Handboek voor de gebruiker ThinkPad X1 Carbon
Opmerkingen: Lees en begrijp eerst het volgende voordat u deze informatie en het product dat het ondersteunt, gebruikt: • Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie • Regulatory Notice • “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” op pagina vi • Bijlage D “Kennisgevingen” op pagina 129 De Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie en de Regulatory Notice staan op de website. U vindt deze documenten op http://www.lenovo.com/ThinkPadUserGuides.
Inhoud Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . v Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . . . . . . vi Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is . . . . . . . . . . . . . . . . . . vii Veiligheidsrichtlijnen. . . . . . . . . . . vii Hoofdstuk 1. Productoverzicht . . . . . 1 De plaats van knoppen, aansluitingen en lampjes Voorkant . . . . . . . . . . . . . . Achterkant . . . . . . . . . . . . . Rechterkant . . . . . . . . . . . . . Linkerkant. . . . . . . . . . . . . . Onderkant . . . . . . . . .
Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren . . Werken met het werkgebied van Rescue and Recovery . . . . . . . . . . . . . . . Noodherstelmedia maken en gebruiken . . . Vooraf geïnstalleerde software en stuurprogramma's opnieuw installeren . . . Problemen met herstelprocedures oplossen . Overzicht van gegevensherstel voor Windows 8-modellen . . . . . . . . . . . . . . . . Hersteloplossingen voor Windows 8-modellen . . . . . . . . . . . . . . Hoofdstuk 6. Geavanceerde configuratie . . . . . . . . . . . . . .
Bijlage B. Kennisgevingen inzake AEEA en recycling . . . . . . . . . Belangrijke WEEE-informatie . . . . . . . . . Richtlijnen voor recycling in Japan . . . . . . . Recyclinginformatie voor Brazilië . . . . . . . Informatie over het recyclen van batterijen voor Taiwan . . . . . . . . . . . . . . . . . . Informatie over het recyclen van batterijen voor de Europese Unie . . . . . . . . . . . . . . . Informatie over het recyclen van batterijen voor de Verenigde Staten en Canada . . . . . . . . . Bijlage C.
iv Handboek voor de gebruiker
Lees dit eerst Als u zich de volgende belangrijke tips ter harte neemt, haalt u het meeste rendement uit uw computer. Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot ongemak en zelfs letsel. Bovendien kan de computer dan storingen vertonen en schade oplopen. Bescherm uzelf goed tegen de warmte die door de computer wordt gegenereerd. Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen de onderkant, de polssteun en bepaalde andere onderdelen warm worden.
Als u de computer verplaatst, zorg dan dat deze goed beschermd is (inclusief de gegevens). Als u een computer verplaatst die is uitgerust met een vaste-schijfstation, voert u een van de volgende handelingen uit om te zorgen dat het lampje in de aan/uit-schakelaar uit is of knippert: • Zet de computer uit. • Zet de computer in de sluimerstand. • Zet de computer in de slaapstand. Hierdoor helpt u schade aan de computer en verlies van gegevens te voorkomen. Ga te allen tijde voorzichtig om met uw computer.
van toepassing. Bovendien kunnen er in computerproducten interne batterijen ter grootte van een munt (“knoopcellen”) zijn verwerkt, waarmee de systeemklok in stand wordt gehouden wanneer de stekker niet in het stopcontact zit. De veiligheidsvoorschriften voor batterijen gelden dus voor alle computerproducten. Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is Door misbruik of achteloosheid kunnen producten beschadigd raken.
Opmerking: Sommige onderdelen van de computer kunnen door de gebruiker worden uitgebreid of vervangen. Upgrades worden meestal “opties” genoemd. Vervangende onderdelen die zijn goedgekeurd om door de klant zelf te worden geïnstalleerd, worden Customer Replaceable Units of CRU's genoemd. CRU's zijn voorzien van documentatie met instructies voor vervanging van deze onderdelen door de klant. Volg bij het installeren of vervangen van dergelijke onderdelen steeds de instructies.
Zorg ervoor dat alle netstroomstekkers helemaal in het stopcontact zijn gestoken. Gebruik geen voedingsadapter die sporen vertoont van corrosie aan de invoerpennen of sporen van oververhitting (zoals vervormd plastic) bij de aansluiting of op een ander deel van de voedingsadapter. Maak nooit gebruik van een netsnoer waarvan de contactpunten sporen van roest, corrosie of oververhitting vertonen of waarvan het snoer of de stekker op welke manier dan ook beschadigd is.
Kennisgeving voedingseenheid GEVAAR Verwijder nooit de kap van de voedingseenheid of van enige component waarop het volgende label is bevestigd. Binnen componenten waarop dit label is bevestigd, bevinden zich gevaarlijke spannings-, stroomof energieniveaus. Deze componenten bevatten geen onderdelen die kunnen worden vervangen of onderhouden. Als u een probleem met een van deze onderdelen vermoedt, waarschuw dan een onderhoudstechnicus.
Kennisgeving voor ingebouwde oplaadbare batterijen GEVAAR Probeer niet zelf de oplaadbare interne lithiumbatterijen te vervangen. Neemt u contact op met Lenovo Support voor fabrieksvervanging. Warmte en ventilatie GEVAAR Computers, wisselstroomadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een batterij wordt opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebookcomputers een aanzienlijke hoeveelheid warmte produceren.
Veiligheidsvoorschriften voor de elektriciteit GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: • Gebruik de computer niet tijdens onweer. • Sluit geen kabels aan, haal geen kabels los, en voer geen installatie-, onderhouds- of herconfiguratiewerkzaamheden op dit product uit tijdens een elektrische storm. • Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
Als u de equalizer op het maximumniveau instelt, wordt de uitvoerspanning verhoogd en het volume van de hoofdtelefoon of oortelefoon. Om uw gehoor te beschermen stelt u de equalizer in op een gepast niveau. Het overmatige gebruik van hoofd- of oortelefoons gedurende een langere tijd bij een hoog volume kan gevaarlijk zijn als de uitvoer van de hoofd- of oortelefoonaansluitingen niet voldoet aan de specificaties van EN 50332-2.
xiv Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 1. Productoverzicht In dit hoofdstuk staat informatie over de locaties van aansluitingen, locaties van belangrijke productlabels, computerfuncties, specificaties, de bedrijfsomgeving en vooraf geïnstalleerde programma's.
1 Camera Gebruik de camera om foto's te maken en videovergaderingen te houden. 2 Microfoons Met de microfoons kunt u geluiden en spraak vastleggen met een softwareprogramma voor audio. 3 Aan/uit-knop Gebruik de aan/uit-knop om de computer aan te zetten. Om de computer uit te schakelen, gebruikt u de menu-optie Start om het besturingssysteem Windows® 7 uit te schakelen. Verplaats in het Windows 8-besturingssysteem de cursor naar op de rechterbenedenhoek van het scherm om de emoticons weer te geven.
Op het toetsenbord vindt u een uniek Lenovo-aanwijsapparaat: het UltraNav-aanwijsapparaat. Aanwijzen, selecteren en slepen worden in één moeite uitgevoerd, terwijl uw handen gewoon in de typpositie blijven. 10 Knoppen voor het geluidsvolume Met de ingebouwde volumeknoppen kunt u snel het geluidsvolume aanpassen, de luidsprekers uitschakelen of de microfoons van de computer uitschakelen.
• SDHC-kaart (Secure Digital High-Capacity) • Secure Digital eXtended-Capacity (SDXC)-kaart • MultiMediaCard (MMC) Voor meer informatie gaat u naar “Een flash media-kaart gebruiken” op pagina 39. Opmerking: Uw computer ondersteunt de Content Protection for Recordable Media (CPRM)-functie voor SD-kaarten niet.
