C54x-serie Gebruikershandleiding www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften...............................................................................5 Algemene informatie over de printer...........................................................7 Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer!....................................................................................7 Informatie zoeken over de printer............................................................................................................
Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten........................................................................52 Afdrukken..................................................................................................57 Een document afdrukken........................................................................................................................57 Speciale documenten afdrukken.....................................................................................................
24x Papierstoring..................................................................................................................................127 250: papierstoring.................................................................................................................................127 problemen oplossen.................................................................................128 Informatie over printerberichten..........................................................................
Veiligheidsvoorschriften LET OP—KANS OP LETSEL: zie de bijgesloten Veiligheidsinformatie voor u een elektrische verbinding of een kabelverbinding maakt. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser.
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Om het risico op elektrische schokken te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels los die op de printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
Algemene informatie over de printer Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer! We hebben ons best gedaan om er zeker van te zijn dat hij aan uw verwachtingen zal voldoen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gebruiken, kunt u de installatiematerialen van de printer gebruiken en de Gebruikershandleiding doornemen om de zien hoe u de elementaire taken uitvoert.
Gewenste informatie Bron Recente aanvullende informatie, updates en technische ondersteuning: Lexmark ondersteuningswebsite—http://support.lexmark.com • • • • • Documentatie Stuurprogramma's downloaden Ondersteuning via live-chat Ondersteuning per e-mail Telefonische ondersteuning Opmerking: Selecteer uw regio en selecteer vervolgens uw product om de juiste ondersteuningswebsite te bekijken.
5 1 4 2 3 1 102 mm (4 inch) 2 508 mm (20 inch) 3 152 mm (6 inch) 4 76 mm (3 inch) 5 254 mm (10 inch) Printerconfiguraties Basismodel Opmerking: uw printermodel beschikt mogelijk over een duolader voor 650 vel.
1 4 2 3 1 Standaarduitvoerlade 2 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 3 Handinvoer 4 Bedieningspaneel van de printer Volledig geconfigureerd model De volgende afbeelding laat een volledig geconfigureerd printermodel zien met een duolader voor 650 vel en een optionele lade voor 550 vel: Opmerking: de optionele lade voor 550 vel wordt mogelijk niet ondersteund door sommige printermodellen.
1 3 1 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 2 Duolader voor 650 vel met geïntegreerde universeellader (Lade 2) 3 Optionele lade voor 550 vel 2 Algemene informatie over de printer 11
Informatie over het bedieningspaneel 1 2 3 Menus Back 7 Onderdeel 1 6 5 4 Beschrijving Display 2de twee Selecteren 3 Stop indicatielampje Geeft berichten weer met betrekking tot de status van de printer. Druk op om een actie te starten voor een menu-item. Geeft de printerstatus aan: • Uit - de printer is uitgeschakeld. • Knippert groen - de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken. • Brandt groen - de printer staat aan, maar is niet actief.
Extra installatie-opties voor de printer Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
Klep van systeemkaart openen voor installatie van interne opties LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
b Trek de klep voorzichtig uit de printer en verwijder deze. 2 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste connector te vinden is. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
1 2 1 Connector voor flashgeheugenkaart 2 Connector voor geheugenkaart Extra installatie-opties voor de printer 16
Geheugenkaart installeren De systeemkaart heeft een connector voor een optionele geheugenkaart. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
2 Maak beide vergrendelingen op de connector helemaal open. 3 Haal de geheugenkaart uit de verpakking. Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. 4 Breng de uitsparingen op de geheugenkaart op één lijn met de ribbels op de connector. 5 Duw de geheugenkaart recht in de connector totdat de kaart vastklikt . Zorg ervoor dat beide vergrendelingen precies in de uitsparingen aan beide zijden van de geheugenkaart passen.
6 Breng de klep van de systeemkaart weer aan. Flashgeheugenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
2 Haal de geheugenkaart uit de verpakking. Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. 3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen in de systeemkaart. Op deze manier weet u zeker dat de pinnen precies goed voor de uitsparingen zitten. 11 22 1 Plastic pinnen 2 Metalen pinnen 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats.
5 Plaats de toegangsklep van de systeemkaart terug. Hardwareopties installeren Een optionele lade of lader installeren De printer ondersteunt twee extra invoerbronnen: een optionele lade voor 550 vel en een duolader voor 650 vel (lade 2) met een geïntegreerde universeellader. Opmerking: De optionele lade voor 550 vel wordt mogelijk niet ondersteund door sommige printermodellen. LET OP—KANS OP LETSEL: de printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden verplaatst.
3 Breng de duolader voor 650 vel op gelijke hoogte met de optionele lade voor 550 vel en laat deze op zijn plaats zakken.
4 Breng de printer op gelijke hoogte met de duolader voor 650 vel en laat de printer op zijn plaats zakken. 5 Bevestig de stofkappen. Opmerking: Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken.Zie “Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma” op pagina 26 voor meer informatie.
1 2 1 Ethernetpoort 2 USB-poort Printerconfiguratie controleren Pagina met menu-instellingen afdrukken Druk pagina's met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of de printeropties correct zijn geïnstalleerd. Opmerking: Als u nog geen wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen van de menu-items, worden op de pagina's met menu-instellingen alle standaardinstellingen weergegeven.
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Druk op op het bedieningspaneel van de printer. 3 Druk op de pijltoetsen tot Rapporten wordt weergegeven en druk op .
3 Selecteer uw printer en vervolgens uw besturingssysteem. 4 Download het stuurprogramma's en installeer de printersoftware. Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Voor Windows-gebruikers 1 Open de map Printers: a Klik op of op Start en klik vervolgens op Uitvoeren.
Draadloos afdrukken installeren Opmerking: Een SSID (Service Set Identifier) is een naam die is toegewezen aan een draadloos netwerk. WEP (Wireless Encryption Protocol) en WPA (Wi-Fi Protected Access) zijn beveiligingstypen die in een netwerk worden gebruikt. Benodigde gegevens voor het instellen van een printer op een draadloos netwerk Opmerking: sluit de installatie- of netwerkkabel niet aan totdat dit wordt aangegeven door de installatiesoftware.
1 Sluit het netsnoer aan op de printer en daarna op een geaard stopcontact en zet vervolgens de printer aan. 1 2 Zorg ervoor dat de printer en computer zijn ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. Sluit de USB-kabels pas aan als dit op het scherm wordt aangegeven. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Klik op Printer en software installeren. 4 Klik op Akkoord om de licentieovereenkomst te accepteren. 5 Klik op Aanbevolen en klik vervolgens op Volgende.
8 Volg de instructies op het computerscherm om de software-installatie te voltooien. Opmerking: Standaard is het pad dat wordt aangeraden. Kies alleen Geavanceerd als u de installatie wilt aanpassen. 9 Als u voor andere computers op het draadloze netwerk het gebruik van de draadloze printer wilt instellen, moet u stap 2 tot en met 6 en stap 8 volgen voor elke computer.
5 Selecteer Bonjour of Rendezvous bij Collecties en dubbelklik op de printernaam. Opmerking: De applicatie heeft de naam Rendezvous in Mac OS X versie 10.3, maar heet nu Bonjour bij Apple Computer. 6 Ga vanaf de hoofdpagina van de Embedded Web Server naar de pagina waar de informatie over de draadloze instellingen is opgeslagen. De printer configureren voor draadloze toegang 1 Typ de naam van uw netwerk (SSID) in het daarvoor bedoelde veld.
2 Voeg de printer toe: a Voor afdrukken via IP: In Mac OS X versie 10.5 en later 1 Kies vanuit het Apple-menu Systeemvoorkeuren. 2 Klik op Afdrukken en faxen. 3 Klik op +. 4 Selecteer de printer uit de lijst. 5 Klik op Voeg toe. In Mac OS X 10.4 en eerder 1 Kies in de Finder Ga > Programma's. 2 Dubbelklik op de map Hulpprogramma's. 3 Dubbelklik op Printer Setup Utility (Printerconfiguratie) of Print Center (Afdrukbeheer). 4 Kies Voeg toe in de printerlijst. 5 Selecteer de printer uit de lijst.
