C790 Series Gebruikershandleiding januari 2011 Machinetype(n): 5062 Model(len): 210, 230, 235 www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie...................................................................................6 Informatie over de printer............................................................................8 Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer!....................................................................................8 Informatie over de printer........................................................................................................................
Recycling..................................................................................................................................................61 Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen..............................................62 Papierformaat en papiersoort instellen..................................................................................................62 Instellingen voor universeel papier configureren..........................................................................
Geheugen op de vaste schijf wissen......................................................................................................153 Codering vaste schijf van printer instellen............................................................................................154 Printer onderhouden................................................................................156 De buitenkant van de printer reinigen............................................................................................
Printerberichten....................................................................................................................................180 Problemen met de printer oplossen.....................................................................................................196 Probleem met toepassing van het startscherm oplossen.....................................................................199 Problemen met accessoires oplossen...............................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de gebruikersdocumentatie worden beschreven. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Om het risico op elektrische schokken te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels los die op de printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt.
Informatie over de printer Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer! We hebben ons best gedaan om er zeker van te zijn dat hij aan uw verwachtingen zal voldoen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gebruiken, kunt u de installatiematerialen van de printer gebruiken en de Gebruikershandleiding doornemen om de zien hoe u de elementaire taken uitvoert. Om de printer optimaal te laten functioneren, leest u de Gebruikershandleiding zorgvuldig door en kijkt u op onze website voor de nieuwste updates.
Gewenste informatie Locatie Hulp bij het gebruik van de printersoftware Hulp voor Windows of Mac: open een printersoftwareprogramma of –toepassing en klik vervolgens op Help. Klik op ? om contextgevoelige informatie weer te geven. Opmerkingen: • De Help wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • De printersoftware bevindt zich in de map van het printerprogramma of op het bureaublad, afhankelijk van uw besturingssysteem.
• Laat de volgende aanbevolen hoeveelheid ruimte vrij rondom de printer voor een goede ventilatie: 1 2 5 3 4 1 152,4 mm 2 101,6 mm 3 609,6 mm 4 381 mm 5 304,8 mm Printerconfiguraties LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit. Gebruik een printerstandaard of printerstelling als u een lader met hoge capaciteit, een duplexeenheid en een of meer invoeropties gebruikt.
U kunt de basisprinter aanpassen door optionele laden toe te voegen. 1 2 5 6 3 4 7 1 Standaarduitvoerlade 2 Metalen beugel 3 Bedieningspaneel van de printer 4 Standaardlade voor 550 vel 5 Optionele lade voor 550 vel 6 Optionele lader met hoge capaciteit voor 2.
Onderdeel 4 Slapen Beschrijving Hiermee kunt u de slaapstand of sluimerstand inschakelen Hieronder wordt de status van de aanduiding en de knop Slapen aangegeven: • Slaapstand wordt geactiveerd of uitgeschakeld: het indicatielampje brandt groen en de knop Slapen brandt niet. • Printer werkt in de slaapstand: het indicatielampje brandt groen en de knop Slapen brandt oranje. • Sluimerstand wordt geactiveerd of uitgeschakeld: het indicatielampje brandt groen en de knop Slapen knippert oranje.
Informatie over het startscherm Informatie over het startscherm Als de printer wordt ingeschakeld, wordt op het display een basisscherm weergegeven. Dit wordt het startscherm genoemd. U kunt met de knoppen en pictogrammen op het startscherm een actie starten. Opmerking: Het startscherm, de pictogrammen en knoppen kunnen verschillen afhankelijk van de aanpassingen voor het startscherm, beheerdersinstellingen en actieve geïntegreerde oplossingen.
Knop 7 Functie Status/supplies • Een waarschuwing of foutbericht weergegeven als er een handeling moet worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de printer kan doorgaan met verwerken. • Het berichtenscherm openen voor meer informatie over het bericht en de manier waarop u dit kunt wissen. 8 Tips De contextgevoelige Help-informatie op het aanraakscherm openen. Het volgende kan ook op het startscherm wordt weergegeven: Knop Functie Wachttaken zoeken Huidige wachttaken doorzoeken.
Raak Naar 3 Pijl naar links Naar links bladeren. 4 Pijl naar rechts Naar rechts bladeren. 5 Oplopend naar rechts bladeren In oplopende volgorde naar een andere waarde bladeren. 6 Aflopend naar links bladeren In aflopende volgorde naar een andere waarde bladeren. 7 Pijl omlaag Omlaag bladeren. 8 Standaardinstelling Een instelling opslaan. 9 Annuleren 10 Vorige • Een actie of een selectie annuleren. • Een scherm annuleren en naar het vorige scherm terugkeren.