Linkerkant 1 1 Netvoedingsaansluiting 3 Always On USB-aansluiting 2 Ventilatieopeningen 4 Schakelaar voor draadloze radio's Netvoedingsaansluiting Sluit de netvoedingsadapter aan op de netvoedingsaansluiting voor voeding naar de computer en het laden van de batterij. 2 Ventilatieopeningen De interne ventilator en de ventilatieopeningen laten lucht in de computer circuleren om onder andere de hoofdprocessor te koelen.
Onderkant 1 Noodresetgaatje 1 2 Luidsprekers Noodresetgaatje Als de computer niet meer reageert en u deze niet kunt uitschakelen via de aan/uit-schakelaar, verwijdert u de netvoedingsadapter en reset u de computer door een naald of uitgebogen paperclip in het noodresetgaatje te steken om de computer uit te schakelen. 2 Luidsprekers Voor meer informatie gaat u naar “Knoppen voor het geluidsvolume” op pagina 21. Statuslampjes De statuslampjes geven de actuele status van de computer aan.
1 Indicator voor dempen geluid Wanneer het lampje rood is verlicht, is de stand Luidspreker uit ingeschakeld. 2 Indicator voor dempen microfoon Wanneer het lampje rood is verlicht, is de stand Microfoon uit ingeschakeld. 3 Draadloos LAN/WAN/Bluetooth-statuslampje • Groen: de functie voor draadloze communicatie via LAN, WAN of Bluetooth is ingeschakeld. • Uit: de draadloos netwerkapparaten staan uit of de draadloze radio staat uit.
• Groen: De wisselstroomadapter is aangesloten. • Uit: De wisselstroomadapter is niet aangesloten. Op de volgende afbeelding worden de locaties getoond van de statuslampjes van de slaapstand en de batterij. Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er enigszins anders uit dan in de volgende afbeelding wordt getoond. 1 Statuslampje voor slaapstand (op bepaalde modellen) • Groen: de computer staat in de slaapstand.
• Uit: De batterij is losgekoppeld van de computer of de computer staat uit. Opmerking: Als de computer niet is aangesloten op het lichtnet, werkt het statuslampje voor de batterij niet als de computer uit staat of in de sluimerstand of de slaapstand staat. De plaats van belangrijke productinformatie In dit gedeelte vindt u informatie om u te helpen uw machinetype en modelnummer, FCC ID en IC Certification-label, en het Certificaat van Echtheid (COA)-label van Microsoft® te vinden.
computer. Maak een notitie van deze informatie en bewaar deze op een veilige plaats. Mogelijk hebt u deze nummers ooit nodig om uw computer te starten of om het besturingssysteem opnieuw te installeren. Opmerking: Het Certificaat van Echtheid is alleen van toepassing op computers waarop vooraf in de fabriek het besturingssysteem Windows 7 geïnstalleerd is.
• Zwarte knop • Volumeknoppen • Knop voor dempen geluid • Knop voor dempen microfoon Interface • Aansluiting voor extern beeldscherm (Mini DisplayPort-aansluiting) • Gecombineerde audio-aansluiting • Eén USB 3.
• Maximumhoogte zonder kunstmatige druk: 3048 m • Temperatuur – Op hoogten tot 2438 m – In bedrijf: 5,0 °C tot 35,0 °C – In opslag: 5,0 °C tot 43,0 °C – Op hoogten boven 2438 m – Maximumtemperatuur bij werking zonder kunstmatige druk: 31,3 °C Opmerking: Bij het opladen van de batterij moet de temperatuur minimaal 10 °C zijn. • Relatieve vochtigheid: – In bedrijf: 8% tot 80% – Opslag: 5% tot 95% Plaats uw computer indien mogelijk in een goed geventileerde, droge ruimte en zet hem niet in de zon.
Tabel 1.
Tabel 2.
Het programma Client Security Solution beschermt uw computer en vertrouwelijke klantgegevens en weert aanvallen op de beveiliging af. Het programma helpt u ook bij het beheer van wachtwoorden, het herstellen van vergeten wachtwoorden en het bewaken van de beveiligingsinstellingen van uw computer. Het programma doet ook aanbevelingen hoe u de beveiliging kunt verbeteren. • Communications Utility Gebruik het Communications Utility-programma om de instellingen voor de camera en audioapparaten te configureren.
Als het Mobile Broadband Connect-programma is geactiveerd, kunt u dit gebruiken om via een ondersteunde WAN-kaart verbinding te maken met een netwerk voor mobiel breedband (3G). • Password Manager Met Password Manager kunt u verificatiegegevens automatisch vastleggen en invullen voor websites en Windows-toepassingen. • Power Manager Het programma Power Manager verzorgt eenvoudig, flexibel en volledig energiebeheer voor uw computer.
Hoofdstuk 2. De computer gebruiken In dit hoofdstuk vindt u informatie over het gebruik van enkele functies van de computer.
Bent u onderweg en wilt u de batterij efficiënter gebruiken? • Als u energie wilt besparen of de werking van de computer wilt onderbreken zonder programma's af te sluiten of bestanden op te slaan, raadpleegt u de beschrijving van de “Spaarstanden” op pagina 29. • Wijzig de instellingen van uw energiebeheerschema om de beste balans te vinden tussen snelheid en energiebesparing. Zie “Energiebeheer” op pagina 29.
• “Problemen met de voeding” op pagina 110 Speciale toetsen en knoppen De computer heeft verschillende speciale toetsen en knoppen, zodat u gemakkelijker en effectiever kunt werken. Functietoetsencombinaties Om de functietoetscombinaties te gebruiken houdt u de Fn-toets 1 ingedrukt en drukt u vervolgens op één van de functietoetsen. Laat beide toetsen los. Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er enigszins anders uit dan in de volgende afbeelding wordt getoond.
– Alleen externe monitor Opmerking: De toetsencombinatie Windows+P heeft dezelfde functionaliteit als Fn+F7. De functies voor draadloze communicatie in- of uitschakelen • Fn+F5 De ingebouwde functies voor draadloos netwerk in- of uitschakelen. Als u drukt op Fn+F5, wordt er een lijst van functies voor draadloze communicatie afgebeeld. U kunt de radiostatus van elke functie in de lijst snel wijzigen.
• Fn+K: heeft dezelfde functie als de toets ScrLk op het conventionele toetsenbord. • Fn+P: heeft dezelfde functie als de toets Pause op het conventionele toetsenbord. • Fn+S: heeft dezelfde functie als de toets SysRq op het conventionele toetsenbord. Knoppen voor het geluidsvolume U kunt de geluidssterkte van de luidsprekers met de volgende drie knoppen instellen: Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er enigszins anders uit dan in de volgende afbeelding wordt getoond.
1. Druk op Fn+F6. Het venster Communicatie-instellingen wordt geopend. 2. Klik op de knop Instellingen beheren. Het venster Communications Utility wordt geopend. 3. Klik in het tabblad VoIP-gespreksinstellingen op Instellingen voor knop Microfoon dempen. Het venster Instellingen voor microfoon dempen wordt geopend. 4. Selecteer Alleen het hierna geselecteerde opnameapparaat: en selecteer het opnameapparaat in de vervolgkeuzelijst. 5. Klik op OK.
Slepen Tik op een item, zoals een afbeelding of een pictogram op het scherm, en houd uw vinger op het item. Sleep het item met uw vinger naar de gewenste locatie. Nadat u het item naar de gewenste locatie hebt verplaatst, zet het dan neer. Vegen of schuiven Verplaats uw vinger in een verticale of horizontale richting op het scherm om door het startscherm, webpagina´s, lijsten, afbeeldingsminiaturen, enzovoort, te bladeren.
