4600 MFP Option Gebruikershandleiding scanner voor de printers uit de C782n, C772n-serie Februari 2007 Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. © 2006 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden. 740 West New Circle Road Lexington, Kentucky 40550 www.lexmark.
Editie: Februari 2007 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
LET OP: houd u aan deze richtlijnen wanneer u de apparatuur verplaatst om persoonlijk letsel of schade aan de MFP te voorkomen. • • • • • Schakel de MFP altijd uit met de aan-uitschakelaar van de printer. Vergrendel het scanmechanisme. Koppel alle snoeren en kabels los van de MFP voordat u de MFP verplaatst. Verwijder de scanner van de bovenkant van de printer. Als de MFP niet goed wordt ingepakt als deze wordt verzonden, wordt het apparaat mogelijk beschadigd. Dit valt niet onder de garantie.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Algemene informatie ................................................................................... 8 Basisfuncties van de scanner .......................................................................................................................... 8 Automatische documentinvoer en flatbed ........................................................................................................ 8 Informatie over het bedieningspaneel van de MFP ...............................
Inhoudsopgave Een e-mailprofiel maken ................................................................................................................................ 34 Een e-mail annuleren ..................................................................................................................................... 35 Informatie over e-mailopties .......................................................................................................................... 35 Instellingen e-mailserver ..
Inhoudsopgave Hoofdstuk 8: Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal .............................. 64 Ondersteund afdrukmateriaal ........................................................................................................................ 64 Afdrukmateriaal kiezen .................................................................................................................................. 68 Afdrukmateriaal bewaren .................................................................
Inhoudsopgave Problemen bij het faxen oplossen ................................................................................................................ 102 Problemen met de papierinvoer ................................................................................................................... 102 Kennisgevingen ............................................................................................................... 103 Conventies ......................................................
1 Algemene informatie Basisfuncties van de scanner De Lexmark™ 4600 MFP option is speciaal bedoeld voor grote werkgroepen en biedt mogelijkheden voor kopiëren, faxen en scannen naar netwerk. Met de MFP kunt u: • Snel kopieën maken en specifieke kopieertaken uitvoeren door de instellingen op het bedieningspaneel aan te passen. • Uitgaande faxen versturen met behulp van het bedieningspaneel van de MFP. • Een uitgaande fax tegelijkertijd naar meerdere geadresseerden versturen.
Algemene informatie De wijzigingen die u via een toepassing aanbrengt in de instellingen voor afdrukken, faxen, kopiëren en e-mail hebben voorrang boven de wijzigingen die worden aangebracht via het bedieningspaneel. Als een instelling niet via een toepassing kan worden gewijzigd, kunt u het bedieningspaneel van de MFP, MarkVision Professional of de webpagina's gebruiken.
Algemene informatie Nummer Onderdeel Functie 4 # (Hekje) Druk op deze knop: • voor informatie over een snelkoppeling. • in telefoonnummers. voer dit teken tweemaal in voor faxnummers met een #, dus ##. • om toegang te krijgen tot snelkoppelingen vanuit het beginscherm, een menu-item in de lijst Faxbestemming, de lijst E-mailbestemming of de Profielenlijst. 5 Kiespauze Druk op deze knop om bij het kiezen van een faxnummer een kiespauze van twee of drie seconden in te lassen.
Algemene informatie Beginscherm en knoppen in het beginscherm Nadat de MFP is ingeschakeld en een korte opwarmperiode heeft doorlopen, wordt op het LCD-display het onderstaande beginscherm weergegeven. Gebruik de beginschermknoppen voor het uitvoeren van acties zoals kopiëren, faxen, scannen, het openen van het menuscherm of het beantwoorden van berichten. Kopiëren 1 Faxen 8 E-mail 2 FTP 7 6 Menu's Gereed. Toner bijna op. Raak een willekeurige knop aan om te beginnen.
Algemene informatie Nummer Knop Functie 5 Status/Supplies Wordt op het LCD-display weergegeven wanneer de MFP-status een interventiebericht aangeeft. Raak deze knop aan om het berichtenscherm te openen voor meer informatie over het bericht en de manier waarop u dit kunt wissen. 6 ? (Tips) In alle menu's is de knop Tips aanwezig. Tips is de contextgevoelige Help-functie in de aanraakschermen op het LCD-display.
Algemene informatie Knop Naam van de knop Functie Taken annuleren App. vergr. Deze knop wordt op het scherm weergegeven wanneer de MFP ontgrendeld is en de PIN voor apparaatvergrendeling niet nul of leeg is. U kunt de MFP als volgt vergrendelen: 1 Raak App. vergr. aan om een scherm voor invoer van de PIN te openen. 2 Voer de correcte PIN in om het bedieningspaneel te vergrendelen. Hierdoor worden zowel de knoppen van het bedieningspaneel als de knoppen van het aanraakscherm vergrendeld.
Algemene informatie Knoppen op het aanraakscherm van het LCD-display gebruiken Het volgende gedeelte biedt informatie over het navigeren door de verschillende schermen. Het gebruik van de knoppen zal aan de hand van enkele knoppen worden gedemonstreerd. Opmerking: afhankelijk van uw opties en beheerdersinstellingen wijken uw schermen en knoppen mogelijk af van de weergegeven schermen en knoppen.
Algemene informatie Knop Scan via ADF Naam van de knop Functie of beschrijving Knop Oplopend naar rechts bladeren Raak de knop Oplopend naar rechts bladeren aan om naar een hogere waarde te bladeren. Knop Pijl naar links Raak de knop Pijl naar links aan om naar links te bladeren en: • naar een lagere afgebeelde waarde te gaan; • de inhoud van een tekstveld aan de linkerkant te zien.
Algemene informatie Voorbeeldscherm 2 Onbekend papierformaat. Kopiëren van: Letter (8,5 x 11 inch) Legal (8,5 x 14 inch) Executive (7,25 x 10,5 inch) Folio (8,5 x 13 inch) Statement (5,5 x 8,5 inch) A4 (210 x 297 mm) Taak annuleren Doorgaan Informatie over de knoppen op het aanraakscherm Knop Naam van de knop Functie of beschrijving Pijl-omlaag Raak de pijl-omlaag aan om omlaag te bladeren naar het volgende item in een lijst, zoals in een lijst met menu-items of waarden.
Algemene informatie Knop Naam van de knop Functie of beschrijving Geselecteerd keuzerondje Dit is een geselecteerd keuzerondje. Raak het keuzerondje aan om dit te selecteren. Het keuzerondje verandert van kleur om aan te geven dat het geselecteerd is. In Voorbeeldscherm 2 is alleen het papierformaat Letter geselecteerd. Taak annuleren Zie Taken annuleren op pagina 13.