Raak Naar Keuzerondje Een item selecteren of wissen. Functies Functie Beschrijving Menupad: Boven in elk menuscherm wordt een pad weergegeven. De Menu's > Instellingen > Afdrukinstellingen Aantal exemplaren functie toont het pad naar het huidige menu en de exacte locatie binnen de menu's. Aantal exemplaren is niet onderstreept, aangezien dit het actieve scherm is.
Startscherm aanpassen Opmerkingen: • Het startscherm, de pictogrammen en knoppen kunnen verschillen afhankelijk van de aanpassingen voor het startscherm, beheerdersinstellingen en actieve geïntegreerde toepassingen. Sommige toepassingen worden alleen ondersteund op bepaalde printermodellen. • U kunt wellicht extra oplossingen en toepassingen aanschaffen. Ga naar www.lexmark.com voor meer informatie. Of neem contact met de winkel waar u het product hebt gekocht.
Als u de achtergrond van de printerstartpagina wilt wijzigen met het bedieningspaneel van de printer, gaat u als volgt te werk: 1 Blader in het startscherm naar: Achtergrond wijzigen > selecteer de gewenste achtergrond 2 Raak aan. Formulieren en favorieten Pictogram Beschrijving De toepassing helpt u bij het vereenvoudigen en stroomlijnen van werkprocessen doordat u snel veelgebruikte online formulieren rechtstreeks vanaf het startscherm kunt afdrukken.
Showroom Pictogram Beschrijving Met de toepassing kunt u een aangepaste diavoorstelling maken en weergeven op het aanraakscherm van uw printer. U kunt opgeven hoe lang elke dia wordt weergegeven. Afbeeldingen kunnen worden geladen van een flashstation of via de Embedded Web Server van de printer. Extern bedieningspaneel Deze toepassing geeft het bedieningspaneel van de printer weer op het scherm van de computer.
Een configuratie importeren 1 Klik in Embedded Web Server op Instellingen of Configuratie. 2 Klik op Device Solutions > Solutions (eSF) of klik op Embedded Solutions. 3 Klik bij Geïnstalleerde programma's op de naam van de toepassing die u wilt configureren. 4 Klik op Configureren > Importeren. 5 Blader naar het opgeslagen configuratiebestand. U kunt het bestand laden of een voorbeeld hiervan weergeven.
Extra printer instellen Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer.
De vergrendelingsfunctie gebruiken De printer is voorzien van een vergrendelingsfunctie. De printer is vergrendeld als een vergrendeling is gebruikt die compatibel is met de meeste laptopcomputers. De metalen plaat en de systeemkaart kunnen niet worden verwijderd als de printer is vergrendeld. Bevestig een vergrendeling op de printer op de hieronder aangegeven plaats.
Toegang tot de systeemkaart LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer. Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. 1 Open de klep.
b Schuif het metalen paneel naar links zodat de haakjes worden ontgrendeld en trek het paneel naar voren om het te verwijderen. 3 Gebruik de volgende illustratie om de juiste connectoren te vinden. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
4 Plaats de systeemkaartklep terug. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. a Plaats de haakjes aan de linkerzijde van het metalen paneel weer in de sleuven op de systeemkaartbehuizing en schuif het paneel naar rechts.
Een geheugenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer.
4 Lijn de uitsparingen op de geheugenkaart uit met de richels op de connector. 2 1 1 Uitsparing 2 Richel 5 Duw de geheugenkaart recht in de connector tot de kaart vastklikt. 6 Plaats de systeemkaartklep terug.
Een flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Er kan slechts één van elk worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Let erop dat de aansluitpunten niet beschadigd raken. 5 Plaats de systeemkaartklep terug. Internal Solutions Port installeren De systeemkaart ondersteunt één optionele Lexmark Internal Solutions Port (ISP). Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
5 Verwijder de metalen klep van de ISP-opening. 1 2 6 Lijn de staafjes van het plastic T-stuk uit met de openingen in de systeemkaart en druk het T-stuk dan naar beneden tot het vastklikt. Controleer of elk staafje van het T-stuk volledig is vastgeklikt en of het T-stuk stevig op de systeemkaart is bevestigd.
7 Installeer de ISP op het plastic T-stuk. Lijn de ISP uit met het plastic T-stuk en breng de ISP steeds dichter bij het Tstuk zodat alle uitstekende connectoren in de ISP-openingen van de systeemkaartbehuizing passen. 8 Laat de ISP richting het plastic T-stuk zakken totdat de ISP zich tussen de geleiders van het plastic T-stuk bevindt.