De instellingen van de UltraNav-aanwijsapparaat aanpassen Als u de instellingen uw UltraNav-aanwijsapparaat wilt wijzigen, gaat u naar het configuratiescherm en klikt u op Hardware en geluid ➙ Muis ➙ UltraNav. Breng vervolgens de gewenste wijzigingen aan in de instellingen. Het TrackPoint-aanwijsapparaat gebruiken De TrackPoint bestaat uit een aanwijsknopje 1 op het toetsenbord en drie klikknoppen onder aan het toetsenbord.
Om de instellingen van het TrackPoint-aanwijsknopje aan te passen doet u het volgende: 1. Ga naar het configuratiescherm en klik op Hardware en geluid ➙ Muis ➙ UltraNav. 2. Pas onder TrackPoint de instellingen aan. Het dopje vervangen Het dopje 1 bovenop het aanwijsknopje van de TrackPoint kan worden verwijderd. U kunt het vervangen, zoals afgebeeld in de tekening. Opmerking: Als u het toetsenbord vervangt, wordt er bij het nieuwe toetsenbord een standaarddopje geleverd.
De gehele touchpad 1 is een actief gebied dat gevoelig is voor vingerbewegingen. Het onderste deel van de touchpad bestaat uit een zone voor klikken met de linkermuisknop 3 en een zone voor klikken met de rechtermuisknop 2 . Met bewegingen op de touchpad bootst u de muisbewerkingen na. Voordat u gaat werken met de touchpad, controleert u of de cursor blijft staan op het object waarop u een bewerking wilt uitvoeren.
Het UltraNav-aanwijsapparaat uitschakelen en een externe muis gebruiken Als u een externe muis op een USB-poort aansluit, kunt u de muis tegelijkertijd gebruiken met het TrackPoint-aanwijsapparaat en de Touchpad. Het TrackPoint-aanwijsapparaat of de touchpad uitschakelen Om het TrackPoint-aanwijsknopje of de touchpad uit te schakelen kunt u het volgende doen: 1. Ga naar het configuratiescherm en klik op Hardware en geluid ➙ Muis ➙ UltraNav. 2.
Ga als volgt te werk om de gedetailleerde informatie over de batterijstatus te controleren: • Windows 7: open het programma Power Manager en klik op het tabblad Batterij. • Windows 8: open het programma Lenovo Support en klik op Batterijstatus of open het programma Lenovo Settings en klik op Power.
Ingebouwde batterij uitschakelen Schakel de ingebouwde batterij uit in de volgende situaties: • Uw computer zal gedurende langere tijd zijn uitgeschakeld. • Vervang uw SIM-kaart. U schakelt de ingebouwde batterij als volgt uit: 1. Zet uw computer uit en ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer. 2. Zet de computer aan. Druk, zodra het scherm met het ThinkPad-logo verschijnt, op F1 om naar ThinkPad Setup te gaan. 3. Selecteer Config ➙ Power. Er verschijnt een submenu. 4.
SSD-station en het beeldscherm uitgeschakeld. Zodra de computer ontwaakt, wordt het werk binnen enkele seconden weer geladen. Om de computer in de sluimerstand te plaatsen drukt u op Fn+F4. Druk op de Fn-toets om de sluimerstand te verlaten. Afhankelijk van het computermodel biedt uw computer mogelijk ondersteuning voor de functie 30 dagen stand-by. Wanneer deze functie is ingeschakeld, verbruikt de computer zelfs minder energie in de slaapmodus.
• Er verschijnt een waarschuwingsmelding. • De LCD wordt uitgeschakeld. U schakelt het batterijalarm als volgt in: 1. Start Power Manager. 2. Klik op de tab Algemene energie-instellingen. 3. Stel, voor een bijna lege en een lege batterij, het energiepercentage en de actie in.
Daardoor kunt u op kantoor, in vergaderruimten of thuis verbinding met uw netwerk houden zonder kabels te gebruiken. Tips voor het gebruik van de draadloos-LAN-functie Houd u aan de volgende richtlijnen om de beste verbinding te verkrijgen: • Positioneer uw computer dan zodanig dat er zich zo weinig mogelijk obstakels bevinden tussen het toegangspunt van het draadloos LAN en de computer. • Open het beeldscherm van de computer in een hoek van iets meer dan 90 graden.
Als u met verschillende draadloze netwerken op verschillende locaties een verbinding moet maken, gebruikt u de volgende software om meerdere netwerkprofielen te beheren zodat de computer automatisch een verbinding maakt met een beschikbaar netwerk als de locatie wijzigt: • Windows 7: gebruik het programma Access Connections. Zie “Lenovo-programma's vanuit het besturingssysteem Windows 7 openen” op pagina 12 voor instructies over hoe u het programma Access Connections kunt starten.
U vindt meer informatie over de status en signaalsterkte van de draadloze verbinding door het programma Access Connections te openen of door met de rechtermuisknop te klikken op de Access Connections-meter in het systeemvak van Windows en Status van draadloze verbinding weergeven te selecteren. • Status van Access Connections-meter: draadloos LAN – De radio voor draadloze communicatie staat uit of er is geen signaal. – De radio voor draadloze communicatie staat aan.
– De radio voor draadloze communicatie staat aan. De signaalsterkte van de draadloze verbinding is zeer slecht. Om de signaalsterkte te verbeteren, kunt u uw computer dichter bij het draadloze toegangspunt plaatsen. • Pictogrammen voor de status van de draadloze verbinding: draadloos WAN – Draadloze radio ontvangt geen stroom.
U kunt elke resolutie instellen voor het beeldscherm van de computer of het externe beeldscherm. Bij gelijktijdig gebruik is de resolutie van beide schermen echter altijd hetzelfde. Als u voor het beeldscherm van de computer een hogere resolutie kiest, ziet u slechts een deel van het volledige beeld op het scherm. De andere delen kunt u bekijken door het beeld met behulp van het TrackPoint- of een ander aanwijsapparaat over het scherm te verplaatsen.
9. Klik op de tab Stuurprogramma. 10. Klik op Stuurprogramma bijwerken. 11. Klik op Bladeren op mijn computer naar stuurprogramma's en klik daarna op Kiezen uit een lijst van stuurprogramma's op mijn computer. 12. Schakel het selectievakje Compatibele hardware weergeven uit. 13. Selecteer de Fabrikant en het Model van het beeldscherm. Als u uw beeldscherm niet kunt vinden in de lijst, breek dan de installatie van dit stuurprogramma af en gebruik het stuurprogramma dat bij uw beeldscherm is geleverd. 14.
Overwegingen bij gebruik van de functie voor schermuitbreiding • Als u een volledig DOS-scherm wilt weergeven terwijl de functie voor schermuitbreiding is ingeschakeld, verschijnt het volledige DOS-scherm alleen op het primaire beeldscherm; op het andere beeldscherm wordt dan niets afgebeeld. • Als uw computer is uitgerust met een grafische kaart van Intel, kunt u het andere beeldscherm als volgt instellen als het primaire beeldscherm: 1.
• Opnemen van diverse typen geluidsbronnen, bijvoorbeeld een aangesloten hoofdtelefoon. In de volgende tabel kunt u zien welke functies van de audio-apparatuur die is aangesloten op uw computer worden ondersteund. Tabel 3.
