T580 en P52s Gebruikershandleiding
Opmerking: Lees het volgende aandachtig door voordat u deze informatie en het product dat het ondersteunt, gebruikt: • Veiligheid en garantie • Installatiegids • 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v Lenovo brengt continu verbeteringen aan in de documentatie van uw computer, zo ook in deze Gebruikershandleiding. Voor de meest recente documenten gaat u naar: https://support.lenovo.
Inhoud Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . v Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . Belangrijke informatie over het gebruik van uw computer . . . . . . . . . . . . . . . Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Service en upgrades . . . . . . . . . . . Netsnoeren en voedingsadapters . . . . . . Verlengsnoeren en vergelijkbare accessoires . Stekkers en stopcontacten . . . . . . . . Kennisgeving voedingseenheid. . . . . . . Externe apparatuur . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk 4. Informatie over toegankelijkheid, ergonomie en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . 49 Informatie voor gehandicapten . . . . . . . . . Ergonomisch werken. . . . . . . . . . . . . Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . 49 51 52 Hoofdstuk 5. Beveiliging . . . . . . . 55 Wachtwoorden gebruiken . . . . . . . . Inleiding tot wachtwoorden . . . . . Een wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen . . . . . . . . . . . . Beveiliging van de vaste schijf . . . . . .
Informatie over draadloze communicatie . . . . Compatibiliteit van draadloze apparatuur . . Gebruiksomgeving en uw gezondheid . . . Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie . . . . . . . . Informatie over naleving regels voor draadloze radio's . . . . . . . . . . . . . . . De plaats van kennisgevingen over regelgeving voor draadloze communicatie . TCO-certificering . . . . . . . . . . . . . Kennisgeving classificatie voor export . . . . . Kennisgevingen elektromagnetische straling . .
iv T580 en P52s Gebruikershandleiding
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Opmerking: Lees eerst de belangrijke veiligheidsinformatie. Lees dit eerst Deze informatie helpt u uw notebookcomputer veilig te gebruiken. Gebruik en bewaar alle informatie die bij uw computer is geleverd. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de Beperkte Garantie. Raadpleeg 'Informatie over de garantie' in de publicatie Veiligheid en garantie die is meegeleverd met uw computer.
Bescherm uzelf goed tegen de warmte die door de netvoedingsadapter wordt gegenereerd. Als de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op het stopcontact, wordt de adapter warm. Bij langdurig contact met uw lichaam kunnen er, ook door uw kleding heen, brandwonden ontstaan. • Zorg dat de adapter op dergelijke momenten niet tegen uw lichaam komt. • Gebruik de netvoedingsadapter nooit om u eraan op te warmen. • Wikkel geen kabels om de netvoedingsadapter wanneer deze in gebruik is.
Ga te allen tijde voorzichtig om met uw computer. Voorkom het vallen, stoten, bekrassen, verdraaien, trillen en indrukken van de computer, en plaats geen zware voorwerpen op de computer, het beeldscherm of de externe apparaten. Wees voorzichtig als u de computer meeneemt. • Gebruik een hoogwaardige draagtas die voldoende steun en bescherming biedt. • Stop de computer niet in een overvolle koffer of tas.
• Gebroken of beschadigde netsnoeren, stekkers, adapters, verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen of voedingseenheden. • Tekenen van oververhitting, rook, vonken of vuur. • Schade aan een batterij (zoals barsten of deuken), spontane ontlading of lekkage uit de batterij (herkenbaar aan vreemde stoffen). • Een krakend, sissend of knallend geluid of een sterke geur afkomstig uit het product.
Netsnoeren en voedingsadapters GEVAAR Gebruik alleen netsnoeren en voedingsadapters die door de fabrikant van het product zijn geleverd. Netsnoeren dienen goedgekeurd te zijn voor veiligheid. Voor Duitsland, is dit H03VV-F, 3G, 0,75 mm2 of beter. In andere landen moet aan overeenkomstige veiligheidseisen zijn voldaan. Wind een netsnoer nooit om een voedingsadapter of een ander voorwerp. Hierdoor kan er een mechanische spanning op het snoer komen te staan, waardoor het kan rafelen of scheuren.
Stekkers en stopcontacten GEVAAR Als het stopcontact waarop u de computerapparatuur wilt aansluiten, beschadigd of verroest blijkt te zijn, gebruik het dan niet tot een gekwalificeerde elektricien het heeft vervangen. Verbuig of verander de stekker niet. Als de stekker beschadigd is, bestel dan een vervangend exemplaar bij de fabrikant. Gebruik voor de computer niet hetzelfde stopcontact als voor andere elektrische apparaten die veel stroom gebruiken.
Externe apparatuur WAARSCHUWING: Sluit geen andere externe kabels of snoeren aan dan USB- en 1394-kabels als de computer is ingeschakeld. Anders kan de computer beschadigd raken. Om schade aan de aangesloten apparaten te voorkomen, dient u na het uitschakelen van de computer minimaal vijf seconden te wachten voordat u de externe apparaten ontkoppelt.
Kennisgeving voor ingebouwde oplaadbare batterij GEVAAR Probeer niet zelf de oplaadbare ingebouwde batterij te verwijderen of te vervangen. Het vervangen van de interne batterij moeten worden uitgevoerd door een reparatiebedrijf dat door Lenovo is geautoriseerd. Laad de batterij uitsluitend op volgens de instructies in de productdocumentatie. Deze door Lenovo geautoriseerde bedrijven recyclen Lenovo-batterijen volgens de plaatselijke weten regelgeving.
Warmte en ventilatie GEVAAR Computers, netvoedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebookcomputers een aanzienlijke hoeveelheid warmte produceren. Neem daarom altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen: • Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen de onderkant, de polssteun en bepaalde andere onderdelen warm worden.
Veiligheidsvoorschriften voor elektriciteit GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: • Gebruik de computer niet tijdens onweer. • Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet. Voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer. • Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
Kennisgeving LCD (liquid crystal display) WAARSCHUWING: Het liquid crystal display (LCD-scherm) is gemaakt van glas, en door een ruwe omgang of het laten vallen van de computer kan het LCD-scherm kapotgaan. Als het beeldscherm breekt en de vloeistof uit het scherm in uw ogen of op uw handen komt, moet u de besmette lichaamsdelen onmiddellijk gedurende minstens 15 minuten met water spoelen. Mocht u klachten krijgen of mochten er andere symptomen optreden, raadpleeg dan een arts.
Kennisgeving glazen onderdelen WAARSCHUWING: Bepaalde onderdelen van uw product zijn mogelijk van glas. Dit glas kan breken als het product op een harde ondergrond valt of een grote klap opvangt. Raak het glas niet aan als het breekt en probeer het niet te verwijderen. Stop met uw product te gebruiken tot het glas door bevoegd onderhoudspersoneel wordt vervangen.
Hoofdstuk 1. Productoverzicht Dit hoofdstuk biedt basisinformatie om u vertrouwd te maken met uw computer. De knoppen, aansluitingen en lampjes van de computer In dit gedeelte worden de hardwareonderdelen van de computer beschreven.
1 1 Infraroodcamera (op bepaalde modellen) 2 Conventionele camera (beschikbaar op modellen met de infraroodcamera) 3 Microfoons 4 Conventionele camera met ThinkShutter (lenskap, beschikbaar op bepaalde modellen) 5 Aan/uit-knop 6 Numeriek toetsenblok 7 NFC-teken (beschikbaar op bepaalde modellen) 8 Vingerafdruklezer (beschikbaar op bepaalde modellen) 9 TrackPoint®-knoppen 10 Trackpad 11 TrackPoint-aanwijsknopje 12 Multitouch-scherm (beschikbaar op bepaalde modellen) Infraroodcamera (op bepaalde
7 NFC-teken (beschikbaar op bepaalde modellen) NFC (near field communication) is een draadloze communicatietechnologie met kort bereik en hoge frequentie. Door gebruik te maken van de NFC-functie kunt u de radiocommunicatie tussen uw computer en een ander NFC-apparaat (op een paar centimeter afstand) tot stand brengen. Meer informatie vindt u in 'De NFC-apparaten gebruiken' op pagina 32.
2 USB-C-aansluiting (compatibel met Thunderbolt 3) De USB-C-aansluiting op uw computer ondersteunt zowel de USB Type-C-standaard als de Thunderbolt 3technologie. Als een geschikte USB-C-kabel wordt aangesloten, kunt u de aansluiting gebruiken om gegevens over te brengen, het apparaat op te laden of de computer aan te sluiten op externe beeldschermen. De USB-C-aansluiting fungeert ook als voedingsaansluiting.