Algemene informatie Knop Naam van de knop Functie of beschrijving Gereed Geeft aan dat een taak voltooid is. Wanneer u bijvoorbeeld een origineel document scant, kunt u hiermee aangeven dat de laatste pagina is gescand, waarna de afdruktaak begint. Terug Raak de knop Terug aan om naar het vorige scherm terug te gaan. De instellingen die zijn aangebracht op het scherm waarop de knop is aangeraakt, worden niet opgeslagen. De knop Terug wordt op elk menuscherm weergegeven.
Algemene informatie Functies Functie Naam van de functie Beschrijving Menu's Æ Instellingen Æ Kopieerinstellingen Æ Aantal exemplaren Menupad Boven in elk menuscherm wordt een pad weergegeven. Dit toont de route naar het betreffende scherm en de exacte locatie binnen de menu's. U kunt elk onderstreept woord aanraken om naar het betreffende menu of menuitem terug te gaan. "Aantal exemplaren" is niet onderstreept, aangezien dit het actieve scherm is.
Algemene informatie Menu's Er is een aantal menu's waarmee op eenvoudige wijze MFP-instellingen en rapporten kunnen worden gewijzigd. Druk op de knop Menu rechtsonder in het beginscherm als u de menu's en instellingen wilt weergeven. Als u een waarde of instelling selecteert en opslaat, wordt deze in het geheugen van de MFP opgeslagen. Nadat ze zijn opgeslagen, blijven deze instellingen actief totdat nieuwe instellingen worden opgeslagen of de fabrieksinstellingen worden hersteld.
2 Kopiëren U kunt de volgende onderwerpen met betrekking tot kopiëren vinden in dit hoofdstuk en andere hoofdstukken.
Kopiëren De flatbed gebruiken Als u de flatbed (glasplaat) wilt gebruiken om te kopiëren, gaat u als volgt te werk: 1 Open de klep van de flatbed. 2 Leg het document met de bedrukte zijde naar beneden op de flatbed-scanner. 3 Sluit de klep van de flatbed. 4 Raak Kopiëren aan op het beginscherm of druk op Start op het numerieke toetsenblok. Als u Kopiëren hebt aangeraakt, gaat u verder met stap 5. Als u op Start hebt gedrukt, gaat u verder met stap 8. 5 Voer het gewenste aantal exemplaren in.
Kopiëren • Als u de pijl naar links aanraakt, verlaagt u de waarde met 1%. Als u de pijl naar rechts aanraakt, verhoogt u de waarde met 1%. • Als u uw vinger langer op een pijl houdt, wordt de waarde verder verhoogd/verlaagd. • Als u uw vinger twee seconden op een pijl houdt, veranderen de waarden sneller. Intensiteit: hiermee geeft u aan hoeveel lichter of donkerder dan het origineel de kopie moet worden. Afgedrukte afbeelding: gebruik de instelling Afgedr. afb.
Kopiëren • Overlay: hiermee maakt u een watermerk (of bericht) die over de inhoud van uw kopie komt te liggen. U hebt de keuze uit: Dringend, Vertrouwelijk, Kopie en Concept. Het woord dat u kiest wordt bijna transparant en met grote letters weergegeven over elke pagina. Opmerking: een aangepaste overlay kan worden gemaakt door de systeembeheerder. Er is dan een extra pictogram met dat bericht beschikbaar. • Inhoud: hiermee wordt de kopieerkwaliteit verbeterd.
Kopiëren Kopiëren op briefhoofdpapier 1 Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer. 2 Pas de papiergeleiders aan. 3 Raak Kopiëren aan op het beginscherm. 4 Raak Kopiëren van: aan en selecteer het formaat van uw origineel. 5 Raak Kopiëren naar: aan en raak vervolgens de lade aan waarin het briefhoofdpapier is geplaatst. Opmerking: raadpleeg de systeembeheerder als de optie Briefhoofdpapier niet wordt weergegeven.
Kopiëren Originelen van gemengde formaten kopiëren U kunt originelen van gemengde formaten in de ADF plaatsen en ze vervolgens kopiëren. Afhankelijk van het papierformaat dat in de laden is geplaatst, drukt de scanner af op afdrukmateriaal van één formaat of maakt de scanner de kopie automatisch passend voor het afdrukmateriaal in de lade. Voorbeeld 1: de MFP heeft twee papierladen; één met papier van Letter-formaat en één met papier van Legal-formaat.
Kopiëren Kopieën verkleinen en vergroten Kopieën kunnen worden verkleind tot 25% van het originele formaat of vergroot tot 400% van het originele formaat. De standaardinstelling voor Schalen is Auto. Als u Schalen op Auto laat staan, wordt het origineel passend gemaakt voor het formaat van het papier waarop de kopie wordt afgedrukt.
Kopiëren U kunt als volgt Sorteren uitschakelen: 1 Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer. 2 Pas de papiergeleiders aan. 3 Raak Kopiëren aan op het beginscherm. 4 Gebruik het numerieke toetsenblok om het gewenste aantal exemplaren in te voeren. 5 Raak Uit aan als u niet wilt dat uw kopieën gesorteerd worden. 6 Raak Kopiëren aan.
Kopiëren De datum en tijd boven aan elke pagina afdrukken 1 Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer. 2 Pas de papiergeleiders aan. 3 Raak Kopiëren aan op het beginscherm. 4 Raak Opties aan. 5 Raak Datum-/tijdstempel aan. 6 Raak Aan aan. 7 Raak Gereed aan. 8 Raak Kopiëren aan. Een overlay-bericht boven aan elke pagina afdrukken Boven aan iedere pagina kan een overlay-bericht worden geplaatst.
Kopiëren 7 Raak Gereed aan. 8 Raak Kopiëren aan. Wanneer de laatste pagina van de set wordt gescand, verschijnt het scherm “Volgende pagina scannen”. Raak Volgende pagina scannen of Gereed aan. Raadpleeg de Handleiding voor menu's en berichten op de cd Software en documentatie voor meer informatie over de instelling voor Aangepaste taak of taken samenstellen.
3 E-mail Met de MFP kunt u gescande documenten via e-mail verzenden naar een of meer geadresseerden. U kunt op vier manieren een e-mail verzenden vanaf de MFP. U kunt het e-mailadres typen, een snelkoppelingsnummer gebruiken, het adresboek gebruiken of een profiel gebruiken. U kunt permanente e-mailbestemmingen maken in de koppeling Bestemmingen beheren. Deze koppeling bevindt zich onder het tabblad Configuratie op de webpagina.