• SD-kaart (Secure Digital) • SDHC-kaart (Secure Digital High-Capacity) • Secure Digital eXtended-Capacity (SDXC)-kaart • MultiMediaCard (MMC) Opmerkingen: • De CPRM-functie voor de SD-kaart wordt door uw computer niet ondersteund. • Als u gegevens overbrengt van of naar een flash mediakaart, bijvoorbeeld een SD-kaart, plaats de computer dan niet in de sluimerstand of de slaapstand voordat de gegevensoverdracht voltooid is; anders kunnen uw gegevens beschadigd raken.
Hoofdstuk 3. U en uw computer In dit hoofdstuk krijgt u informatie over hoe u toegang tot uw computer krijgt, over comfort en over hoe u met uw computer op reis gaat. Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: • “Toegankelijkheid en comfort” op pagina 41 • “De computer meenemen op reis” op pagina 43 Toegankelijkheid en comfort Ergonomische gewoonten zijn belangrijk; niet alleen om zo veel mogelijk uit uw pc te halen, maar vooral ook om ongemak te voorkomen.
Algemene houding: geregeld even gaan verzitten helpt het best tegen het ongemak dat door lang in dezelfde houding werken wordt veroorzaakt. Vaak even pauzeren is ook heel goed om kleine ongemakken tegen te gaan die met uw werkhouding te maken hebben. Beeldscherm: Een aangename kijkafstand is ongeveer 510-760 mm. Vermijd reflecties van lampen of zonlicht. Maak het beeldscherm regelmatig schoon en stel de helderheid en het contrast zo in dat u een goed beeld hebt.
Informatie voor gehandicapten Lenovo streeft ernaar mensen met een handicap betere toegang te geven tot informatie en technologie. De volgende informatie is speciaal bedoeld voor mensen met een visuele, auditieve of motorische handicap. Er zijn ondersteunende technieken waardoor gebruikers op de meest geschikte manier toegang kunnen krijgen tot informatie. Het besturingssyteem van uw computer bevat al enkele van deze technologieën.
worden verleend. Als er aan boord van het vliegtuig beperkingen gelden ten aanzien van het gebruik van draadloze functies op uw computer, moet u deze beperkingen in acht nemen. Indien nodig kunt u de functies voor draadloze communicatie in- en uitschakelen. • Let in het vliegtuig op de stoel voor u. Stel de hoek van het scherm zo in dat het scherm niet klem komt te zitten als de persoon vóór u achterover leunt.
Hoofdstuk 4. Beveiliging In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de computer beschermt tegen diefstal en gebruik door onbevoegden.
1. Druk op F1. Het pictogram verandert in: 2. Typ nu het masterwachtwoord voor de vaste schijf. Opmerking: Naar het pictogram terugkeren , druk nogmaals op F1. Als dit pictogram wordt afgebeeld, typt u een beheerderswachtwoord. Power-on password U kunt een systeemwachtwoord instellen om uw computer te beveiligen tegen gebruik door onbevoegden. Als u een systeemwachtwoord hebt ingesteld, wordt u telkens als u de computer aanzet, gevraagd om dat wachtwoord te typen.
Als er wel een gebruikerswachtwoord van de vaste schijf is ingesteld maar geen masterwachtwoord, moet het vaste-schijfwachtwoord van de gebruiker worden ingevoerd om toegang te krijgen tot de bestanden en toepassingen op het SSD-station. Het masterwachtwoord kan alleen worden ingesteld en gebruikt door een systeembeheerder. Met het masterwachtwoord heeft de systeembeheerder, net als met een “hoofdsleutel”, toegang tot het SSD-station in een netwerk.
vaste-schijfwachtwoord van meer dan zeven tekens kan herkennen, kunt u geen toegang krijgen tot het station. b. Typ het wachtwoord dat u zojuist hebt ingevoerd in het veld Confirm New Password om dit te verifiëren. Druk op Enter. Attentie: Noteer de wachtwoorden en bewaar de wachtwoorden op een veilige plaats.
Beheerderswachtwoord Het beheerderswachtwoord beveiligt de configuratiegegevens die zijn opgeslagen in het programma ThinkPad Setup. De configuratie van de computer kan uitsluitend worden gewijzigd door iemand die dit wachtwoord kent. Het biedt de volgende bescherming: • Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, wordt u om dit wachtwoord gevraagd zodra u probeert het programma ThinkPad Setup te starten. Gebruikers die het wachtwoord niet kennen, krijgen geen toegang tot de configuratiegegevens.
5. Selecteer Security met behulp van de cursortoetsen. 6. Selecteer Password. 7. Selecteer Supervisor Password. 8. Er verschijnt een venster waarin u wordt gevraagd een nieuw wachtwoord op te geven. Afhankelijk van uw behoeften doet u één van de volgende dingen: • Om het wachtwoord in te stellen, doet u het volgende: a. Typ een gewenst wachtwoord in het veld Enter New Password en druk vervolgens op Enter. b. Typ in het veld Confirm New Password opnieuw uw wachtwoord en druk op Enter.
4. Voordat u een computer van de hand doet, op welke manier dan ook, moeten de daarop opgeslagen gegevens worden gewist. Raadpleeg “Kennisgeving inzake het verwijderen van gegevens van uw SSD-station” op pagina 56. Opmerking: Het SSD-station dat in de computer is ingebouwd, kan door UEFI BIOS worden beschermd.
• Wis de beveiligings-chip niet. Als u dat wel doet, worden de functies gewist die aan de toetsen zijn toegewezen. • Schakel de beveiligings-chip niet uit. Doet u dat wel, dan werkt Client Security Solution niet. 3. Als de beveiligings-chip is verwijderd of vervangen, of als er een nieuwe chip is geïnstalleerd, start de computer niet op. U hoort dan vier cycli van vier geluidssignalen en u ziet foutbericht 0176 of 0192 . 4.
De LED van de vingerafdruklezer Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er enigszins anders uit dan in de volgende afbeelding wordt getoond. Tabel 4. De LED van de vingerafdruklezer Indicator Beschrijving Continu groen De vingerafdruklezer is gereed voor gebruik. Een keer groen knipperen De vingerafdruk wordt geverifieerd of is goedgekeurd. Groen knipperen De vingerafdruklezer is gereed om om te schakelen naar de toestand ter controle of deze is ingeschakeld.
1. Plaats de bal van uw vinger - d.w.z. het centrale deel van de vingerafdruk - op de kleine cirkel boven de lezer. Zorg ervoor dat het bovenste vingerkootje zich helemaal op de lezer bevindt. Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er enigszins anders uit dan in de volgende afbeelding wordt getoond. 2. Haal uw vinger onder lichte druk in één beweging over de lezer. Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er enigszins anders uit dan in de volgende afbeelding wordt getoond.
4. Typ het systeemwachtwoord, het vaste-schijfwachtwoord, of beide, als hierom wordt gevraagd. De vastgelegde vingerafdruk wordt nu gekoppeld aan uw systeemwachtwoord, uw vaste-schijfwachtwoord of beide. De volgende keer wanneer u de computer start, kunt u de computer starten en zich bij het systeem aanmelden door uw vinger eenmaal over de lezer te halen. Attentie: Als u altijd uw vingerafdruk gebruikt om u aan te melden bij het systeem, is de kans groot dat u uw wachtwoord vergeet.
Onderhoud van de vingerafdruklezer De volgende acties kunnen ertoe leiden dat de vingerafdruklezer beschadigd raakt of dat de lezer niet meer goed werkt: • Krassen op het oppervlak van de lezer met een hard, gepunt voorwerp. • Over het oppervlak van de lezer schuren met uw nagel of een hard voorwerp. • Aanraken of gebruiken van de lezer met een verontreinigde vinger.
uitgeschakeld. De gegevens zijn er nog steeds, hoewel het lijkt alsof ze gewist zijn. Met behulp van speciale software voor gegevensherstel kunnen de gegevens vaak nog worden gelezen. Het risico bestaat deze gegevens kunnen worden hersteld en gebruikt voor ongewenste doeleinden. Om misbruik van gegevens te voorkomen is het van groot belang dat u alle gegevens van het SSD-station verwijdert, voordat u de computer van de hand doet.
