L570 Gebruikershandleiding
Opmerking: lees en begrijp eerst het volgende voordat u deze informatie en het product dat het ondersteunt, gebruikt: • Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie • 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v De nieuwste Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie en de Regulatory Notice vindt u op de Lenovo Support-website op: http://www.lenovo.com/support Derde uitgave (Juni 2017) © Copyright Lenovo 2017.
Inhoud Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . v Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . Belangrijke informatie over het gebruik van uw computer . . . . . . . . . . . . . . . . Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Service en upgrades . . . . . . . . . . . Netsnoeren en voedingsadapters . . . . . . Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires . . Stekkers en stopcontacten . . . . . . . . . Kennisgeving voedingseenheid . . . . . . . Externe apparatuur . . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk 4. Informatie over toegankelijkheid, ergonomie en onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . 43 Informatie voor gehandicapten . . . . . . . . Ergonomisch werken . . . . . . . . . . . . Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . 43 45 46 Hoofdstuk 5. Beveiliging . . . . . . . 49 . . . . 49 49 . . . . . . . . . . . . . . 50 51 52 52 54 55 55 Problemen met het beeldscherm van de computer . . . . . . . . . . . . . Problemen met een extern beeldscherm . Audioproblemen . . . . . . . . . .
Lenovo bellen . . . . . . . . . . . . . Aanvullende services aanschaffen . . . . . . . 128 129 Bijlage A. Aanvullende informatie over het Ubuntu-besturingssysteem . . . . . 131 Bijlage B. Regelgeving . . . . . . . 133 Informatie over certificering. . . . . . . . . . Informatie over draadloze communicatie . . . . Compatibiliteit van draadloze apparatuur . . Gebruiksomgeving en uw gezondheid. . . . Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie . . . . . . . . .
iv L570 Gebruikershandleiding
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Opmerking: Lees eerst de belangrijke veiligheidsinformatie. Lees dit eerst Deze informatie helpt u uw notebookcomputer veilig te gebruiken. Gebruik en bewaar alle informatie die bij uw computer is geleverd. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de Beperkte Garantie.
Bescherm uzelf goed tegen de warmte die door de netvoedingsadapter wordt gegenereerd. Als de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op het stopcontact, wordt de adapter warm. Bij langdurig contact met uw lichaam kunnen er, ook door uw kleding heen, brandwonden ontstaan. • Zorg dat de adapter op dergelijke momenten niet tegen uw lichaam komt. • Gebruik de netvoedingsadapter nooit om u eraan op te warmen. Zorg dat uw computer niet nat wordt.
Wees voorzichtig als u de computer meeneemt. • Gebruik een hoogwaardige draagtas die voldoende steun en bescherming biedt. • Stop de computer niet in een overvolle koffer of tas. • Zorg ervoor dat u de computer uitschakelt of in de sluimer- of slaapstand zet, voordat u de computer in een tas plaatst. Stop de computer niet in een tas terwijl de computer gewoon aan staat. Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken.
Service en upgrades Probeer niet zelf onderhoud aan het product uit te voeren, tenzij u hiertoe instructies hebt gekregen van het Klantsupportcentrum of van de documentatie. Schakel alleen een serviceprovider in die goedkeuring heeft voor het repareren van het desbetreffende product. Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of vervangen. Upgrades worden meestal 'opties' genoemd.
Voorkom dat netsnoeren en voedingsadapters nat worden. Laat een netsnoer of voedingsadapter bijvoorbeeld niet liggen bij een wasbak of toilet, of op een vloer die wordt schoongemaakt met een vloeibaar reinigingsmiddel. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik. Bovendien kan vloeistof corrosie van de stekkers en/of aansluitpunten veroorzaken, hetgeen uiteindelijk kan leiden tot oververhitting.
Controleer of het stopcontact dat u gebruikt, de juiste spanning en stroomsterkte levert voor het apparaat dat u installeert. Wees voorzichtig als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit haalt. Kennisgeving voedingseenheid GEVAAR Verwijder nooit de kap van een voeding of van andere componenten waarop het volgende label is bevestigd. In componenten met dit label, bevinden zich gevaarlijke spannings-, stroom- of energieniveaus.
Staak het gebruik van de batterij als deze is beschadigd of als u ontdekt dat er vloeistof of opgehoopt onbekend materiaal op de uiteinden van de batterij zit. Bewaar de oplaadbare batterijen of producten met ingebouwde oplaadbare batterijen op kamertemperatuur, met een lading van ongeveer 30 tot 50%. Om te voorkomen dat de batterijen te veel ontladen, is het aan te bevelen deze eens per jaar op te laden. Gooi de batterij niet bij het normale huisvuil weg. Behandel oude batterijen als klein chemisch afval.
langere tijd op de polssteun. Tijdens de normale werking produceert de computer enige warmte. De hoeveelheid warmte hangt af van de mate van systeemactiviteit en het oplaadniveau van de batterij. Bij langdurig contact met uw lichaam kunnen er, ook door uw kleding heen, ongemakken en zelfs brandwonden ontstaan. Onderbreek uw werk met het toetsenbord daarom af en toe en haal uw handen van de polssteun. Let erop dat u het toetsenbord niet te lang gebruikt.
GEVAAR Als u dit product of een aangesloten apparaat installeert, verplaatst of opent, houd u dan bij het aansluiten en loskoppelen van de kabels aan de volgende procedures. Aansluiten: Ontkoppelen: 1. Zet alles UIT. 1. Zet alles UIT. 2. Sluit eerst alle kabels aan op de apparaten. 2. Haal eerst de stekkers uit het stopcontact. 3. Sluit de signaalkabels aan. 3. Ontkoppel de signaalkabels. 4. Steek de stekkers van de netsnoeren in het stopcontact. 4. Ontkoppel alle kabels van de apparaten. 5.
vallen van de computer kan het LCD-scherm kapotgaan. Als het beeldscherm breekt en de vloeistof uit het scherm in uw ogen of op uw handen komt, moet u de besmette lichaamsdelen onmiddellijk gedurende minstens 15 minuten met water spoelen. Mocht u klachten krijgen of mochten er andere symptomen optreden, raadpleeg dan een arts. Opmerking: Voor producten met fluorescentielampen met kwik (bijvoorbeeld geen LED) bevat de fluorescentielamp in het liquid crystal display (LCD) kwik.
en probeer het niet te verwijderen. Stop met uw product te gebruiken tot het glas door bevoegd onderhoudspersoneel wordt vervangen.
xvi L570 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 1. Productoverzicht Dit hoofdstuk biedt basisinformatie om u vertrouwd te maken met uw computer. De knoppen, aansluitingen en lampjes van de computer In dit gedeelte worden de hardwareonderdelen van de computer beschreven.
Als de computer niet reageert, kunt u de computer uitzetten door de aan/uit-knop vier of meer seconden ingedrukt te houden. Als de computer niet kan worden uitgeschakeld, raadpleegt u 'De computer reageert niet meer' op pagina 77. U kunt ook bepalen wat de aan/uit-knop doet. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop drukt, kunt u de computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten. Voer de volgende stappen uit om het gedrag van de aan/uit-knop te wijzigen: 1.
4 Always On USB 3.0-aansluiting Met de Always On USB 3.0-aansluiting kunt u standaard USB-compatibele apparaten opladen. Dit geldt in de volgende situaties: • Als de computer is ingeschakeld of in de slaapstand staat • Als de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat, maar is aangesloten op de netvoeding Attentie: Wanneer u een USB-kabel op deze connector aansluit, zorg er dan voor dat de USB-markering naar boven wijst. Als u de kabel verkeerd aansluit, kan de aansluiting beschadigd raken.
2 Smartcardsleuf (beschikbaar op bepaalde modellen) U kunt smartcards gebruikt voor verificatie, gegevensopslag en de verwerking van toepassingen. In grote organisaties kunt u ook smartcards gebruiken voor een sterke beveiligingsverificatie van eenmalige aanmeldingen (SSO). Meer informatie vindt u in 'Een ExpressCard, een mediakaart of een smartcard gebruiken' op pagina 30. 3 Compartiment voor optisch station Er is mogelijk een optisch station in het compartiment voor het optische station geïnstalleerd.
De Ethernet-poort heeft twee netwerkstatuslampjes. Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen. Opmerking: Als de computer op een dockingstation is aangesloten, moet u de Ethernet-poort van het dockingstation gebruiken, niet die op de computer.