E-mail Een snelkoppelingsnummer gebruiken 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de bedrukte zijde naar beneden op de flatbed. Pas de papiergeleiders aan als u de ADF gebruikt. 2 Raak E-mail aan op het beginscherm. 3 Druk op # en voer het snelkoppelingsnummer van de geadresseerde in. U kunt meerdere geadresseerden invoeren door op volgende te drukken en vervolgens het snelkoppelingsnummer of het adres van de geadresseerde in te voeren. 4 Raak E-mailen aan.
E-mail 5 Voer het onderwerp van de e-mail in. 6 Raak Gereed aan. 7 Raak Bericht aan. 8 Voer een e-mailbericht in. 9 Raak Gereed aan. 10 Raak E-mailen aan. Het bestandstype wijzigen voor verzending 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de bedrukte zijde naar beneden op de flatbed. Pas de papiergeleiders aan als u de ADF gebruikt. 2 Raak E-mail aan op het beginscherm. 3 Voer een e-mailadres in. 4 Raak Opties aan.
E-mail Een e-mailsnelkoppeling maken Via een computer 1 Voer het IP-adres van de MFP in in het URL-veld (adresbalk) van de webbrowser. 2 Klik op Configuratie (in het linkerveld) en klik vervolgens op Bestemmingen beheren (in het rechterveld). Opmerking: u wordt mogelijk gevraagd om een wachtwoord in te voeren. Vraag uw systeembeheerder om een gebruikers-ID en een wachtwoord als u deze nog niet hebt. 3 Klik op Instellingen e-mailbestemming.
E-mail Een e-mail annuleren 1 Als u de automatische documentinvoer gebruikt, dient u Annuleren aan te raken als Bezig met scannen wordt weergegeven op het aanraakscherm. 2 Als u het scannerbed gebruikt, dient u Annuleren aan te raken als Volgende pagina scannen / Taak voltooien wordt weergegeven op het aanraakscherm. Informatie over e-mailopties Origineel formaat: hiermee opent u een scherm waarin u het formaat kunt invoeren van de documenten die u gaat e-mailen.
E-mail Geavanceerde opties: hiermee kunt u de instellingen wijzigen voor Geavanceerde beeldverwerking, Aangepaste taak, Transmissielog, Scanvoorbeeld, Rand wissen of Intensiteit. Geavanceerde beeldverwerking: hiermee kunt u Achtergrond verwijderen, Contrast en Schaduwdetail aanpassen voordat u gaat kopiëren. Aangepaste taak (taak samenstellen): hiermee combineert u meerdere scanopdrachten tot één enkele opdracht. Transmissielog: hiermee drukt u het transmissielog of het transmissiefoutenlog af.
4 Faxen Met de faxfunctie kunt u items scannen en faxen naar één of meerdere geadresseerden, rechtstreeks vanaf de MFP. Als u Faxen aanraakt, wordt het scherm Faxbestemming geopend. U geeft het faxnummer op en vervolgens raakt u Faxen aan om uw fax te verzenden. U kunt ook de faxinstellingen wijzigen om deze aan te passen aan uw persoonlijke behoeften. Tijdens de eerste keer dat u de MFP instelt, kunt u worden gevraagd om de MFP te configureren zodat u ermee kunt faxen.
Faxen Snelkoppelingen voor faxbestemmingen gebruiken Snelkoppelingen voor faxbestemmingen werken net als de snelkeuzenummers op een telefoon of faxapparaat. U kunt snelkoppelingsnummers toewijzen als u permanente faxbestemmingen maakt. U kunt permanente faxbestemmingen en snelkeuzenummers maken in de koppeling Bestemmingen beheren. Deze koppeling bevindt zich onder het tabblad Configuratie op de webpagina. Een snelkoppelingsnummer (1 – 99999) kan één of meerdere ontvangers bevatten.
Faxen Snelkoppelingen maken U kunt een permanente faxbestemming maken en er een snelkoppelingsnummer aan toewijzen, zodat u niet elke keer als u een fax wilt verzenden het gehele telefoonnummer van de geadresseerde hoeft in te voeren op het bedieningspaneel. U kunt een snelkoppeling voor één nummer of voor meerdere nummers maken. U kunt op twee manieren snelkoppelingsnummers maken: via een computer of via het aanraakscherm van de MFP.
Faxen Informatie over faxopties Origineel formaat: hiermee opent u een scherm waarin u het formaat kunt kiezen van de documenten die u gaat faxen. • Als u een van de knoppen voor papierformaat aanraakt, wordt dat formaat uw selectie en keert u terug naar het scherm met faxopties. • Als Origineel formaat is ingesteld op Gemengde formaten, kunt u verschillende formaten originelen scannen (Letter- en Legal-formaat). De scans worden automatisch passend gemaakt voor het geselecteerde afdrukformaat.
Faxen De faxresolutie wijzigen 1 Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer. 2 Pas de papiergeleiders aan. 3 Raak Faxen aan op het beginscherm. 4 Geef het faxnummer op. 5 Raak Opties aan. 6 Raak de knop aan die overeenkomt met de door u gewenste resolutie. 7 Raak Faxen aan.
Faxen Een uitgaande fax annuleren U kunt op twee manieren een uitgaande fax annuleren: Terwijl de originelen nog worden gescand 1 Als u de automatische documentinvoer gebruikt, raakt u Annuleren aan als Bezig met scannen wordt weergegeven op het aanraakscherm. 2 Als u het scannerbed gebruikt, dient u Annuleren aan te raken als Volgende pagina scannen / Taak voltooien wordt weergegeven op het aanraakscherm.
5 FTP Met de MFP-scanner kunt u documenten rechtstreeks scannen naar een FTP-server (File Transfer Protocol). Opmerking: u kunt per keer slechts naar één FTP-adres verzenden. Als uw systeembeheerder een FTP-bestemming heeft geconfigureerd, wordt de naam van de bestemming beschikbaar als een snelkoppelingsnummer of wordt deze vermeld in de lijst met profielen onder het pictogram Taken in wacht.
FTP Snelkoppelingen maken U kunt een permanente FTP-bestemming maken en er een snelkoppelingsnummer aan toewijzen, zodat u niet elke keer wanneer u een document naar een FTP wilt sturen het gehele adres van de FTP-site hoeft in te voeren op het bedieningspaneel. U kunt op twee manieren snelkoppelingsnummers maken: via een computer of via het aanraakscherm van de MFP. Via een computer 1 Voer het IP-adres van de MFP in in het URL-veld (adresbalk) van uw webbrowser.
