juist is. (Raadpleeg “Oplossing” voor het instellen van een hogere resolutie op het externe beeldscherm.) Controleer of er een geschikt beeldschermtype is geselecteerd. (Raadpleeg “Oplossing” voor het instellen van een hogere resolutie op het externe beeldscherm.
4. Klik op het pictogram Monitor-2. 5. Selecteer Deze beeldschermen uitbreiden voor meerdere beeldschermen. 6. Klik op het pictogram Monitor-1 (voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer). 7. Selecteer de Resolutie van het primaire beeldscherm. 8. Klik op het pictogram Monitor-2 (voor het externe beeldscherm). 9. Selecteer de Resolutie van het secundaire beeldscherm. 10. Stel de relatieve posities van beide beeldschermen in door de pictogrammen te verslepen.
combinatie van resolutie en verversingsfrequentie. Als dit niet het geval is, stel dan een weergavestand in die het beeldscherm ondersteunt. Als de door u ingestelde weergavestand wel wordt ondersteund, ga dan naar het instelmenu voor het beeldscherm zelf en pas de instellingen daar aan. Meestal heeft het externe beeldscherm knoppen voor toegang tot het instelmenu. Raadpleeg de handleiding bij het beeldscherm voor meer informatie.
7. Zoek de regelaar Microfoonvolume en klik op Geavanceerd. 8. Selecteer het vakje Microfoonversterking. 9. Klik op Sluiten. Opmerking: Raadpleeg voor meer informatie over de volume-instellingen de online Help van Windows. • Probleem: Een bepaalde schuifregelaar voor volume of balans kan niet worden bewogen. Oplossing: De schuifregelaar wordt grijs weergegeven. Dit betekent dat de positie ervan is vastgesteld door de hardware en niet kan worden gewijzigd.
– Als de vinger nat is. – Als u een vinger gebruikt die niet is geregistreerd. Om dit te verbeteren, kunt u het volgende proberen: – Maak uw handen schoon, om vuil en vocht van uw vingers te verwijderen. – Registreer een andere vinger voor verificatie. – Als uw handen te droog zijn, kunt u wat lotion gebruiken. Batterij en voeding In dit hoofdstuk leest u wat u moet doen als er een probleem met de batterij en de voeding optreedt.
1. Controleer of de wisselstroomadapter correct is aangesloten. Hoe u de wisselstroomadapter aansluit, leest u in de Setup-instructies die bij de computer zijn geleverd. 2. Als het bovenstaande in orde is, zet u de computer uit, ontkoppelt u de wisselstroomadapter en verwijdert u de hoofdbatterij. 3. Breng de batterij weer aan, sluit de wisselstroomadapter weer aan en zet de computer aan. 4.
Oplossing: Zet de computer uit door de aan/uit-knop minimaal 4 seconden ingedrukt te houden. Gaat het systeem dan nog steeds niet uit, verwijder dan de wisselstroomadapter en de batterij. Problemen met het opstarten Druk deze instructies nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst kunt raadplegen. Als er een foutbericht verschijnt voordat het besturingssysteem wordt geladen, doet u het volgende: • Volg de herstelprocedures voor de POST-foutberichten.
– Als het het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) langzaam knippert, staat de computer in de sluimerstand (Standby). Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op Fn. – Als het het systeemstatuslampje (verlicht ThinkPad-logo) uit is, staat de computer in de slaapstand of helemaal uit. Sluit de wisselstroomadapter aan op de computer en druk op de aan/uit-knop. Als het systeem de normale werking nog steeds niet hervat, is het wellicht vastgelopen. In dat geval moet u een reset uitvoeren.
Oplossing: Als de schijf niet op de juiste manier om de centrale as van het schijfstation is gedrukt, kan deze bij het draaien de behuizing van het station raken en geluid maken. Zorg dat de schijf op de juiste manier in het station is geplaatst. • Probleem: De lade gaat niet open als u op de uitwerpknop drukt. Oplossing: Als de computer niet aan staat, kunt u de lade niet openen met de uitwerpknop. Controleer of de computer aan staat en of de stekker van het station goed is aangesloten op de computer.
• Probleem: De computer kan een bepaalde CD niet afspelen of de geluidskwaliteit is volstrekt onder de maat. Oplossing: Controleer of de schijf voldoet aan de landelijke standaarden voor CD's. Doorgaans staat er een CD-logo op het label voor een CD die voldoet aan de lokale standaarden. Wanneer u niet een dergelijke CD gebruikt, wordt niet gegarandeerd dat de schijf kan worden afgespeeld of dat de geluidskwaliteit acceptabel is. • Probleem: WinDVD8 heeft een tabblad HD DVD, maar dat kan ik niet gebruiken.
3. Klik op de tab Hardware en vervolgens op de knop Apparaatbeheer. Raadpleeg “De oorzaak van een probleem opsporen” op pagina 139 en voer een diagnosetest van de USB-poort uit. Hoofdstuk 10.
168 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 11. Ondersteuning Als eigenaar van een ThinkPad Notebook hebt u méér dan alleen een krachtige mobiele computer: u hebt de wereldwijde service van Lenovo achter u staan. In dit hoofdstuk leest u wanneer u service kunt inroepen en wat in de verschillende omstandigheden de beste manier is.