1 Audio-aansluiting U kunt een hoofdtelefoon of een headset met een vierpolige 3,5 mm-stekker aansluiten op de audioaansluiting om naar geluid op de computer te luisteren. Als u een headset met een functieschakelaar gebruikt, druk dan niet op die schakelaar terwijl u de headset gebruikt. Als u dat wel doet, wordt de microfoon van de headset uitgeschakeld en wordt in plaats daarvan de interne microfoon van de computer ingeschakeld.
Opmerking: Als de computer op een dockingstation is aangesloten, moet u de Ethernet-poort van het dockingstation gebruiken, niet die op de computer. 7 Sleuf voor veiligheidsslot Om uw computer tegen diefstal te beschermen kunt u de computer aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp vastmaken met een veiligheidskabelslot dat in de slotsleuf in de computer past. Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor de keuze en toepassing van het specifieke slot en andere beveiligingsvoorzieningen.
6 Noodresetgaatje Als de computer niet meer reageert en u deze niet kunt uitschakelen met de aan/uit-knop, verwijdert u eerst de netvoedingsadapter. Steek vervolgens het uiteinde van een uitgerekte paperclip in het noodresetgaatje om de computer te resetten. Statuslampjes In dit onderwerp vindt u informatie over de plaats van en het opsporen van de verschillende statuslampjes op uw computer. Hoofdstuk 1.
Opmerking: Afhankelijk van het model kan uw computer er anders uitzien dan in de volgende afbeelding. 1 Camerastatuslampje Als dit lampje brandt, is de camera in gebruik.
3 Num Lock-lampje Als dit lampje brandt, kunt u het numerieke toetsenblok gebruiken om nummers in te voeren. 4 Caps Lock-lampje Als dit lampje brandt, kunt u hoofdletters typen door direct op de lettertoetsen te drukken. 5 FN Lock-lampje Dit lampje toont de status van de Fn Lock-functie. Meer informatie vindt u in 'De speciale toetsen gebruiken' op pagina 20. 6 Indicator voor dempen geluid Als dit lampje brandt, zijn de luidsprekers gedempt.
FCC ID en IC-certificeringsnummer De informatie over de FCC- en IC-certificering vindt u op een label dat op de computer is aangebracht, zoals te zien is in de volgende afbeelding. Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er anders uit dan op de volgende afbeelding. Dit hangt af van het model. • Voor een in de fabriek geïnstalleerde draadloze module wordt op dit label het feitelijke FCC ID- en IC Certification-nummer voor de door Lenovo geïnstalleerde draadloze module weergegeven.
Opmerking: Zorg ervoor dat u voor de draadloze module die door de gebruiker kan worden geïnstalleerd alleen een door Lenovo goedgekeurde draadloze module gebruikt die speciaal is getest voor dit computermodel. Anders genereert de computer een geluidssignaal dat een foutcode aangeeft wanneer u de computer aanzet.
In sommige gevallen kan er onder de voorwaarden van downgraderechten van een Windows 10 Pro-licentie een oudere Windows-versie zijn geïnstalleerd. Computerfuncties De functies van de computer die in dit onderwerp worden besproken, zijn van toepassing op verschillende modellen. Sommige computerfuncties zijn mogelijk alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
• Smartcardsleuf (beschikbaar op bepaalde modellen) • Twee USB-C-aansluitingen (één compatibel met Thunderbolt 3) • USB 3.
Temperatuur • Op hoogten tot 2438 m – In bedrijf: 5 °C tot 35 °C – In opslag: 5 °C tot 43 °C • Op hoogten boven 2438 m – Maximumtemperatuur bij werking zonder kunstmatige druk: 31,3 °C Opmerking: Bij het opladen van de batterij moet de temperatuur minimaal 10 °C zijn.
Hotkey Features Integration Met deze software zijn de speciale toetsen F1-F12 en de speciale knoppen op uw computer beschikbaar. Als u bijvoorbeeld op de knop of toets voor het dempen van de microfoon drukt, schakelt de status van de microfoon tussen aan en uit. Het statuslampje voor geluid aan/uit wordt weergegeven op het scherm als de status wordt gewijzigd. Lenovo Vantage De beste functies en mogelijkheden van uw computer moeten eenvoudig toegankelijk en makkelijk te begrijpen zijn.
16 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken Dit hoofdstuk biedt informatie om u te helpen bij het gebruik van de diverse functies van uw computer. De computer registreren Als u uw computer registreert, worden gegevens ingevoerd in een database. Lenovo kan dan contact met u opnemen als producten worden teruggehaald of er andere ernstige problemen zijn opgetreden. Ook bieden sommige locaties uitgebreide voordelen en services aan geregistreerde gebruikers.
• Als u verwacht dat de computer lange tijd niet gebruikt gaat worden, kunt u voorkomen dat de batterij leegloopt. Hoe kan ik gegevens die op het interne opslagstation zijn opgeslagen, op een veilige manier wissen? • In het hoofdstuk Hoofdstuk 5 'Beveiliging' op pagina 55 wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door onbevoegden. • Lees, voordat u gegevens van het interne opslagstation wist, eerst het gedeelte 'Gegevens verwijderen van een opslagstation' op pagina 60.
Beweging op het aanraakscherm (alleen aanraakmodellen) Beschrijving Aanraken: tikken. Muisactie: klik op. Functie: open een toepassing of voer een actie uit op een geopende toepassing, zoals Kopiëren, Opslaan en Verwijderen, afhankelijk van de toepassing. Aanraken: tikken en vasthouden. Muisactie: rechtsklikken. Functie: een menu met meerdere opties openen. Aanraken: schuiven. Muisactie: beweeg het muiswiel, beweeg de schuifbalk of klik op het pijltje omhoog/omlaag bladeren.
Beweging op het aanraakscherm (alleen aanraakmodellen) Beschrijving Aanraken: veeg met uw vingers vanaf de linkerrand. Muisactie: klik op het taakweergavepictogram op de taakbalk. Functie: bekijk alle openstaande vensters in de taakweergave. • Kort vegen voor het weergeven van de toepassing in volledig scherm of als de computer zich in de tabletwerkstand bevindt Aanraken: veeg met uw vingers kort van boven naar beneden. Muisactie: beweeg de aanwijzer naar de bovenrand van het scherm.
1 Numeriek toetsenblok U kunt dit speciaal numeriek toetsenblok gebruiken om snel getallen in te voeren. 2 Toets met het Windows-logo Druk op de toets met het Windows-logo om het menu Start te openen. Raadpleeg de Help-informatie van het Windows-besturingssysteem voor informatie over het gebruik van de toets met het Windows-logo met andere knoppen. 3 4 Fn-toets en functietoetsen U kunt de Fn-toets en functietoetsen als volgt configureren: 1.
Toetsencombinaties • + : De rekenmachine openen. • + : De computer in de sluimerstand zetten. • + : het Knipprogramma openen. • Fn+Spatiebalk: Als de computer achtergrondverlichting van het toetsenbord ondersteunt, drukt u op Fn +spatiebalk om de status van de achtergrondverlichting te kiezen. • Fn+B: Deze toetscombinatie heeft dezelfde functie als de toets Break op een conventioneel extern toetsenbord.
Standaard zijn zowel het TrackPoint-aanwijsapparaat als de trackpad actief met de aanraakbewegingen ingeschakeld. Ga naar 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat aanpassen' op pagina 26 om de instellingen te wijzigen. Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken Met het TrackPoint-aanwijsapparaat kunt u alle functies van een traditionele muis uitvoeren, zoals het aanwijzen, klikken en bladeren.
Volg de onderstaande instructies om het TrackPoint-aanwijsapparaat te gebruiken: Opmerking: Plaats uw handen in de positie voor typen en gebruik uw wijsvinger of middelvinger om druk uit te oefenen op het antislipdopje van het aanwijsknopje. Gebruik uw duim om op de linker- of rechtermuisknop te drukken. • Aanwijzen Gebruik het aanwijsknopje 1 om de aanwijzer op het scherm te verplaatsen.
Veeg met één vinger over het oppervlak van de trackpad om de aanwijzer dienovereenkomstig te verplaatsen. • Klikken met de linkerklikknop Druk op de linksklikzone 1 om een item te selecteren of te openen. U kunt ook met één vinger op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de linkermuisknopactie uit te voeren. • Klikken met de rechterklikknop Druk op de rechtsklikzone 2 om een snelmenu weer te geven.
Tikken Tikken met twee vingers Tik met één vinger op een willekeurige plek op de trackpad om een item te selecteren of te openen. Tik met twee vingers op een willekeurige plek op de trackpad om een snelmenu weer te geven. Bladeren met twee vingers Uitzoomen met twee vingers Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze in verticale of horizontale richting. Met deze actie kunt u door documenten, websites en apps bladeren.