Controleer het volgende voor u de printer installeert op een bedraad netwerk: • U hebt de eerste installatie van de printer voltooid. • De printer is aangesloten op uw netwerk met de juiste soort kabel. Voor Windows-gebruikers 1 Plaats de cd Software en documentatie. Wacht totdat het welkomstscherm wordt weergegeven. Als de cd na een minuut niet wordt gestart, gaat u als volgt te werk: a Klik op of klik op Start en dan op Uitvoeren. b Typ in het vakje van Start zoeken of Uitvoeren D:\setup.
7 Klik in het scherm Standaard op Installeer. 8 Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK. Alle benodigde software wordt op de computer geïnstalleerd. 9 Klik op Opnieuw opstarten wanneer de installatie is voltooid. b Voeg de printer toe: • Voor afdrukken via IP: In Mac OS X versie 10.5 en later 1 2 3 4 5 6 Kies vanuit het Apple-menu Systeemvoorkeuren. Klik op Afdrukken en faxen. Klik op +. Klik op IP. Typ het IP-adres van de printer in het adresveld. Klik op Voeg toe. In Mac OS X 10.
9 Selecteer de printer uit de lijst. 10 Klik op Voeg toe. Opmerking: als de printer niet in de lijst verschijnt, moet u deze mogelijk toevoegen met behulp van het IPadres. Neem voor ondersteuning contact op met de systeembeheerder.
Minimaliseer de invloed die uw printer op het milieu heeft Lexmark hecht veel belang aan duurzaamheid en verbetert voortdurend zijn printers om de invloed ervan op het milieu te verminderen. Wij houden bij het ontwerpen rekening met het milieu, maken onze verpakkingen zelf om het materiaalgebruik terug te brengen en zorgen voor inzamel- en recyclingprogramma’s. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.
Kringlooppapier heeft een betere kwaliteit dan ooit. Echter, de hoeveelheid hergebruikt materiaal in papier heeft invloed op de controle over ongewenste effecten. En hoewel het gebruik van kringlooppapier een goede manier is om op een milieubewuste manier af te drukken, is deze methode niet perfect. De energie die nodig is om inkt te verwijderen en om toevoegingen zoals kleuren en "lijm" te verwerken, levert vaak een grotere koolstofuitstoot op dan de productie van normaal papier.
Zuinig omgaan met accessoires Er zijn een aantal manieren waarop u de hoeveelheid papier en toner die u bij het afdrukken gebruikt kunt reduceren. U kunt: Beide zijden van het papier gebruiken Als uw printermodel dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, kunt u instellen of er op een of twee zijden van het papier wordt afgedrukt, door in het dialoogvenster Afdrukken of de Lexmark-werkbalk 2-zijdig afdrukken te selecteren.
U selecteert als volgt een Ecomodusinstelling: 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op . 3 Druk op de pijltoetsen tot Algemene instellingen wordt weergegeven en druk op 4 Druk op de pijltoetsen tot Ecomodus wordt weergegeven en druk op 5 Selecteer de gewenste instelling en druk vervolgens op . . . Wijzigingen indienen verschijnt. Geluid van de printer reduceren.
6 Druk op de pijltoetsen tot Spaarstand wordt weergegeven en druk op . 7 Druk op de pijltoetsen om het aantal minuten in te voeren dat de printer moet wachten voordat deze overschakelt naar de spaarstand. Het instelbereik ligt tussen de 1 en 240 minuten. 8 Druk op . Wijzigingen verzenden wordt weergegeven. 9 Druk op en druk vervolgens op totdat Gereed wordt weergegeven.
Lexmark cartridges terugsturen voor hergebruik of recycling Het Lexmark Inzamelingsprogramma voor cartridges redt jaarlijks miljoenen Lexmark cartridges van de afvalberg door het terugsturen van gebruikte cartridges voor hergebruik of recycling gemakkelijk en gratis te maken voor Lexmark klanten. Honderd procent van de lege cartridges die naar Lexmark worden teruggestuurd wordt hergebruikt of verwerkt voor recycling. De dozen die zijn gebruikt voor het terugsturen van de cartridges worden ook gerecycled.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe papier moet worden geplaatst in de lader voor 250 vel, de lader voor handmatige invoer, een optionele lader voor 550 vel en de duolader voor 650 vel met geïntegreerde universeellader. Hierin vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden.
4 Druk op de pijltoetsen tot Formaat/soort verschijnt en druk op 5 Druk op de pijltoetsen en druk op . om de lade te selecteren. Het menu Papierformaat verschijnt. 6 Druk op de pijltoetsen tot het menu Papiersoort verschijnt. 7 Druk op . 8 Druk op de pijltoetsen tot Aangepast of een andere aangepaste naam verschijnt en druk op . Wijzigingen verzenden verschijnt, gevolgd door Menu Papier. 9 Druk op , en druk vervolgens op om terug te keren naar de status Ready (Gereed).
Een maateenheid opgeven 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Gereed wordt weergegeven. 2 via het bedieningspaneel van de printer, druk op . 3 Druk op de pijltoetsen tot Menu Papier verschijnt en druk op . 4 Druk op de pijltoetsen tot Universal-instelling wordt weergegeven en druk op 5 Druk op de pijltoetsen tot Maateenheden wordt weergegeven en druk op . . 6 Druk op de pijltoetsen tot de juiste maateenheid wordt weergegeven en druk op .
2 Druk de lengtegeleider naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst. Opmerking: Stel de geleider in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade. 3 Als het papier langer is dan A4- of Letter-formaat, drukt u op het groene nokje aan de achterkant van de lade om deze groter te maken.
5 Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven. 6 Zorg ervoor dat de papiergeleiders goed tegen de zijkant van het papier zitten. Opmerking: Zorg ervoor dat de geleiders aan de zijkant stevig tegen de zijkanten van het papier zitten zodat de afbeelding juist op de pagina wordt geregistreerd. 7 Plaats de lade terug. 8 Bij het plaatsen van een ander soort of formaat papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort of Papierformaat voor de lade via het bedieningspaneel worden gewijzigd.
1 2 3 1 Lengte-geleidernokjes 2 Papierformaatindicatoren 3 Nokjes voor breedtegeleider Universeellader gebruiken 1 Duw de ontgrendeling van de lader naar links om de universeellader te openen. 2 Pak het verlengstuk vast en trek het recht naar buiten totdat het volledig is uitgetrokken.
3 Zorg dat het papier klaar is om geplaatst te worden. • Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. • Houd transparanten bij de randen vast en waaier ze uit. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. Opmerking: Raak de afdrukzijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op komen. • Buig een stapel enveloppen enkele malen om deze los te maken en waaier ze vervolgens uit.
• Plaats enveloppen met de klepzijde omhoog. Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen kan de printer ernstig beschadigen. Opmerkingen: • U dient de universeellader niet te vullen of te sluiten terwijl er een taak wordt afgedrukt. • Plaats nooit papier van verschillende formaten en soorten tegelijk. 6 Duw het papier voorzichtig en zo ver mogelijk in de universeellader.
3 Stel de papiergeleiders af op de breedte van het papier. Let op—Kans op beschadiging: Duw het papier niet te ver in de invoerlade. Anders kan het papier vastlopen.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Aanvullende informatie over afdrukken op speciaal afdrukmateriaal vindt u in de Cardstock and Label Guide op http://support.lexmark.com Richtlijnen voor papier Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt.
Vezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Papier met deze samenstelling is zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en de afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking. Papier kiezen Het gebruik van het juiste papier voorkomt storingen en zorgt ervoor dat u probleemloos kunt afdrukken.
Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten In de volgende tabellen vindt u informatie over standaardladen en optionele papierladen en over de formaten, soorten en het gewicht van het afdrukmateriaal die de laden ondersteunen. Opmerking: Voor een papierformaat dat is niet geregistreerd, selecteert u het volgende, grotere formaat in de lijst.
Papierformaat Afmetingen Universal* 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) 76 x 127 mm (3 x 5 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) Lade voor 250 Optionele lade voor Universeellader Handinvoer vel 550 vel X X 7 3/4-envelop (Monarch) 98 x 191 mm (3,9 x 7,5 inch) X X 9-envelop 98 x 225 mm (3,9 x 8,9 inch) X X 10-envelop 105 x 241 mm (4,1 x 9,5 inch) X X DL-envelop 110 x 220 mm (4,3 x 8,7 inch) X X B5-envelop 176 x 250 mm (6,9 x 9,8 inch) X X C5-envelop 162 x
Papiertype Standaardlade voor 250 vel Optionele lade voor 550 vel Universeellader Handinvoer Papier Card stock (Karton) Transparanten* X Envelopes (Enveloppen) X X Papieren etiketten * Lexmark artikelnummers 12A8240 en 12A8241 voor transparanten worden ondersteund door de standaardlade, de handmatige invoer en de universeellader.
Papiersoort Lade voor 250 vel Optionele lade voor 550 vel Universeellader Handinvoer Glossy papier Book: 88 tot 176 g/m2, Book: 88 tot 176 g/m2, Book: 88 tot 176 g/m2, Book: 88 tot 176 g/m2, vezels in lengterichting vezels in lengterichting vezels in lengterichting vezels in lengterichting Cover: 162 tot 176 g/m2, vezels in lengterichting Cover: 162 tot 176 g/m2, vezels in lengterichting Cover: 162 tot 176 g/m2, vezels in lengterichting Cover: 162 tot 176 g/m2, vezels in lengterichting Index Brist
Papiercapaciteit Invoercapaciteit Opmerkingen: • Uw printermodel heeft mogelijk een duolader voor 650 vel, die bestaat uit een lade voor 550 vel en een geïntegreerde universeellader voor 100 vel. De lade voor 550 vel in de duolader voor 650 vel ondersteunt hetzelfde papier als de optionele lade voor 550 vel. De geïntegreerde universeellader ondersteunt verschillende papierformaten, -soorten en -gewichten. • de optionele lade voor 550 vel is niet voor alle printermodellen beschikbaar.
Afdrukken Een document afdrukken Een document afdrukken 1 Plaats papier in een lade of de lader. 2 Stel vanuit het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier het papierformaat en de papiersoort in, overeenkomstig het geladen papier. 3 Verstuur de afdruktaak: Voor Windows-gebruikers a Open het gewenste document en klik op Bestand Afdrukken. b Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen, en pas de instelling zonodig aan.
Speciale documenten afdrukken Aanvullende informatie over afdrukken op speciaal afdrukmateriaal vindt u in de Cardstock and Label Guide op http://support.lexmark.com Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk de juiste afdrukstand in te stellen.
Bron of proces Afdrukzijde en afdrukstand van het papier Handmatige invoer (enkelzijdig afdrukken) Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht. De bovenste rand van het vel met het logo moet het eerst in de handmatige invoer worden Universeellader gevoerd. Handmatige invoer (dubbelzijdig afdrukken) Universeellader Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht. De bovenste rand van het vel met het logo moet het laatst in de handmatige invoer worden gevoerd.
• Waaier de stapel uit voordat u de transparanten plaatst zodat deze niet aan elkaar blijven plakken. • Wij adviseren voor transparanten van Letter-formaat Lexmark-artikelnummer 70X7240 en voor A4-transparanten van Lexmark-artikelnummer 12A5010. Tips voor het afdrukken op enveloppen Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft.
Let bij het afdrukken op etiketten op het volgende: • Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Controleer het volgende bij de fabrikant of verkoper: – De etiketten kunnen tegen een blootstelling aan temperaturen van 210 °C en plakken niet vast, krullen niet om of kreuken niet en geven bij deze temperaturen geen gevaarlijke stoffen af. Opmerking: Etiketten kunnen bij een hogere verhittingstemperatuur van maximaal 220 °C worden afgedrukt als Gewicht etiketten is ingesteld op Zwaar.
Afdrukken vanaf een flash-station Op het bedieningspaneel van sommige modellen bevindt zich een USB-poort. Plaats een flash-station als u ondersteunde bestandstypen wilt afdrukken. De ondersteunde bestandstypen zijn: .pdf, .gif, .jpeg, .jpg, .bmp, .png, .tiff, .tif, .pcx en .dcx. Veel flash-stations zijn getest en goedgekeurd voor gebruik met de printer. Ga naar de website van Lexmark op www.lexmark.com voor meer informatie.
Foto's afdrukken vanaf een digitale PictBridge-camera 1 Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op de camera. Opmerking: Gebruik alleen de USB-kabel die bij de camera is geleverd. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de USB-poort aan de voorzijde van de printer. Opmerkingen: • Zorg dat de digitale PictBridge-camera is ingesteld op de juiste USB-modus. Raadpleeg de documentatie bij de camera voor meer informatie.
Een directorylijst afdrukken Een directorylijst bevat de bronnen die zijn opgeslagen in het flashgeheugen. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 3 Druk op de pijltoetsen tot Rapporten wordt weergegeven en druk op . 4 Druk op de pijltoetsen tot Directory afdrukken wordt weergegeven en druk op . Nadat de directorylijst is afgedrukt, wordt het bericht Gereed weergegeven.
c Druk op Enter of klik op OK. De map Printers wordt geopend. 2 Dubbelklik op het printerpictogram. 3 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 4 Druk op de toets Delete op het toetsenbord. Via de taakbalk van Windows: Wanneer u een afdruktaak naar de printer verstuurt, wordt rechts in de taakbalk een klein pictogram in de vorm van een printer weergegeven. 1 Dubbelklik op het printerpictogram. Er wordt een venster met een lijst van afdruktaken weergegeven. 2 Selecteer de taak die u wilt annuleren.
Informatie over printermenu's Menuoverzicht Menu Supplies Menu Papier Rapporten Cyaan cartridge Standaardbron Magenta cartridge Formaat/soort General Settings (Algemene instellingen) Gele cartridge Zwarte cartridge Papierstructuur Papiergewicht Pagina met menu-instel- Actieve NIC lingen Menu Netwerk Apparaatstatistieken Menu USB Pagina Netwerkinstellingen Afwerking, menu Beeldverwerkingskit Papier plaatsen Toneroverloopbak Custom Types (Aangepaste soorten) Universal-instelling Netwerk/Poorten
Papiermenu Menu Standaardbron Menuoptie Beschrijving Standaardbron Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken Tray (Lade ) Opmerkingen: U-lader Handmatige papierinvoer • "(Lade 1) (standaardlade)" is de standaardinstelling. • De menu-instelling U-lader of Lade 2 verschijnt alleen in het menu Papier als de duolader Handm. invoer env. voor 650 vel is geïnstalleerd. • Alleen een geïnstalleerde papierbron wordt als menu-instelling weergegeven.
Menu-item Beschrijving Soortlade Hiermee wordt de papiersoort in elke lade opgegeven. Normaal papier Opmerkingen: Glossy papier • "Normaal papier" is de standaardinstelling voor lade 1. Aangepast is de standaardKarton instelling voor alle andere laden. Transparency (Transparant) • Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Kringlooppapier Aangepast . Briefhoofdpapier • Gebruik dit menu-item om de laden automatisch te laten koppelen. Gekleurd pap.