9 Plaats de lange vleugelmoer en draai deze rechtsom tot de ISP vastzit, maar draai de vleugelmoer nu nog niet stevig aan. 10 Bevestig de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de ISP aan de systeemkaartbehuizing vast te maken. 11 Draai de lange vleugelmoer stevig aan. Let op—Kans op beschadiging: Draai de vleugelmoer niet te hard aan. 12 Plaats de plug van de ISP-interfacekabel in de aansluiting op de systeemkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd.
13 Plaats de systeemkaartklep terug. Vaste schijf van de printer installeren Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen.
3 Kijk waar de juiste connector zich op de systeemkaart bevindt. Opmerking: als er een optionele ISP is geïnstalleerd, moet de vaste schijf van de printer op de ISP worden geïnstalleerd. U installeert de vaste schijf van een printer als volgt op de ISP: a Draai de schroeven los met een schroevendraaier met platte kop. b Verwijder de schroeven waarmee de montagebeugel aan de vaste schijf van de printer is bevestigd en verwijder vervolgens de montagebeugel.
c Lijn de afstandbussen van de vaste schijf uit met de openingen in de ISP en druk de vaste schijf omlaag totdat de afstandbussen op de goede plaats zitten. d Plaats de plug van de interfacekabel van de vaste schijf in de aansluiting op de ISP. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd.
U kunt als de vaste schijf van een printer rechtstreeks installeren op de systeemkaart: a Lijn de afstandbussen van de vaste schijf uit met de openingen in de systeemkaart en druk de vaste schijf omlaag totdat de afstandbussen op de goede plaats zitten. b Gebruik de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de vaste schijf vast te zetten. c Plaats de plug van de interfacekabel van de vaste schijf in de aansluiting op de systeemkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd.
4 Plaats de systeemkaartklep terug.
Vaste schijf van de printer verwijderen Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. 1 Open het toegangspaneel van de systeemkaart. Zie “Toegang tot de systeemkaart” op pagina 23 voor meer informatie.
4 Leg de vaste schijf van de printer opzij. 5 Plaats de systeemkaartklep terug. Volgorde van installatie LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild. LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit. Gebruik een printerstandaard of printerstelling als u een lader met hoge capaciteit, een duplexeenheid en een of meer invoeropties gebruikt.
1 Pak de optionele lade uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal. 2 Plaats de lade in de buurt van de printer. 3 Schakel de printer uit. 4 Lijn de printer uit met de lade en laat de printer op zijn plaats zakken. Opmerking: Optionele laden grijpen in elkaar als ze worden gestapeld. Verwijder gestapelde laden zo nodig één voor één en van boven naar beneden. 1 2 1 Standaardlade voor 550 vel (lade 1) 2 Optionele laden voor 550 vel 5 Zet de printer weer aan.
1 2 1 Standaarduitvoerlade 2 Finisherlade Standaarduitvoerlade • De papiercapaciteit is 500 vel. • Deze lade ondersteunt geen afwerkopties. • Enveloppen worden in deze eenheid verwerkt. Finisherlade • De papiercapaciteit is 500 vel. • Enveloppen en papier van het formaat A5, A6 en Statement worden niet ondersteund in deze lade.
Afwerkfuncties Papierformaat Perforeren (2 gaten) Perforeren (3 of 4 gaten) Mailbox met 5 laden Nietfinisher voor 500 vel A4 A5 X X X Executive Folio X JIS B5 Legal Letter Statement X X Universal X X Enveloppen (alle formaten) X X X Oficio Kabels aansluiten LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Tijdens onweer moet u dit product niet installeren en geen elektrische verbindingen aanleggen, bijvoorbeeld voor de faxfunctie, of kabels en snoeren aansluiten, zoals een netsnoer of USB-kabel.
2 1 1 USB-poort Let op—Kans op beschadiging: Raak tijdens het afdrukken niet de USB-kabel, netwerkadapter of het aangegeven deel van de printer aan. Dit kan leiden tot gegevensverlies of een storing.
Netwerkconfiguratiepagina afdrukken Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk. 1 Blader in het startscherm naar: > Rapporten > Netwerkconfiguratiepagina 2 Controleer het eerste gedeelte van de pagina met netwerkinstellingen om te zien of bij Status wordt aangegeven dat de printer is aangesloten.