4 Luidsprekers Uw computer is uitgerust met twee stereo luidsprekers. 5 Afvoergaten toetsenbord Via de afvoergaten van het toetsenbord kan vloeistof uit uw computer worden afgevoerd als u per ongeluk water of een drankje over het toetsenbord morst. Statuslampjes In dit onderwerp vindt u informatie over de plaats van en het opsporen van de verschillende statuslampjes op uw computer. Opmerking: Afhankelijk van het model kan uw computer er anders uitzien dan in de volgende afbeelding.
2 Indicator voor dempen geluid Als dit lampje brandt, zijn de luidsprekers gedempt. 3 Indicator voor dempen microfoon Als dit lampje brandt, zijn de microfoons gedempt. 4 Camerastatuslampje Als dit lampje brandt, is de camera in gebruik. 5 6 Systeemstatuslampjes Het lampje in het ThinkPad-logo op de buitenklep en het lampje in de aan/uit-knop geven de systeemstatus van uw computer aan. • Knippert drie keer: de voeding naar de computer wordt voor de eerste keer ingeschakeld.
FCC ID en IC-certificeringsnummer De informatie over de FCC- en IC-certificering vindt u op een label dat op de computer is aangebracht, zoals te zien is in de volgende afbeelding. De informatie op dit label verschilt naar gelang van de draadloze modules die bij de computer zijn geleverd: • Voor een vooraf geïnstalleerde draadloze module wordt op dit label het feitelijke FCC ID- en IC Certification-nummer voor de door Lenovo geïnstalleerde draadloze module weergegeven.
Opmerking: Zorg ervoor dat u, voor de draadloze module die door de gebruiker kan worden geïnstalleerd, alleen door Lenovo goedgekeurde draadloze modules gebruikt voor de computer. Doet u dit niet, dan wordt er een foutbericht weergegeven en geeft de computer een geluidssignaal wanneer u de computer aanzet.
In tegenstelling tot Windows 7-producten zijn er geen externe, visuele indicaties van de product-id of de Windows-versie waarvoor de computer een licentie heeft. In plaats daarvan is de product-id vastgelegd in de computerfirmware. Het installatieprogramma controleert of er een geldige, bijbehorende product-id in de computerfirmware aanwezig is om de activering te voltooien, ongeacht of er een Windows 10-product is geïnstalleerd.
• Geheugenkaartsleuf • Sleuf voor Micro-SIM-kaart (in het batterijcompartiment) • Mini DisplayPort-aansluiting • Compartiment voor optisch station • Smartcardsleuf (beschikbaar op bepaalde modellen) • VGA-aansluiting Beveiligingsvoorzieningen • Vingerafdruklezer (beschikbaar op bepaalde modellen) • Sleuf voor veiligheidsslot • Security chip Draadloze voorzieningen • Bluetooth • GPS-satellietontvanger (Global Positioning System) (beschikbaar op modellen met draadloos WAN) • Draadloos LAN • Draadloos WAN (bes
Temperatuur • Op hoogten tot 2438 m – In bedrijf: 5 °C tot 35 °C – In opslag: 5 °C tot 43 °C • Op hoogten boven 2438 m – Maximumtemperatuur bij werking zonder kunstmatige druk: 31,3 °C Opmerking: Bij het opladen van de batterij moet de temperatuur minimaal 10 °C zijn.
De beschikbare programma's kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd. Klik op de volgende koppeling als u meer wilt weten over de programma's en andere oplossingen van Lenovo: http://www.lenovo.com/support Access Connections™ (Windows 7) Dit programma is een ondersteunend programma voor het maken van verbindingen en het definiëren en beheren van locatieprofielen.
Lenovo Settings (Windows 10) Met dit programma verbetert u uw computerervaringen en kunt u het volgende doen: • Een draagbare hotspot van uw computer maken • De camera- en audio-instellingen configureren • Uw energie-instellingen optimaliseren • Meerdere netwerkprofielen maken en beheren Lenovo Solution Center (Windows 7) Mobile Broadband Connect Met dit programma kunt u computerproblemen opsporen en oplossen.
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken Dit hoofdstuk biedt informatie om u te helpen bij het gebruik van de diverse functies van uw computer. De computer registreren Als u uw computer registreert, worden gegevens ingevoerd in een database. Lenovo kan dan contact met u opnemen als producten worden teruggehaald of er andere ernstige problemen zijn opgetreden. Ook bieden sommige locaties uitgebreide voordelen en services aan geregistreerde gebruikers.
• Als u verwacht dat de computer lange tijd niet gebruikt gaat worden, kunt u voorkomen dat de batterij leegloopt. Hoe kan ik gegevens die op het interne opslagstation zijn opgeslagen, op een veilige manier wissen? • In het hoofdstuk 'Beveiliging' op pagina 49 wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door onbevoegden. • Lees, voordat u gegevens van het interne opslagstation wist, eerst het gedeelte 'Gegevens verwijderen van een opslagstation' op pagina 54.
1 Numeriek toetsenblok U kunt dit speciaal numeriek toetsenblok gebruiken om snel getallen te typen. 2 Toets met het Windows-logo Druk op de toets met het Windows-logo om het menu Start te openen. Raadpleeg de Help-informatie van het Windows-besturingssysteem voor informatie over het gebruik van de toets met het Windows-logo met andere knoppen. 3 4 Fn-toets en functietoetsen U kunt als volgt de toets Fn en de functietoetsen configureren in het venster Eigenschappen van Toetsenbord: 1.
• Hiermee kunt u de ingebouwde Bluetooth-functies in- of uitschakelen. • Open een pagina met toetsenbordinstellingen. • Roep de door u zelf gedefinieerde functie aan. Als er geen functie is gedefinieerd, werkt de volgende standaardfunctie: – Windows 7: open het zoekvak. – Windows 10: open de persoonlijke assistent Cortana. Ga als volgt te werk om de functie te definiëren of te wijzigen: – Windows 7: 1.
Overzicht van het ThinkPad-aanwijsapparaat Met het ThinkPad-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het aanwijzen, klikken en bladeren. Met het ThinkPad-aanwijsapparaat kunt u ook een aantal aanraakbewegingen uitvoeren, zoals draaien en in- of uitzoomen.
Volg de onderstaande instructies om het TrackPoint-aanwijsapparaat te gebruiken: Opmerking: Plaats uw handen in de positie voor typen en gebruik uw wijsvinger of middelvinger om druk uit te oefenen op het antislipdopje van het aanwijsknopje. Gebruik uw duim om op de linker- of rechtermuisknop te drukken. • Aanwijzen Gebruik het aanwijsknopje 1 om de aanwijzer op het scherm te verplaatsen.
Volg de onderstaande instructies om de trackpad te gebruiken: • Aanwijzen Veeg met één vinger over het oppervlak van de trackpad om de aanwijzer dienovereenkomstig te verplaatsen. • Klikken met de linkerklikknop Druk op de linksklikzone 1 om een item te selecteren of te openen. U kunt ook met één vinger op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de linkermuisknopactie uit te voeren. • Klikken met de rechterklikknop Druk op de rechtsklikzone 2 om een snelmenu weer te geven.
• Als u twee of meer vingers gebruikt, moet u ervoor zorgen dat uw vingers enigszins uit elkaar staan. • Sommige gebaren zijn niet beschikbaar als de laatste actie met het TrackPoint-aanwijsapparaat is uitgevoerd. • Sommige gebaren zijn alleen beschikbaar als u bepaalde toepassingen gebruikt. • Mogelijk ziet het trackpad op uw computer er anders uit dan de computer die in dit onderwerp wordt getoond. Dit hangt af van het model.
Het dopje op het aanwijsknopje vervangen Het dopje 1 bovenop het aanwijsknopje kan worden verwijderd. Nadat u het dopje voor een langere periode hebt gebruikt, moet u deze mogelijk vervangen door een nieuwe. Opmerkingen: • Zorg ervoor dat u een dop met groeven gebruikt a , zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. • Afhankelijk van het model kan het toetsenbord er anders uitzien dan in de illustratie in dit onderwerp.
De batterij gebruiken Als u met uw computer wilt werken terwijl er geen stopcontact in de buurt is, bent u voor de voeding van uw computer afhankelijk van de batterij. Verschillende componenten van de computer hebben een verschillend stroomverbruik. Als u componenten met een hoog stroomverbruik vaker gebruikt, raakt de batterij uiteraard sneller leeg. Doe meer en werk langer op de batterijen van uw ThinkPad.