Menu-item Beschrijving Soort U-lader Hiermee wordt de papiersoort in de universeellader opgegeven. Normaal papier Opmerkingen: Glossy papier • De duolader voor 650 vel moet zijn geïnstalleerd om U-lader als een menu-instelling Karton in het menu Papier weer te geven. Transparency (Transparant) • "Normaal papier" is de standaardinstelling. Kringlooppapier Briefhoofdpapier Gekleurd pap. Etiketten Bankpost Envelop Voorbedrukt papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Pap.form (handm.
Menu-item Beschrijving Envelopformaat handm. invoer Hiermee wordt het envelopformaat opgegeven dat u handmatig plaatst. 7 3/4-envelop Opmerking: 10-envelop is de standaardinstelling in de VS. DL-envelop is de internationale 9-envelop standaardinstelling. 10-envelop DL-envelop B5-envelop C5-envelop Andere envelop envelopsoort handinvoer Envelop Aangepast Hiermee wordt de envelopsoort opgegeven die u handmatig plaatst. Opmerking: "Envelop" is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Structuur bankpost Ruw Glad Normaal Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste papier opgeven Structuur envelop Normaal Glad Ruw Hiermee kunt u de relatieve structuur van de geplaatste enveloppen opgeven Opmerking: "Ruw" is de standaardinstelling. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Structuur briefhoofdpapier Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste papier opgeven Normaal Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Menu Papiergewicht Menu-items Definitie Gewicht normaal, Gewicht glossy, Gewicht bankpost, Gewicht briefhoofd, Gewicht voorbedrukt of Gewicht gekleurd Normaal Licht Zwaar Hiermee wordt het relatieve gewicht aangegeven van het geplaatste papier Gewicht Transparanten Normaal Licht Zwaar Hiermee wordt het relatieve gewicht aangegeven van de geplaatste transparanten Gewicht kringl.pap.
Menu-items Definitie Ruw/katoenen papier Normaal Hiermee wordt het relatieve gewicht aangegeven van het geplaatste ruwe/katoenen papier Opmerkingen: • "Normaal" is de standaardinstelling. • Instellingen worden alleen weergegeven als ruw/katoenen papier wordt ondersteund. Aangepast Normaal Licht Zwaar Hiermee wordt het relatieve gewicht aangegeven van het geplaatste aangepaste papier Opmerkingen: • "Normaal" is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Zwaar papier laden Uit Duplex Bepaalt de richting waarin het papier wordt geladen voor alle taken met Zwaar papier als papiersoort Ruw/katoen plaatsen Uit Duplex Bepaalt de richting waarin het papier wordt geladen voor alle taken met Ruw/katoen als papiersoort Aangepast plaatsen Uit Duplex Bepaalt de richting waarin het papier wordt geladen voor alle taken met Aangepast als papiersoort Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Universal Setup (Universal-instelling), menu Menuoptie Beschrijving Maateenheden Inch Millimeter Hiermee worden de maateenheden aangegeven. Opmerkingen: • In de VS wordt standaard gebruikgemaakt van inches. • Millimeter is de internationale standaardinstelling. Breedte Staand Hiermee stelt u de breedte van de portretstand (staand) in. 3 – 14,17 inch Opmerkingen: 76 – 360 mm • Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale breedte, gebruikt de printer de maximaal toegestane breedte.
Apparaatstatistieken, menu Menu-item Beschrijving Apparaatstatistieken Hiermee wordt een rapport afgedrukt met printerstatistieken, zoals gegevens over supplies en afgedrukte pagina's. Opmerking: De pagina wordt afgedrukt zodra dit item is geselecteerd. Pagina Netwerkinstellingen, menu Menu-item Beschrijving Pagina Netwerkinstellingen Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de netwerkinstellingen, zoals informatie over het TCP/IP-adres.
Netwerk/Poorten Actieve NIC, menu Menuoptie Beschrijving Active NIC (Actieve NIC) Hiermee wordt de afdrukserver weergegeven. Automatisch Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als een optionele netwerkkaart is geïnstalleerd.
Menuoptie Beschrijving Netwerkbuffer Auto Uitgeschakeld Hiermee stelt u de grootte van de netwerkinvoerbuffer in. Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling. • Als u deze instelling wijzigt met het bedieningspaneel van de printer en vervolgens de menu's afsluit, wordt de printer opnieuw opgestart. De menuselectie wordt bijgewerkt.
Menuoptie Beschrijving Timeout taak Hiermee stelt u in na hoeveel seconden een vanaf het netwerk opgegeven afdruktaak kan worden geannuleerd. 0-225 seconden Opmerkingen: • "90 seconden" is de standaardinstelling. • Als u de waarde op 0 zet, wordt de time-out uitgeschakeld. • Als u een waarde tussen 1 en 9 kiest, wordt de instelling opgeslagen als 10. Voorblad Uit Aan Hiermee kunt u een voorblad afdrukken op de printer Opmerking: "Aan" is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving DDNS/mDNS inschakelen Hiermee kunt u het huidige DDNS/mDNS-serveradres weergeven of wijzigen Ja Opmerking: Ja is de standaardinstelling. Nee DNS-serveradres Hiermee kunt u het huidige DNS-adres bekijken of wijzigen. IPv6, menu Opmerking: Het menu IPv6 (Internet Protocol versie 6) is alleen beschikbaar voor netwerkmodellen of printers die zijn aangesloten op afdrukservers.
Netwerk/poorten Menu Netwerk Draadloos Menuoptie Beschrijving Netwerkmodus Ad hoc Infrastructuur Hiermee geeft u de netwerkmodus op Opmerkingen: • Ad hoc is de standaardinstelling. In de modus Ad hoc wordt de printer geconfigureerd voor direct draadloos netwerkgebruik tussen de printer en een computer. • In de modus Infrastructuur kan de printer toegang krijgen tot een netwerk via een toegangspunt. Compatibiliteit 802.11b/g/n 802.11n 802.
Menu USB Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op "Aan".
Instellingen Algemene instellingen, menu Menuoptie Beschrijving Taal op display Hiermee wordt de taal van de tekst op het display ingesteld. Nederlands Opmerking: niet alle talen zijn voor alle printers beschikbaar.
Menuoptie Beschrijving Eerste installatie uitvoeren Geeft de printer de opdracht om de installatiewizard uit te voeren Ja Opmerkingen: Nee • Ja is de standaardinstelling. • Nadat u de installatiewizard voltooit door in het scherm voor de landselectie op Gereed te klikken, wordt Nee standaard ingesteld.
Menuoptie Beschrijving Afdrukherstel Herstel na storing Auto Aan Uit Hiermee geeft u op of de printer vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt Afdrukherstel Paginabeveiliging Uit Aan Hiermee drukt de printer een pagina af die anders mogelijk niet zou worden afgedrukt Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling. De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af, tenzij het geheugen om de pagina's op te slaan benodigd is voor andere afdruktaken.
Menuoptie Beschrijving Downloadbestemming Hiermee stelt u de opslaglocatie van geladen bronnen in. RAM Opmerkingen: Flash • "RAM" is de standaardinstelling. • Als u downloads opslaat in het flashgeheugen, worden ze permanent opgeslagen. Downloads blijven in het flashgeheugen, zelfs als de printer wordt uitgeschakeld. • Bronnen die in het RAM worden opgeslagen, zijn tijdelijk opgeslagen. • Dit menu verschijnt alleen als een flashoptie is geïnstalleerd.
Menuoptie Beschrijving Lege pagina's Niet afdrukken Afdrukken Hiermee stelt u in of er lege pagina's in een afdruktaak worden ingevoegd. Sorteren Uit (1,1,1,2,2,2) Aan (1,2,1,2,1,2) Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "Aan" is de standaardinstelling. De pagina's worden niet gesorteerd. • Met de instelling Aan wordt de afdruktaak op volgorde gehouden.