• Wat is het machinetype? • Wat is het serienummer? Hulp en service Als u hulp, service of technische assistentie nodig hebt, of gewoon meer wilt weten over Lenovo-producten, staan u legio informatiebronnen van Lenovo ter beschikking. In dit gedeelte leest u waar u terecht kunt voor meer informatie over Lenovo en onze producten, wat u moet doen als er problemen met de computer zijn en wie u kunt bellen als er onderhoud of service moet worden uitgevoerd.
Deze portal wordt bijgewerkt met de nieuwste informatie over de volgende onderwerpen: Download Drivers & Software (Download stuurprogramma's & software) Stuurprogramma´s downloaden, de BIOS flashen en uw software bijwerken. Diagnose & Fix (Diagnose & Reparatie) Gebruik de zelfdiagnoseprogramma's om zelf de oorzaak van het probleem op te sporen, communityforums te doorzoeken of vragen te laten beantwoorden door onze Virtuele Agent.
• • • • • Machinetype en model Serienummers van uw computer, beeldscherm en andere componenten, of uw aankoopbewijs Een beschrijving van het probleem De precieze bewoordingen van eventuele foutberichten Gegevens over de hardware- en softwareconfiguratie van het systeem Telefoonnummers Voor een lijst van telefoonnummers van Lenovo Support in uw land of regio gaat u naar http://www.lenovo.com/support/phone of raadpleegt u de bij uw computer geleverde publicatie Veiligheid en garantie.
Bijlage A. Regelgeving Informatie over draadloze communicatie Compatibiliteit van draadloze apparatuur De PCI Express Mini-kaart voor draadloos LAN is volgens ontwerp compatibel met alle draadloos-LAN-producten die gebaseerd zijn op de volgende radiotechnologie: Direct Sequence Spread Spectrum (DSSS), Complementary Code Keying (CCK) en/of Orthogonal Frequency Division Multiplexing (OFDM). De kaart voldoet aan: • De 802.11b/g Standard, 802.11a/b/g of 802.11n draft 2.
elektromagnetische energie die wordt uitgezonden door andere draadloze apparaten, zoals bijvoorbeeld mobiele telefoons. Omdat de ingebouwde draadloos-netwerkkaarten werken binnen de grenzen van de veiligheidsrichtlijnen voor radiostraling, zoals vastgelegd in diverse standaarden en aanbevelingen, is Lenovo ervan overtuigd dat deze kaarten veilig zijn voor de consument. Deze normen en aanbevelingen zijn een afspiegeling van de consensus die binnen de wetenschappelijke wereld heerst.
De hulpantenne voor de draadloos-LAN- of WiMAX-functie bevindt zich linksboven naast het beeldscherm. 2 Draadloos WAN-antenne (hulpantenne) Als de computer wordt geleverd met een Draadloos WAN-functie, bevindt de hulpantenne zich links aan de bovenkant van het beeldscherm. 3 Draadloos WAN-antenne (hoofdantenne) Als de computer wordt geleverd met een functie voor draadloos WAN, bevindt de antenne zich rechts aan de bovenkant van het beeldscherm.
Doe het volgende om de Regulatory Notice op de website weer te geven: 1. Ga naar: http://www.lenovo.com/support 2. Typ in het rechterdeelvenster uw computernummer in het veld Quick Path (Snelzoeken) en klik op Go (Ga). 3. Klik op User's guides and manuals (Handboeken en gebruikershandleidingen) in het linker deelvenster op de nieuwe pagina. 4. De Regulatory Notice vindt u in de getoonde zoekresultaten.
Verklaring van conformiteit met industriële emissierichtlijn Canada Klasse B This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada. Europese Unie - Naleving van de richtlijnen inzake elektromagnetische compatibiliteit This product is in conformity with the protection requirements of EU Council Directive 2004/108/EC on the approximation of the laws of the Member States relating to electromagnetic compatibility.
Informationen in Hinsicht EMVG Paragraf 4 Abs. (1) 4: Das Gerät erfüllt die Schutzanforderungen nach EN 55024 und EN 55022 Klasse B.
Bijlage B. Kennisgevingen inzake AEEA en recycling Lenovo moedigt eigenaren van IT-apparatuur aan om hun apparatuur, wanneer deze niet meer nodig is, op een verantwoorde manier te laten recyclen. Lenovo heeft diverse programma's en services om eigenaren van apparatuur te assisteren bij het hergebruik van de IT-producten. Informatie over oplossingen voor hergebruik van producten vindt u op de internetsite van Lenovo op: http://www.lenovo.com/lenovo/environment/recycling.
thuisgebruik die na 1 oktober 2003 zijn verkocht. Ga voor meer informatie naar de Lenovo-website op: http://www.lenovo.com/services_warranty/jp/ja/recycle/personal/. Verwerking van onderdelen van een Lenovo computer Bepaalde Lenovo computerproducten die in Japan worden verkocht, zijn uitgerust met componenten die zware metalen en andere milieu-onvriendelijke stoffen bevatten.
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Verenigde Staten en Canada Informatie over het recyclen van batterijen voor de Europese Unie Kennisgeving: Dit pictogram geldt alleen voor landen binnen de Europese Unie (EU). Batterijen of batterijverpakkingen zijn voorzien van een label overeenkomstig Europese Richtlijn 2006/66/EC inzake batterijen en accu's en afgedankte batterijen en accu's.
182 Handboek voor de gebruiker
Bijlage C. Kennisgevingen Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of voorzieningen niet uit in alle landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovo-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
resultaten kunnen hiervan afwijken. Gebruikers van dit document dienen de gegevens te controleren die specifiek op hun omgeving van toepassing zijn.
Onderdeelnummer: (1P) P/N: **