Energiebeheer In dit gedeelte wordt beschreven hoe u netvoeding en batterijvoeding moet gebruiken om de beste balans tussen snelheid en energiebeheer te vinden. De netvoedingsadapter gebruiken De energiebron voor uw computer kan van de batterij of van de netvoedingsadapter komen. Terwijl u gebruikmaakt van de netvoedingsadapter, wordt de batterij automatisch opgeladen. Uw computer wordt geleverd met een USB-C-voedingsadapter en een netsnoer.
Doe meer en werk langer op de batterijen van uw ThinkPad. Mobiliteit heeft een revolutie teweeggebracht doordat mensen hun werk overal mee naar toe kunnen nemen. Met ThinkPad-batterijen kunt u langer werken zonder gebonden te zijn aan een stopcontact. De oplaadstatus van de batterij controleren Beweeg de muisaanwijzer naar het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows om de batterijstatus te controleren.
• Laad de batterij helemaal op voordat u hem gebruikt. Klik op het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows om te controleren of de batterij volledig geladen is. • Maak altijd gebruik van de voorzieningen voor energiebeheer, zoals energiebesparende standen. Energiebeheer Wijzig de instellingen van uw energiebeheerschema om de beste balans te vinden tussen snelheid en energiebesparing. Ga als volgt te werk om de instellingen van het energieschema aan te passen: 1.
Wanneer u geen gebruikmaakt van de functies voor draadloze communicatie, zoals Bluetooth of draadloos LAN, kunt u deze uitschakelen om energie te besparen. Bekabelde Ethernet-verbindingen U kunt uw computer met een Ethernet-kabel aansluiten op een lokaal netwerk via de Ethernet-poort op uw computer. De Ethernet-poort heeft twee netwerkstatuslampjes. Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
De status van de draadloze LAN-verbinding controleren U kunt de status van de draadloze LAN-verbinding controleren via het statuspictogram voor draadloze netwerkverbinding in het systeemvak van Windows. Hoe meer balken, des te beter het signaal is. De draadloos-WAN-verbinding gebruiken Een draadloos WAN (Wide Area Network) dat gebruik maakt van mobiele netwerken voor datatransmissies, maakt het mogelijk om draadloos verbinding te maken via niet-lokale openbare of particuliere netwerken.
• Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Bluetooth en andere apparaten. Schakel de schakelaar Bluetooth in om de Bluetooth-functie in te schakelen. 2. Klik met de rechtermuisknop op de apparaten die u wilt versturen. 3. Selecteer Verzenden naar ➙ Bluetooth-apparaat. 4. Selecteer een Bluetooth-apparaat en volg de instructies op het scherm. Raadpleeg het Help-informatiesysteem van Windows en het Bluetooth-apparaat voor meer informatie.
De computer met een smartphone met NFC-functie koppelen Controleer voor u begint of het smartphonescherm naar boven is gericht. Daarna doet u het volgende: 1. Plaats de smartphone dicht boven het NFC-label zoals afgebeeld. Breng de korte rand van de smartphone op één lijn met de horizontale extensielijn voor het midden van het NFC-label. 2. Verplaats de smartphone langzaam 5 cm in de richting van het computerscherm.
De slimme audiovoorziening gebruiken De slimme audiovoorziening wordt ondersteund op bepaalde computermodellen. Ter bescherming tegen gehoorverlies beperkt deze voorziening de RMS-uitvoerspanning van de computer tot 130 mV wanneer een headset of hoofdtelefoon is aangesloten. U kunt de instelling als volgt wijzigen: 1. Ga naar het Configuratiescherm en geef grote pictogrammen weer. 2. Klik op SmartAudio. Klik in het venster dat wordt weergegeven, op het pictogram Hoofdtelefoonbeperking uitschakelen.
2 Lens van infraroodcamera De lens van de infraroodcamera wordt gebruikt om de afbeelding van het gezicht van een gebruiker te maken. 4 Cameralampje Als het cameralampje brandt, betekent dit dat de infraroodcamera zich in de herkenningsmodus bevindt. Ga als volgt te werk om de infraroodcamera voor gezichtsverificatie in te stellen: 1. Open het menu Start en klik op Instellingen ➙ Accounts ➙ Aanmeldingsopties. 2.
Ondersteund smartcardtype U kunt smartcards gebruikt voor verificatie, gegevensopslag en de verwerking van toepassingen. In grote organisaties kunt u ook smartcards gebruiken voor een sterke beveiligingsverificatie van eenmalige aanmeldingen (SSO). De smartcardlezer op uw computer ondersteunt alleen de smartcard van de volgende specificaties: • Lengte: 85,60 mm • Breedte: 53,98 mm • Dikte: 0,76 mm Attentie: Smartcards met spleten worden niet ondersteund.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm. Een geheugenkaart of een smartcard verwijderen Attentie: • Voordat u een kaart verwijdert, dient u de kaart eerst te stoppen. Als u dat niet doet, kunnen de gegevens op de kaart beschadigd raken of verloren gaan. • Als u gegevens overbrengt van of naar een geheugenkaart, bijvoorbeeld een smartcard, plaats de computer dan niet in de sluimerstand of de slaapstand voordat de gegevensoverdracht voltooid is; anders kunnen uw gegevens beschadigd raken.
1. Sluit het externe beeldscherm aan op een passende video-aansluiting op uw computer, zoals de USB-C-aansluiting of HDMI-aansluiting. 2. Sluit het externe beeldscherm aan op een stopcontact. 3. Zet het externe beeldscherm aan. Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klik dan met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie/Beeldscherminstellingen ➙ Detecteren. Sluit niet meerdere externe beeldschermen tegelijk aan op de USB-C-aansluiting 1 en de HDMIaansluiting 2 .
Opmerking: Afhankelijk van de situatie, kunt u Alleen projector of Alleen tweede scherm zien. Als u programma's weergeeft die gebruikmaken van DirectDraw of Direct3D® in Volledig scherm, verschijnt de video-uitvoer alleen op het hoofdbeeldscherm. De instellingen van het beeldscherm aanpassen U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen. U kunt bijvoorbeeld bepalen welk scherm het hoofdscherm is en welke het secundaire beeldscherm is.
https://www.lenovo.
Hoofdstuk 3. De computer uitbreiden In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruiken van hardwareapparaten om de mogelijkheden van uw computer uit te breiden. Opties voor de ThinkPad zoeken Als u de mogelijkheden van uw computer wilt uitbreiden, heeft Lenovo allerlei hardwaretoebehoren en upgrades om aan uw wensen tegemoet te komen.
1 Systeemslot: Gebruik het systeemslot op de volgende manieren: • In de vergrendelde stand loskoppelen. • In de ontgrendelde stand loskoppelen. is de vergrending op slot en kunt u de computer niet koppelen of is de vergrending niet op slot en kunt u de computer niet koppelen of • Als het systeemslot ontgrendeld is , kunt u het systeemslot uit de slotsleuf verwijderen. Opmerking: Het ThinkPad Basic Docking Station wordt niet geleverd met een geïnstalleerd systeemslot.
Achterkant Figuur 1. ThinkPad Basic Docking Station Figuur 2. ThinkPad Pro Docking Station Figuur 3. ThinkPad Ultra Docking Station 1 Audioaansluiting: Sluit een hoofdtelefoon of headset aan met een vierpolige 3,5 mm stekker. 2 Netvoedingsaansluiting: sluit de netvoedingsadapter aan. 3 DisplayPort®-aansluiting: Hierop kunt u een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of een ander apparaat aansluiten dat gebruikmaakt van een DisplayPort-aansluiting.
13 USB 3.1 Gen 2-aansluiting: De USB 3.1 Gen 2-aansluiting, met een hogere gegevensoverdrachtssnelheid, wordt gebruikt voor het aansluiten van USB-apparaten, zoals een USBtoetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer. De computer aansluiten op een dockingstation Opmerkingen: • Het ThinkPad Basic Docking Station wordt niet geleverd met een geïnstalleerd systeemslot.
4. Zorg ervoor dat de systeemslotsleutel naar de ontgrendelde stand ( ) is gedraaid. 5. Lijn de linkerbovenhoek van de computer uit met de geleider op het dockingstation. Sluit de computer zoals afgebeeld op het dockingstation aan 1 totdat u een klik hoort. Schuif de vergrendeling in de richting die wordt aangegeven 2 . 6. Controleer de dockingstatusindicator. Het dockingstatuslampje gaat branden als de computer met succes is aangesloten.