FTP Zijden (Duplex): geeft aan de MFP door of het origineel simplex (op één zijde bedrukt) of duplex (op beide zijden bedrukt) is. De scanner weet nu wat er moet worden gescand om in het bestand te worden opgenomen. Inbinden: geeft aan de MFP door of het origineel aan de lange of korte zijde is ingebonden. Basisbestandsnaam: hier kunt u een bestandsnaam invoeren. Standaard wordt het woord afbeelding weergegeven.
FTP FTP-tips De volgende tips kunnen de kwaliteit van de MFP en de FTP verbeteren. Vraag Tip Wanneer moet ik de modus Tekst gebruiken? • De modus Tekst moet worden gebruikt als het behoud van de tekst het belangrijkste doel is als een document naar een FTP-site wordt verzonden en als het behoud van de afbeeldingen van het origineel niet belangrijk is. • Tekst is de beste optie voor ontvangstbewijzen, carbonformulieren en documenten die alleen uit tekst of fijn lijnwerk bestaan.
Scannen naar een pc of een apparaat met USB-flashgeheugen 6 Met de MFP-scanner kunt u documenten rechtstreeks naar uw pc of naar een apparaat met USB-flashgeheugen scannen. Uw computer hoeft niet rechtstreeks op de MFP te zijn aangesloten om afbeeldingen via Scannen naar PC te kunnen ontvangen. U kunt het document via het netwerk naar uw computer scannen door een scanprofiel op uw computer te maken en het profiel vervolgens naar de MFP te downloaden.
Scannen naar een pc of een apparaat met USB-flashgeheugen Informatie over opties voor Scannen naar PC Als u de opties voor het profiel voor Scannen naar PC wilt wijzigen, klikt u op het vak Snel instellen en selecteert u Aangepast. Met Snel instellen kunt u vooraf ingestelde bestandsindelingen selecteren en de scaninstellingen wijzigen.
Scannen naar een pc of een apparaat met USB-flashgeheugen Scannen naar een apparaat met USB-flashgeheugen 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de bedrukte zijde naar beneden op de flatbed. Pas de papiergeleiders aan als u de ADF gebruikt. 2 Sluit het apparaat met USB-flashgeheugen aan op de USB-aansluiting aan de voorzijde van de MFP. Het scherm Taken in wacht wordt weergegeven. 3 Raak Scannen naar USB-station aan. 4 Voer de naam van het bestand in.
7 Afdrukken In dit hoofdstuk kunt u informatie vinden over het naar de printer sturen van een afdruktaak, het afdrukken van beveiligde taken, het annuleren van een afdruktaak of het afdrukken van een pagina met menu-instellingen, een lettertypelijst en een directorylijst. Ook kunt u in dit hoofdstuk informatie vinden over het afdrukken op afdrukmateriaal van Folio- en Statementformaat.
Afdrukken Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen: 1 Zorg ervoor dat de MFP is ingeschakeld en dat het bericht Gereed of Bezig wordt weergegeven. 2 Sluit een apparaat met USB-flashgeheugen aan op de USB-aansluiting. Opmerking: de MFP negeert het geheugenapparaat als u het aansluit terwijl de MFP een probleem heeft, zoals een papierstoring. 3 Raak de pijl aan naast het document dat u wilt afdrukken. Er verschijnt een scherm met de vraag hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
Afdrukken Afdruktaken annuleren via het bedieningspaneel van de MFP Als de taak wordt geformatteerd of gescand, of als deze al wordt afgedrukt, raakt u Taak annuleren aan op het display. Afdruktaken annuleren via een Windows-computer Afdruktaken annuleren via de taakbalk Voor elke afdruktaak die u naar de printer stuurt, wordt rechts in de taakbalk een klein pictogram in de vorm van een printer weergegeven. 1 Dubbelklik op dit pictogram. Een venster met een lijst van afdruktaken wordt weergegeven.
Afdrukken Pagina met menu-instellingen afdrukken U kunt een pagina met menu-instellingen afdrukken om de standaardinstellingen van de MFP te bekijken en te controleren of de opties van de MFP correct zijn geïnstalleerd. 1 Controleer of de MFP is ingeschakeld en of het bericht Gereed op het display verschijnt. 2 Raak de knop Menu op het bedieningspaneel aan. 3 Raak Rapporten aan. 4 Raak Pagina Menu-instellingen aan.
Afdrukken Vertrouwelijke taken en wachttaken afdrukken De term wachttaak of taak in wacht heeft betrekking op alle afdruktaken, ongeacht het type, die door de gebruiker bij de MFP zelf kunnen worden uitgevoerd. Hieronder vallen bijvoorbeeld beveiligde taken, gecontroleerde afdruktaken, gereserveerde afdruktaken, herhaalde afdruktaken, bladwijzers, profielen, of bestanden op een apparaat met USBflashgeheugen.
Afdrukken Via de MFP 1 Raak Taken in wacht aan op het beginscherm. 2 Raak uw gebruikersnaam aan. Opmerking: er kunnen maximaal 500 resultaten worden weergegeven voor taken in wacht. Als uw naam niet wordt weergegeven, raakt u de pijl-omlaag aan totdat uw naam verschijnt. Als er veel taken in wacht zijn opgeslagen in de MFP, kunt u ook Taken in wacht zoeken aanraken. 3 Selecteer Beveiligde taken. 4 Voer uw PIN-code in. Raadpleeg PIN (persoonlijk identificatienummer) invoeren voor meer informatie.
Afdrukken Herhaalde afdruktaken Als u een herhaalde afdruktaak naar de MFP stuurt, worden alle door u opgegeven exemplaren afgedrukt én wordt de afdruktaak in het printergeheugen opgeslagen, zodat u later nog meer exemplaren kunt afdrukken. U kunt exemplaren blijven afdrukken zolang de afdruktaak zich in het printergeheugen bevindt.
Afdrukken Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal De term afdrukmateriaal omvat papier, karton, transparanten, etiketten en enveloppen. De laatste vier soorten afdrukmateriaal worden soms speciaal afdrukmateriaal genoemd. Volg deze instructies om af te drukken op speciaal afdrukmateriaal. 1 Plaats het afdrukmateriaal volgens de specificaties van de lade die u gebruikt. Zie Standaardladen en optionele laden vullen voor ondersteuning.
Afdrukken Standaardladen en optionele laden vullen Waarschuwing: verwijder papierladen niet tijdens het uitvoeren van een afdruktaak. Hierdoor kan de lade of de printer beschadigd raken. De printer heeft een standaardlade voor 500 vel. Wellicht hebt u ook een of meerdere optionele laden voor 500 vel of een lader voor 2000 vel aangeschaft. Opmerking: de stappen voor het vullen van een lader voor 2000 vel zijn anders dan de stappen voor het vullen van een lade voor 500 vel.