3 Download het stuurprogramma en installeer de printersoftware. Opmerking: Mogelijk is er bijgewerkte printersoftware beschikbaar op http://support.lexmark.com. Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken.
Draadloos afdrukken instellen Opmerking: Een SSID (Service Set Identifier) is een naam die is toegewezen aan een draadloos netwerk. WEP (Wireless Encryption Protocol) en WPA (Wi-Fi Protected Access) zijn beveiligingstypen die in een netwerk worden gebruikt. Benodigde gegevens voor het instellen van een printer op een draadloos netwerk Opmerking: sluit de installatie- of netwerkkabel niet aan totdat dit wordt aangegeven door de installatiesoftware.
1 Sluit het netsnoer aan op de printer en steek de stekker in een geaard stopcontact, schakel de stroom in. 2 1 Zorg dat de printer en computer helemaal zijn ingeschakeld en klaar voor gebruik. Sluit de USB-kabel niet aan voordat dit wordt aangegeven op het scherm. 2 Plaats de cd Software en documentatie. 3 Klik op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm. 4 Als u wordt gevraagd een verbindingstype te selecteren, selecteert u Draadloze verbinding.
6 Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer. Opmerking: Als de printer eenmaal is geconfigureerd, dan zal de software u de instructie geven de tijdelijke USBkabel te verwijderen; hierna kunt u draadloos afdrukken. 7 Volg de instructies op het beeldscherm. Opmerking: Raadpleeg de Handleiding netwerken voor meer informatie over andere computers toestaan op het netwerk de draadloze printer te gebruiken.
Voer de printerinformatie in 1 Open de opties voor AirPort: In Mac OS X versie 10.5 en later Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Netwerk > AirPort Mac OS X 10.4 en eerder Blader in de Finder naar: Programma's > Internetverbinding > AirPort 2 Selecteer vanuit het pop-upmenu Netwerknaam afdrukserver [yyyyyy], waarbij de y'en staan voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres dat u hebt gevonden op het blad met het MAC-adres. 3 Open een webbrowser. 4 Selecteer Toon of Toon alle bladwijzers.
Configureer uw computer voor draadloos gebruik van de printer Om af te drukken met een netwerkprinter, dient elke Macintosh-gebruiker een aangepast printerstuurprogramma te installeren en een afdrukwachtrij te maken in Printer instellen of Afdrukbeheer. 1 Installeer een printerstuurprogramma op de computer: a Plaats de cd Software en documentatie in de computer en dubbelklik op het installatiepakket voor de printer. b Volg de instructies op het beeldscherm. c Kies een bestemming en klik op Ga door.
6 Kies Lokale AppleTalk-zone in het tweede voorgrondmenu. 7 Selecteer de printer in de lijst en klik op Voeg toe. Printer installeren op een bedraad netwerk Deze instructies gelden voor Ethernet- en glasvezelnetwerkverbindingen. Opmerking: voer eerst de eerste installatie van de printer uit. Voor Windows-gebruikers 1 Plaats de cd Software en documentatie . Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, start u de cd handmatig: a Klik op of klik op Start en klik op Uitvoeren.
5 Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK. Alle benodigde toepassingen worden op de computer geïnstalleerd. 6 Klik op Sluiten wanneer de installatie is voltooid. b Voeg de printer toe: • Voor afdrukken via IP: Mac OS X 10.5 of hoger 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen 2 Klik op + en klik op de knop IP . 3 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe. Mac OS X 10.
Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuwe netwerk-ISP (Internal Solutions Port) Wanneer een nieuwe Lexmark ISP (Internal Solutions Port) in de printer wordt geïnstalleerd, moeten de printerconfiguraties worden bijgewerkt op computers die toegang hebben tot de printer omdat de printer een nieuw IP-adres krijgt toegewezen. Alle computers die toegang tot de printer hebben, moeten worden bijgewerkt met dit nieuwe IP-adres.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. Opmerking: u hebt dit IP-adres nodig bij de toegangsconfiguratie voor computers op een ander subnet dan de printer.
Serieel afdrukken instellen Bij serieel afdrukken worden gegevens met één bit tegelijk overgedragen. Hoewel serieel afdrukken over het algemeen trager is dan parallel afdrukken, verdient het de voorkeur wanneer er een grote afstand is tussen de printer en de computer of wanneer er een interface met betere overdrachtsnelheid beschikbaar is. Na installatie van de seriële poort of communicatiepoort (COM-poort), configureert u de computer en de printer zodat ze met elkaar kunnen communiceren.
b Zoek naar Poorten en klik op + om de lijst met beschikbare poorten uit te vouwen. c Klik met de rechtermuisknop op de COM-poort waarop u de seriële kabel hebt aangesloten (bijvoorbeeld: COM1). d Klik op Eigenschappen. e Stel in het tabblad Poortinstellingen de seriële parameters in op de parameters die u ook hebt ingesteld op de printer. Controleer de seriële instellingen van de pagina met menu-instellingen voor de printerinstellingen. f Klik op OK en sluit alle vensters.