7. Zet de systeemslotsleutel in de vergrendelde stand ( ). Attentie: Wanneer de computer aan een dockingstation is gekoppeld, til deze combinatie dan nooit alléén op aan de computer. Houd altijd beide apparaten vast. Anders kan het dockingstation vallen. De computer loskoppelen van een dockingstation U kunt de computer als volgt loskoppelen van een dockingstation: Opmerking: Het ThinkPad Basic Docking Station wordt niet geleverd met een geïnstalleerd systeemslot.
2. Verschuif de grendel in de richting zoals afgebeeld 1 om de computer los te maken en pak vervolgens beide kanten van de computer vast om de computer te verwijderen 2 . Richtlijnen voor het aansluiten van meerdere externe beeldschermen U kunt meerdere externe beeldschermen op een ondersteund ThinkPad-dockingstation aansluiten. Om ervoor te zorgen dat alle beeldschermen correct werken, volgt u de volgende richtlijnen en sluit u de externe beeldschermen aan op de desbetreffende aansluitingen.
48 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 4. Informatie over toegankelijkheid, ergonomie en onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over toegankelijkheid, ergonomie, schoonmaken en onderhoud. Informatie voor gehandicapten Lenovo wilt gebruikers met een gehoor- of mobiliteitsbeperking of een visuele beperking meer toegang bieden tot informatie en technologie. In dit gedeelte vindt u informatie over de manier waarop deze gebruikers optimaal van hun computerervaring kunnen profiteren.
Als u liever gegevens op uw computer typt of invoert met een muis, joystick of ander aanwijsapparaat in plaats van een echt toetsenbord te gebruiken, kunt u het Schermtoetsenbord gebruiken. Het Schermtoetsenbord is een visueel toetsenbord met alle standaardtoetsen. U kunt toetsen selecteren met de muis of een ander aanwijsapparaat, of u kunt erop tikken om toetsen te selecteren als uw computer een multitouch-scherm ondersteunt.
Opmerking: Als u een te lage resolutie instelt, passen bepaalde items wellicht niet meer op het scherm. Aanpasbare itemgrootte U kunt de items op het scherm leesbaarder maken door de itemgrootte te wijzigen. • Om de itemgrootte tijdelijk te wijzigen, gebruikt u het vergrootglashulpmiddel in het Toegankelijkheidscentrum. • U kunt de waarde van een item als volgt definitief wijzigen: – Wijzig de grootte van alle items op het scherm. 1.
Algemene houding: geregeld even gaan verzitten helpt het best tegen het ongemak dat door lang in dezelfde houding werken wordt veroorzaakt. Vaak even pauzeren is ook heel goed om kleine ongemakken tegen te gaan die met uw werkhouding te maken hebben. Beeldscherm: Plaats het beeldscherm op een comfortabele kijkafstand van ongeveer 510 tot 760 mm. Vermijd reflecties van lampen of zonlicht. Maak het beeldscherm regelmatig schoon en stel de helderheid en het contrast zo in dat u een goed beeld hebt.
Basisonderhoudstips Houd u aan de volgende richtlijnen om uw computer optimaal te laten functioneren: • Bewaar het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen, om het gevaar van verstikking in de plastic zak te voorkomen. • Houd de computer op minimaal 13 cm afstand van magneten, actieve mobiele telefoons, elektrische apparaten en luidsprekers. • Stel de computer niet bloot aan te lage of te hoge temperaturen (onder 5 °C of boven 35 °C).
54 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5. Beveiliging In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u uw computer beschermt tegen gebruik door onbevoegden. Wachtwoorden gebruiken In dit onderwerp vindt u informatie over het gebruik van het systeemwachtwoord, het supervisorwachtwoord en het vaste-schijfwachtwoord. Inleiding tot wachtwoorden U kunt voorkomen dat uw computer ongeoorloofd wordt gebruikt door een wachtwoord te gebruiken.
Voor het opslagstation zijn twee soorten wachtwoorden waarmee de opgeslagen informatie beschermd kan worden: • Gebruikerswachtwoord Als er wel een gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf is ingesteld maar geen masterwachtwoord is ingesteld, moet het vaste-schijfwachtwoord van de gebruiker worden ingevoerd om toegang te krijgen tot de bestanden en toepassingen op het opslagstation.
1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt getoond, drukt u op F1 om het programma ThinkPad Setup te starten. 2. Selecteer met behulp van de cursortoetsen Security ➙ Password. 3. Selecteer, afhankelijk van het type wachtwoord, Power-on Password, Supervisor Password of Hard disk x Password. 4. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen. Noteer het wachtwoord en bewaar het wachtwoord op een veilige plaats.
media-, NAND-flash- of apparaatcontrollers door gebruik te maken van een hardwareversleutelingschip. Voor een efficiënt gebruik van de versleutelingsfunctie stelt u een vaste-schijfwachtwoord voor het interne opslagstation in. De beveiligingschip instellen Voor netwerkclients die elektronisch vertrouwelijke informatie overbrengen, gelden strenge beveiligingsvereisten.
Uw vinger scannen Tik op de vingerafdruklezer met het bovenste vingerkootje om uw vinger te scannen en houd uw vinger een of twee seconden op de lezer. Gebruik niet teveel druk. Vervolgens tilt u de vinger op om één scan te voltooien. Indicatielampje van de vingerafdruklezer 1 Uit: De vingerafdruklezer is niet klaar om op te tikken. 2 Wit, continu brandend: De vingerafdruklezer is klaar om op te tikken. 3 Oranje, knipperend: De vingerafdruk kan niet worden geverifieerd.
wachtwoord niet voor u resetten en u evenmin helpen bij het herstellen van de gegevens op het opslagstation. In een dergelijk geval moet u de computer naar Lenovo of naar een Lenovo-dealer -vertegenwoordiger brengen om het opslagstation te laten vervangen. U moet hiervoor het bewijs van aankoop kunnen overleggen. Bovendien kunnen er kosten voor onderdelen en service in rekening worden gebracht.
software voor gegevensherstel kunnen de gegevens vaak nog worden gelezen. Het risico bestaat dus dat kwaadwillende personen gevoelige gegevens op opslagstations gebruiken voor ongewenste doeleinden. Om misbruik van gegevens te voorkomen is het van groot belang dat u alle gegevens van het vasteschijfstation wist, voordat u de computer van de hand doet. U kunt de gegevens fysiek vernietigen door de vaste-schijfstation met een hamer defect te maken of u kunt de gegevens met een sterke magneet onleesbaar maken.
62 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6. Geavanceerde configuratie In dit hoofdstuk krijgt u informatie voor het verder configureren van de computer: Het besturingssysteem Windows 10 installeren Microsoft brengt voortdurend updates uit voor het besturingssysteem Windows 10. Controleer voordat u een bepaald Windows 10-besturingssysteem installeert de compatibiliteitslijst met de Windows-versies die worden ondersteund op uw computer. Ga voor meer informatie naar https://support.lenovo.com/us/en/ solutions/windows-support.
Wanneer u het besturingssysteem Windows 10 installeert, hebt u mogelijk een van de volgende land- of regiocodes nodig: Land of regio Code Land of regio Code Vaste land van China SC Nederland NL Denemarken DK Noorwegen NO Finland FI Spanje SP Frankrijk FR Zweden SV Duitsland GR Taiwan en Hongkong TC Italië IT Verenigde Staten US Japan JP Stuurprogramma's installeren Stuurprogramma's zijn programma's met instructies voor het besturingssysteem die aangeven hoe een bepaald hardware
Vervolgens geeft het programma Lenovo Vantage een lijst met updatepakketten weer, waarbij voor elk pakket wordt aangegeven of het cruciaal, aanbevolen of optioneel is; op basis daarvan kunt u het belang van elke update inschatten. U kunt helemaal zelf bepalen welke updates u wilt downloaden en installeren. Nadat u de gewenste updatepakketten hebt geselecteerd, downloadt en installeert Lenovo Vantage automatisch de updates. Lenovo Vantage is op uw computer vooraf geïnstalleerd en klaar voor gebruik.
De opstartvolgorde wijzigen In bepaalde gevallen moet u de opstartvolgorde wijzigen zodat de computer wordt opgestart vanaf het gewenste apparaat als dit wordt gestart. Lees dit onderwerp voor meer informatie over hoe u de volgorde voor het opstarten van de computer kunt wijzigen. Attentie: • Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u het juiste apparaat opgeven bij het maken van een kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren.
• Menu Date/Time • Menu Security • Menu Startup • Menu Restart Opmerking: Afhankelijk van het model en het besturingssysteem kunnen de menuopties en de standaardwaarde zonder kennisgeving worden gewijzigd. Menu Main Wanneer u het programma ThinkPad Setup start, ziet u eerst het menu Main: Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken.