Menuoptie Beschrijving Afdrukstand Automatisch Liggend Staand Hiermee stelt u de afdrukstand in van een vel waarop meerdere pagina's worden afgedrukt. N per vel Rand Geen Effen Hiermee drukt u een rand af rond elk paginabeeld wanneer N- naar boven (pagina's- kant) wordt gebruikt. Opmerking: "Automatisch" is de standaardinstelling. De printer kiest tussen de afdrukstanden Staand en Liggend. Opmerking: Geen is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Kleur besparen Uit Aan Hiermee beperkt u de hoeveelheid toner voor het afdrukken van illustraties en afbeeldingen. De hoeveelheid toner die wordt gebruikt voor tekst, blijft hetzelfde. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden de instellingen voor tonerintensiteit genegeerd. RGB-helderheid -6-6 Hiermee wordt de helderheid in de kleuruitvoer aangepast. Opmerkingen: • "0" is de standaardinstelling. • -6 is de maximale verlaging.
Menuoptie Beschrijving Aangepaste kleur RGB-kleurbeeld RGB-tekst RGB-afbeeldingen Hiermee kunnen RGB-kleurconversies worden aangepast. De beschikbare selecties voor elke instelling zijn: Levendig sRGB Display Display - Echt zwart sRGB Vivid Uit Opmerkingen: • "sRGB Display" is de standaardinstelling voor RGB-kleurbeeld. Hiermee past u een kleurconversietabel toe om de kleuruitvoer op het computerscherm te benaderen. • "sRGB Vivid" is de standaardinstelling voor RGB-tekst en RGB-afbeeldingen.
Menu Extra Menuoptie Beschrijving Flash formatteren Nee Ja Hiermee formatteert u het flash-geheugen. Met het flashgeheugen wordt het geheugen bedoeld dat u kunt toevoegen door een optionele flashgeheugenkaart in de printer te installeren. Let op—Kans op beschadiging: Zet de printer niet uit als het flashgeheugen wordt geformatteerd. Opmerkingen: • Dit menu-item is alleen beschikbaar als er een goed werkende optionele flashgeheugenkaart in de printer is geïnstalleerd.
Menuoptie Beschrijving Aantekeningen Niet afdrukken Afdrukken Hiermee drukt u aantekeningen in een PDF-bestand af. Opmerking: Do Not Print (Niet afdrukken) is de standaardinstelling. PostScript, menu Menuoptie Beschrijving PS-fout afdrukken Uit Aan Hiermee wordt een pagina afgedrukt die de PostScript-fout bevat. Voorkeurslettertype Intern Flash Hiermee bepaalt u waar de printer begint met het zoeken naar het gewenste lettertype. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Lettertypenaam Courier Hiermee wordt een specifiek lettertype weergegeven en de optie waarin het is opgeslagen. Opmerkingen: • Courier is de standaardinstelling. • Met Courier wordt de lettertypenaam, lettertype-ID en de opslaglocatie in de printer weergegeven. De afkorting van de naam van de lettertypebron is R voor Intern, F voor Flash en D voor Schijf. Symbolenset 10U PC-8 12U PC-850 Hiermee wordt de symbolenset voor elke lettertypenaam weergegeven.
Menuoptie Beschrijving Instellingen voor PCL-emulatie Hiermee bepaalt u het aantal regels dat op elke pagina wordt afgedrukt. Regels per pagina Opmerkingen: 1-255 • 60 is de standaardinstelling in de Verenigde Staten. 64 is de internationale standaard60 instelling. 64 • De printer stelt de ruimte tussen de regels in op basis van de instellingen voor Regels per pagina, Papierformaat en Afdrukstand. Selecteer het gewenste papierformaat en de afdrukstand voordat u het aantal regels per pagina instelt.
Menu Afbeelding Menuoptie Beschrijving Autom. aanpassen Aan Uit Hiermee selecteert u de optimale waarden voor papierformaat, schaling en afdrukstand. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden de instellingen voor schaling en afdrukstand voor sommige afbeeldingen genegeerd. Omkeren Uit Aan Hiermee keert u tweekleurige zwart-witafbeeldingen om. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • De lettertypegrootte kan in stappen van 1 worden aangepast.
Menuoptie Beschrijving Fotoformaat Auto V 2L Hagaki briefkaart Kaartformaat 100 x 150 mm 4 x 6 in 8 x 10 in Letter A4 A5 JIS B5 Bepaalt het formaat van elke foto die wordt afgedrukt vanaf een PictBridge-digitale camera.
Menuoptie Beschrijving Station inschakelen De USB-poort inschakelen of uitschakelen aan de voorkant van de printer Inschakelen Opmerking: "Inschakelen" is de standaardinstelling. Uitschakelen Code bijwerken Inschakelen Uitschakelen Hiermee schakelt u het vermogen van het flashstation om de firmwarecode bij te werken vanaf een USB-apparaat in of uit Exemplaren 1-999 Hiermee stelt u het aantal exemplaren in dat van elke pagina in een afdruktaak moet worden afgedrukt.
De printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt. Stel de printersupplies niet bloot aan: • • • • • • direct zonlicht; temperaturen boven 35 °C; hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof.
Supplies bestellen In de V.S. belt u voor het bestellen van supplies +1-800-539-6275 voor informatie over erkende dealers van Lexmark supplies in uw omgeving. In andere landen of regio's kunt u terecht op de website van Lexmark op www.lexmark.com of neemt u contact op met de winkel waar u de printer hebt gekocht. Opmerking: de geschatte resterende levensduur van de printersupplies is gebaseerd op normaal papier van Letter- of A4-formaat.
Artikelnaam Artikelnummer C540 en C543 C544 C546 Gele tonercartridge met extra hoog rendement C544X2YG X Retourneerprogramma zwarte tonercartridge met extra hoog rendement C546U1KG X X Zwarte tonercartridge met extra hoog rendement C546U2KG X X Beeldverwerkingskits bestellen Wanneer het bericht Vervang zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit of Vervang zwarte beeldverwerkingskit verschijnt, bestelt u een nieuwe kit.
1 2 3 4 1 Bovenklep de twee Toneroverloopbak 3 Rechterzijklep 4 Voorklep 1 Haal de nieuwe toneroverloopbak uit de verpakking. 2 Pak de voorklep aan de zijkanten vast en trek de klep naar u toe. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
3 Open de bovenklep door de knop naar voren te schuiven. 4 Verwijder de rechterzijklep. 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopbak en verwijder de bak. 6 Plaats de toneroverloopbak in de meegeleverde verpakking. Zie “Het recyclen van Lexmark-producten” op pagina 39 voor meer informatie.
7 Plaats de nieuwe toneroverloopbak. 8 Plaats de rechterzijklep terug. 9 Sluit de bovenklep.
10 Sluit de voorklep. Een zwart/wit- en kleurenkit vervangen Vervang de zwarte en kleurenkit als 31.yy Beeldverwerkingskit defect wordt weergegeven. 1 Pak de voorklep aan de zijkanten vast en trek de klep naar u toe. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Open de bovenklep door de knop naar voren te schuiven.
3 Verwijder de tonercartridges door de hendels op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken. 4 Verwijder de rechterzijklep. 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopbak en verwijder de bak.
6 Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe. 7 Druk op de blauwe hendels, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten. Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen. 8 Verwijder de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden. 9 Pak de nieuwe zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit uit en laat de developer-eenheden in de verpakking zitten.
12 Plaats de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden. Opmerking: Zorg ervoor dat u elke developer-eenheid in de juiste sleuf voor de betreffende kleur plaatst. 13 Plaats de gebruikte zwarte en kleurenkit in de meegeleverde verpakking. Zie “Het recyclen van Lexmark-producten” op pagina 39 voor meer informatie. 14 Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer. 15 Duw de blauwe hendels voorzichtig maar stevig omlaag totdat de beeldverwerkingskit vastklikt.