Opmerking: Om de levensduur van de batterij te maximaliseren, begint de computer pas met opladen als de hoeveelheid resterende energie van de batterij onder de 95% komt. Tips voor het opladen van de batterij • Laad de batterij alleen op als de temperatuur van de batterij lager is dan 10 °C. • De batterij opladen in de volgende situaties: – Een nieuwe batterij is geïnstalleerd. – Het percentage batterijstroom blijft laag. – De batterij is lange tijd niet gebruikt.
de sluimerstand gaat, worden alle geopende programma's, mappen en bestanden opgeslagen op de opslagschijf. Daarna gaat de computer uit. Om de computer in de sluimerstand te plaatsen, doet u het volgende: – Windows 7: open het menu Start en klik daarna op de pijl naast de knop Afsluiten. Klik in het weergegeven menu op Sluimerstand. – Windows 10: bepaal wat de aan/uit-knop eerst doet en druk vervolgens op de aan/uit-knop om de computer in de sluimerstand te zetten.
De draadloos-LAN-verbinding gebruiken Een draadloos Local Area Network (LAN) bestrijkt een relatief klein gebied, zoals een kantoorgebouw of een woonhuis. Apparaten die werken op basis van de 802.11-standaarden kunnen verbinding maken met dit netwerktype. Uw computer is uitgerust met een draadloos-netwerkkaart waarmee u draadloze verbindingen tot stand kunt brengen en de status van die verbindingen in de gaten kunt houden. U kunt als volgt een draadloos-LAN-verbinding tot stand brengen: 1.
• Zet de computer niet te dicht bij stenen of betonnen muren, deze kunnen het signaal blokkeren. • De beste ontvangst hebt u meestal in de buurt van ramen en op plaatsen waar u ook met uw mobieltje het beste bereik hebt. De status van de draadloos-WAN-verbinding controleren U kunt de status van de draadloos-WAN-verbinding controleren via het pictogram voor draadloze netwerkverbinding in het systeemvak van Windows. Hoe meer balken, des te beter het signaal is.
De audiovoorzieningen gebruiken Uw computer is uitgerust met de volgende items: • Audioaansluiting met een diameter van 3,5 mm • Microfoons • Luidsprekers De computer beschikt tevens over een audiochip waarmee u kunt genieten van allerhande multimediamogelijkheden, zoals de volgende: • Compatibel met High Definition Audio • Afspelen van MIDI- en MP3-bestanden • Opnemen en weergeven van PCM- en WAV-bestanden • Opnemen van diverse typen geluidsbronnen, bijvoorbeeld een aangesloten hoofdtelefoon In de volgende
– Open de Camera-app en klik op het pictogram Instellingen in de rechterbovenhoek. Volg de instructies op het scherm om de gewenste camera-instellingen te configureren. – Open het menu Start en klik vervolgens op Lenovo Settings ➙ Camera. Als u de camera-instellingen wilt configureren volgt u de instructies op het scherm. Het optisch station gebruiken Opmerking: Uw computer ondersteunt alleen het MultiBurner-station als optisch station.
Attentie: Smartcards met spleten worden niet ondersteund. Plaats een dergelijke smartcard niet in de smartcardlezer van uw computer. Als u dit wel doet, kan de lezer beschadigd raken. Een ExpressCard, een mediakaart of een smartkaart installeren Attentie: Raak altijd een geaard metalen voorwerp aan voordat u een kaart gaat installeren. Op die manier kunt u statische elektriciteit uit uw lichaam laten wegvloeien. Door statische elektriciteit kan de kaart beschadigd raken.
1. Klik op het driehoekige pictogram in het systeemvak van Windows om verborgen pictogrammen weer te geven. Klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen. 2. Selecteer het corresponderende item om de kaart uit het Windows-besturingssysteem te verwijderen. 3. Druk op de kaart om deze uit de computer te verwijderen. 4. Haal de kaart uit de computer en bewaar deze op een veilige plek.
– Klik op het pictogram van het Actiecentrum in het systeemvak van Windows. Klik op Verbinden. Selecteer het draadloze beeldscherm en volg de instructies op het scherm. Voor meer informatie kunt u het Help-informatiesysteem van Windows raadplegen. Een weergavestand kiezen U kunt uw bureaublad en toepassingen op het beeldscherm van de computer, op het externe beeldscherm of op beide laten weergeven.
Tips voor reizen met het vliegtuig Als u de computer meeneemt in het vliegtuig, moet u op het volgende letten: • Let in het vliegtuig op de stoel voor u. Stel de hoek van het scherm zo in dat het scherm niet klem komt te zitten als de persoon vóór u achterover leunt. • Vergeet niet om de computer bij het opstijgen en landen in de sluimerstand te zetten of uit te schakelen.
Hoofdstuk 3. De computer uitbreiden In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruiken van hardwareapparaten om de mogelijkheden van uw computer uit te breiden. Opties voor de ThinkPad zoeken Als u de mogelijkheden van uw computer wilt uitbreiden, heeft Lenovo allerlei hardwaretoebehoren en upgrades om aan uw wensen tegemoet te komen.
1 Always On USB 2.0-aansluiting: Sluit USB-compatibele apparaten aan of laad bepaalde mobiele, digitale apparaten en smartphones op. 2 USB 2.0-aansluitingen 3 USB 3.0-aansluiting Sluit USB 3.0-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer. 4 Ethernet-poort: Sluit het dockingstation aan op een ethernet-LAN.
3 Lampje dockingstatus: Dit lampje gaat branden als de computer op het dockingstation is aangesloten. 4 Uitwerpknop: Druk op de uitwerpknop om de computer van het dockingstation los te koppelen. 5 Geleider: Gebruik de geleider om de computer uit te lijnen met het dockingstation. 6 Aansluiting dockingstation: Sluit het dockingstation op de computer aan. 7 Systeemslot: Gebruik het systeemslot om de uitwerpknop te blokkeren of te ontgrendelen.
U kunt als volgt een DVI-beeldscherm aansluiten: 1. Zet de computer uit. 2. Het DVI-beeldscherm aansluiten op de DVI-aansluiting. Sluit het beeldscherm vervolgens aan op een stopcontact. 3. Zet het DVI-beeldscherm aan en vervolgens de computer. 8 VGA-aansluiting: Sluit de computer op een compatibel VGA-videoapparaat aan, zoals een VGA-beeldscherm. 9 Audioaansluiting: Sluit een hoofdtelefoon of headset met een vierpolige 3,5 mm stekker aan.
1 Always On USB 2.0-aansluiting: Sluit USB-compatibele apparaten aan of laad bepaalde mobiele, digitale apparaten en smartphones op. 2 USB 2.0-aansluitingen 3 USB 3.0-aansluitingen Sluit USB 3.0-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer. 4 Ethernet-poort: Sluit het dockingstation aan op een ethernet-LAN.
11 Veiligheidsslot: Om het dockingstation tegen diefstal te beschermen, maakt u het dockingstation vast aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp. Gebruik een veiligheidskabelslot dat op deze beveiligingslotsleuf past. Een dockingstation aansluiten op de computer Attentie: Wanneer de computer aan een dockingstation is gekoppeld, til deze combinatie dan nooit alléén op aan de computer. Houd altijd beide apparaten vast. Anders kan het dockingstation vallen.
Opmerking: Als u de computer op het dockingstation aansluit, maar het dockingstation niet op de netvoeding aansluit, gaat uw computer over op de batterijmodus. Een dockingstation loskoppelen van de computer Attentie: Wanneer de computer aan een dockingstation is gekoppeld, til deze combinatie dan nooit alléén op aan de computer. Houd altijd beide apparaten vast. Anders kan het dockingstation vallen.
• Gebruik de aansluitingen zoals afgebeeld niet tegelijkertijd om meerdere beeldschermen aan te sluiten. Doet u dat wel, dan werkt een van de beeldschermen zoals afgebeeld niet meer. – ThinkPad Pro Dock – ThinkPad Ultra Dock • Voor het ThinkPad Ultra Dock kunnen maximaal drie beeldschermen (inclusief het computerbeeldscherm) tegelijkertijd werken.