• Wake On LAN from Dock Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Het in- of uitschakelen van de functie Wake On LAN from Dock wanneer het ThinkPad USBC Dock of het ThinkPad Thunderbolt 3 Dock is aangesloten. Opmerking: Wanneer er een hard disk password is ingesteld, werkt de functie Wake on LAN from Dock niet. • Ethernet LAN Option ROM Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Met de Ethernet LAN Option ROM kan vanaf een geïntegreerd netwerkapparaat worden opgestart.
Beschrijving: Selecteer Enabled om apparaten via de Always On USB-aansluitingen op te laden, ook als de computer is uitgeschakeld of in de slaapstand of de sluimerstand staat. – Charge in Battery Mode Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Deze optie wordt alleen ondersteund als Always On USB is ingeschakeld. Selecteer Enabled om apparaten via de Always On USB-aansluiting op te laden, ook als de computer in de slaapstand staat, is uitgeschakeld of op de batterij werkt.
aansluitingen kunnen niet gelijktijdig voor het externe beeldscherm worden gebruikt. Deze optie bepaalt welke aansluiting prioriteit krijgt voor het externe beeldscherm. • Total Graphics Memory Waarden: 256 MB, 512 MB Beschrijving: Wijs het totale geheugen toe dat de interne graphics van Intel deelt. Opmerking: Als u 512 MB selecteert, kan het maximale bruikbare geheugen op het 32-bits besturingssysteem worden beperkt.
Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Schakel een functie voor het inschakelen van de computer in of uit wanneer de netvoedingsadapter is aangesloten. • 8254 Timer Clock Gating Waarden: Auto, Disabled Beschrijving: instelling van 8254 Timer Clock Gating selecteren. Als u Auto selecteert, stopt de 8254timerklok alleen wanneer de opstartinstelling staat op UEFI Only en CSM Support staat op No. Als u Disabled selecteert, loopt de 8254-timerklok altijd.
• Wake by Thunderbolt(TM) 3 Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Schakel de ontwaakfunctie van de Thunderbolt(TM) 3-aansluiting in of uit. Als u Enabled selecteert, kan de levensduur van de batterij wanneer deze de status bijna leeg heeft, korter worden. • Security level Waarden: No Security, User Authorization, Secure Connect, Display Port and USB Beschrijving: Selecteer het beveiligingsniveau: – No Security: Toestaan dat Thunderbolt-apparaten automatisch worden verbonden.
Beschrijving: Selecteer het type console voor AMT. Dit type console moet overeenkomen met de externe console van Intel AMT. Menu Date/Time Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken. • System Date Beschrijving: De datum van het systeem instellen of wijzigen. • System Time Beschrijving: De tijd van het systeem instellen of wijzigen.
Waarden: Disabled, x characters (4 ≤ x ≤ 12) Beschrijving: Geef een minimumlengte voor systeemwachtwoorden en vaste-schijfwachtwoorden op. Als er een supervisorwachtwoord is ingesteld, kunt u de minimumlengte pas wijzigen nadat u zich hebt aangemeld als supervisor. • Power-On Password Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Stel een systeemwachtwoord in om de computer te beveiligen tegen onbevoegd gebruik. Meer informatie vindt u in 'Inleiding tot wachtwoorden' op pagina 55.
Beschrijving: U kunt een Discrete TPM-chip in de TPM 2.0-modus gebruiken. • Security Chip (for TPM 2.0) Waarden: Enabled, Disabled Beschrijving: Schakel de beveiligings-chip in of uit.
wormen. Als de optie is ingeschakeld, maar u ontdekt dat een programma niet correct werkt, schakelt u eerst deze optie uit en herstelt u vervolgens de instellingen. Virtualization • Intel(R) Virtualization Technology Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Als deze optie is ingeschakeld, kan een Virtual Machine Monitor (VMM) de extra mogelijkheden van de hardware gebruiken die de Intel Virtualization Technology biedt.
Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Als deze optie is ingeschakeld, wordt het verwijderen van een intern opslagapparaat gedetecteerd terwijl uw computer in de slaapstand staat. Als u het interne opslagstation verwijdert terwijl de computer zich in de slaapstand bevindt, wordt de computer uitgeschakeld wanneer u deze wekt, en gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
• Change Owner EPOCH Beschrijving: Wijzig Owner EPOCH in een willekeurige waarde. Gebruik deze optie om SGXgebruikersgegevens te wissen. Device Guard • Device Guard Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Deze optie wordt gebruikt om Microsoft Device Guard te ondersteunen. Wanneer deze optie is ingeschakeld, worden Intel Virtualization Technology, Intel VT-d Feature, Secure Boot en OS Optimized Defaults automatisch ingeschakeld. De opstartvolgorde kan niet worden geselecteerd.
Beschrijving: Als u deze optie inschakelt, kunt u het venster Boot Menu openen door F12 ingedrukt te houden wanneer de computer wordt ingeschakeld. • Boot Order Lock Waarden: Disabled, Enabled Beschrijving: Schakel deze optie in om de prioriteitsvolgorde van de opstartapparaten te vergrendelen. Menu Restart Opmerking: De menuopties van het BIOS kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Afhankelijk van het model kan de standaardwaarde afwijken.
PXE-technologie De Preboot eXecution Environment (PXE)-technologie vereenvoudigt het pc-beheer doordat deze u de mogelijkheid biedt om computer vanaf een server op te starten. De computer ondersteunt de personal computer-functies die voor PXE noodzakelijk zijn. Met de juiste LAN-kaart kan uw computer bijvoorbeeld worden gestart vanaf een PXE-server. Opmerking: De functie Remote Initial Program Load (RIPL of RPL) kan bij uw computer niet worden gebruikt.
U kunt als volgt een Network Boot-volgorde definiëren: 1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt getoond, drukt u op F1 om het programma ThinkPad Setup te starten. 2. Selecteer Startup ➙ Network Boot. De lijst met opstartapparaten wordt dan afgebeeld. 3. Selecteer een opstartapparaat om deze in te stellen als het apparaat waarmee het opstarten plaatsvindt nadat de computer uit de slaapstand wordt gehaald. 4. Druk op F10 om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
82 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 7. Computerproblemen oplossen Dit hoofdstuk geeft informatie over wat u moet doen als er een probleem met uw computer optreedt. Algemene voorzorgsmaatregelen In dit hoofdstuk staan de volgende tips om u te helpen met het voorkomen van computerproblemen: • Leeg de prullenbak regelmatig. • Voer het programma Schijfdefragmentatie uit op het opslagstation om gegevens sneller te kunnen zoeken en lezen.
Opmerking: Als u het probleem niet zelf kunt opsporen en verhelpen nadat u Lenovo Vantage hebt uitgevoerd, slaat u de door het programma gemaakte logboekgegevens op en drukt u deze gegevens af. U hebt deze logboeken nodig tijdens uw onderhoud met de servicetechnicus van Lenovo. Lenovo Vantage ondersteunt de hardwarescanfunctie. Met het programma kunt u diagnosetests uitvoeren, systeeminformatie verzamelen, de beveiligingsstatus controleren en ondersteuningsinformatie bekijken.
koppel alle spanningsbronnen los van de computer. Als u zich ongemakkelijk of onzeker voelt ten aanzien van het verwijderen van onderdelen, belt u het Customer Support Center voor hulp. 4. Terwijl de computer uit staat, verwijdert u alle spanningsbronnen en externe apparatuur. Verwijder al het niet-originele geheugen uit de computer. Nadat u het extra geheugen hebt verwijderd en het oorspronkelijke geheugen terug hebt geplaatst, herhaalt u stap 2.
• Bericht: 0190: Batterij nagenoeg leeg Oplossing: De computer is uitgeschakeld omdat de batterij bijna leeg is. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en laad de batterijen op. • Bericht: 0191: Systeembeveiliging - Ongeldige niet-lokale wijzigingsopdracht Oplossing: Het wijzigen van de systeemconfiguratie is mislukt. Controleer de bewerking en probeer het opnieuw. Om het bericht te verwijderen gaat u naar ThinkPad Setup.
Oplossing: de manipulatieschakelaar van de bodemafdekplaat werkt niet. Laat de computer nazien. • Bericht: Fout: de variabele UEFI-opslag van het niet-vluchtige systeem is bijna vol. Opmerking: Deze fout geeft aan dat het besturingssysteem of programma's geen gegevens in de permanente variabele UEFI-opslag kunnen maken, aanpassen of verwijderen vanwege onvoldoende opslagruimte na POST.