16 Vervang de toneroverloopbak. 17 Plaats de rechterzijklep terug. 18 Vervang de tonercartridges.
19 Sluit de bovenklep. 20 Sluit de voorklep. Een tonercartridge vervangen Verwijder de betreffende tonercartridge (geel, cyaan, magenta of zwart) als 88 Vervang cartridge wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de betreffende cartridge is vervangen. Let op—Kans op beschadiging: Schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van een tonercartridge die niet van het merk Lexmark is, valt niet onder de garantie.
Y C Y M C K M K 3 Open de bovenklep door de knop naar voren te schuiven. 4 Verwijder de tonercartridge door de hendel omhoog te drukken en de cartridge voorzichtig uit de C Y M C K M Y K beeldverwerkingskit te trekken.
C Y M C K M Y K 5 Lijn de nieuwe tonercartridge uit en duw de cartridge omlaag totdat deze op zijn plaats vastklikt. Y C Y M C K M K 6 Sluit de bovenklep. Een developer-eenheid vervangen Vervang een developer-eenheid als er een probleem met de afrukkwaliteit optreedt. Opmerking: Als u een developer-eenheid hebt vervangen, moet u de kleur handmatig kalibreren. Zie “Foutieve kleurenregistratie” op pagina 152 voor meer informatie.
2 Open de bovenklep door de knop naar voren te schuiven. 3 Verwijder de tonercartridges door de hendels op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.
4 Verwijder de rechterzijklep. 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles. 6 Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe. 7 Druk op de blauwe hendels, pak de handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten. Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen.
8 Verwijder de gebruikte developer-eenheid. 9 Plaats de gebruikte developer-eenheid in de meegeleverde verpakking. Zie “Het recyclen van Lexmark-producten” op pagina 39 voor meer informatie. 10 Haal de nieuwe developer-eenheid uit de doos maar laat de eenheid in de verpakking zitten. 11 Schud de developer-eenheid zachtjes heen en weer. 12 Verwijder de rode transportbescherming van de developer-eenheid.
13 Plaats de developer-eenheid. 14 Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer. 15 Duw de blauwe hendels voorzichtig maar stevig omlaag totdat de beeldverwerkingskit vastklikt.
16 Vervang de toneroverloopbak. 17 Plaats de rechterzijklep terug. 18 Vervang de tonercartridges.
19 Sluit de bovenklep. 20 Sluit de voorklep. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Om het risico op elektrische schokken te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels los die op de printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt. 2 Verwijder het papier uit de standaarduitvoerlade.
De printer verplaatsen Voordat u de printer verplaatst LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg (40 lb) en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild. 21 kg (46.2 lbs.) LET OP—KANS OP LETSEL: Volg voordat u de printer verplaatst deze richtlijnen om te voorkomen dat u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt. • Schakel de printer uit met de aan-uitschakelaar, en haal de stekker uit het stopcontact.
Beheerdersondersteuning Fabrieksinstellingen herstellen De met een asterisk (*) gemarkeerde menu-instellingen geven de huidige instellingen aan. U kunt de originele printerinstellingen herstellen, vaak aangeduid als fabriekswaarden. Als u een lijst van de huidige menu-instellingen wilt behouden voor naslagdoeleinden, druk dan een pagina met menu-instellingen af voordat u de fabrieksinstellingen herstelt.
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op een van de tabs om informatie over de printer te openen, instellingen te wijzigen of een rapport te bekijken.
Printerinstellingen kopiëren naar andere printers Met de Embedded Web Server kunt u printerinstellingen kopiëren naar maximaal 15 andere netwerkprinters. U kopieert als volgt printerinstellingen: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Copy Printer Settings (Printerinstellingen kopiëren).
Vastgelopen papier verwijderen Papierstoringsberichten verschijnen op het display van het bedieningspaneel en geven aan waar in de printer de papierstoring is opgetreden. Als er meerdere storingen zijn opgetreden, wordt het aantal vastgelopen pagina's aangegeven. Papierstoringen voorkomen De volgende tips kunnen ook helpen om papierstoringen te voorkomen: Aanbevelingen voor papierladen • Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst.
Informatie over storingsnummers en -locaties Als er een storing optreedt, toont de printer een bericht waarin de locatie van de storing wordt weergegeven. Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de locaties kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen.
200–202 en 230 papierstoringen 1 Als het papier is vastgelopen in de papierlade: a Pak de handgreep vast en trek de standaardlade voor 250 vel (lade 1) en handinvoer naar buiten. b Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. c Plaats de lade terug. d Druk op . 2 Als het papier is vastgelopen in de printer: a Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen.
b Als het vastgelopen papier zichtbaar is, verwijdert u het vastgelopen papier. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. c Als het papier is vastgelopen in het verhittingsgedeelte, pakt u de groene hendel vast en trekt u vervolgens de klep van het verhittingsstation naar u toe d Houd de klep naar beneden gedrukt en verwijder het vastgelopen papier. De klep van het verhittingsstation gaat dicht wanneer u deze loslaat.
Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. e Sluit de voorklep. f Druk op . 231 en 235 papierstoringen 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Selecteer de lade met het juiste papierformaat. 4 Plaats de lade. 5 Sluit de voorklep. 6 Druk op .
24x Papierstoring 1 Pak de hendel en trek de optionele lade voor 550 vel naar buiten. Opmerking: De optionele lade voor 550 vel is niet voor alle printermodellen beschikbaar. 2 Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Plaats de lade. 4 Druk op . 250: papierstoring 1 Druk op de hendel in de universeellader zodat u bij het vastgelopen papier kunt. 2 Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
problemen oplossen Informatie over printerberichten Calibrating De printer past de kleur aan. Wacht tot het bericht is verdwenen. Sluit klep Sluit de bovenste en onderste klep. Plaats invoerlade Schuif de aangegeven lade volledig in de printer. Plaats afgedrukte pagina's opnieuw in lade • Druk op • Druk op om het bericht te wissen en ga verder met de verwerking van de tweede kant van het vel. en druk vervolgens op om het afdrukken te annuleren.
Vul met Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vul de papierlade of een andere invoerlade met papier van de juiste soort en het juiste formaat. • Houd ingedrukt en druk vervolgens op om de afdruktaak te annuleren. Vul invoer voor losse vellen met Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de handmatige invoer.
Vul invoer voor losse vellen met Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de handmatige invoer. Als de invoer geen papier bevat, plaatst u een vel en selecteert u vervolgens te gaan met afdrukken. • Druk op om het bericht te wissen en door om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. De printer negeert handmatig het verzoek en er wordt afgedrukt vanuit een automatische bron.
31.yy Beeldverwerkingskit defect Probeer een van de volgende opties: • • • • Open en sluit de bovenklep. Verwijder de beeldverwerkingskit en plaats deze dan tot hij vastklikt. Schakel de printer uit, wacht tien seconden en schakel de printer weer in. Vervang de defecte beeldverwerkingskit door een nieuwe. 31.yy Vervang zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit De zwarte en een kleurenbeeldverwerkingskit vervangen 32.
37 Onvoldoende geheugen voor defragmentatie flashgeheugen Probeer een van de volgende oplossingen: • Druk op de pijltoetsen totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op om het defragmenteren te stoppen en door te gaan met afdrukken. • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het RAM-geheugen van de printer. • Installeer extra printergeheugen.
53 Flash niet geformatteerd Probeer een van de volgende oplossingen: • Druk op de pijltoetsen totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op om door te gaan met afdrukken. • Formatteer het flashgeheugen. Als het foutbericht niet verdwijnt, is het flashgeheugen mogelijk beschadigd en moet het worden vervangen. 54 Softwarefout in standaardnetwerk De printer heeft niet-geformatteerd flashgeheugen gedetecteerd toen de voeding werd ingeschakeld.
• Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 58 Te veel laden aangesloten 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Opmerking: Optionele laden met elkaar vergrendelen als ze opeen worden gestapeld. Verwijder opeengestapelde laden één voor één en van boven naar beneden. 3 Verwijder de extra lade(n). 4 Sluit het netsnoer aan op een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan.