Hoofdstuk 4. Informatie over toegankelijkheid, ergonomie en onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over toegankelijkheid, ergonomie, schoonmaken en onderhoud. Informatie voor gehandicapten Lenovo wilt gebruikers met een gehoor- of mobiliteitsbeperking of een visuele beperking meer toegang bieden tot informatie en technologie. In dit gedeelte vindt u informatie over de manier waarop deze gebruikers optimaal van hun computerervaring kunnen profiteren.
De Verteller is een schermleesprogramma dat hardop voorleest wat er op het scherm wordt weergegeven en gebeurtenissen, zoals foutmeldingen, beschrijft. • Schermtoetsenbord Als u liever gegevens op uw computer typt of invoert met een muis, joystick of ander aanwijsapparaat in plaats van een echt toetsenbord te gebruiken, kunt u het Schermtoetsenbord gebruiken. Het Schermtoetsenbord is een visueel toetsenbord met alle standaardtoetsen.
1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad en selecteer Schermresolutie. 2. Volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking: Als u een te lage resolutie instelt, passen bepaalde items wellicht niet meer op het scherm. Aanpasbare itemgrootte U kunt de items op het scherm leesbaarder maken door de itemgrootte te wijzigen. • Om de itemgrootte tijdelijk te wijzigen, gebruikt u het vergrootglashulpmiddel in het Toegankelijkheidscentrum.
Algemene houding: geregeld even gaan verzitten helpt het best tegen het ongemak dat door lang in dezelfde houding werken wordt veroorzaakt. Vaak even pauzeren is ook heel goed om kleine ongemakken tegen te gaan die met uw werkhouding te maken hebben. Beeldscherm: Plaats het beeldscherm op een comfortabele kijkafstand van ongeveer 510 tot 760 mm. Vermijd reflecties van lampen of zonlicht. Maak het beeldscherm regelmatig schoon en stel de helderheid en het contrast zo in dat u een goed beeld hebt.
• Bewaar het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen, om het gevaar van verstikking in de plastic zak te voorkomen. • Houd de computer op minimaal 13 cm afstand van magneten, actieve mobiele telefoons, elektrische apparaten en luidsprekers. • Stel de computer niet bloot aan te lage of te hoge temperaturen (onder 5 °C of boven 35 °C). • Leg nooit iets tussen het beeldscherm en het toetsenbord of de polssteun (ook geen papier).
48 L570 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5. Beveiliging In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u uw computer beschermt tegen gebruik door onbevoegden. Wachtwoorden gebruiken U kunt voorkomen dat uw computer ongeoorloofd wordt gebruikt door een wachtwoord te gebruiken. Als u een wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt elke keer als u de computer inschakelt een prompt voor het wachtwoord. Geef uw wachtwoord op achter de prompt. Als u niet het juiste wachtwoord opgeeft, kunt u de computer niet gebruiken.
Als er wel een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf is ingesteld maar geen masterwachtwoord, moet het vaste-schijfwachtwoord van de gebruiker worden ingevoerd om toegang te krijgen tot de bestanden en toepassingen op het opslagstation. • Masterwachtwoord voor de vaste schijf Het masterwachtwoord voor de vaste schijf vereist ook een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf. Het master hard disk password wordt ingesteld en gebruikt door een systeembeheerder.
4. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen. Noteer het wachtwoord en bewaar het wachtwoord op een veilige plaats. Als u uw wachtwoord vergeet, moet u uw computer naar Lenovo of naar een Lenovo-dealer brengen om het wachtwoord te laten resetten.
De beveiligingschip instellen Voor netwerkclients die elektronisch vertrouwelijke informatie overbrengen, gelden strenge beveiligingsvereisten. Afhankelijk van de opties die u hebt besteld, kan het zijn dat uw computer is uitgerust met een ingebouwde beveiligingschip (een cryptografische microprocessor).
2. Voer indien nodig het Windows-wachtwoord in. 3. Volg de aanwijzingen op het scherm om de inschrijving te voltooien. Meer informatie over het gebruik van de vingerafdruklezer vindt u in het Help-systeem van het vingerafdrukprogramma. • Windows 10 1. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Accounts ➙ Aanmeldingsopties. 2. Volg de aanwijzingen op het scherm om de inschrijving te voltooien.
3. Voer uw systeemwachtwoord, harde-schijfwachtwoord of beide (zoals vereist) in. De verbinding is tot stand gebracht. Als u de computer opnieuw start, kunt u de vingerafdrukken gebruiken om u op de computer aan te melden zonder uw Windows-password, systeemwachtwoord of vaste-schijfwachtwoord in te hoeven voeren. Attentie: Als u altijd uw vingerafdruk gebruikt om u aan te melden op de computer, is de kans groot dat u uw wachtwoorden vergeet. Noteer daarom uw wachtwoorden en bewaar het op een veilige plek.
• Verplaats de gegevens naar de prullenbak en maak de prullenbak leeg. • Formatteer het opslagstation met de software om het station te initialiseren. • Gebruik het door Lenovo verstrekte herstelprogramma om de fabrieksinstellingen van het opslagstation terug te zetten. Deze methoden wijzigen echter alleen de bestandslocatie van de gegevens. De gegevens zelf worden niet gewist. De gegevens zijn er nog steeds, hoewel het lijkt alsof ze gewist zijn.
56 L570 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6. Geavanceerde configuratie In dit hoofdstuk krijgt u informatie voor het verder configureren van de computer: Een nieuw besturingssysteem installeren In sommige gevallen moet u mogelijk een nieuw besturingssysteem installeren. In dit onderwerp vindt u instructies voor het installeren van een nieuw besturingssysteem. Het besturingssysteem Windows 7 installeren Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
7. Druk op F10 om de instellingen op te slaan en het programma ThinkPad Setup af te sluiten. 8. Sluit een extern dvd-station aan op de computer, plaats de installatie-dvd voor het Windows 7-besturingssysteem in het station en start de computer vervolgens opnieuw op. Opmerkingen: • Als u de image van de installatie-dvd start vanaf een extern USB-apparaat of als op uw computer een Express-station met een permanent geheugen is geïnstalleerd, voert u extra configuraties uit voordat u begint.
5. Selecteer het station waarop het installatieprogramma van het besturingssysteem staat, bijvoorbeeld USB HDD. Druk vervolgens op Esc. 6. Selecteer Restart en zorg ervoor dat OS Optimized Defaults is ingeschakeld. Druk vervolgens op F10 om de instellingen op te slaan en het ThinkPad Setup-programma af te sluiten. 7. Volg de aanwijzingen op het scherm om de apparaatstuurprogramma's en de benodigde programma's te installeren. Zie 'Stuurprogramma's installeren' op pagina 59. 8.
2. Selecteer de invoer voor de computer en volg de aanwijzingen op het scherm om de benodigde software te downloaden en te installeren. De nieuwste stuurprogramma's downloaden met behulp van vooraf geïnstalleerde programma's ThinkPad-notebookcomputers bieden de volgende vooraf geïnstalleerde programma's die u kunt gebruiken om bijgewerkte stuurprogramma's te downloaden en te installeren.
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1. Het programma ThinkPad Setup start. Opmerking: Als u een supervisorwachtwoord moet invoeren, voert u het juiste wachtwoord in. U kunt ook op Enter drukken om de wachtwoordvraag over te slaan en het ThinkPad Setup-programma te starten. Als u het wachtwoord niet invoert kunt u de configuraties die door het supervisorwachtwoord worden beschermd, niet wijzigen. 2.
De UEFI BIOS bijwerken De UEFI BIOS is het eerste programma dat op de computer wordt uitgevoerd wanneer de computer aan staat. Met het UEFI BIOS worden de hardware-onderdelen geïnitialiseerd en worden het besturingssysteem en andere programma´s geladen. Wanneer u een nieuw programma, een stuurprogramma of een hardwareonderdeel installeert, wordt u mogelijk gevraagd het UEFI BIOS bij te werken.
• MAC Address (Internal LAN) • Preinstalled operating system license • UEFI Secure Boot • OA3 ID • OA2 Menu Config Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken. Network • Wake On LAN Waarden: Disabled, AC only, AC and Battery Beschrijving: De netwerkbeheerder kan een computer inschakelen vanaf een beheerconsole door gebruik te maken van de functie Wake on LAN.