Afdrukken 5 Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde naar beneden (zie afbeelding). Gebruik geen omgebogen of gekreukt papier. Opmerking: zorg ervoor dat de stapel niet hoger is dan de maximumstapelhoogte. Bij een te volle lade kunnen papierstoringen optreden. Indicator maximumstapelhoogte 6 Druk de hendel van de geleider aan de voorkant in en schuif de geleider naar binnen totdat deze goed tegen de zijkant van de stapel papier drukt. 7 Plaats de lade weer in de printer.
Afdrukken De lade voor 2000 vel vullen Volg deze instructies om een lade voor 2000 vel te vullen. Vul de lade voor 2000 vel altijd alleen met papier. 1 Trek de lade open. 2 Druk de hendel van de geleider aan de zijkant in, til de geleider op en plaats deze in de daarvoor bestemde sleuf voor het formaat afdrukmateriaal dat u wilt plaatsen. 3 Druk de twee hendels van de geleider aan de voorkant in en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat afdrukmateriaal dat u wilt plaatsen. LT.
Afdrukken 4 Schuif de onderste steun naar de voorkant van de lade totdat deze tegen de geleider aan de voorkant drukt. 5 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. 6 Plaats het papier tegen de hoek linksachter in de lade, met de te bedrukken zijde omlaag. Let erop dat het afdrukmateriaal niet is gebogen of gekreukt. 7 Sluit de lade. Druk de lade volledig in de printer.
Afdrukken De universeellader vullen U kunt de universeellader op twee manieren gebruiken: • Papierlade - bij gebruik als papierlade kunt u papier of speciaal afdrukmateriaal in de lader plaatsen als u het materiaal in de lader wilt laten liggen. • Handmatige invoer - bij gebruik als handmatige invoer, verzendt u een afdruktaak naar de lader terwijl u de soort en het formaat van het materiaal vanaf uw computer opgeeft.
Afdrukken 4 Orden de stapel papier of speciaal afdrukmateriaal op de juiste wijze voor het formaat en het type afdrukmateriaal en de afdrukmethode die u wilt gebruiken. 5 Plaats het papier of het speciale afdrukmateriaal langs de linkerkant van de universeellader, en druk het voorzichtig zo ver mogelijk naar binnen. Druk het afdrukmateriaal niet te hard naar binnen. Opmerking: zorg ervoor dat de stapel niet hoger is dan de maximumstapelhoogte. Bij een te volle lade kunnen papierstoringen optreden.
8 Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal De term afdrukmateriaal omvat papier, karton, transparanten, etiketten en enveloppen. De MFP kan kwalitatief hoogwaardige afdrukken maken op allerlei afdrukmateriaal. Er zijn diverse aspecten van afdrukmateriaal die u moet overwegen voordat u gaat afdrukken. Dit hoofdstuk bevat informatie die u kan helpen bij het kiezen van afdrukmateriaal.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Nieten Verschoven Optionele finisher Standaard Optionele mailbox met 5 laden Optionele lade voor bannerpapier Optionele enveloppenlader Optionele duplexeenheid Optionele hoge-capaciteitslader Formaat afdrukmateriaal Afmetingen Universeellader Legenda — ondersteund met formaatdetectie † — ondersteund zonder formaatdetectie* — niet ondersteund Laden voor 500 vel Formaten van afdrukmateriaal A3 297 x 420 mm A4
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Soorten afdrukmateriaal Verschoven Optionele finisher Standaard Legenda — ondersteund — niet ondersteund Optionele Optionele hogeOptionele Optionele lade voor Universe capaciteit- duplexenvelopp bannerslader papier ellader eenheid enlader Optionele mailbox met 5 laden Papier Karton Transparanten Papieren etiketten en vinyl etiketten*
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Gewichten van afdrukmateriaal (vervolg) Gewicht afdrukmateriaal Afdrukmateriaal Glossy papier Karton - maximaal (vezels in lengterichting)2,3 Karton - maximaal (vezels in breedterichting)2,3 Soort Laden voor 500 vel Universeellader 2 2 Lader voor 2000 vel Enveloppenlader 2 Origineel 88 tot 176 g/m vezels in lengterichting 88 tot 176 g/m vezels in lengterichting 88 tot 176 g/m vezels in lengterichting Cover 162 tot 176 g/m2 vezels in lengteri
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Afdrukmateriaal kiezen U voorkomt problemen bij het afdrukken door geschikt afdrukmateriaal voor de MFP te kiezen. In de volgende paragrafen vindt u richtlijnen voor het kiezen van het juiste afdrukmateriaal voor de MFP. • Papier • Karton • Enveloppen • Transparanten • Etiketten Papier Voor een optimale afdrukkwaliteit en betrouwbare invoer, moet u kopieerpapier van 90 g/m2 met de vezel in lengterichting gebruiken.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal kan aanpassen. Verleng de acclimatiseringperiode met enkele dagen als de opslag- of transportomgeving erg verschilde van de printeromgeving. Vanwege het gewicht van het materiaal kan voor dik papier mogelijk ook een langere acclimatiseringperiode nodig zijn. Vezelrichting Deze term heeft betrekking op de richting van de vezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in de lengterichting van het papier of in de breedterichting.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Enveloppen U kunt maximaal 10 enveloppen plaatsen in de universeellader en 85 enveloppen in de enveloppenlader. Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft. Zie De universeellader vullen voor instructies voor het plaatsen van enveloppen.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Etiketten De MFP kan afdrukken op een groot aantal etiketten die zijn ontworpen voor gebruik met laserprinters. Deze etiketten worden geleverd in vellen met het formaat Letter, A4 of Legal. De lijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en de coatings moeten bestand zijn tegen temperaturen van 230 °C en een druk van 25 psi. Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Afdrukmateriaal bewaren Houd de onderstaande richtlijnen aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er problemen met papierinvoer ontstaan. • Sla papier op in een ruimte waar de temperatuur ongeveer 21 °C is en waar de relatieve vochtigheid 40% bedraagt. • Bewaar dozen afdrukmateriaal liever niet op de vloer, maar plaats ze op een pallet of een plank.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Printer Gebruik geschikt afdrukmateriaal (papier, transparanten, etiketten en karton) zodat u probleemloos kunt afdrukken. Zie Ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Opmerking: probeer altijd eerst het afdrukmateriaal uit dat u wilt gaan gebruiken, voordat u grote hoeveelheden aanschaft. De meeste storingen kunt u vermijden door het juiste afdrukmateriaal te kiezen en het afdrukmateriaal op de juiste wijze te plaatsen.