Eenvoudige printerproblemen oplossen Als er algemene printerproblemen zijn of als de printer niet reageert, controleert u het volgende: • • • • • • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. het stopcontact niet is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker; De printer niet is aangesloten op een spanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer. Andere elektrische apparatuur die op het stopcontact is aangesloten, werkt. De printer is ingeschakeld.
CONTROLEER OF DE JUISTE PRINTERSOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD • Controleer of u de juiste printersoftware gebruikt. • Als u gebruikmaakt van een USB-poort, controleert u of u werkt met een ondersteund besturingssysteem en compatibele printersoftware. CONTROLEER OF DE INTERNE AFDRUKSERVER JUIST IS GEÏNSTALLEERD EN WERKT. • Controleer of de interne afdrukserver juist is geïnstalleerd en of de printer is verbonden met het netwerk.
Taak wordt afgedrukt vanuit de verkeerde lade of op het verkeerde papier CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK. Maak de taak minder complex door het aantal verschillende lettertypen en lettergrootten te reduceren, het aantal afbeeldingen te beperken en eenvoudigere afbeeldingen te gebruiken of door minder pagina's tegelijk te laten afdrukken. CONTROLEER OF DE PRINTER OVER VOLDOENDE GEHEUGEN BESCHIKT. Voeg extra geheugen toe of installeer een optionele vaste schijf.
CONTROLEER OF DE OPTIE IS GESELECTEERD. Selecteer de optie in het programma dat u gebruikt. Mac OS 9-gebruikers moeten ervoor zorgen dat de printer is ingesteld in de Kiezer. Papierladen Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET PAPIER OP DE JUISTE WIJZE IS GEPLAATST. 1 Open de papierlade. 2 Controleer op papierstoringen en verkeerd ingevoerd papier. 3 De papiergeleiders moeten tegen de randen van het papier worden geplaatst.
CONTROLEER DE NETSNOERAANSLUITING Zorg dat: • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. • Het stopcontact werkt. CONTROLEER HET PAPIER. Gebruik het aanbevolen papier of het speciale afdrukmateriaal. Zie “Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal” op pagina 50 voor meer informatie. CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. CONTROLEER OP ONDERHOUDSBERICHTEN.
Bericht Paper jam (Papier vast) blijft staan nadat storing is verholpen 1 Verwijder het vastgelopen papier uit de gehele papierbaan. 2 Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Nadat de papierstoring is verholpen, wordt de vastgelopen pagina niet opnieuw afgedrukt In het menu Instellingen is Herstel na storing uitgeschakeld. Stel Herstel na storing in op Auto of Aan. 1 Druk op . 2 Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op .
Lege pagina's Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: ER BEVINDT ZICH MOGELIJK VERPAKKINGSMATERIAAL OP DE TONERCARTRIDGE Verwijder de tonercartridge en controleer of het verpakkingsmateriaal op de juiste manier is verwijderd. Plaats de tonercartridge terug. DE TONER IS MOGELIJK BIJNA OP Bestel een nieuwe tonercartridge als 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven. Als het probleem zich blijft voordoen, heeft de printer misschien onderhoud nodig.
Tekens hebben gekartelde of ongelijkmatige randen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR AFDRUKKWALITEIT • Wijzig de instellingen voor de afdrukresolutie in het menu Kwaliteit in 600 dpi, beeldkwaliteit 1200, 1200 dpi of beeldkwaliteit 2400. • Selecteer Fine Lines-verbetering in het menu Kwaliteit.
DE INGESTELDE WAARDE VOOR TONERINTENSITEIT VERLAGEN Selecteer een lichtere instelling voor Tonerintensiteit: • Wijzig de instelling in het menu Kwaliteit vanaf het bedieningspaneel van de printer. • Voor Windows-gebruikers: wijzig de instelling via Printereigenschappen. • Voor Macintosh-gebruikers: wijzig de instelling via het dialoogvenster Afdrukken. Onjuiste marges Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS.
DE BEELDVERWERKINGSKIT IS MOGELIJK DEFECT Vervang de beeldverwerkingskit. Opmerking: De printer heeft twee soorten beeldverwerkingskits: een zwart/wit- en kleurenkit en een zwart/wit-kit. De zwart/wit- en kleurenkit bevat cyaan, magenta, geel en zwart. De zwart/wit-kit bevat alleen zwart. Gekruld papier Hierna volgen mogelijke oplossingen.
CONTROLEER HET PAPIER. Vermijd het gebruik van structuurpapier met een enigszins ruw oppervlak. DE TONER IS MOGELIJK BIJNA OP Wanneer 88 Cartridge leeg wordt weergegeven of wanneer de afdruk vaag is, vervangt u de tonercartridge. HET IS MOGELIJK DAT HET VERHITTINGSSTATION VERSLETEN OF DEFECT IS Vervang het verhittingsstation. Afdruk is te donker Hierna volgen mogelijke oplossingen.
3 Klik op Printer Features (Printerfuncties). 4 Wijzig de instellingen voor Tonerintensiteit, Helderheid en Contrast. HET PAPIER HEEFT IN EEN VOCHTIGE OMGEVING GELEGEN EN HEEFT DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN • Laad papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. CONTROLEER HET PAPIER. Vermijd het gebruik van structuurpapier met een enigszins ruw oppervlak.
3 Druk op de pijltoetsen tot menu Kwaliteit wordt weergegeven en druk vervolgens op 4 Druk op de pijltoetsen tot Kleur aanpassen wordt weergegeven en druk vervolgens op . . Bezig met kalibreren wordt weergegeven. CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR DONKERHEID, HELDERHEID EN CONTRAST De instelling Tonerintensiteit is te laag, de instelling RGB-helderheid is te laag of de instelling RGB-contrast is te laag.
HET IS MOGELIJK DAT DE BEELDVERWERKINGSKIT VERSLETEN OF DEFECT IS. Vervang de beeldverwerkingskit. Opmerking: De printer beschikt over twee soorten beeldverwerkingskits: een zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit, en een zwarte beeldverwerkingskit. De zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit bevat cyaan, magenta, geel en zwart. De zwarte beeldverwerkingskit bevat alleen zwart.
Volledig gekleurde pagina's De printer heeft misschien onderhoud nodig. Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning. Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: HET IS MOGELIJK DAT DE BEELDVERWERKINGSKIT VERSLETEN OF DEFECT IS. Vervang de beeldverwerkingskit.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSTRUCTUUR Controleer in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer of de instelling voor Papierstructuur overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. Tonervlekjes Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: HET IS MOGELIJK DAT DE BEELDVERWERKINGSKIT VERSLETEN OF DEFECT IS. Vervang de beeldverwerkingskit.
Verschillen in afdrukdichtheid ABCDE ABCDE ABCDE De zwarte en een kleurenbeeldverwerkingskit vervangen Problemen met kleurkwaliteit oplossen In dit gedeelte wordt antwoord gegeven op een aantal elementaire vragen over kleuren. Verder vindt u hier een beschrijving van de functies op het bedieningspaneel van de printer in het menu Kwaliteit waarmee u een aantal problemen met kleur kunt verhelpen.
3 Druk op de pijltoetsen tot menu Kwaliteit wordt weergegeven en druk vervolgens op 4 Druk op de pijltoetsen tot Kleur aanpassen wordt weergegeven en druk vervolgens op . . Bezig met kalibreren wordt weergegeven. Opmerking: als het probleem zich nog steeds voordoet, kalibreert u de kleur opnieuw.
