Operation Manual

STEEKLENGTEREG
ELAAR
Met de steeklengteregelaar
kunt u de
lengte van
de steken
instellen.
Op
het
cijfer 4 heeft
u
de
grootste
lengte
en
op het
cijfer
1 de kleinste
lengte. De
steeklengte
dient u af
te
stellen
afhankelijk
van
het
materiaal
dat u
gebruikt.
Voor
het verwerken van
dunne
stoffen,
zoals
satijn. adviseren wij u
de
steeklengteregelaar
op
+
1 te
zetten.
AFHECHTEN
Bij
het beginnen
en eindigen van een
naad verdient het
aanbeveling deze
af te hechten.
Door
middel van het
naar rechts
draaien van de afhecht-
knop naait
de
machine
achteruit.
Bij
het weer loslaten naait de machine
weer
vooruit.
MODEL 9OO
MODEL
901
-902-904
KNOOPSGATENREGELAAR
MODEL
901
-
902
-
904
Met deze
knop
kunt u op eenvoudige
wijze
knoopsgaten
maken.
Aanwijzingen
hiervoor vindt u op
pag.
32
en 33. Let
u erop,
dat
de
regelaar
altijd
op
.
staat afgesteld
voor alle
andere werkzaamheden.
NAALDSTANDENREGELAAR
MODEL
9OO
Deze
knop
vereenvoudigt het makQn
van knoopsgaten,
ritssluitingen
inzetten,
enz.
Voor algemeen
op
M
-
midden
zet
u
de knop
Wanneer
u aan de li van
een
ritssluiting naait, zet
u de kn R.
Let u
erop, dat de naald
hoogste
stand staat bij h
van de naaldstand.
altijd
in
et instell
'r.
i
\
14
15