9 Opties installeren en verwijderen LET OP: als u geheugenkaarten of optiekaarten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, schakelt u de printer uit en haalt u de stekker uit het stopcontact voordat u verdergaat. Dit gedeelte bevat instructies voor het installeren van de interface-, geheugen- en firmwarekaart. Informatie over andere geheugen- of optiekaarten kunt u in de Gebruikershandleiding van de printer vinden.
Opties installeren en verwijderen Geheugenkaart installeren Opmerking: printergeheugenkaarten die zijn ontworpen voor andere Lexmark-printers werken mogelijk niet samen met deze printer. 1 Verwijder de toegangsklep van de systeemkaart. (Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer.) Waarschuwing: printergeheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een geheugenkaart aanraakt.
Opties installeren en verwijderen Firmwarekaart installeren Opmerking: firmwarekaarten die zijn ontworpen voor andere Lexmark-printers werken niet samen met deze printer. 1 Verwijder de toegangsklep van de systeemkaart. (Raadpleeg Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer.) Opmerking: als er een firmwarekaart is geïnstalleerd, moet deze worden verwijderd. 2 Haal de firmwarekaart uit de verpakking.
Opties installeren en verwijderen De interfacekaart installeren Waarschuwing: interfacekaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een interfacekaart aanraakt. 1 Verwijder de toegangsklep van de systeemkaart. 2 Verwijder de schroef en het afdekplaatje en bewaar deze. Schroef Afdekplaatje 3 Haal de interfacekaart en interconnectkabel van de scanner uit de verpakking. Bewaar de verpakking.
Opties installeren en verwijderen 4 Lijn de aansluitpunten op de kaart uit met de connector op de systeemkaart en duw de kaart stevig op zijn plaats. 5 Plaats de schroeven terug en draai ze vast. Zo zet u de kaart vast. De toegangsklep terugplaatsen Nadat u opties op de systeemkaart van de printer hebt geïnstalleerd, voert u de volgende stappen uit om de toegangsklep weer aan te brengen.
10 De MFP onderhouden U dient af en toe bepaalde handelingen uit te voeren om ervoor te zorgen dat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Deze handelingen worden in dit hoofdstuk en in de Gebruikershandleiding van de printer beschreven. Als meerdere mensen gebruikmaken van de MFP, kunt u een van hen vragen of hij/zij verantwoordelijk wil zijn voor installatie en onderhoud. Andere gebruikers kunnen dan bij deze persoon terecht voor afdrukproblemen en onderhoudstaken.
De MFP onderhouden Status van supplies bepalen Kopiëren Faxen E-mail FTP Status/ Supplies Gereed. 88 Toner bijna op. Raak een willekeurige knop aan om te beginnen. Menu's U wordt via het bedieningspaneel van de MFP gewaarschuwd als supplies moeten worden vervangen of als onderhoud nodig is. De berichtenbalk met de afdrukstatus onderaan het aanraakscherm geeft aan of de MFP Gereed is en of supplies (bijna) leeg zijn.
De MFP onderhouden Recycling van Lexmark-producten Ga als volgt te werk om Lexmark-producten te retourneren aan Lexmark voor recycling: 1 Bezoek onze website: www.lexmark.com/recycle 2 Volg de instructies op het scherm. De glasplaat en de beschermplaat reinigen 1 Open de klep van de flatbed. 2 Maak een schone, pluisvrije doek of wattenprop vochtig met isopropyl alcohol (95%). 3 Veeg de glasplaat en de beschermplaat schoon door de doek of wattenprop heen en weer te bewegen.
De MFP onderhouden De automatische documentinvoer reinigen Inkt, tonerdeeltjes of papiercoatings kunnen de scanneronderdelen bevuilen. Reinig de transportrollen van de scanner als documenten niet soepel of gemakkelijk worden ingevoerd of als meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd. 1 Open de klep van de ADF en de flatbed. 2 Maak een schone, pluisvrije doek of wattenprop vochtig met isopropyl alcohol (95%).
De MFP onderhouden Scannerregistratie Opmerking: volg deze procedure pas nadat u hebt gecontroleerd of het papier goed in de ADF is geplaatst en of de instelling voor margeverschuiving niet is gewijzigd. Scannerregistratie is een proces voor het uitlijnen van het scangedeelte met het papier. Voor dit proces zijn twee vellen donkergekleurd papier van Letter- of A4-formaat nodig. 1 Zet de printer uit. 2 Open de klep van de flatbed. 3 Reinig de glasplaat en de beschermplaat.
De MFP onderhouden Het scannerbovendeel verwijderen Opmerking: voer de volgende handelingen met twee personen uit. Twee vergrendelnokjes zorgen ervoor dat het scannerbovendeel (de klep van de flatbed) niet losraakt. Verwijder de klep van de flatbed als volgt: 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Koppel de twee scannerkabels los. 4 Open de klep van de flatbed. 5 Til de klep op. 6 Houd de vergrendelnokjes ingedrukt terwijl u de klep optilt.
De MFP onderhouden De MFP verplaatsen Volg deze richtlijnen voor het verplaatsen van de MFP binnen uw kantoor of om de MFP gereed te maken voor verzending. LET OP: de printer weegt 48 - 82 kg. De printer moet voor de veiligheid door ten minste drie (3) mensen worden opgetild. Gebruik bij het tillen de handgrepen, til de printer niet aan de voorkant op, en pas op dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden als u deze neerzet. • Schakel de MFP altijd uit met de aan-uitschakelaar van de printer.
11 Storingen verhelpen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig het afdrukmateriaal waarop u afdrukt te kiezen en dit op de juiste wijze te plaatsen. Raadpleeg Papierstoringen voorkomen voor meer informatie over het voorkomen van papierstoringen. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit gedeelte worden beschreven.
Storingen verhelpen Toegangskleppen en laden van de printer In de volgende afbeelding ziet u hoe het afdrukmateriaal door de printer wordt gevoerd. De exacte papierbaan varieert, afhankelijk van de invoerbron (de invoerladen, de universeellader, de enveloppenlader) en de uitvoerladen (de finisher, de lader, de optionele uitvoerlade, de mailbox) die u gebruikt. De cijfers in de volgende afbeelding geven de nummers aan die kunnen worden weergegeven op het bedieningspaneel.
Storingen verhelpen LET OP: voor bepaalde configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit. Meer informatie is beschikbaar op de website van Lexmark op www.lexmark.com/multifunctionprinters. Informatie over storingsberichten op de printer In de onderstaande tabel wordt een lijst weergegeven met de storingsberichten die kunnen optreden en de actie die nodig is om het bericht te verwijderen.