Opmerking: De functie voor het automatisch verbreken van de draadloze verbinding wordt niet ondersteund voor de Ethernet-verbinding via een USB-poort. USB • USB UEFI BIOS Support Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Schakel de opstartondersteuning voor USB-opslagapparaten in- of uit. • Always On USB Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Selecteer Enabled om apparaten via de Always On USB-aansluiting op te laden, ook als de computer is uitgeschakeld of in de slaapstand of sluimerstand staat.
Waarden: ThinkPad LCD, Analog (VGA), DisplayPort, Display on dock Beschrijving: Selecteer het beeldscherm dat u tijdens het opstarten wilt activeren. Deze keuze geldt voor het opstarten, de wachtwoordprompt en ThinkPad Setup. DisplayPort komt overeen met de Mini DisplayPort-aansluiting op uw computer. Display on dock komt overeen met de video-aansluitingen (zoals de DisplayPort-, DVI- of VGA-aansluitingen) op een dockingstation.
Beep and Alarm • Password Beep Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Schakel een geluidssignaal in of uit wanneer de computer wacht op invoer van een systeemwachtwoord, hard disk password of supervisorwachtwoord. De verschillende geluidssignalen laten u weten of het wachtwoord dat u hebt opgegeven, juist of onjuist is. • Keyboard Beep Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Schakel een geluidssignaal in of uit wanneer er op niet-gedefinieerde toetscombinaties wordt gedrukt.
Password • Supervisor Password Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: stel een supervisorwachtwoord in om te voorkomen dat onbevoegde gebruikers de opstartvolgorde, de netwerkinstellingen en de systeemdatum en -tijd wijzigen. Meer informatie vindt u in 'Inleiding tot wachtwoorden' op pagina 49. • Lock UEFI BIOS Settings Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Schakel deze optie in om te voorkomen dat onbevoegde gebruikers instellingen in ThinkPad Setup wijzigen.
Fingerprint • Predesktop Authentication Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Schakel vingerafdrukverificatie in of uit voordat het besturingssysteem wordt geladen. • Reader Priority Waarden: External ➙ Internal, Internal Only Beschrijvingen: Als uw computer een ingebouwde vingerafdruklezer en een aangesloten externe vingerafdruklezer heeft, gebruikt u deze optie om de prioriteit voor de vingerafdruklezers op te geven.
– SMBIOS Reporting Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Schakel de functie in of uit waarmee de SMBOS-gegevens worden gemeld. • Clear Security Chip Beschrijvingen: Gebruik deze optie om de versleutelingssleutel te wissen. • Intel (R) TXT Feature: Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Schakel de Intel Trusted Execution Technology in of uit.
Beschrijvingen: Als deze optie is ingeschakeld, kan een Virtual Machine Monitor (VMM) de extra mogelijkheden van de hardware gebruiken die de Intel Virtualization Technology biedt. • Intel (R) VT-d Feature Waarden: Disabled, Enabled Beschrijvingen: Intel VT-d staat voor Intel Virtualization Technology for Directed I/O. Als dit ingeschakeld is, kan een VMM de platforminfrastructuur gebruiken voor I/O-virtualisatie.
Beschrijvingen: Selecteer deze optie om te voorkomen dat onbevoegde besturingssystemen worden geladen wanneer u de computer inschakelt. • Platform Mode Waarden: Setup Mode, User Mode Beschrijvingen: Geef de modus van het besturingssysteem op. • Secure Boot Mode Waarden: Standard Mode, Custom Mode Beschrijvingen: Geef de modus Secure Boot op. • Reset to Setup Mode Waarde: Enter Beschrijvingen: Gebruik deze optie om de huidige platformsleutel te wissen en Platform Mode opnieuw in te stellen op Setup Mode.
• Boot Beschrijvingen: Bepaal de opstartvolgorde. • Network Boot Beschrijvingen: Selecteer het opstartapparaat wanneer het systeem vanuit het LAN ontwaakt. Als Wake On LAN is ingeschakeld, kan de netwerkbeheerder alle computers in een LAN op afstand starten via de netwerkbeheersoftware. • UEFI/Legacy Boot Waarden: Both, UEFI Only, Legacy Only Beschrijvingen: Bepaal de systeemopstartmogelijkheid.
Waarde: Enter Beschrijvingen: Herstel de fabrieksinstellingen. Opmerking: Schakel OS Optimized Defaults in om aan de eisen voor Microsoft(R) Windows 8(R)-certificering te voldoen. Als u deze instelling wijzigt, worden tevens enkele andere instellingen automatisch gewijzigd, zoals CSM Support, UEFI/Legacy Boot, UEFI/Legacy Boot Priority, Secure Boot en Secure RollBack Prevention. • Discard Changes Waarde: Enter Beschrijvingen: Annuleer de wijzigingen.
niet worden gestoord en het LAN-verkeer tot een minimum wordt beperkt. Dit bespaart tijd en verhoogt de productiviteit. Als de computer wordt opgestart met de functie Wake on LAN, wordt de opstartvolgorde Network Boot gebruikt. Asset ID EEPROM De Asset ID EEPROM bevat informatie over de computerconfiguratie en de serienummers van de belangrijkste componenten. Deze EEPROM beschikt ook over een aantal lege velden waarin u zelf informatie over de eindgebruikers kunt opslaan.
Hoofdstuk 7. Computerproblemen oplossen Dit hoofdstuk geeft informatie over wat u moet doen als er een probleem met uw computer optreedt. Algemene voorzorgsmaatregelen In dit hoofdstuk staan de volgende tips om u te helpen met het voorkomen van computerproblemen: • Leeg de prullenbak regelmatig. • Voer het programma Schijfdefragmentatie uit op het opslagstation om gegevens sneller te kunnen zoeken en lezen.
De oorzaak van problemen opsporen met Lenovo Solution Center onder het Windows 7-besturingssysteem Lenovo Solution Center is vooraf op uw computer geïnstalleerd en kan ook worden gedownload van: http://www.lenovo.com/diags Opmerkingen: • Als u een ander Windows-besturingssysteem dan Windows 7 gebruikt, vindt u de nieuwste informatie over diagnose voor uw computer op: http://www.lenovo.
Problemen oplossen Als er een probleem wordt geconstateerd met de computer, wordt dit gewoonlijk aangegeven door een foutmelding of een foutcode, of een geluidssignaal bij het inschakelen. Wanneer er een probleem optreedt, raadpleegt u de desbetreffende informatie in dit onderwerp om te proberen het probleem zelf op te lossen. De computer reageert niet meer Druk deze instructies nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst kunt raadplegen.
Oplossing: Omdat vloeistof elektriciteit geleidt, kan het morsen van een vloeistof op het toetsenbord kortsluiting veroorzaken, met als mogelijk gevolg onherstelbare schade aan de computer. Doe het volgende om het probleem op te lossen: 1. Zorg ervoor dat de vloeistof op geen enkele manier kortsluiting kan veroorzaken tussen u en de netvoedingsadapter (als deze actief is). 2. Ontkoppel de netvoedingsadapter onmiddellijk. Wees hierbij voorzichtig, zodat u geen elektrische schok krijgt. 3.
• Bericht: 0271: controleer de instellingen voor datum en tijd. Oplossing: De datum of de tijd zijn niet ingesteld op de computer. Open ThinkPad Setup en stel de datum en de tijd in. • Bericht: 1802: Er is een niet-geautoriseerde netwerkkaart geïnstalleerd - Schakel het systeem uit en verwijder de netwerkkaart. Oplossing: De draadloze netwerkkaart wordt niet ondersteund op deze computer. Verwijder de kaart. • Bericht: 1820: Er is meer dan één externe vingerafdruklezer aangesloten.
'Yes' selecteert, worden alle gegevens verwijderd die door het besturingssysteem of programma's zijn gemaakt, met uitzondering van algemene variabelen die door de UEFI-specificatie (Unified Extensible Firmware Interface) zijn gedefinieerd. Als de gebruiker 'No' selecteert, blijven alle gegevens behouden, maar het besturingssysteem of programma's kunnen geen gegevens in de opslag maken, aanpassen of verwijderen.
Foutcodes 0283: fout met PCI-bron Oplossingen 1. Verwijder PCIe-apparaten (de M.2-kaart, PCIe-kaart, enzovoort) (alleen serviceprovider). 2. Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider). 0284: fout met TCG-functionaliteit (dit kan een fout met de BIOS-codevalidatie zijn) Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider). 0285: fout met TCG-functionaliteit (dit kan een fout met de TPM-initialisatie zijn) Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider).