Impact van uw printer op het milieu minimaliseren Lexmark streeft naar duurzaamheid en is doorlopend bezig printers zo te ontwikkelen dat de milieubelasting van de printers wordt verminderd. We ontwerpen met het milieu in gedachten en bedenken verpakkingen waarvoor zo min mogelijk grondstoffen nodig zijn en we bieden inzamel- en recyclingprogramma's aan. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.
Vermijd papierstoringen Stel de papiersoort en het formaat correct in om te voorkomen dat het papier vastloopt. Zie “Papierstoringen voorkomen” op pagina 169 voor meer informatie. Afdrukken in zwart-wit Stel de printer in op Alleen zwart om alle tekst en afbeeldingen alleen met de zwarte cartridge af te drukken. Zie “Afdrukken in zwart-wit” op pagina 79 voor meer informatie. Energie besparen Ecomodus gebruiken 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser.
Optie Functie Uit Standaardinstellingen gebruiken. Deze instelling ondersteunt de prestatiespecificaties voor uw printer. Opmerking: Als u Foto selecteert in het stuurprogramma, wordt de stille modus mogelijk uitgeschakeld. Aan Geluid van de printer beperken. • De verwerking van afdruktaken gaat langzamer. • Ventilatoren draaien op lagere snelheid of zijn uitgeschakeld.
Sluimerstand gebruiken In de sluimerstand verbruikt de printer bijna geen stroom. Als de sluimerstand van de printer actief is, worden de overige systemen en apparaten op veilige wijze uitgeschakeld. Embedded Web Server gebruiken 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
Recycling Lexmark verzorgt inzamelprogramma’s en vooruitstrevende, duurzame benaderingen van recycling. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.com/environment • Het Lexmark recyclingprogramma op www.lexmark.com/recycling Lexmark producten hergebruiken U retourneert als volgt Lexmark producten voor hergebruik: 1 Bezoek onze website op www.lexmark.com/recycle.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe papier moet worden geplaatst in de lade voor 550 vel, een optionele lade voor 2000 vel, een universeellader en een optionele lader voor 550 vel speciaal afdrukmateriaal. Hier vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden.
Papier plaatsen in de standaardlade of optionele lade voor 550 vel De printer heeft een standaardlade voor 550 vel (lade 1) en mogelijk een of meer optionele laden voor 550 vel. Alle laden voor 550 vel ondersteunen dezelfde papierformaten en -soorten. LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade of lader plaatst om instabiliteit van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden of laders gesloten tot u ze nodig hebt. 1 Trek de lade naar buiten.
2 Druk de breedtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst. 3 Druk de lengtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst. Opmerking: De lengtegeleider heeft een vergrendelingsonderdeel. Duw de knop op de lengtegeleider naar achteren om de geleider te ontgrendelen. Duw de knop naar voren om de geleider te vergrendelen nadat u een lengte hebt ingesteld.
Opmerkingen: • • • • • Plaats de papierstapel met de afdrukzijde omlaag als u dubbelzijdig wilt afdrukken. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar voren. Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog met het briefhoofd naar links. Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag met het briefhoofd naar rechts voor dubbelzijdig afdrukken. Zorg ervoor dat het papier niet hoger komt dan de maximumstapelhoogte op de rand van de papierlade.
De hoge-capaciteitslader voor 2000 vel vullen In de hoge-capaciteitslader past 2.000 vel papier van het formaat A4, Letter en Legal (80 g/m2). LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade of lader plaatst om instabiliteit van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden of laders gesloten tot u ze nodig hebt. 1 Trek de lade naar buiten. 2 Pas de breedtegeleider zo nodig aan. 2 1 3 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Vouw of kreuk het papier niet.
C B A 4 Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog in de papierlade. Opmerking: Zorg ervoor dat het papier niet hoger komt dan de maximumstapelhoogte op de rand van de papierlade. Bij een te volle lade kan het papier in de printer vastlopen. Opmerkingen: • Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar voren. • Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog met het briefhoofd naar links. • Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag met het briefhoofd naar rechts voor dubbelzijdig afdrukken.