Foutcodes 0001: resetfout (platformreset niet uitgeschakeld) Oplossingen 1. Verwijder alle voedingsbronnen (de netvoedingsadapter, de verwisselbare batterij en de knoopcelbatterij). Als uw computer een ingebouwde batterij heeft, reset u de computer door een uitgerekte paperclip in het noodresetgaatje te steken. Wacht één minuut. Sluit vervolgens alle voedingsbronnen weer aan. 2. Vervang de systeemplaat (alleen serviceprovider).
Volg de herstelprocedures voor foutberichten van power-on self-test (POST). 3. Controleer of de nieuwste UEFI BIOS-versie voor uw model is geïnstalleerd. 4. Controleer de geheugenconfiguratie en de compatibiliteit, inclusief de maximale geheugengrootte en de geheugensnelheid. 5. Voer de diagnoseprogramma'suit. Zie 'De oorzaak van een probleem opsporen' op pagina 83. Ethernet-problemen • Probleem: Mijn computer kan geen verbinding met het netwerk maken.
Oplossing: – Probeer een andere Ethernet-kabel. – Controleer of de link partner is ingesteld op 'auto-negotiate'. – Controleer of de switch voldoet aan 802.3ab (gigabyte over copper). Probleem met draadloos LAN Probleem: U kunt geen verbinding maken met het netwerk via de geïntegreerde draadloze netwerkkaart. Oplossing: Controleer of: • De Vliegtuigstand is uitgeschakeld. • Van het stuurprogramma voor uw draadloos LAN de meest recente versie geïnstalleerd is.
– Wanneer de computer wordt ingeschakeld – Wanneer de normale werking van de computer wordt hervat – Wanneer het TrackPoint-aanwijsapparaat voor langere tijd wordt ingedrukt – Als de temperatuur verandert • Probleem: Het TrackPoint-aanwijsapparaat of de trackpad werkt niet. Oplossing: Controleer in het venster Muiseigenschappen of het TrackPoint-aanwijsapparaat of de trackpad wel is ingeschakeld. Meer informatie vindt u in 'Het ThinkPad-aanwijsapparaat aanpassen' op pagina 26.
Problemen met het beeldscherm van de computer • Probleem: Mijn scherm wordt zwart op momenten dat ik dat niet wil. Oplossing: Voer de volgende handelingen uit: 1. Ga naar het Configuratiescherm en zorg ervoor dat u het Configuratiescherm op Categorie bekijkt. 2. Klik op Hardware en geluiden ➙ Energiebeheer. 3. Geef de aanvullende schema's weer en selecteer vervolgens Hoge prestaties.
2. Als u de netvoedingsadapter gebruikt of de batterij gebruikt en de batterijmeter aangeeft dat de batterij niet leeg is, drukt u op de toets voor helderheid om het scherm helderder te maken. 3. Als de computer in de slaapstand staat, drukt u op de Fn-toets om de computer uit de slaapstand te halen. 4. Als het probleem zich blijft voordoen, volg dan de aanwijzingen bij Oplossing voor het onderstaande probleem. • Probleem: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd.
Oplossing: Dit is een intrinsieke eigenschap van de TFT-technologie. Het beeldscherm van uw computer bevat een zeer groot aantal thin-film transistors (TFT's). Slechts een zeer klein aantal daarvan ontbreekt, heeft de verkeerde kleur of licht op. Problemen met een extern beeldscherm • Probleem: Er verschijnt niets op het externe beeldscherm. Oplossing: Als u het beeld wilt weergeven, drukt u op de wisseltoets voor de weergavemodus selecteert u het gewenste beeldscherm.
Oplossing: De functie voor schermuitbreiding inschakelen. Zie 'Een extern beeldscherm gebruiken' op pagina 37. • Probleem: Ik maak gebruik van de functie voor beeldschermuitbreiding, maar ik kan geen hogere resolutie of hogere verversingsfrequentie instellen op het secundaire beeldscherm. Oplossing: Wijzig de resolutie en de kleurendiepte om de instellingen van het primaire beeldscherm te wijzigen. Zie 'Een extern beeldscherm gebruiken' op pagina 37.
Oplossing: Het is niet ongebruikelijk dat schuifregelaars van plaats veranderen bij gebruik van bepaalde audioprogramma's. De programma's maken gebruik van de instellingen in het venster Volumemixer en zijn ingeschakeld om zelf de instellingen te wijzigen. Een voorbeeld hiervan is het programma Windows Media Player. Over het algemeen beschikt het programma zelf over schuifregelaars om het geluid zelf te regelen. • Probleem: Het lukt niet om een van de kanalen volledig te dempen met de balansregelaar.
Oplossing: Als het oppervlak van de lezer vuil of nat is, veegt u het oppervlak van de lezer voorzichtig schoon met een zachte, droge en pluisvrije doek. Zie 'De vingerafdruklezer gebruiken' op pagina 58 voor tips over het onderhouden van de vingerafdruklezer. Problemen met de batterij • Probleem: De batterij wordt niet volledig opgeladen in de standaardlaadtijd als de computer is uitgeschakeld. Oplossing: De batterij is te veel ontladen. Doe het volgende: 1. Zet de computer uit. 2.
Problemen met de voeding Druk deze instructies nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst kunt raadplegen. • Probleem: Mijn computer krijgt helemaal geen stroom. Oplossing: Voer de volgende controles uit: 1. Controleer de aan/uit-knop. Als de computer aan staat en actief is, brandt er een lampje in de aan/uitknop. 2. Controleer alle voedingsaansluitingen.
Oplossing: Als de microprocessor oververhit raakt, schakelt de computer automatisch over naar de sluimerstand zodat de computer kan afkoelen om de microprocessor en andere interne onderdelen te beschermen. Controleer de instellingen voor de slaapstand. • Probleem: De computer schakelt onmiddellijk na de zelftest (POST) over naar de slaapstand. Oplossing: Controleer of: – De batterij is opgeladen. – De temperatuur van de omgeving binnen de toegestane waarden ligt. Zie 'Gebruiksomgeving' op pagina 13.
Problemen met het vaste-schijfstation • Probleem: Het vaste-schijfstation maakt af en toe een ratelend geluid. Oplossing: Het ratelende geluid is te horen als: – het vaste-schijfstation begint en stopt met het lezen van gegevens – u het vaste-schijfstation optilt – u de computer optilt Dit is een normale eigenschap van het vaste-schijfstation en geen defect. • Probleem: Het vaste-schijfstation werkt niet.
Als het programma nog steeds niet goed werkt, neemt u contact op met uw leverancier of met een onderhoudstechnicus. Probleem met USB Probleem: Een apparaat dat is aangesloten op de USB-poort werkt niet. Oplossing: Zorg ervoor dat de USB-poort is ingeschakeld in het programma ThinkPad Setup. Open het venster Apparaatbeheer. Controleer of het USB-apparaat correct is ingesteld, of de resources correct zijn toegewezen en of de stuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd.
102 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 8. Informatie over systeemherstel In dit hoofdstuk vindt u informatie over de Windows-hersteloplossingen voor het Windows 10besturingssysteem. Fabrieksinstellingen van computer terugzetten Als de computer niet goed presteert, kunt u proberen de computer opnieuw in te stellen. Als u de computer opnieuw instelt, kunt u ervoor kiezen uw bestanden te behouden of te verwijderen en vervolgens het Windows-besturingssysteem opnieuw installeren.
Een USB-herstelstation maken en gebruiken U kunt een USB-herstelstation maken als back-up voor de herstelprogramma's van Windows. Met het USBherstelstation kunt u problemen oplossen, zelfs als de vooraf geïnstalleerde herstelprogramma's van Windows zijn beschadigd. Wij raden u aan dat u in een zo vroeg mogelijk stadium een USB-herstelstation maakt.
Hoofdstuk 9. Apparaten vervangen In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van de hardware in uw computer. Customer Replaceable Units Customer Replaceable Units (CRU's) zijn onderdelen die door de gebruiker zelf kunnen worden vervangen. ThinkPad-computers bevatten de volgende typen CRU's: • Self-service CRU's: Verwijzen naar onderdelen die eenvoudig kunnen worden geïnstalleerd of vervangen door gebruikers zelf of tegen extra kosten door speciaal opgeleide servicemedewerkers.
antistatische verpakking dan pas wanneer u de instructie krijgt om het desbetreffende onderdeel te installeren. Als u werkt met opties of CRU's, of handelingen binnenin de computer uitvoert, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen om schade ten gevolge van statische elektriciteit te voorkomen: • Beweeg zo min mogelijk. Door wrijving kan er statische elektriciteit ontstaan. • Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters, geheugenmodules en andere printplaten bij de rand beet.