– Het juiste stuurprogramma wordt gebruikt. Ga als volgt te werk om het juiste stuurprogramma te installeren: 1. Ga naar het Configuratiescherm en zorg ervoor dat u het Configuratiescherm op Categorie bekijkt. 2. Klik op Hardware en geluiden ➙ Apparaatbeheer. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. 3. Dubbelklik op Netwerkadapters om alle netwerkadapters te bekijken.
Opmerking: Als u Windows 7 gebruikt, klikt u op Verborgen pictogrammen weergeven op de taakbalk. Het pictogram van Access Connections wordt dan afgebeeld. Meer informatie over dit pictogram vindt u in het Help-informatiesysteem van Access Connections. Voor het besturingssysteem Windows 7 controleert u de netwerknaam (SSID) en de versleutelingsgegevens. Gebruik het programma Access Connections om de gegevens te controleren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
– Als de temperatuur verandert • Probleem: Het TrackPoint-aanwijsapparaat of de trackpad werkt niet. Oplossing: Controleer in het venster Muiseigenschappen of het TrackPoint-aanwijsapparaat of de trackpad wel is ingeschakeld. Meer informatie vindt u in 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat aanpassen' op pagina 22. Problemen met het toetsenbord • Probleem: Alle of enkele toetsen van het toetsenbord werken niet. Oplossing: Als er een extern numeriek toetsenblok is aangesloten, doet u het volgende: 1.
– Als op uw computer vooraf het Windows 7-besturingssysteem geïnstalleerd is, kunt u de systeemtimers, zoals de timer voor het uitschakelen van het beeldscherm of de timer voor de sluimerstand, buiten werking stellen door als volgt te werk te gaan: 1. Start het programma Power Manager. Zie 'Lenovo-programma's openen' op pagina 12. 2. Klik op de tab Energiebeheerschema en selecteer Maximale prestaties uit de vooraf gedefinieerde energiebeheerschema's.
1. Druk op de wisseltoets voor de weergavemodus om het beeld weer te geven. 2. Als u de netvoedingsadapter gebruikt of de batterij gebruikt en de batterijmeter aangeeft dat de batterij niet leeg is, drukt u op de toets voor helderheid om het scherm helderder te maken. 3. Als de computer in de slaapstand staat, drukt u op de Fn-toets om de computer uit de slaapstand te halen. 4. Als het probleem zich blijft voordoen, volg dan de aanwijzingen bij Oplossing voor het onderstaande probleem.
Oplossing: Houd de aan/uit-knop minimaal vier seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen. • Probleem: Elke keer als ik mijn computer aanzet, ontbreken er puntjes op het scherm, lichten er puntjes op of worden er puntjes met verkeerde kleuren weergegeven. Oplossing: Dit is een intrinsieke eigenschap van de TFT-technologie. Het beeldscherm van uw computer bevat een zeer groot aantal thin-film transistors (TFT's). Slechts een zeer klein aantal daarvan ontbreekt, heeft de verkeerde kleur of licht op.
7. Selecteer de juiste verversingsfrequentie. • Probleem: De verkeerde tekens worden weergegeven op het beeldscherm. Oplossing: Zorg ervoor dat u de juiste procedure volgt bij het installeren van het besturingssysteem en het programma. Als deze correct zijn geïnstalleerd en geconfigureerd, maar het probleem nog steeds niet is opgelost, moet u het externe beeldscherm laten nakijken. • Probleem: De functie voor schermuitbreiding werkt niet. Oplossing: De functie voor schermuitbreiding inschakelen.
7. Klik op OK. Opmerking: Raadpleeg de online Help van Windows voor meer informatie over de volumeregeling. • Probleem: Ik kan de schuifregelaar voor het volume of de balans niet verplaatsen. Oplossing: De schuifregelaar wordt grijs weergegeven. Dit betekent dat de positie ervan is vastgesteld door de hardware en niet kan worden gewijzigd. • Probleem: Bij gebruik van sommige audioprogramma's blijven de volumeregelaars niet op hun plaats.
Opmerking: In het venster Volume Mixer van Realtek HD Audio Manager worden alle audioapparaten weergegeven die in het systeem zijn gedetecteerd, zoals luidsprekers als weergaveapparaat of een ingebouwde microfoon als opnameapparaat. Een vinkje naast het audioapparaat geeft aan dat het apparaat is geselecteerd. Problemen met de vingerafdruklezer • Probleem: Het oppervlak van de lezer is vuil of nat. Oplossing: Veeg het oppervlak van de lezer voorzichtig schoon met een zachte, droge en pluisvrije doek.
1. Controleer of de netvoedingsadapter correct is aangesloten. Zie 'De netvoedingsadapter gebruiken' op pagina 23 voor instructies over het aansluiten van de netvoedingsadapter. 2. Als de aansluiting op de netvoedingsadapter in orde is, zet u de computer uit, ontkoppelt u de netvoedingsadapter en verwijdert u de verwisselbare batterij. 3. Breng de batterij weer aan, sluit de netvoedingsadapter weer aan en zet de computer aan. 4.
Problemen met de sluimerstand en de slaapstand • Probleem: De computer gaat onverwacht naar de sluimerstand. Oplossing: Als de microprocessor oververhit raakt, schakelt de computer automatisch over naar de sluimerstand zodat de computer kan afkoelen om de microprocessor en andere interne onderdelen te beschermen. Controleer de instellingen voor de slaapstand. • Probleem: De computer schakelt onmiddellijk na de zelftest (POST) over naar de slaapstand. Oplossing: Controleer of: – De batterij is opgeladen.
Problemen met het vaste-schijfstation • Probleem: Het vaste-schijfstation maakt af en toe een ratelend geluid. Oplossing: Het ratelende geluid is te horen als: – het vaste-schijfstation begint en stopt met het lezen van gegevens – u het vaste-schijfstation optilt – u de computer optilt Dit is een normale eigenschap van het vaste-schijfstation en geen defect. • Probleem: Het vaste-schijfstation werkt niet.
Oplossing: Zorg dat de CD, DVD of CD-RW vrij is van vuil. Als dit wel het geval is, reinig hem dan met behulp van een speciale schoonmaakset. Probeer een andere CD, DVD of CD-RW. Als de computer de andere schijf wel kan lezen, is de eerste schijf mogelijk defect. Zorg dat de schijf op de juiste wijze in het optisch station is geplaatst, met de opdruk naar boven. (U moet een klik horen als u de schijf over de middenas drukt.
openen gaat u naar het Configuratiescherm, geeft u het Configuratiescherm op categorie weer en klikt u op Hardware en geluiden ➙ Apparaatbeheer. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. Raadpleeg 'De oorzaak van een probleem opsporen' op pagina 75 en voer een diagnosetest van de USB-aansluiting uit.
96 L570 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 8. Informatie over systeemherstel In dit hoofdstuk vindt u informatie over hersteloplossingen. Als er een probleem met de software of de hardware is en het is nodig dit probleem te herstellen, kunt u kiezen uit diverse methoden. Sommige van deze methoden zijn per type besturingssysteem verschillend. Informatie over herstelprocedures voor het Windows 7-besturingssysteem In dit onderwerp worden de Lenovo-hersteloplossingen onder het besturingssysteem Windows 7 geïntroduceerd.
• Als u de herstelmedia met schijven hebt gemaakt, doet u het volgende: 1. Als uw computer geen intern optisch station heeft, sluit u een extern optisch station aan op de computer. 2. Zet de computer aan en druk herhaaldelijk op F12 totdat het venster Boot Menu wordt geopend. 3. Selecteer in het venster Boot Menu het optische station (intern of extern) als het eerste opstartapparaat. Plaats de schijven daarna in het optische station en druk op Enter. De herstelprocedure wordt gestart. 4.
• Als de submap voor het apparaat een EXE-bestand bevat, dubbelklikt u op het EXE-bestand en volgt u de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. • Als de submap voor het apparaat een leesmij-bestand (TXT) bevat, is de informatie van het stuurprogramma opgenomen in het leesmij-bestand. Volg de instructies om de installatie te voltooien. • Als de submap voor het apparaat een bestand INF-bestand bevat, klikt u op het INF-bestand en selecteert u Installeren.