58 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 5. Overzicht van gegevensherstel In dit hoofdstuk vindt u informatie over de hersteloplossingen op computers waarop het Windows 7- of Windows 8-besturingssysteem vooraf geïnstalleerd is.
Herstelmedia maken In dit gedeelte vindt u instructies voor het maken van noodherstelmedia. Opmerking: U kunt u herstelmedia maken met schijven of met externe USB-opslagapparaten. Voor het maken van herstelmedia klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Factory Recovery-schijven. Volg daarna de instructies op het scherm. Herstelmedia gebruiken In dit gedeelte vindt u instructies voor het gebruik van noodherstelmedia.
Een backupbewerking uitvoeren In dit gedeelte vindt u instructies over het uitvoeren van een backup vanuit het programma Rescue and Recovery onder verschillende besturingssystemen. Om een back-upbewerking uit te voeren vanuit het programma Rescue and Recovery doet u het volgende: 1. Op het bureaublad van Windows klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Enhanced Backup and Restore. Het programma Rescue and Recovery wordt geopend. 2.
worden uitgevoerd, kunt u de fabrieksinstellingen zelfs herstellen als u het Windows-besturingssysteem niet kunt starten. Attentie: Als u het SSD-station herstelt met een Rescue and Recovery-back-up of als u het SSD-station herstelt naar de fabrieksinstellingen, worden alle bestanden in de primaire partitie van het SSD-station (meestal station C:) tijdens het herstelproces verwijderd. Maak indien mogelijk kopieën van belangrijke bestanden.
1. Op het bureaublad van Windows klikt u op Start ➙ Alle programma's ➙ Lenovo ThinkVantage Tools ➙ Enhanced Backup and Restore. Het programma Rescue and Recovery wordt geopend. 2. Klik in het hoofdvenster van Rescue and Recovery op de pijl Rescue and Recovery geavanceerd starten. 3. Klik op het pictogram Noodherstelmedia maken. Het venster Rescue and Recovery-media maken wordt geopend. 4. Geef in het gebied Noodherstelmedia aan welk type herstelmedium u wilt maken.
Vooraf geïnstalleerde stuurprogramma's opnieuw installeren Attentie: Door het opnieuw installeren van stuurprogramma's wijzigt u de configuratie van de computer. Installeer stuurprogramma's alleen opnieuw als dit noodzakelijk is om een probleem met de computer op te lossen. U installeert een stuurprogramma voor een vooraf geïnstalleerd apparaat als volgt: 1. Zet de computer aan. 2. Ga naar de directory C:\SWTOOLS. 3. Open de map DRIVERS.
Hersteloplossingen voor Windows 8-modellen De computer vernieuwen Als uw computer niet goed werkt en het probleem mogelijk veroorzaakt wordt door een recent geïnstalleerd programma, dan kunt u uw computer vernieuwen zonder uw persoonlijke bestanden kwijt te raken of uw instellingen te moeten wijzigen. Attentie: Als u uw computer vernieuwt, worden de programma's die bij uw computer meegeleverd werden en de programma's die u via Windows Store geïnstalleerd hebt, opnieuw geïnstalleerd.
66 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 6. Geavanceerde configuratie Het is altijd van het grootste belang om uw bestanden, gegevens en instellingen op het SSD-station zorgvuldig te beschermen, maar het kan ook nodig zijn een nieuw besturingssysteem of nieuwe stuurprogramma's te installeren, het systeem-UEFI BIOS bij te werken of vooraf geïnstalleerde software te herstellen. De informatie in dit hoofdstuk helpt u de computer goed te gebruiken.
– De UEFI BIOS-functies worden ondersteund in het Windows 7-besturingssysteem (64-bits) en het Windows 8-besturingssysteem (64-bits). Controleer of de instelling UEFI/Legacy Boot in het programma ThinkPad Setup naar wens is ingesteld op het starten van het gewenste besturingssysteem. – Na de installatie van het besturingssysteem, moet u de eerste instelling van UEFI/Legacy Boot niet wijzigen in het programma ThinkPad Setup.
• Registerpatch voor het inschakelen van Wake Up on LAN from Standby voor Energy Star • Oplossing voor probleem met HDD met HD-detectie De Windows 7-herstelmodules installeren De Windows 7-herstelmodules vindt u in de volgende map: C:\SWTOOLS\OSFIXES\ De naam van iedere subdirectory is het nummer van een fixmodule. Voor informatie over de modules gaat u naar de homepage van Microsoft Knowledge Base op http://support.microsoft.
Het stuurprogramma voor de 4-in-1 mediakaartlezer installeren Om de 4-in-1 mediakaartlezer te kunnen gebruiken moet u het Ricoh Multi Card Reader-stuurprogramma van de website Lenovo Support op http://www.lenovo.com/support downloaden en installeren Het stuurprogramma voor USB 3.0 installeren in het Windows 7-besturingssysteem Als op uw computer het besturingssysteem Windows 7 is geïnstalleerd, ondersteunt deze USB 3.0-functies. Om de USB 3.
16. Klik op het tabblad Monitor op OK. 17. Klik op OK en sluit het venster Beeldscherminstellingen. Andere apparaatstuurprogramma's en software installeren in het Windows 7-besturingssysteem De stuurprogramma´s van het apparaat bevinden zich in de directory C:\SWTOOLS\DRIVERS op de vaste schijf. U moet ook de toepassingsprogramma's installeren. Deze vindt u in de map C:\SWTOOLS\APPS op het vaste-schijfstation.
• UEFI BIOS Version • UEFI BIOS Date (Year-Month-Day) • Embedded Controller Version • Machine Type Model • System-unit serial number • System board serial number • Asset Tag • CPU Type • CPU Speed • Installed memory • UUID • MAC address (Internal LAN) • Preinstalled operating system license • UEFI secure boot Menu Config Als u de configuratie van de computer moet wijzigen, selecteert u Config in het hoofdmenu van het programma ThinkPad Setup.
Tabel 5. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Opmerkingen: • Het gebruik van netvoeding is vereist voor bestandscodetype (magic) Wake on LAN. • Wanneer er een vaste-schijfwachtwoord is ingesteld, werkt de functie Wake on LAN niet.
Tabel 5. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen mits de netvoedingsadapter is aangesloten. USB 3.0 Mode • Disabled • Enabled • Auto Stel de USB 3.0-controllerwerkstand in voor de poorten die door de USB 2.0 en USB 3.0-controllers worden gedeeld. Als u Auto selecteert, kunt u de juiste USB 3.0- of USB 2.0-aansluitingen aansluiten en leiden. Als u Enabled selecteert, schakelt dit de USB 3.0-werkstand in waardoor USB 3.
Tabel 5. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen functietoets in te drukken. Deze actie is gelijk aan het gelijktijdig indrukken. Als u de Fn-toets tweemaal indrukt, is de status geblokkeerd totdat u nogmaals op de Fn-toets drukt.
Tabel 5. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden • Balanced Opmerkingen Balanced: evenwichtige verdeling tussen geluid, temperatuur en prestaties Opmerking: elk schema beïnvloedt het geluid van de ventilator, de temperatuur en de prestaties.