Dit systeem ondersteunt alleen batterijen die speciaal ontworpen zijn voor dit specifieke systeem en geproduceerd zijn door Lenovo of een geautoriseerde producent. Het systeem ondersteunt geen batterijen die niet geautoriseerd zijn of batterijen die ontworpen zijn voor andere systemen. Als er een niet goedgekeurde batterij wordt geplaatst of een batterij die is ontworpen is voor een ander systeem, wordt het systeem niet opgeladen en wordt het volgende bericht weergegeven.
4. Schuif de vergrendeling 1 in de open positie. Schuif de vergrendeling en houd deze vast 2 . Verwijder de batterij 3 . 5. Plaats een nieuwe batterij en zorg dat deze vastklikt. Controleer of beide batterijvergrendelingen in de vergrendelde stand staan. 6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. De nano-SIM-kaart vervangen Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af.
aanschaffen of is er al een nano-SIM-kaart in de computer geïnstalleerd. In sommige landen of regio's maakt een nano-SIM-kaart deel uit van het pakket waarmee de computer wordt geleverd. Attentie: Wanneer u de nano-SIM-kaart plaatst of verwijdert, mag u de metalen aansluitingen van de nanoSIM-kaart niet aanraken. U vervangt de nano-SIM-kaart als volgt: 1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Ingebouwde batterij uitschakelen' op pagina 106. 2.
• Er bestaat een kans op kortsluiting als u de klep aan de onderkant van de computer in de volgende situaties verwijdert: – Als de verwisselbare batterij in de computer is geplaatst – Als uw computer is aangesloten op de netvoeding. Bovendien start de computer niet op nadat u de klep aan de onderkant van de computer opnieuw hebt geïnstalleerd. Om de computer op te starten ontkoppelt u de netvoedingsadapter en sluit u deze vervolgens opnieuw aan op de computer.
6. Draai de schroeven los waarmee de klep aan de onderkant is bevestigd 1 en kantel de haak omhoog om de haak los te maken van het chassis (zie afbeelding) 2 . Wrik dan de ontgrendelklemmetjes omhoog 3 en verwijder de klep aan de onderkant 4 . Hoofdstuk 9.
7. Installeer de nieuwe klep aan de onderkant van de computer 1 . Controleer of de klemmen van de klep aan de onderkant van de computer onder de klep vastzitten. Draai vervolgens de schroeven vast om de klep aan de onderkant van de computer vast te zetten 2 . 8. Plaats de verwisselbare batterij terug. 9. Plaats het dopje van de aansluiting terug (zie afbeelding). 10. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan.
Attentie: • Raak voordat u de module vervangt altijd een geaard metalen voorwerp aan. Op die manier kunt u statische elektriciteit uit uw lichaam laten wegvloeien. Door statische elektriciteit kan de geheugenmodule beschadigd raken. • Raak de contactrand van de geheugenmodule beslist niet aan. Doet u dat toch, dan kan de geheugenmodule beschadigd raken. U vervangt de geheugenmodule als volgt: 1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Ingebouwde batterij uitschakelen' op pagina 106. 2.
7. U installeert de geheugenmodule als volgt: a. Plaats de kant met uitsparing van de nieuwe geheugenmodule tegen de contactrand van het geheugencompartiment. Plaats dan de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van ongeveer 20 graden in het geheugencompartiment 1 . b. Kantel de geheugenmodule omlaag totdat deze vastklikt 2 . Zorg ervoor dat de geheugenmodule stevig in het geheugencompartiment wordt geplaatst en niet gemakkelijk kan worden bewogen.
Afhankelijk van het model kan uw computer een 2,5-inch vaste-schijfstation, een 2,5-inch SSD-station of een M.2 SSD-station bevatten. 2,5-inch opslagstation Ga als volgt te werk om het interne opslagstation te verwijderen: 1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Ingebouwde batterij uitschakelen' op pagina 106. 2. Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld en dat de netvoedingsadapter en alle andere kabels zijn losgekoppeld. 3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. 4.
8. Ontkoppel de kabel van het opslagstation. 9. Maak de beugel los van het opslagstation. Ga als volgt te werk om het opslagstation te installeren: 1. Bevestig de beugel aan het nieuwe opslagstation.
2. Sluit de kabel aan op het opslagstation. 3. Plaats het nieuwe opslagstation 1 en kantel het vervolgens naar beneden 2 . Controleer of het nieuwe opslagstation goed vastzit. 4. Sluit de kabel weer aan op de systeemplaat. 5. Plaats de klep aan de onderkant van de computer terug. 6. Plaats de verwisselbare batterij terug. 7. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. M.2 SSD-station Ga als volgt te werk om het M.2 SSD-station te verwijderen: Hoofdstuk 9.
1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Ingebouwde batterij uitschakelen' op pagina 106. 2. Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld en dat de netvoedingsadapter en alle andere kabels zijn losgekoppeld. 3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. 4. Verwijder de verwisselbare batterij. Zie 'De verwisselbare batterij vervangen' op pagina 106. 5. Verwijder de klep aan de onderkant van de computer. Zie 'De klep aan de onderkant van de computer vervangen' op pagina 109. 6.
9. Verwijder de schroeven die het afdekplaatje 1 borgen en verwijder dan het afdekplaatje 2 . 10. Draai de schroef los waarmee het M.2 SSD-station vastzit. Het M.2 SSD-station wordt ontgrendeld uit de vergrendelde positie en omhoog gekanteld. 11. Vervolgens verwijdert u het M.2 SSD-station voorzichtig uit de M.2-sleuf. Ga als volgt te werk om het M.2 SSD-station te installeren: Hoofdstuk 9.
1. Lijn de contactrand van het nieuwe M.2 SSD-station uit de sleutel in de sleuf. Steek het M.2 SSD-station vervolgens voorzichtig in de M.2-sleuf onder een hoek van ongeveer 20 graden 1 . Kantel het nieuwe M.2 SSD-station naar beneden 2 . 2. Breng de schroef aan om het nieuwe M.2 SSD-station vast te zetten. 3. Installeer het afdekplaatje 1 en draai dan de schroeven aan om het afdekplaatje vast te zetten 2 .
4. Sluit de kabel aan op de adapter. 5. Plaats de adapter 1 en kantel hem naar beneden 2 . Zorg ervoor dat de adapter goed op zijn plaats zit. 6. Sluit de kabel weer aan op de systeemplaat. 7. Plaats de klep aan de onderkant van de computer terug. 8. Plaats de verwisselbare batterij terug. 9. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels aan. De draadloos-WAN-kaart vervangen De volgende informatie heeft alleen betrekking op de computer met modules die de gebruiker kan installeren.
Lees voordat u begint de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' op pagina v en druk de volgende instructies af. Attentie: Raak de contactrand van de draadloos-WAN-kaart niet aan. Anders kan de draadloos-WAN-kaart beschadigd raken. U kunt de draadloos-WAN-kaart als volgt vervangen: 1. Ingebouwde batterij uitschakelen. Zie 'Ingebouwde batterij uitschakelen' op pagina 106. 2. Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld en dat de netvoedingsadapter en alle andere kabels zijn losgekoppeld. 3.
7. U installeert een nieuwe draadloos-WAN-kaart als volgt: a. Lijn de contactrand van de nieuwe draadloos-WAN-kaart uit met de sleutel in de sleuf. Steek de kaart vervolgens voorzichtig in de sleuf in een hoek van ongeveer 20 graden 1 . Draai de kaart omlaag 2 . b. Breng de schroef aan waarmee de draadloos-WAN-kaart wordt bevestigd 3 . Sluit de antennekabels aan op de kaart 4 .
5. Maak de schroeven los waarmee het toetsenbord is bevestigd. 6. Keer de computer weer om en open het beeldscherm. Druk het toetsenbord met uw duim naar het beeldscherm vanaf de openingen in het toetsenbord (zie afbeelding) totdat u een klik hoort. Zorg dat de klemmen van het toetsenbord loskomen van de rand van het toetsenbord.
7. Kantel het toetsenbord iets omhoog, zoals is aangegeven met de pijl 1 . Draai vervolgens het toetsenbord om zoals aangegeven met de pijl 2 . 8. Laat het toetsenbord op de polssteun rusten en ontkoppel de aansluitingen. Verwijder vervolgens het toetsenbord. Om het nieuwe toetsenbord te installeren, doet u het volgende: Hoofdstuk 9.
1. Bevestig de aansluitingen. Keer het toetsenbord om. 2. Schuif het toetsenbord onder de rand. Zorg ervoor dat de voorste rand van het toetsenbord (de rand die zich dicht bij het beeldscherm bevindt) onder het frame van het afdekpaneel van het toetsenbord zit.