De afdruk bevat een zweem. Kan de kleur worden aangepast? Soms lijkt het alsof een afdruk een zweem bevat (alles wat is afgedrukt lijkt bijvoorbeeld te rood). Dit kan te wijten zijn aan omgevingsomstandigheden, de gebruikte papiersoort, lichtomstandigheden of voorkeuren van de gebruiker. In die gevallen kunt u de kleur met de instelling Kleurbalans meer op uw voorkeuren afstemmen. Kleurbalans stelt de gebruiker in staat de hoeveelheid toner die wordt gebruikt in kleurvlakken subtiel aan te passen.
Objecttype CMYK-kleurbeeld Kleurconversietabellen • US CMYK: er wordt kleurcorrectie toegepast om SWOP-kleuruitvoer (Specifications for Web Offset Publishing) te benaderen. CMYK-tekst CMYK-afbeeldingen • Euro CMYK: er wordt kleurcorrectie toegepast om de EuroScale-kleuruitvoer te benaderen. • Vivid CMYK: verhoogt de kleurverzadiging van de kleurcorrectie-instelling US CMYK. • Uit: er vindt geen kleurcorrectie plaats.
8 Geef een waarde voor de stappen op tussen 1 en 255. Opmerking: Hoe dichter de waarde bij 1 ligt, hoe dichter de kleuren bij elkaar liggen in de reeks kleurschakeringen die u ziet. 9 Klik op Afdrukken om de gedetailleerde set met kleurvoorbeelden af te drukken.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark C540n, C543dn, C544n, C544dn, C544dw, C546dtn Apparaattype: 5025 Model(len): 210, 230, 410, 430, 43W, 439, n01, n02, dnw, xd1, xd2, dn1, dn2, gd1, gd2, dw1, dw2, dt1, dt2, gt1, gt2 Informatie over deze uitgave Juni 2011 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
UNITED STATES GOVERNMENT RIGHTS This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial computer software and documentation developed exclusively at private expense. Handelsmerken Lexmark, Lexmark met het diamantlogo en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. Mac en het Mac-logo zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling. Kennisgeving over gevoeligheid voor statische elektriciteit dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit. Raak eerst het metalen frame van de printer aan, voordat u iets aanraakt in gebieden die met dit symbool zijn gemarkeerd.
Waarschuwingsetiket voor de laser Het etiket met veiligheidsinformatie kan als volgt op de printer zijn aangebracht: Energieverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met 480 W (C540, C543); 500 W (C544, C546) het product.
waarin de printer langdurig niet wordt gebruikt. De spaarstand wordt automatisch ingeschakeld als het product niet wordt gebruikt tijdens een opgegeven tijdsduur, die de time-out voor de spaarstand wordt genoemd. Standaard is de time-out voor de spaarstand voor dit product ingesteld 20 minuten (C540, C543), 30 minuten (C544, C546) op (in minuten): U kunt de time-out voor de spaarstand via de configuratiemenu's instellen tussen 1 minuut en 240 minuten.
Kennisgeving voor gebruikers in de Europese Unie Producten met CE-markering voldoen aan de veiligheidseisen die zijn omschreven in de Europese richtlijnen 2004/108/EG, 2006/95/EG en 1999/5/EG aangaande het harmoniseren van de wetten van de Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen bepaalde voltagegrenzen en voor radioapparatuur en telecommunicatieterminals.
Español Por medio de la presente, Lexmark International, Inc. declara que este producto cumple con los requisitos esenciales y cualesquiera otras disposiciones aplicables o exigibles de la Directiva 1999/5/CE. Eesti Käesolevaga kinnitab Lexmark International, Inc., et seade see toode vastab direktiivi 1999/5/EÜ põhinõuetele ja nimetatud direktiivist tulenevatele muudele asjakohastele sätetele. Suomi Lexmark International, Inc.
LICENTIEOVEREENKOMST BETREFFENDE SOFTWARE VAN LEXMARK Deze licentieovereenkomst (“Licentieovereenkomst van de software”) vormt een wettelijke overeenkomst tussen u (als individuele gebruiker of rechtspersoon) en Lexmark International, Inc.
4 5 6 7 8 DADEN (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF BURGERLIJKE AANPSRAKELIJKHEID), ZELFS WANNEER LEXMARK OF HAAR LEVERANCIERS OF DOCHTERONDERNEMINGEN OP DE HOOGTE WAREN VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE, TENZIJ DEZE UITSLUITING VAN SCHADE WETTELIJK ONGELDIG IS VERKLAARD. DE HIERVOOR GENOEMDE BEPERKINGEN ZIJN ZELFS VAN TOEPASSING ALS DE VOORNOEMDE VERHAALSMOGELIJKHEDEN NIET AAN HUN WEZENLIJKE DOEL BEANTWOORDEN. VS WETGEVING STATEN.
9 AANVULLENDE SOFTWARE. Deze Licentieovereenkomst is van toepassing op updates van of aanvullingen op de 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 originele Software die door Lexmark ter beschikking worden gesteld, tenzij er andere voorwaarden met de update of aanvulling worden meegeleverd. TERMIJN. Deze Licentieovereenkomst blijft van kracht totdat deze wordt beëindigd of afgewezen.
Index Cijfers 30.yy Tonercartr. ontbreekt 130 31.yy beeldverwerkingskit defect 131 31.yy Vervang zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit 131 34 Papier te kort 131 35 Onvold. geheugen voor bronnen opslaan 131 37 Onvold. geheugen voor sorteren 131 37 Onvoldoende geheugen voor defragmentatie flashgeheugen 132 38 Geheugen vol 132 39 Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt 132 51 Flash beschadigd 132 52 Onvold. ruimte flash-geh.
beeldverwerkingskit vervangen 104 beeldverwerkingskits bestellen 100 bellen met Klantenservice 156 bestellen beeldverwerkingskits 100 overloopfles 100 tonercartridges 99 Bezig met kalibreren 128 bovenste koppelen 41 ontkoppelen 41 briefhoofd tips voor het gebruik van 58 vullen, handmatige invoer 58 vullen, laden 58 buitenkant van de printer reinigen 117 C Cartridge defect 130 configuratiegegevens draadloos netwerk 27 configuraties Printer 9 configureren meerdere printers 121 configureren, meldingen
L lade koppelen 41 lade ontkoppelen 41 lade voor 250 vel (standaard) papier plaatsen 43 lade voor 550 vel installeren 21 laden ontkoppelen 41 lampje, indicatie 12 lijst met lettertypen afdrukken afdrukken 63 Losmaken en modus wijzigen 130 M Macintosh draadloos netwerk, installatie 29 Menu Actieve NIC 77 Menu Afbeelding 95 Menu IPv6 80 Menu Lettertypen afdrukken 76 Menu Netwerkkaart 78 Menu Papiergewicht 72 Menu PDF 91 Menu supplies 66 Menu TCP/IP 79 menu-instellingen laden op meerdere printers 121 menu's A
papiersoorten en -gewichten ondersteund door de printer 54 papierstoringen voorkomen 122 papierstoringen verhelpen 200 124 201 124 202 124 230 124 231 126 235 126 24x 127 250 127 PCL Emul, menu 92 Plaats afgedrukte pagina's opnieuw in lade 128 PostScript, menu 92 Printer configuraties 9 minimale installatieruimte 8 modellen 9 selecteren, een locatie 8 verplaatsen 118 vervoeren 118 printer vervoeren 118 printer, eenvoudige problemen oplossen 135 printerberichten 30.yy Tonercartr.
toner laat los 150 tonervlekjes 151 verschillen in afdrukdichtheid 152 volledig gekleurde pagina's 150 problemen oplossen, display display geeft alleen ruitjes weer 135 display is leeg 135 problemen oplossen, papierinvoer bericht blijft staan nadat storing is verholpen 141 problemen oplossen, printeropties flashgeheugenkaart 139 geheugenkaart 139 optie functioneert niet 138 papierladen 139 universeellader 139 R recycling Lexmark producten 39 Lexmark verpakkingsmateriaal 39 tonercartridges 40 WEEE-verklarin