Tabel 5. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden • 2 minutes • 5 minutes • 10 minutes • 15 minutes • 30 minutes Opmerkingen na een bepaalde tijd in de slaapstand naar een toestand met een lager energieverbruik. En het duurt slechts enkele seconden om terug te keren naar de normale werking. • 1 hour • 2 hours • 3 hours Disable Built-in Battery • Yes • No Schakel de batterij tijdelijk uit om het systeem te onderhouden.
Tabel 5. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen CPU Core Multi-Processing • Disabled Schakel extra kerneenheden (core units) binnen een CPU in- of uit. • Enabled Opmerking: Als uw computer met een single-core processor werkt, is deze optie niet beschikbaar.
Tabel 5. Opties in het menu Config (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen • VT-UTF8 de Intel AMT-console op afstand. Menu Date/Time Als u de datum en tijd op de computer wilt instellen, kan dat via het hoofdmenu Date/Time van het programma ThinkPad Setup. Het onderstaande submenu wordt afgebeeld. • System Date • System Time Stel de datum en tijd als volgt in: 1. Ga met de cursor-omhoog- en cursor-omlaagtoetsen naar het item dat u wilt wijzigen: datum of tijd. 2.
Tabel 6. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden ThinkPad Setup kunnen worden gewijzigd door een gebruiker die niet beschikt over het beheerderswachtwoord. Standaard is deze optie ingesteld op Disabled. Als u een beheerderswachtwoord instelt en deze functie inschakelt, dan bent u de enige die opties in het programma ThinkPad Setup kan wijzigen.
Tabel 6. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Set Minimum Length • Disabled Geef een minimumlengte voor systeemwachtwoorden en vaste-schijfwachtwoorden op. Als u een beheerderswachtwoord instelt en een minimumlengte voor wachtwoorden opgeeft, kunnen andere gebruikers de wachtwoordlengte niet wijzigen. • x characters (4≤x≤12) Power-On Password • Disabled Zie “Power-on password” op pagina 46.
Tabel 6. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen beheerderswachtwoord in; als u High hebt geselecteerd, voert u het beheerderswachtwoord in. Password Authentication • Disabled • Enabled Security Chip Gebruikersverificatie via wachtwoorden in- en uitschakelen. Deze optie verschijnt als de High Security Mode is geselecteerd.
Tabel 6. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Clear Security Chip • Enter De codeersleutel wissen. Opmerking: Deze optie wordt alleen weergegeven als u Active hebt geselecteerd voor de beveiligings-chip.
Tabel 6. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Virtualization Intel Virtualization Technology • Disabled Als u Enabled selecteert, kan een VMM (Virtual Machine Monitor) (VMM) gebruikmaken van de extra mogelijkheden van de hardware die door Virtualization Technology worden geleverd. Intel VT-d Feature • Disabled • Enabled • Enabled Intel VT-d betekent Intel Virtualization Technology for Directed I/O.
Tabel 6. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen Opmerking: Als u de activering van de computrace-module instelt op Permanently Disabled, is het niet meer mogelijk om deze instelling later nog te activeren. Secure Boot Secure Boot • Disabled Hiermee kunt u de functie UEFI Secure Boot in- of uitschakelen. Selecteer Enable om te voorkomen dat onbevoegde besturingssystemen tijdens het opstarten worden uitgevoerd.
Tabel 6. Opties in het menu Security (vervolg) Menu-item Submenu-item Waarden Opmerkingen 8-besturingssysteem opnieuw bepaald. Menu Startup Wellicht moet u de opstartvolgorde in uw computer veranderen. Om dat te doen selecteert u Startup in het hoofdmenu van ThinkPad Setup. Attentie: • Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u uiterst voorzichtig zijn dat u niet het verkeerde apparaat opgeeft bij het maken van een kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren.
• Druk in elk submenu op de Enter-toets om te kiezen opties te tonen en selecteer een gewenste optie met behulp van de cursor. • Bepaalde opties worden alleen in de menu's afgebeeld als de computer de overeenkomstige functies ondersteunt. Tabel 7. Opties in het menu Startup Menu-item Waarden Opmerkingen Boot Raadpleeg “De opstartvolgorde wijzigen” op pagina 86. Network Boot Selecteer het opstartapparaat, wanneer het systeem via het LAN ontwaakt.
Tabel 7. Opties in het menu Startup (vervolg) Menu-item Waarden Opmerkingen Boot Device List F12 Option • Disabled Als u Enabled selecteert, wordt de toets F12 herkend en wordt het venster Opstartmenu afgebeeld. • Enabled Boot Order Lock • Disabled • Enabled Als u Enabled selecteert, wordt de opstartprioriteit voor toekomstig gebruik vergrendeld.
Als de computer eenmaal geconfigureerd en operationeel is, hebt u dankzij de software- en beheervoorzieningen die al in het clientsysteem en op het netwerk aanwezig zijn, voortdurend controle over uw gehele systeem. Systeembeheer Raadpleeg dit onderwerp als u meer wilt weten over de voorzieningen voor systeembeheer. Desktop Management Interface Het systeem-BIOS (UEFI BIOS) van uw computer biedt ondersteuning voor een interface met de naam System Management BIOS Reference Specification (SMBIOS) V2.6.1.
90 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 7. Problemen voorkomen Goed onderhoud is het behoud van uw ThinkPad-notebookcomputer. De meeste problemen kunnen worden voorkomen door het juiste onderhoud. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u uw computer het beste kunt onderhouden.
– Als uw computer gebruikmaakt van schijven om de herstelprocedure uit te voeren, mag u de schijf niet uit het station verwijderen voordat u hierom wordt gevraagd. • Als u vermoedt dat er problemen zijn met het SSD-station, raadpleegt u “De oorzaak van een probleem opsporen” op pagina 97 en voert u een diagnosetest van het vaste-schijfstation uit voordat u het Customer Support Center belt.
updatepakketten hebt geselecteerd, zorgt het programma System Update ervoor dat die updates automatisch worden gedownload en geïnstalleerd. U hoeft verder niets meer te doen. Het programma System Update is op uw computer vooraf geïnstalleerd en klaar voor gebruik. De enige voorwaarde is dat u verbinding hebt met internet. U kunt het programma handmatig starten, maar er is ook een planningsfunctie beschikbaar waarmee u het programma op gezette tijden automatisch kunt laten zoeken naar updates.
• Draai uw computer niet om wanneer de wisselstroomadapter is aangesloten omdat de adapterplug kan breken. Omgaan met uw computer • Voordat u de computer verplaatst, moet u alle verwisselbare opslagmedia verwijderen, alle aangesloten apparatuur uitschakelen en alle kabels en snoeren ontkoppelen. • Als u de computer in geopende toestand optilt, houd hem dan bij de onderkant vast. Til de computer nooit op aan het LCD-scherm.
Het toetsenbord van uw computer schoonmaken Ga als volgt te werk om het toetsenbord van de computer te reinigen: 1. Doe een beetje spiritus op een zachte, stofvrije doek. 2. Maak de toetsen een voor een schoon met de doek. Maak de toetsen één voor één schoon: als u meerdere toetsen tegelijk probeert schoon te maken, kan het doekje achter een aangrenzende toets blijven haken, waardoor de toets beschadigd kan raken. Zorg dat er geen vloeistof op of tussen de toetsen drupt. 3. Laat het toetsenbord opdrogen. 4.
96 Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 8. Computerproblemen oplossen Dit hoofdstuk geeft informatie over wat u moet doen als er een probleem met uw computer optreedt. • “De oorzaak van een probleem opsporen” op pagina 97 • “Problemen oplossen” op pagina 97 De oorzaak van een probleem opsporen Als er problemen zijn met de computer, kunt u het beste het programma Lenovo Solution Center als uitgangspunt nemen voor het oplossen ervan.