De universeellader vullen De universeellader is geschikt voor afdrukmateriaal van diverse formaten en soorten, zoals transparanten, etiketten, karton en enveloppen. De universeellader kan worden gebruikt voor enkelzijdig of handmatig afdrukken of als extra lade.
3 Buig de vellen papier of speciaal afdrukmateriaal enkele malen om ze los te maken. Vouw of kreuk ze niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. Papier Enveloppen Transparanten Opmerking: raak de afdrukzijde niet aan en zorg dat er geen krassen op komen. 4 Duw op het papiertransportlipje en plaats het papier of speciale materiaal. Schuif het materiaal voorzichtig in de universeellader tot het niet meer verder kan en laat het papiertransportlipje los.
• Plaats enveloppen met de klep naar boven en naar rechts. Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen kan de printer ernstig beschadigen. Opmerkingen: • Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier of transparanten onder de indicator te duwen. • Plaats nooit papier van verschillende formaten en soorten tegelijk.
Laden koppelen en ontkoppelen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren. Als een van de gekoppelde invoerladen leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde invoerlade gebruikt. Als de instellingen Papierformaat en Papiersoort voor alle laden hetzelfde zijn, worden de laden automatisch gekoppeld.
Een aangepaste naam maken voor een papiersoort Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de Embedded Web Server gebruiken om een andere naam dan Aangepast [x] op te geven voor de aangepaste papiersoorten die in de printer zijn geplaatst. 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Papiereigenschappen De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt. Gewicht De printer kan automatisch papier met een gewicht van 60 tot 220 g/m2 met de vezel in lengterichting invoeren.
Glasvezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Dit gehalte aan houtcellulose voorziet het papier van een grote mate van stabiliteit, waardoor er minder invoerproblemen optreden en de afdrukkwaliteit verbetert. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
Voorbedrukt papier, zoals briefhoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 190°C zonder te smelten of gevaarlijke stoffen af te geven. Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken Lexmark is een milieubewust bedrijf en stimuleert het gebruik van zakelijk kringlooppapier dat speciaal is geproduceerd voor gebruik in (elektrofotografische) laserprinters.
Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten In de volgende tabellen vindt u informatie over standaard- en optionele invoerbronnen en de papiersoorten die de laden ondersteunen. Opmerking: als een papierformaat niet in de lijst staat, configureert u een universeel papierformaat. Raadpleeg de Handleiding voor wenskaarten en etiketten voor meer informatie. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark op http://support.lexmark.com.
Papierformaat Afmetingen Standaardlade Optionele Optionele voor 550 vel (lade lade voor 550 lade voor 1) vel 2.000 vel Universal 148 x 210 mm tot Opmerking: Schak 215,9 x 355,6 mm (5,83 x 8,27 inch tot el automatisch vaststellen van het 8,5 x 14 inch) papierformaat uit 76,2 x 127 mm om universele (3 x 5 inch) tot formaten te onder- 215,9 x 355,6 steunen die mm (8,5 x 14 inch) dichtbij de 76,2 x 127 mm standaardfor(3 x 5 inch) tot maten van materialen liggen.
Ondersteunde papiergewichten en -soorten De printer biedt ondersteuning voor papier van 60–176 g/m2 voor enkelzijdig afdrukken. Dubbelzijdig afdrukken wordt ondersteund op papier van 64–176 g/m2. Opmerking: Etiketten, transparanten, enveloppen en karton worden altijd met een lagere snelheid afgedrukt.
Afdrukken Dit hoofdstuk bevat informatie over afdrukken, printerrapporten en het annuleren van taken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Zie “Papierstoringen voorkomen” op pagina 169 en “Papier bewaren” op pagina 75 voor meer informatie. Documenten afdrukken Documenten afdrukken 1 Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de papiersoort en het papierformaat in, op basis van het geplaatste papier.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Menu Kwaliteit > Tonerintensiteit. 3 Pas de instelling voor tonerintensiteit aan. 4 Klik op Verzenden.
2 Raak op het bedieningspaneel van de printer het document aan dat u wilt afdrukken. 3 Raak de pijlen aan om het aantal kopieën dat u wilt maken te verhogen en raak Afdrukken aan. Opmerkingen: • Verwijder het flash-station pas uit de USB-poort wanneer het document is afgedrukt. • Als u het flash-station in de printer laat nadat u het beginscherm van het menu USB hebt verlaten, kunt u nog steeds bestanden als wachttaken vanaf het flash-station afdrukken.
