Operation Manual

~
CD
=
-.N\1
Cl
0·1·2·3·4·5
·
®
(
C I
L!J
I 2
) (V
~
~
@
o:='1
. 2 . 3 . 4
(
[
IL!JI
2
) Q)
I
~
@
=
-.N\1
Cl
0·1·2·3·4·5·6·
:~:
~
CD
<,
,,>
o:='1-2
3·4
c c I
L!JI
2
CV
c c
IL!J
I 2 2 ®
®
®
Applicaties
CD
Steekkeuze
3
@
Steek
breed
te
3-5
®
Steeklengte
0.5-1
@
Bovendraadspanning
1-4
®
Voet
F:
Cordonvoet
®
Persvoetstandruk 2
Plak
of
strijk de applicatie
op
de stof
en
naai langs de
buitenrand, waarbij de naald aan de rechterzijde net
naast de applicatie in de stof steekt.
Als u van naairichting wilt veranderen, laat u de naald
links in de stof staan
en
zet
het
voetje omhoog.
Draai
de stof waarbij u de naald als draaipunt gebruikt
en
ga
verder
met
naaien.
* Als u klaar
bent
met
applicaties opnaaien,
vergeet
dan
niet de persvoetstangdrukknop
op
11
3
11
terug te zetten.
Patchwork
CD
Steekkeuze
@
Steekbreedte
® Steeklengte
@ Bovendraadspanning
® Voet
5
or
8
5-6.5
0.5-1
3-6
A : Zigzagvoet
Naai de zoom
en
pers de naadtoeslag open. Naai de
patroonsteek
op
de goede
kant
van de stof
met
het
middenpunt
boven de naadlijn.
®
Goede
kant
van de stof
35