Storingen verhelpen Scannerstoringen verhelpen Scannerstoringen kunnen optreden als papier wordt in- of uitgevoerd. Scannerstoringen kunnen worden verholpen door de klep van de ADF of de klep van de flatbed te openen en het vastgelopen papier te verwijderen. Scannerstoringen 290, 291, 292 en 294 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADF. 2 Open de klep van de ADF en verwijder voorzichtig de vastgelopen pagina's. Als u het vastgelopen papier niet kunt verwijderen, opent u de klep van de flatbed.
12 Beheerdersondersteuning Helderheid op het bedieningspaneel aanpassen Als u de tekst op het display van het bedieningspaneel moeilijk kunt lezen, kunt u de LCD-helderheid aanpassen in het menu Instellingen. Helderheid 1 Controleer of de MFP is ingeschakeld. 2 Raak de knop Menu's aan op het beginscherm. 3 Raak Instellingen aan. 4 Raak Algemene instellingen aan. 5 Raak de pijl-omlaag aan totdat Helderheid wordt weergegeven.
Beheerdersondersteuning 6 Raak de pijl naar links of de pijl naar rechts aan totdat Nu herstellen wordt weergegeven. Als u Nu herstellen aanraakt, worden alle menu-instellingen opnieuw ingesteld op de fabriekswaarden met uitzondering van: • • De instelling "Taal op display" van het bedieningspaneel in het menu Instellingen. Alle instellingen in de menu's Parallel, Serieel, Netwerk en USB. 7 Raak Indienen aan. 8 Raak Beginscherm aan.
Beheerdersondersteuning De MFP configureren Er zijn verscheidene functies beschikbaar waarmee u de beveiliging van het apparaat kunt verbeteren. In de volgende gedeelten vindt u instructies voor het configureren van deze functies. Wachtwoordbeveiliging instellen voor de menu's U kunt een beheerderswachtwoord toepassen om te voorkomen dat onbevoegde gebruikers via het bedieningspaneel of de Embedded Web Server (EWS) wijzigingen aanbrengen in de configuratie van de MFP.
Beheerdersondersteuning Toegang tot de menu's verhinderen via het bedieningspaneel U kunt via het aanraakscherm van het bedieningspaneel toegang tot alle menu's verbieden. Als u de toegang wilt verhinderen, gaat u als volgt te werk: 1 Raak de knop Menu's aan op het beginscherm. 2 Raak Instellingen aan. 3 Raak de pijl-omlaag aan. 4 Raak achtereenvolgens Beveiliging Æ Toegang tot functies Æ Menu's Æ Uitgeschakeld aan. 5 Raak Indienen aan.
Beheerdersondersteuning De MFP ontgrendelen met de PIN voor apparaatvergrendeling 1 Raak de knop App. ontgr. aan. 2 Voer de viercijferige pincode voor apparaatvergrendeling in. Een wachtwoord instellen voor het afdrukken van ontvangen faxen Als u wilt voorkomen dat ontvangen faxen worden afgedrukt tot er een wachtwoord is ingevoerd, gaat u als volgt te werk: 1 Open een webbrowser. Typ op de adresregel het IP-adres van de MFP die u wilt configureren.
Beheerdersondersteuning 6 Voer een wachtwoord in, bestaande uit alfabetische en niet-alfabetische tekens, en bevestig het wachtwoord door het nogmaals in te voeren. Het wachtwoord moet minimaal uit 8 tekens bestaan. 7 Raak Indienen aan. De beveiligde EWS gebruiken De SSL (Secure Sockets Layer) zorgt voor beveiligde verbindingen met de webserver in het afdrukapparaat.
Beheerdersondersteuning IPSec (Internet Protocol Security) ondersteunen Het IP Security-protocol zorgt voor verificatie en codering van communicatie in de netwerklaag, waardoor alle toepassingen en netwerkcommunicatie die via het IP-protocol lopen, zijn beveiligd. IPSec kan worden ingesteld tussen de MFP en maximaal vijf hosts, waarbij zowel IPv4 als IPv6 wordt gebruikt. Als u IPSec via de EWS wilt configureren, gaat u als volgt te werk: 1 Open een webbrowser.
Beheerdersondersteuning 802.1x-verificatie gebruiken 802.1x-poortverificatie zorgt ervoor dat de MFP kan worden aangesloten op netwerken die verificatie vereisen voordat toegang wordt verleend. 802.1x-poortverificatie kan worden gebruikt met de WPA-functie (Wi-Fi Protected Access) van een optionele interne draadloze afdrukserver om te voorzien in WPA-Enterprise-beveiliging. 802.1x wordt alleen ondersteund als er referenties voor de MFP zijn ingesteld.
Beheerdersondersteuning De vaste schijf coderen Waarschuwing: alle bronnen op de vaste schijf zullen worden verwijderd. Bronnen in het flashgeheugen of in het RAM worden niet verwijderd. Opmerking: deze instelling is uitsluitend beschikbaar op MFP-modellen met een interne vaste schijf. 1 Zet de MFP uit. Wacht ongeveer 10 seconden. 2 Houd de knoppen 2 en 6 op het numerieke toetsenblok ingedrukt terwijl u de MFP weer aan zet.
Beheerdersondersteuning Vaste schijf wissen Waarschuwing: alle bronnen op de vaste schijf zullen worden verwijderd. Eenmaal verwijderd kunt u ze niet meer terughalen. (Bronnen in het optionele flashgeheugen of in het RAM-geheugen worden niet verwijderd.) Opmerking: deze instelling is uitsluitend beschikbaar op MFP-modellen met een interne vaste schijf. 1 Zet de MFP uit. Wacht ongeveer 10 seconden. 2 Houd de knoppen 2 en 6 op het numerieke toetsenblok ingedrukt terwijl u de MFP weer aan zet.
13 Problemen oplossen Informatie over berichten op de MFP Er worden drie soorten berichten weergegeven op de MFP: statusberichten, interventieberichten en onderhoudsberichten. Statusberichten bieden informatie over de actuele status van de MFP. Er hoeft geen actie te worden ondernomen. Interventieberichten attenderen de gebruiker op problemen met de MFP waarvoor actie moet worden ondernomen om ze te verhelpen.
Problemen oplossen Problemen met de kopieerkwaliteit oplossen Hieronder volgt een aantal oplossingen voor problemen bij het kopiëren. Raadpleeg Kopieertips voor meer informatie. Symptoom Oplossing De achtergrond bevat ongewenste elementen. Pas de instelling voor achtergrondverwijdering aan onder Kopiëren Æ Opties Æ Geavanceerde beeldverwerking. Raak de pijl naar rechts aan om meer achtergrond te verwijderen.