Speciale documenten afdrukken Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier • • • • Gebruik briefhoofdpapier dat speciaal is ontworpen voor laserprinters. Maak eerst enkele proefafdrukken op het briefhoofdpapier voordat u grote hoeveelheden ervan aanschaft. Waaier de vellen uit voordat u het briefhoofdpapier plaatst zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. Controleer of de afdrukstand van het papier correct is.
Tips voor het afdrukken op enveloppen Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft. • Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier of de enveloppen bestand zijn tegen temperaturen tot 220°C zonder dat ze sluiten, kreukelen, buitensporig krullen of schadelijke stoffen afgeven.
• Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt. • Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de snijranden van de etiketten. • Controleer of de kleefzijde van de etiketten niet buiten de randen van het vel uitsteekt. Gebruik bij voorkeur vellen waarop de lijm gericht is aangebracht op minstens 1 mm vanaf de randen. De lijm kan in de printer terecht komen waardoor de printergarantie kan vervallen.
Type afdruktaak Beschrijving Gereserveerd Met Gereserveerd kunt u afdruktaken opslaan zodat u ze op een later tijdstip kunt afdrukken. De afdruktaken worden bewaard tot u ze verwijdert via het menu Taken in wacht. Herhalen Met Herhalen worden afdruktaken afgedrukt en opgeslagen in het printergeheugen zodat ze opnieuw kunnen worden afgedrukt.
Pagina's met informatie afdrukken Lijst met voorbeelden van lettertypen afdrukken 1 Blader in het startscherm naar: > Rapporten > Lettertypen afdrukken 2 Raak PCL-lettertypen of PostScript-lettertypen aan. Directorylijst afdrukken Een directorylijst is een overzicht van alle bronnen die zijn opgeslagen in het flashgeheugen of op de vaste schijf van de printer.
Voor Macintosh-gebruikers Mac OS X 10.5 of hoger: 1 Kies in het Apple-menu Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen > Open afdrukwachtrij. 2 Selecteer in het printervenster de afdruktaak die u wilt annuleren. 3 Klik op het pictogram Verwijder in de balk met pictogrammen boven aan het venster. Mac OS X 10.4 en lager: 1 Blader in de Finder naar: Ga > Programma's 2 Dubbelklik op Hulpprogramma's > Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 3 Dubbelklik op het pictogram van de printer.
Printermenu's Lijst met menu's Supplies Menu Papier Rapporten Instellingen Cyaan cartridge Standaardbron Pagina met menu-instellingen Algemene instellingen Magenta cartridge Papierformaat/-soort Apparaatstatistieken Menu Flashstation Gele cartridge Zwarte cartridge Configuratie U-lader Ander formaat Afdrukinstellingen Netwerkconfiguratiepagina Pagina met netwerkinstellingen [x] Menu Instellen Toneroverloopfles Papierstructuur Profielenlijst Menu Afwerking Verhittingsstation Papiergewicht
Menu Supplies Menuoptie Beschrijving Cyaan cartridge Hiermee kunt u de status van de cyaan cartridge weergeven Eerste waarschuwing Ongeldig Zeer weinig inkt Ontbreekt Beschadigd OK Niet-ondersteund Magenta cartridge Hiermee kunt u de status van de magenta cartridge weergeven Eerste waarschuwing Ongeldig Zeer weinig inkt Ontbreekt Beschadigd OK Niet-ondersteund Gele cartridge Hiermee kunt u de status van de gele cartridge weergeven Eerste waarschuwing Ongeldig Zeer weinig inkt Ontbreekt Beschadigd OK Niet-
Menuoptie Beschrijving Verhittingsstation Hiermee wordt de status van het verhittingsstation weergegeven. Eerste waarschuwing Laag Vervangen Ontbreekt OK Overdrachtsmodule Hiermee wordt de status van de transfermodule weergegeven Eerste waarschuwing Laag Vervangen Ontbreekt OK Nietjeshouder Hiermee kunt u de status van de nietcassette weergeven Eerste waarschuwing Laag Vervangen Ontbreekt OK Perforatiebak Bijna vol Vervangen Ontbreekt OK Hiermee kunt u de status van de perforatiebak weergeven.
Menu Papierformaat/-soort Menuoptie Beschrijving Formaat lade [x] Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Statement Universal A4 A5 JIS B5 Hiermee wordt het papierformaat in elke lade opgegeven. Soort lade [x] Normaal papier Karton Transparant Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Vinyletiketten Bankpost Letterhead Voorgedrukt Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw papier/katoenpapier Aangepast [x] Hiermee wordt de papiersoort in elke lade opgegeven.