3. Schuif het toetsenbord in de richting die is aangegeven met de pijlen. Zorg ervoor dat de klemmen onder het toetsenbordframe zitten. 4. Sluit het beeldscherm en keer de computer om. Draai de schroeven aan om het toetsenbord te bevestigen. 5. Plaats de verwisselbare batterij terug. 6. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan.
GEVAAR Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij ontploffen. De knoopcelbatterij bevat een kleine hoeveelheid schadelijke stoffen. Om verwondingen te voorkomen, dient u zich aan de volgende richtlijnen te houden: • Vervang de batterij alleen door een door Lenovo aanbevolen batterij van hetzelfde type. • Houd de batterij uit de buurt van open vuur. • Stel de batterij niet bloot aan overmatige warmte. • Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
7. Installeer de nieuwe knoopcelbatterij 1 en bevestig de aansluiting 2 . 8. Plaats de klep aan de onderkant van de computer terug. 9. Plaats de verwisselbare batterij terug. 10. Keer de computer om. Sluit de netvoedingsadapter en alle kabels weer op de computer aan. Opmerking: Nadat u de knoopcelbatterij hebt vervangen, stelt u de systeemdatum en -tijd opnieuw in via het programma ThinkPad Setup. Zie 'Menu Date/Time' op pagina 73. Hoofdstuk 9.
130 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 10. Ondersteuning In dit hoofdstuk vindt u informatie over de hulp en ondersteuning die Lenovo te bieden heeft. Voordat u contact opneemt met Lenovo Vaak kunt u computerproblemen oplossen door de informatie bij de uitleg van foutcodes te lezen, diagnoseprogramma´s uit te voeren of de website Lenovo Support te raadplegen. De computer registreren Registreer uw computer bij Lenovo. Meer informatie vindt u in 'De computer registreren' op pagina 17.
support.lenovo.com. Het gaat daarbij om gedrukte boeken, elektronische boeken, readme-bestanden en Help-bestanden. De Microsoft Servicepacks zijn de nieuwste softwarebron voor productupdates voor Windows. Deze zijn beschikbaar als download via het internet (hiervoor kunnen kosten voor de verbinding in rekening worden gebracht) of op schijf. Ga voor meer informatie en links naar https://www.microsoft.com.
Blijft indien mogelijk bij uw computer wanneer u Lenovo belt. Controleer voordat u belt of u de meest recente stuurprogramma's en systeemupdates hebt gedownload, de diagnoseprogramma's hebt uitgevoerd en alle systeemgegevens hebt genoteerd.
134 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Bijlage A. Aanvullende informatie over het Ubuntubesturingssysteem In bepaalde landen en regio's biedt Lenovo klanten de mogelijkheid computers te bestellen waarop het besturingssysteem Ubuntu® is geïnstalleerd. Als het Ubuntu-besturingssysteem beschikbaar is op uw computer, raden we u aan de volgende informatie te lezen voordat u de computer gebruikt. U kunt informatie over (hulp)programma's van Windows en vooraf geïnstalleerde toepassingen van Lenovo in deze documentatie negeren.
136 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Bijlage B. Regelgeving In dit hoofdstuk vindt u informatie over de regelgeving en naleving met betrekking tot Lenovo-producten. Informatie over certificering Productnaam: ThinkPad T580 en ThinkPad P52s Nalevings-ID: TP00085B Machinetypen: 20L9, 20LA, 20LB en 20LC De meest recente informatie over naleving is beschikbaar op: https://www.lenovo.com/compliance Informatie over draadloze communicatie In dit onderwerp vindt u informatie over draadloze mogelijkheden met betrekking tot Lenovo-producten.
Plaats van de UltraConnect-antennes voor draadloze communicatie ThinkPad-notebookcomputers hebben voor een optimale ontvangst een in het beeldscherm geïntegreerd draadloos UltraConnect™-antennesysteem dat draadloze communicatie mogelijk maakt, waar u ook bent.
Kennisgeving classificatie voor export Dit product is onderworpen aan de United States Export Administration Regulations (EAR) en heeft een ECCN (Export Classification Control Number) van 5A992.c. Het mag opnieuw worden geëxporteerd, behalve naar landen onder embargo genoemd in de landenlijst EAR E1.
Kennisgeving over EMC-richtlijn: Dit product voldoet aan de voorwaarden voor bescherming zoals opgenomen in EMC-richtlijn 2014/30/EU van de Europese Commissie inzake de harmonisering van de wetgeving van Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit. Uit tests is gebleken dat dit product voldoet aan de beperkingen die worden opgelegd aan apparatuur van Klasse B conform de Europese standaard inzake harmonisering in de geldende richtlijnen.
Verklaring van conformiteit met Japanse VCCI Klasse B Japanse kennisgeving voor producten die worden aangesloten op de netstroom met een nominale stroom kleiner dan of gelijk aan 20 A per fase De kennisgeving van Japan voor netsnoeren The ac power cord shipped with your product can be used only for this specific product. Do not use the ac power cord for other devices.
142 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Bijlage C. Kennisgevingen inzake WEEE en recycling voor landen en regio's In dit hoofdstuk vindt u milieu-informatie over Lenovo-producten. Algemene informatie over recyclen Lenovo moedigt eigenaren van IT-apparatuur aan om hun apparatuur, wanneer deze niet meer nodig is, op een verantwoorde manier te laten recyclen. Lenovo kent een veelheid aan programma's en services om eigenaren te helpen bij de recycling van hun IT-producten. Ga voor informatie over het recyclen van Lenovoproducten naar: https://www.
Informatie over WEEE voor Hongarije Lenovo betaalt als producent de kosten die worden gemaakt in verband met de naleving van de verplichtingen van Lenovo onder de Hongaarse wet 197/2014 (VIII.1.) subsecties (1)-(5) van sectie 12.
Recyclinginformatie voor Brazilië Declarações de Reciclagem no Brasil Descarte de um Produto Lenovo Fora de Uso Equipamentos elétricos e eletrônicos não devem ser descartados em lixo comum, mas enviados à pontos de coleta, autorizados pelo fabricante do produto para que sejam encaminhados e processados por empresas especializadas no manuseio de resíduos industriais, devidamente certificadas pelos orgãos ambientais, de acordo com a legislação local.
product of met Lenovo. Als u een lithiumbatterij weggooit, omwikkelt u hem met vinyltape en levert u hem in bij de verkoper of een inzamelstation voor chemisch afval. Batterijen van Lenovo-producten weggooien Uw Lenovo-apparaat kan een lithium-ionbatterij of een hydride nikkel-metaalbatterij bevatten. Details van de batterij kunt u vinden in de productdocumentatie.
Bijlage D. Kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (Restriction of Hazardous Substances, RoHS) voor landen en regio's De nieuwste milieu-informatie over Lenovo-producten is beschikbaar op: https://www.lenovo.
148 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Beperking van schadelijke stoffen (RoHS, Restriction of Hazardous Substances) voor Taiwan Bijlage D.
150 T580 en P52s Gebruikershandleiding
Bijlage E. Informatie over ENERGY STAR-modellen ENERGY STAR® is een gezamenlijk programma van de U.S. Environmental Protection Agency en de U.S. Department of Energy, bedoeld voor het besparen van kosten en het beschermen van het milieu door middel van energiezuinige producten en procedures. Met trots biedt Lenovo haar klanten producten aan die zijn onderscheiden met een ENERGY STAR.
4. Klik op het tabblad Energiebeheer. 5. Vink het selectievakje Dit apparaat toestaan om de computer te laten ontwaken uit. 6. Klik op OK.
Bijlage F. Kennisgevingen Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of voorzieningen niet uit in alle landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovo-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
bepaalde metingen feitelijk schattingen die middels extrapolatie tot stand zijn gekomen. De werkelijk resultaten kunnen hiervan afwijken. Gebruikers van dit document dienen de gegevens te controleren die specifiek op hun omgeving van toepassing zijn. Dit document is auteursrechtelijk beschermd door Lenovo en wordt niet gedekt door enige opensourcelicentie, met inbegrip van enige Linux-overeenkomst(en) die bij de software voor dit product is/zijn geleverd.
Bijlage G. Handelsmerken LENOVO, LENOVO-logo, THINKPAD, THINKPAD-logo, TRACKPOINT en ULTRACONNECT zijn handelsmerken van Lenovo. Intel, Intel SpeedStep, Optane en Thunderbolt zijn handelsmerken van Intel Corporation of haar dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows, Direct3D, BitLocker en Cortana zijn handelsmerken van de Microsoft-bedrijvengroep. DisplayPort is een handelsmerk van de Video Electronics Standards Association.
156 T580 en P52s Gebruikershandleiding