Opmerking: Als u uw computer niet kunt uitschakelen of deze niet opnieuw kunt inschakelen, gaat u verder met stap 2. 2. Verwijder u de netvoedingsadapter van de computer en reset u het systeem door de punt van een naald of een uitgebogen paperclip in het noodresetgaatje te steken. Zie “Onderkant” op pagina 6 voor de locatie van het resetgaatje. Sluit de wisselstroomadapter weer aan. Opmerkingen: • Als de computer niet opstart, ga dan door met stap 3.
Oplossing: Er is geen toegang tot de EEPROM. Laat de computer nazien. Bericht: 0188: Ongeldig informatiegebied voor RFID-serialisering. Oplossing: Het EEPROM-controlegetal is onjuist (blok 0 en blok 1). De systeemplaat moet worden vervangen en het serienummer van de machine moet opnieuw worden geïnstalleerd. Laat de computer nazien. Bericht: 0189: Ongeldig informatiegebied voor RFID-configuratie. Oplossing: Het EEPROM-controlegetal is onjuist (blok 4 en blok 5).
Oplossing: Machine-UUID is ongeldig. Laat de computer nazien. Bericht: Ventilatorstoring Oplossing: De ventilator werkt niet. Laat de computer nazien. Bericht: fout in thermische sensor Oplossing: De thermische sensor heeft een probleem. Schakel de computer onmiddellijk uit en laat de computer nazien. Bericht: Dit systeem ondersteunt alleen batterijen die speciaal ontworpen zijn voor dit specifieke systeem en geproduceerd zijn door Lenovo of een geautoriseerde producent.
– Druk op een toets om de prompt voor het systeemwachtwoord op te roepen. Als het helderheidsniveau van het scherm te laag is, kunt u het verhogen door op Home te drukken. – Voer het juiste wachtwoord in en druk op Enter. Als het voorgaande in orde is en het beeldscherm leeg blijft, moet u de computer laten nazien. • Probleem: Wanneer ik de computer aanzet, wordt er alleen een witte cursor op een zwart scherm weergegeven.
Als de geheugenmodule niet correct werkt, controleert u het volgende: 1. Controleer of er tijdens het opstarten foutberichten verschijnen. Volg de herstelprocedures voor foutberichten van power-on self-test (POST). 2. Controleer of de nieuwste UEFI-versie voor uw model is geïnstalleerd. 3. Controleer de geheugenconfiguratie en de compatibiliteit, inclusief de maximale geheugengrootte en de geheugensnelheid. 4. Voer het programma Lenovo Solution Center uit.
• Probleem: U hebt een Gigabit Ethernet-model computer, en kunt geen netwerkverbinding tot stand brengen met een snelheid van 1000 Mbps. In plaats daarvan wordt de verbinding tot stand gebracht met een snelheid van 100 Mbps. Oplossing: – Probeer een andere kabel. – Controleer of de link partner is ingesteld op “auto-negotiate”. – Controleer of de switch voldoet aan 802.
bestand wel via Bluetooth kan ontvangen, wordt een PIM-item van Windows 7 mogelijk opgeslagen met de extensie .contact. Het toetsenbord en andere aanwijsapparaten werken niet zoals het hoort Dit zijn de meest voorkomende problemen met toetsenborden en aanwijsapparaten. Problemen met het UltraNav-aanwijsapparaat • Probleem: De aanwijzer zweeft wanneer de computer wordt aangezet of wanneer de normale werking wordt hervat.
Oplossing: Voer de volgende handelingen uit: – Met Fn+F7 kunt u het beeld op het LCD-scherm herstellen. – Als u de wisselstroomadapter of de batterij gebruikt en het batterijlampje groen brandt, drukt u op Fn+F9 om het scherm helderder te maken. – Als het lampje van de sluimerstand groen brandt, drukt u op de Fn-toets om de normale werkstand vanuit de sluimerstand te hervatten. – Als het probleem zich blijft voordoen, volg dan de onderstaande oplossing voor het probleem.
Problemen met een extern beeldscherm • Probleem: Er verschijnt niets op het externe beeldscherm. Oplossing: Om het beeld op het scherm te krijgen, drukt u op Fn+F7 en selecteert u het gewenste beeldscherm. Als het probleem blijft bestaan, doet u het volgende: 1. Sluit het externe beeldscherm aan op een andere computer om te controleren of het werkt. 2. Sluit het externe beeldscherm weer aan op uw computer. 3.
3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie. 4. Klik op het pictogram Monitor-2. 5. Selecteer Deze beeldschermen uitbreiden voor meerdere beeldschermen. 6. Klik op het pictogram Monitor-1 (voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer). 7. Stel de resolutie in voor het primaire beeldscherm. 8. Klik op het pictogram Monitor-2 (voor het externe beeldscherm). 9. Stel de beeldschermresolutie van het secundaire beeldscherm in. 10.
1. Open het configuratiescherm en klik op Hardware en geluid. 2. Klik op het pictogram Realtek HD Audio Manager. 3. Controleer in het venster Geavanceerde apparaatinstellingen of u in de werkstand MULTI-STREAM werkt. 4. Ga naar het venster Volumemixer en selecteer het gewenste apparaat, bijvoorbeeld luidsprekers. 5. Speel een geluid af via een willekeurig muziekprogramma (bijvoorbeeld Windows Media Player). Controleer of het geluid nu uit de luidsprekers komt. 6.
Oplossing: u hoort nog steeds geluid, terwijl u de Volumemixer helemaal laag hebt gezet. Als u het geluid helemaal wilt uitschakelen, drukt u op de knop voor het dempen van de luidsprekers. • Probleem: Als u bij het afspelen van geluid een hoofdtelefoon op de computer aansluit, produceert de luidspreker geen geluid. Oplossing: Zodra er een hoofdtelefoon wordt aangesloten, wordt het signaal daar automatisch heen gestuurd.
Een probleem met de netvoedingsadapter Probleem: De wisselstroomadapter is aangesloten op de computer en het stopcontact werkt correct, maar het pictogram van de wisselstroomadapter (stekker) wordt niet weergegeven in de taakbalk. Bovendien brandt het wisselstroomlampje niet. Oplossing: Voer de volgende handelingen uit: 1. Controleer of de netvoedingsadapter correct is aangesloten.
Als er een foutbericht verschijnt terwijl het besturingssysteem na de POST de bureaubladconfiguratie laadt, doet u het volgende: 1. Ga naar de Lenovo Support-website op http://www.lenovo.com/support en zoek het foutbericht op. 2. Ga naar de homepage van Microsoft op http://support.microsoft.com/ en zoek het foutbericht op. Problemen met de sluimerstand en de slaapstand • Probleem: De computer gaat onverwacht naar de sluimerstand.
Oplossing: Controleer of er opties zijn geselecteerd die kunnen verhinderen dat de computer naar de sluimerstand of naar de slaapstand gaat. Als uw computer in de sluimermodus wordt overgeschakeld maar het verzoek wordt afgewezen, is het apparaat dat op de USB-poort is aangesloten mogelijk uitgeschakeld. Als dit gebeurt, ontkoppelt u het USB-apparaat en sluit u het weer aan. • Probleem: De batterij loopt langzaam leeg terwijl de computer in de slaapstand staat.