Problemen oplossen Problemen bij het faxen oplossen Hieronder volgt een aantal oplossingen voor problemen met de faxkwaliteit en voor problemen bij het faxen. Raadpleeg Faxtips voor meer informatie. Symptoom Oplossing Het verzenden van de fax duurt erg lang. Raak Opties aan, wijzig onder Inhoud de instelling naar Tekst en stel de resolutie in op Standaard. De afbeeldingen op de verzonden fax zijn onduidelijk. Raak Opties aan en wijzig onder Inhoud de instelling naar Tekst/foto of Foto.
Kennisgevingen Conventies Opmerking: een opmerking bevat nuttige informatie. LET OP: de aanduiding Let op heeft betrekking op gevaar voor letsel. Waarschuwing: een waarschuwing geeft aan dat het product of de bijbehorende software beschadigd kan raken.
Kennisgevingen Voorschriften van de Europese Gemeenschap (EG) Dit product voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van richtlijnen 89/336/EEC, 72/23/EEC en 1999/5/EC van de Commissie van de Europese Gemeenschap aangaande de onderlinge aanpassing van de wetten in de lidstaten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit en de veiligheid van elektrische apparaten die zijn ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik en in combinatie met radioapparatuur en apparatuur voor een telecommu
Kennisgevingen Ελληνικά Με την παρούσα Lexmark International Inc. δηλώνει ότι το παρόν προϊόν συµµορφώνεται προς τις ουσιώδεις απαιτήσεις και τις λοιπές σχετικές διατάξεις της οδηγίας 1999/5/EK. Italiano Con la presente Lexmark International Inc. dichiara che questo prodotto è conforme ai requisiti essenziali e alle altre disposizioni pertinenti stabilite dalla direttiva 1999/5/CE. Español Por medio de la presente Lexmark International Inc.
Kennisgevingen Kennisgeving over radiostoring Waarschuwing: dit is een klasse A-product. In een thuisomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken, in welk geval de gebruiker mogelijk passende maatregelen zal moeten nemen. Kennisgeving van het Japanse VCCI Verklaring van het Koreaanse Ministerie van Informatie en Communicatie Als dit symbool op uw product staat, geldt de betreffende verklaring. Kennisgeving van BSMI EMC Als dit symbool op uw product staat, geldt de betreffende verklaring.
Kennisgevingen Part 68 This equipment complies with Part 68 of the FCC rules and the requirements adopted by the Administrative Council for Terminal Attachments (ACTA). On the back of this equipment is a label that contains, among other information, a product identifier in the format US:AAAEQ##TXXXX. If requested, this number must be provided to your telephone company. This equipment uses the RJ-11C Universal Service Order Code (USOC) jack.
Kennisgevingen Overige kennisgevingen over telecommunicatie Notice to users of the Canadian telephone network This product meets the applicable Industry Canada technical specifications. The Ringer Equivalence Number (REN) is an indication of the maximum number of terminals allowed to be connected to a telephone interface. The terminus of an interface may consist of any combination of devices, subject only to the requirement that the sum of the RENs of all the devices does not exceed five.
Kennisgevingen Using this product in Germany This product requires a German billing tone filter (Lexmark part number 80D1888) to be installed on any line which receives metering pulses in Germany. Metering pulses may or may not be present on analog lines in Germany. The subscriber may request that metering pulses be placed on the line, or can have them removed by calling the German network provider.
Kennisgevingen De volgende metingen zijn uitgevoerd conform ISO 7779 en gerapporteerd overeenkomstig ISO 9296. Opmerking: de volgende akoestische waarden hebben betrekking op de printer en de scannereenheid samen. Gemiddelde geluidsdruk op 1 meter, dBA Afdrukken 56 Niet-actief 30 Scannen 53 Kopiëren 57 Kennisgeving over stroomregeling Waarschuwing: elektrische spanning kan ernstige schade toebrengen aan apparatuur die aangesloten is op wisselspanningsbronnen.
Kennisgevingen China RoHS Naam onderdeel Gevaarlijke stoffen of elementen Lood (Pb) Kwik (Hg) Cadmium Zeswaardig Polybroombifenyl (Cd) chroom (PBB) (CrVI) Polybroomdifenylether (PBDE) Printplaten X O O O O O Netvoeding X O O O O O Connectors X O O O O O Mechanische onderdelen assen, rollen X O O O O O Mechanische onderdelen motoren X O O O O O Mechanische onderdelen overige X O O O O O Scanneronderdeel O X O O O O LCD-display O X O O O O O: geeft
Index A beginscherm 11 knoppen 11 statusbalk 11 Beginscherm, knop 18 Beperkte serverlijst, functie, gebruiken 99 bestandstypen e-mail 33 beveiligde taken 54 PIN-code invoeren 54 versturen 54 beveiliging 802.
Index bestandsverkleining 35, 45 kleurendocumenten 33 kwaliteit 35, 45 naar een profiel 31 onderwerpregel 32 opties 35 resolutie 35, 45 scannen 31 snelkoppeling maken 34 snelkoppelingen 31 e-mail annuleren 35 Embedded Web Server beveiligde gebruiken 95 beveiliging instellen 94 emissie-informatie 103 envelopformaten 7 3/4 (Monarch) 65 enveloppen richtlijnen 70 etiketten richtlijnen 71 instellingen donker 23 licht 23 Internet Protocol Security 96 invoerladen koppelen 63 K karton plaatsen 58 richtlijnen 71
Index O kopieën flatbed 22 snel 21 kopieerkwaliteit aanpassen 27 kopieerschermen 22 Kopiëren naar 22 van 22 kopiëren 21 briefhoofdpapier 25 dubbelzijdig 26 ene formaat naar andere 24 ladeselectie 25 transparanten 24 universeellader 25 vergroten 27 verkleinen 27 koppelen 63 kwaliteit aanpassen 27 ontvangen faxen afdrukken wachtwoord instellen alvorens 94 opties e-mail 35 P papier aanbevolen soorten 68 gewicht 68 informatie 64 ondersteund afdrukmateriaal 64 ongeschikt 69 papier ongeschikt 69 papierbespari
Index U selecteren, knop 14 Simple Network Management Protocol, beveiliging 95 snel kopiëren 21 snelkoppeling 34 snelkoppelingen 38 enkele 39, 44 maken 39, 44 meerdere 39, 44 SNMPv1, uitschakelen 95 SNMPv2, uitschakelen 95 Sorteren 23 sorteren 27 sorteren instellen 27 Spaarstand, aanpassen 91 specificaties voor afdrukmateriaal formaten 65 gewicht 66 soorten 66 stapelhoogte, maximum laden 1, 2, 3 59, 61 universeellader 63 Start, knop 10 statische elektriciteit, kennisgeving 3 statusbalk 11 sterretje, knop