Uw besturingssysteem herstellen als Windows 10 niet opstart De herstelomgeving van Windows op uw computer werkt onafhankelijk van het Windows 10-besturingssysteem. Hierdoor kunt u het besturingssysteem herstellen of repareren, ook als het Windows 10-besturingssysteem niet kan worden gestart. Na twee achtereenvolgende mislukte pogingen om op te starten, start de herstelomgeving van Windows automatisch. Daarna kunt u reparatie- en herstelopties kiezen door de instructies op het scherm te volgen.
4. Selecteer de gewenste toetsenbordindeling. 5. Klik op Problemen oplossen om de optionele hersteloplossingen weer te geven. 6. Selecteer een overeenkomstige hersteloplossing, afhankelijk van uw situatie. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm om het proces te voltooien. Hoofdstuk 8.
102 L570 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 9. Apparaten vervangen In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hardware in uw computer. Voorkomen van statische elektriciteit Statische elektriciteit is ongevaarlijk voor uzelf, maar kan de computeronderdelen en de opties zwaar beschadigen. Onjuiste behandeling van onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit, kan leiden tot schade aan die onderdelen.
GEVAAR Als de oplaadbare batterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De batterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden: • Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type. • Houd de batterij uit de buurt van open vuur. • Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte. • Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
4. Plaats een nieuwe batterij en zorg dat deze vastklikt. 5. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De micro-SIM-kaart vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Een micro-SIM-kaart is een kleine plastic kaart met een IC-chip (Integrated Circuit) bevestigd aan één kant van de kaart. U vervangt de micro-SIM-kaart als volgt: 1.
4. Druk voorzichtig op de micro-SIM-kaart om deze uit te werpen 1 en schuif de kaart vervolgens voorzichtig uit de sleuf 2 . Plaats een nieuwe micro-SIM-kaart 3 . Let op de juiste richting van de nieuwe kaart en zorg ervoor dat de kaart goed wordt geplaatst. 5. Plaats de verwisselbare batterij terug. 6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan.
4. Draai de schroeven los waarmee de plaat is vastgezet 1 . Verwijder vervolgens de bodemafdekplaat 2 . 5. Plaats een nieuwe bodemafdekplaat 1 2 . Controleer of de klemmen van de bodemafdekplaat onder de klep aan de onderkant van de computer vastzitten. Draai daarna de schroeven van de bodemafdekplaat weer vast 3 . 6. Plaats de verwisselbare batterij terug. 7. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan.
3. Verwijder de verwisselbare batterij. Zie 'De verwisselbare batterij vervangen' op pagina 103. 4. Verwijder de schroef waarmee het optische station is bevestigd. 5. Duw het optische station een beetje naar buiten zoals afgebeeld 1 . Trek het station vervolgens helemaal uit de computer 2 .
6. Plaats het nieuwe optische station in het compartiment. Druk het station vervolgens stevig in de aansluiting. 7. Plaats de schroef waarmee het optisch station wordt vastgezet opnieuw. 8. Plaats de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De draadloos-WAN-kaart vervangen De volgende informatie heeft alleen betrekking op computers met modules die de gebruiker kan installeren.
5. Verwijder de draadloos-WAN-kaart als volgt: Opmerking: Mogelijk wordt de draadloos-WAN-kaart door folie bedekt. Om naar de draadloos-WAN-kaart te gaan, moet u eerst de folie openen. a. Als er in het pakket bij de nieuwe draadloos-WAN-kaart een hulpmiddel is geleverd voor het lostrekken van kabels, gebruikt u dit om de kabels los te koppelen van de draadloos-WAN-kaart. Houd anders de kabelaansluiting met uw vingers vast en koppel elke kabel voorzichtig los van de draadloos-WAN-kaart 1 . b.
6. U installeert een nieuwe draadloos-WAN-kaart als volgt: a. Lijn de contactrand van de nieuwe draadloos-WAN-kaart uit met de sleutel in de sleuf. Steek de kaart vervolgens voorzichtig in de sleuf in een hoek van ongeveer 20 graden 1 . b. Draai de draadloos-WAN-kaart omlaag 2 . c. Breng de schroef aan waarmee de draadloos-WAN-kaart wordt bevestigd 3 . d. Sluit de kabels aan op de draadloos-WAN-kaart 4 .
5. Druk de klemmetjes aan weerszijden van het geheugencompartiment tegelijkertijd naar buiten 1 . Verwijder vervolgens de geheugenmodule 2 . 6. Plaats de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van ongeveer 20 graden in het geheugencompartiment 1 . Kantel de geheugenmodule omlaag totdat deze vastklikt 2 . Als u slechts één geheugenmodule installeert, plaats de module dan in de sleuf a . Zorg ervoor dat de geheugenmodule stevig in het geheugencompartiment wordt geplaatst en niet gemakkelijk kan worden bewogen.
Attentie: Het interne opslagstation (zoals een vaste-schijfstation, hybride station of SSD-station) is gevoelig. Bij verkeerde behandeling kan er schade aan het station ontstaan en kunnen er gegevens verloren gaan. Als u met het interne opslagstation werkt, neem dan de volgende richtlijnen in acht: • Vervang het interne opslagstation alleen voor een upgrade of voor reparatie. Het interne opslagstation is niet ontworpen om het regelmatig te verwisselen of te vervangen.
Ga als volgt te werk om een nieuwe intern 2,5-inch opslagstation te installeren: 1. Bevestig de beugel aan het nieuwe opslagstation. Controleer of de zwarte tape op de beugel in de richting van de folie op het opslagstation wijst. 2. Installeer het nieuwe opslagstation met de bijbehorende beugel. Controleer of het nieuwe opslagstation goed vastzit.
3. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 4. Plaats de verwisselbare batterij terug. 5. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. M.2 SSD-station in het compartiment voor het interne opslagstation Ga als volgt te werk om het M.2 SSD-station in het compartiment te vervangen: 1. Schakel de computer uit en ontkoppel de netvoeding en alle kabels. 2. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. 3. Verwijder de verwisselbare batterij.
7. Til het M.2 SSD-station vervolgens een klein beetje op en trek het station uit de sleuf. Ga als volgt te werk om een nieuw M.2 SSD-station te installeren in het compartiment voor het interne opslagstation: 1. Lijn de contactrand van het nieuwe M.2 SSD-station uit de sleutel in de sleuf. Plaats het nieuwe station vervolgens voorzichtig in de sleuf onder een hoek van ongeveer 5 graden 1 . Draai het nieuwe station omlaag 2 . 2. Plaats het afdekplaatje 1 .
3. Installeer de nieuwe M.2 SSD-stationsadapter. 4. Plaats de bodemafdekplaat opnieuw. 5. Plaats de verwisselbare batterij terug. 6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. Het toetsenbord vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Opmerking: Mogelijk krijgt u in enkele van de volgende stappen de opdracht om het toetsenbordframe naar voor of naar achter te schuiven.
5. Maak de schroefkoppen onder het toetsenbordframe zichtbaar door het toetsenbord 2,5 mm naar voren te schuiven.
6. Draai de schroeven los. 7. Kantel het toetsenbord iets omhoog, totdat u de aansluitingen aan de onderkant van het toetsenbord ziet. Keer het toetsenbord om. Hoofdstuk 9.
8. Laat het toetsenbord op de polssteun rusten en ontkoppel de aansluitingen. Verwijder vervolgens het toetsenbord. Ga als volgt te werk om het nieuwe toetsenbord te installeren: 1. Sluit de stekkers aan en draai het toetsenbord om.
2. Schuif het toetsenbord onder de rand. Zorg ervoor dat de voorste rand van het toetsenbord (de rand die zich dicht bij het beeldscherm bevindt) onder het frame van het afdekpaneel van het toetsenbord zit. 3. Zorg dat de schroefkoppen helemaal blootliggen. U kunt de schroefkoppen ook zichtbaar maken door het toetsenbordframe naar voren te schuiven. Hoofdstuk 9.
4. Draai de schroeven vast om het toetsenbord vast te zetten. 5. Schuif het toetsenbordframe 2,5 mm naar achteren. Zorg ervoor dat de klemmen van het toetsenbordframe helemaal onder de rand van het toetsenbord zitten.
6. Duw het toetsenbordframe naar achteren. Zorg ervoor dat er geen opening tussen het frame en de rand van het toetsenbord zit. 7. Sluit de plastic klemmen. 8. Plaats de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. De knoopcelbatterij vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Hoofdstuk 9.
