Operation Manual

- 71 -
Functiestoringen
Zodra u met problemen geconfronteerd wordt tijdens het naaien, dient u eerst het betreffende hoofdstuk van de gebruiksaanwijzing erop na te slaan, waar u
bij de betreffende werkfase waarbij u problemen ondervindt uitgebreid uitleg krijgt. Daar dient u zich ervan te verzekeren, dat u de machine correct gebruikt
en volgens de voorschriften heeft toegepast. Indien een probleem hierdoor niet vermeden, resp. verholpen kan worden, dan kan het volgende schema voor
u een hulpmiddel zijn bij het herkennen van fouten bij de bediening, de installatie en van de machine evenals bij het verhelpen van fouten.
Als de problemen ook dan niet verholpen zijn, neemt u dan contact op met de dichtstbijzijnde naaimachinespecialist.
Probleem Oorzaak Oplossing
Bovendraad knapt
• Bovendraad niet goed ingezet.
• Bovendraadspanning te strak.
• Bovendraad „vervilt“ (met lussen).
• Klos garen verkeerd in-/opgezet.
• Naald verbogen/stomp.
• Ongeschikte combinatie van naaldgrootte
en garendikte.
• Rijg de bovendraad goed in!
• Reduceer de bovendraadspanning lichtelijk!
• Rijg de bovendraad nog een keer in!
• Zet de klos garen er nog een keer in!
• Verwissel de naald!
• Controleer de combinatie van naaldgrootte
en garendikte!
Onderdraad knapt
• Bovendraad „vervilt“ (met lussen).
• Draadverloop op de spoel in de grijper foutief.
• Onderdraadspanning te strak.
• Onderdraad niet goed ingelegd.
• Rijg de bovendraad nog een keer in!
• Zet de spoel er nog een keer goed in!
• Reduceer de onderdraadspanning lichtelijk!
• Zet de bovendraad er nog een keer goed in!
Steken worden overgeslagen
• Naald verkeerd ingezet.
• Ongeschikte combinatie van naaldgrootte en
garendikte.
• Er zit stof aan de onderzijde van de steekplaat
a
.
• Draad verkeerd ingelegd/ingeregen.
• Zet de naald er goed in!
• Controleer de combinatie van naaldgrootte en
garendikte!
• Reinig de naaimachine!
• Rijg de draad correct in!
Lussen in het beeld van de naad • Instelling van de draadspanning foutief. • Stel de draadspanning correct in!
Stof golft in het bereik van de naad
• Draadspanning op de betreffende kant is te strak.
• Draadverloop op de
machine is fout.
• Er wordt een naald gebruikt die ongeschikt is.
• Ongeschikte combinatie van naaldgrootte
en garendikte.
• Stel de draadspanning correct in!
• Controleer het verloop van de draad en rijg
de draad correct in!
• Gebruik de passende naald!
• Controleer de combinatie van naaldgrootte
en garendikte!
Vooruitschuiven van de
stof is niet correct
• Instelknop voor steeklengte
6
is ingesteld op „niet
vooruitschuiven”.
• Ongeschikte combinatie van naaldgrootte en
garendikte.
• Draad is vervilt (met lussen).
• Stopplaat is op de steekplaat
a
gezet.
• Zet de instelknop voor de steeklengte
6
op
de gewenste steeklengte (vooruitschuiven)!
• Controleer de combinatie van naaldgrootte
en garendikte!
• Rijg de bovendraad nog een keer in!
• Haal de stopplaat eraf!
Naald breekt voortdurend
• Naald verkeerd ingezet.
• Ongeschikte combinatie van naaldgrootte
en garendikte.
• U trekt aan de stof.
• Zet de naald er goed in!
• controleer de combinatie van naaldgrootte
en garendikte!
• Laat de stof alleen door de transporteur bewegen!
Machine maakt geluid tijdens het
lopen of loopt langzaam
• Er zit stof aan de onderzijde van de steekplaat
a
.
• Machine onvoldoende gesmeerd.
• Reinig de naaimachine!
• Smeer de naaimachine!
Machine gaat niet lopen
• Netstekker
k
niet verbonden met stroomnet.
• Aan/uit-knop
r
van de machine op „Uit” („0”).
• Voetregelaar niet goed ingedrukt.
• Koppelingsscheiding op het handwiel
0
is
ingesteld op „spoel bezetten”.
• Steek de netstekker
k
in een stopcontact!
• Zet de aan/uit-knop
r
op „Aan” („I”)!
• Druk wat steviger op de voetregelaar!
• Druk het handwiel
0
weer naar binnen!
IB_KH4001_E2719_NL_LB1 18.04.2008 11:39 Uhr Seite 71