Hoofdstuk 9. Ondersteuning In dit hoofdstuk vindt u informatie over de hulp en ondersteuning die Lenovo te bieden heeft. • “Voordat u Lenovo belt” op pagina 113 • “Hulp en service” op pagina 113 • “Extra services aanschaffen” op pagina 116 Voordat u Lenovo belt Vaak kunt u computerproblemen oplossen door de informatie bij de uitleg van foutcodes te lezen, diagnoseprogramma´s uit te voeren of de Lenovo-website te raadplegen. De computer registreren Registreer uw computer bij Lenovo.
meer informatie over Lenovo en onze producten, wat u moet doen als er problemen met de computer zijn en wie u kunt bellen als er onderhoud of service moet worden uitgevoerd. Informatie over uw Lenovo-computer en over de eventueel vooraf geïnstalleerde software vindt u in de documentatie die bij de computer wordt geleverd. Het gaat daarbij om gedrukte boeken, elektronische boeken, readme-bestanden en Help-bestanden. Bovendien is er informatie over Lenovo-producten beschikbaar op internet.
• Reparatie van Lenovo-hardware: Als er is vastgesteld dat het probleem een hardwareprobleem is van een Lenovo-product dat onder de garantie valt, staat ons personeel klaar om u te helpen met reparatie of onderhoud. • Wijzigingen in het ontwerp: Een enkele keer komt het voor dat er, na de verkoop, wijzigingen in een product moeten worden aangebracht. Lenovo of uw Lenovo-dealer zal dergelijke technische wijzigingen meestal in uw hardware aanbrengen.
Extra services aanschaffen Tijdens en na de garantieperiode kunt u extra services aanschaffen, zoals ondersteuning voor hardware van Lenovo of van andere fabrikanten, besturingssystemen en softwareprogramma´s, services voor het instellen en configureren van het netwerk, reparatieservices voor hardware-upgrades of -uitbreidingen en speciale installatieservices. De beschikbaarheid van deze services en de namen ervan verschillen van land tot land. Meer informatie over deze services vindt u op http://www.
Bijlage A. Regelgeving Informatie over draadloze communicatie Compatibiliteit van draadloze apparatuur De PCI Express Mini-kaart voor draadloos LAN is volgens ontwerp compatibel met alle draadloos-LAN-producten die gebaseerd zijn op de volgende radiotechnologie: Direct Sequence Spread Spectrum (DSSS), Complementary Code Keying (CCK) en/of Orthogonal Frequency Division Multiplexing (OFDM). De kaart voldoet aan: • De 802.11b/g Standard, 802.11a/b/g of 802.11n draft 2.
• Profiel Directe waarschuwing Gebruiksomgeving en uw gezondheid Ingebouwde draadloos-netwerkkaarten zenden, net als andere radiografische apparaten, elektromagnetische energie op radiofrequenties uit. De hoeveelheid uitgezonden energie is echter veel geringer dan de elektromagnetische energie die wordt uitgezonden door andere draadloze apparaten, zoals bijvoorbeeld mobiele telefoons.
Opmerking: Mogelijk ziet uw computer er enigszins anders uit dan in de volgende afbeelding wordt getoond. 1 Draadloos WAN-antenne (hulpantenne) 2 Draadloos WAN-combinatieantenne (hulpantenne) 3 Draadloos LAN-combinatieantenne (hoofdantenne) 4 Draadloos WAN-antenne (hoofdantenne) De plaats van kennisgevingen over regelgeving voor draadloos Raadpleeg voor meer informatie over de kennisgevingen voor regelgeving over draadloos de Regulatory Notice die met uw computer werd meegeleverd.
determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures: • Reorient or relocate the receiving antenna. • Increase the separation between the equipment and receiver. • Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. • Consult an authorized dealer or service representative for help.
Angleichung der Rechtsvorschriften über die elektromagnetische Verträglichkeit in den EU-Mitgliedsstaaten und hält die Grenzwerte der EN 55022 Klasse B ein. Um dieses sicherzustellen, sind die Geräte wie in den Handbüchern beschrieben zu installieren und zu betreiben. Des Weiteren dürfen auch nur von der Lenovo empfohlene Kabel angeschlossen werden. Lenovo übernimmt keine Verantwortung für die Einhaltung der Schutzanforderungen, wenn das Produkt ohne Zustimmung der Lenovo verändert bzw.
122 Handboek voor de gebruiker
Bijlage B. Kennisgevingen inzake AEEA en recycling Lenovo moedigt eigenaren van IT-apparatuur aan om hun apparatuur, wanneer deze niet meer nodig is, op een verantwoorde manier te laten recyclen. Lenovo heeft diverse programma's en services om eigenaren van apparatuur te assisteren bij het hergebruik van de IT-producten. Informatie over oplossingen voor hergebruik van producten vindt u op de internetsite van Lenovo op http://www.lenovo.com/social_responsibility/us/en/.
service wordt gratis geboden voor computers voor thuisgebruik die na 1 oktober 2003 zijn verkocht. Ga voor meer informatie naar http://www.lenovo.com/services_warranty/jp/ja/recycle/personal/. Componenten van Lenovo-computers weggooien Bepaalde Lenovo computerproducten die in Japan worden verkocht, zijn uitgerust met componenten die zware metalen en andere milieu-onvriendelijke stoffen bevatten.
Informatie over het recyclen van batterijen voor de Europese Unie Kennisgeving: Dit pictogram geldt alleen voor landen binnen de Europese Unie (EU). Batterijen of batterijverpakkingen zijn voorzien van een label overeenkomstig Europese Richtlijn 2006/66/EC inzake batterijen en accu's en afgedankte batterijen en accu's. Deze richtlijn bepaalt het raamwerk voor het retourneren en recyclen van gebruikte batterijen en accu's zoals van toepassing binnen de Europese Unie.
126 Handboek voor de gebruiker
Bijlage C. Informatie over ENERGY STAR-modellen ENERGY STAR® is een gezamenlijk programma van de U.S. Environmental Protection Agency en de U.S. Department of Energy, bedoeld voor het besparen van kosten en het beschermen van het milieu door middel van energiezuinige producten en procedures. Met trots biedt Lenovo haar klanten producten aan die zijn onderscheiden met een ENERGY STAR.
4. Klik met de rechter muisknop op de netwerkadapter en klik op Eigenschappen. 5. Klik op de tab Energiebeheer. 6. Hef de selectie van het vakje Dit apparaat toestaan om de computer te laten ontwaken op. 7. Klik op OK.
Bijlage D. Kennisgevingen Mogelijk brengt Lenovo de in dit document genoemde producten, diensten of voorzieningen niet uit in alle landen. Neem contact op met uw plaatselijke Lenovo-vertegenwoordiger voor informatie over de producten en diensten die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van Lenovo houdt niet in dat uitsluitend Lenovo-producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
resultaten kunnen hiervan afwijken. Gebruikers van dit document dienen de gegevens te controleren die specifiek op hun omgeving van toepassing zijn. Handelsmerken De volgende benamingen zijn handelsmerken van Lenovo in de Verenigde Staten en/of andere landen: Lenovo Access Connections Rescue and Recovery ThinkPad ThinkVantage TrackPoint UltraConnect UltraNav Intel en Intel SpeedStep zijn handelsmerken van Intel Corporation of haar dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Bijlage E. Kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (Restriction of Hazardous Substances, RoHS) China RoHS Turkse kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (RoHS) The Lenovo product meets the requirements of the Republic of Turkey Directive on the Restriction of the Use of Certain Hazardous Substances in Electrical and Electronic Equipment (EEE).
Indiase kennisgeving beperking van schadelijke stoffen (RoHS) RoHS-conform op basis van de E-Waste (Management & Handling) Rules, 2011.
Onderdeelnummer: (1P) P/N: *1P*