GEVAAR Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De knoopcelbatterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden: • Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type. • Houd de batterij uit de buurt van open vuur. • Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte. • Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
Nadat u de knoopcelbatterij hebt vervangen, stelt u de systeemdatum en -tijd opnieuw in via het programma ThinkPad Setup. Zie 'Menu Date/Time' op pagina 66. Hoofdstuk 9.
126 L570 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 10. Ondersteuning In dit hoofdstuk vindt u informatie over de hulp en ondersteuning die Lenovo te bieden heeft. Voordat u contact opneemt met Lenovo Vaak kunt u computerproblemen oplossen door de informatie bij de uitleg van foutcodes te lezen, diagnoseprogramma´s uit te voeren of de website Lenovo Support te raadplegen. De computer registreren Registreer uw computer bij Lenovo. Meer informatie vindt u in 'De computer registreren' op pagina 15.
op http://www.lenovo.com/support. Het gaat daarbij om gedrukte boeken, elektronische boeken, readme-bestanden en Help-bestanden. De Microsoft Servicepacks zijn de nieuwste softwarebron voor productupdates voor Windows. Deze zijn beschikbaar als download via het internet (hiervoor kunnen kosten voor de verbinding in rekening worden gebracht) of op schijf. Ga voor meer informatie en links naar https://www.microsoft.com.
Blijft indien mogelijk bij uw computer wanneer u Lenovo belt. Controleer voordat u belt of u de meest recente stuurprogramma's en systeemupdates hebt gedownload, de diagnoseprogramma's hebt uitgevoerd en alle systeemgegevens hebt genoteerd.
130 L570 Gebruikershandleiding
Bijlage A. Aanvullende informatie over het Ubuntu-besturingssysteem In bepaalde landen en regio's biedt Lenovo klanten de mogelijkheid computers te bestellen waarop het besturingssysteem Ubuntu® is geïnstalleerd. Als het Ubuntu-besturingssysteem beschikbaar is op uw computer, raden we u aan de volgende informatie te lezen voordat u de computer gebruikt. U kunt informatie over (hulp)programma's van Windows en vooraf geïnstalleerde toepassingen van Lenovo in deze documentatie negeren.
132 L570 Gebruikershandleiding
Bijlage B. Regelgeving In dit hoofdstuk vindt u informatie over de regelgeving en naleving met betrekking tot Lenovo-producten. Informatie over certificering Productnaam: ThinkPad L570 Nalevings-ID: TP00071B Machinetypen: 20J8, 20J9, 20JQ en 20JR De meest recente informatie over naleving is beschikbaar op: http://www.lenovo.com/compliance Informatie over draadloze communicatie In dit onderwerp vindt u informatie over draadloze mogelijkheden met betrekking tot Lenovo-producten.
• Profiel Headset (HSP) • Profiel Handsfree (HFP) • Profiel Invoerapparaat (HID) • Profiel Berichtentoegang (MAP) • Protocol Objectuitwisseling (OBEX) • Profiel Objectpush (OPP) • Profiel Persoonlijk netwerk (PAN) • Profiel Telefoonboektoegang (PBAP) • Protocol Dienstherkenning (SDP) • Profiel Synchronisatie (SYNC) • Profiel Videodistributie (VDP) • Profiel Algemene eigenschappen (GATT) • Profiel Nabijheid • Profiel Mij zoeken • Profiel Directe waarschuwing • Profiel Batterijstatus Gebruiksomgeving en uw g
De onderstaande afbeelding helpt u de antennes in uw computer te vinden.
Kennisgeving classificatie voor export Dit product is onderworpen aan de United States Export Administration Regulations (EAR) en heeft een ECCN (Export Classification Control Number) van 5A992.c. Het mag opnieuw worden geëxporteerd, behalve naar landen onder embargo genoemd in de landenlijst EAR E1. Elektromagnetische straling Verklaring van de Federal Communications Commission De volgende informatie heeft betrekking op ThinkPad L570, machinetypen: 20J8, 20J9, 20JQ en 20JR.
Modellen zonder radiografisch toestel: Dit product voldoet aan de voorwaarden voor bescherming zoals opgenomen in EMC-richtlijn 2014/30/EU van de Europese Commissie inzake de harmonisering van de wetgeving van Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit.
Informationen in Hinsicht EMVG Paragraf 4 Abs. (1) 4: Das Gerät erfüllt die Schutzanforderungen nach EN 55024 und EN 55022 Klasse B. Verklaring van conformiteit met Japanse VCCI Klasse B Japanse kennisgeving voor producten die worden aangesloten op de netstroom met een nominale stroom kleiner dan of gelijk aan 20 A per fase De kennisgeving van Japan voor netsnoeren The ac power cord shipped with your product can be used only for this specific product. Do not use the ac power cord for other devices.
Bijlage C. Kennisgevingen inzake WEEE en recycling In dit hoofdstuk vindt u milieu-informatie over Lenovo-producten. Algemene informatie over recyclen Lenovo moedigt eigenaren van (IT) -apparatuur aan om hun apparatuur, wanneer deze niet meer nodig is, op een verantwoorde manier te laten recyclen. Lenovo kent een veelheid aan programma's en services om eigenaren te helpen bij de recycling van hun IT-producten. Ga voor informatie over het recyclen van Lenovo-producten naar: http://www.lenovo.
Informatie over WEEE voor Hongarije Lenovo betaalt als producent de kosten die worden gemaakt in verband met de naleving van de verplichtingen van Lenovo onder de Hongaarse wet 197/2014 (VIII.1.) subsecties (1)-(5) van sectie 12.
Recyclinginformatie voor Brazilië Declarações de Reciclagem no Brasil Descarte de um Produto Lenovo Fora de Uso Equipamentos elétricos e eletrônicos não devem ser descartados em lixo comum, mas enviados à pontos de coleta, autorizados pelo fabricante do produto para que sejam encaminhados e processados por empresas especializadas no manuseio de resíduos industriais, devidamente certificadas pelos orgãos ambientais, de acordo com a legislação local.
Lithiumbatterijen en batterijen van Lenovo-producten weggooien In uw Lenovo-product kan een lithium-knoopcelbatterij zijn geïnstalleerd. Details van de batterij kunt u vinden in de productdocumentatie. Als u de batterij moet vervangen, neem dan contact op met de verkoper van het product of met Lenovo. Als u een lithiumbatterij weggooit, omwikkelt u hem met vinyltape en levert u hem in bij de verkoper of een inzamelstation voor chemisch afval.
Bijlage D. Kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (Restriction of Hazardous Substances, RoHS) De nieuwste milieu-informatie over Lenovo-producten is beschikbaar op: http://www.lenovo.
144 L570 Gebruikershandleiding
Beperking van schadelijke stoffen (RoHS, Restriction of Hazardous Substances) voor Taiwan Bijlage D.
146 L570 Gebruikershandleiding
Bijlage E. Informatie over ENERGY STAR-modellen ENERGY STAR® is een gezamenlijk programma van de U.S. Environmental Protection Agency en de U.S. Department of Energy, bedoeld voor het besparen van kosten en het beschermen van het milieu door middel van energiezuinige producten en procedures. Met trots biedt Lenovo haar klanten producten aan die zijn onderscheiden met een ENERGY STAR.
5. Vink het selectievakje Dit apparaat toestaan om de computer te laten ontwaken uit. 6. Klik op OK.
Bijlage F. Kennisgevingen Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of voorzieningen niet uit in alle landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovo-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
zijn bepaalde metingen feitelijk schattingen die middels extrapolatie tot stand zijn gekomen. De werkelijk resultaten kunnen hiervan afwijken. Gebruikers van dit document dienen de gegevens te controleren die specifiek op hun omgeving van toepassing zijn. Dit document is auteursrechtelijk beschermd door Lenovo en wordt niet gedekt door enige open-sourcelicentie, met inbegrip van enige Linux-overeenkomst(en) die bij de software voor dit product is/zijn geleverd.
Bijlage G. Handelsmerken De volgende benamingen zijn handelsmerken van Lenovo in de Verenigde Staten en/of andere landen: Access Connections Active Protection System Lenovo Lenovo-logo ThinkPad ThinkPad-logo TrackPoint UltraConnect Intel en Intel SpeedStep zijn handelsmerken van Intel Corporation of haar dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows, Direct3D, BitLocker en Cortana zijn handelsmerken van de Microsoft-bedrijvengroep.
152 L570 Gebruikershandleiding