Menuoptie Beschrijving Formaat U-lader Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Statement Universal 7 3/4 -envelop 9 -envelop 10 -envelop DL -envelop C5 -envelop B5 -envelop Andere envelop A4 A5 A6 JIS B5 Hiermee wordt het papierformaat in de universeellader opgegeven.
Menuoptie Beschrijving Papierformaat handm. invoer Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Statement Universal A4 A5 A6 JIS B5 Hiermee wordt het papierformaat opgegeven dat u handmatig plaatst. Papiersoort handm. invoer Normaal papier Karton Transparant Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Vinyletiketten Bankpost Letterhead Voorgedrukt Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw papier/katoenpapier Aangepast [x] Hiermee wordt de papiersoort opgegeven die u handmatig plaatst.
Menu Configuratie U-lader Menuoptie Beschrijving Configuratie U-lader Hiermee bepaalt u wanneer de printer papier selecteert dat in de universeellader is geplaatst. Cassette Opmerkingen: Handmatig • Cassette is de standaardinstelling. Met de instelling Cassette configureert u de universeellader Eerste als automatische papierbron. • Als Handmatig is geselecteerd, kan de universeellader alleen worden gebruikt voor afdruktaken met handmatige invoer.
Menuoptie Beschrijving Structuur glossy Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste glossy papier opgeven Zware structuur glossy Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste glossy papier opgeven Struct etiketten Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u de relatieve structuur van de geplaatste etiketten opgeven Structuur vinyletiketten Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u de relatieve structuur van de geplaatste vinyletiketten opgeven Struct
Menuoptie Beschrijving Structuur zwaar Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste papier opgeven Structuur ruw/katoen Zwaar Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste katoenpapier opgeven Structuur Aangepast [x] Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste aangepaste papier opgeven Opmerking: Normaal is de standaardinstelling. Opmerking: Ruw is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Normaal is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Gewicht vinyletiket Normaal Zwaar Lampje Hiermee kunt u het relatieve gewicht van de geplaatste vinyletiketten opgeven Gewicht bankpost Normaal Zwaar Lampje Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste bankpostpapier opgeven Gewicht envelop Normaal Zwaar Lampje Hiermee kunt u het relatieve gewicht van de geplaatste enveloppen opgeven Gewicht ruwe envelop Zwaar Lampje Normaal Hiermee kunt u het relatieve gewicht van de geplaatste enveloppen opgeven Gewicht briefhoo
Menu Papier plaatsen Menuoptie Beschrijving Karton plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Karton als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Kringl.pap. plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Kringlooppapier als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Glossy plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Glossy als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Menuoptie Beschrijving Zwaar papier plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Zwaar als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Ruw/katoen plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Ruw of Katoen als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Aangepast [x] plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Aangepast [x] als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Menu Aangepaste namen Menuoptie Definitie Aangepaste naam [x] Geef een aangepaste naam op voor een papiersoort. Deze naam vervangt de naam Aangepast [x] in de printermenu's. [geen] Aangepaste ladenamen, menu Menu-item Beschrijving Standaarduitvoerlade Hier kunt u een aangepast naam opgeven voor de standaardlade. Lade [x] Hier kunt u een aangepaste naam opgeven voor lade [x] Menu Universal-instelling Met deze menu-items geeft u de hoogte en breedte op voor het universele papierformaat.
Menu Lade-instelling Menuoptie Beschrijving Uitvoerlade Standaardlade Uitvoerlade [x] Hiermee geeft u de standaarduitvoerlade op. Laden configureren Mailbox Koppelen Uitvoer is vol Koppeling optioneel Toewijzing soort Hiermee geeft u configuratieopties voor uitvoerladen op. Opmerking: Standaardlade is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Mailbox is de standaardinstelling. Met deze instelling wordt elke lade als afzonderlijke mailbox gebruikt.
Menu Rapporten Menu Rapporten Menuoptie Beschrijving Pagina met menu-instellingen Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over het papier in de laden, het geïnstalleerde geheugen, het totaalaantal pagina's, alarmen, time-outs, de taal op het bedieningspaneel van de printer, het TCP/IP-adres, de status van supplies, de status van de netwerkverbinding, en overige informatie.
Menu Netwerk/poorten Menu Actieve NIC Menuoptie Beschrijving Actieve NIC Opmerkingen: Automatisch • Automatisch is de standaardinstelling. [lijst met beschikbare netwerkkaarten] • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als een optionele netwerkkaart is geïnstalleerd. Menu's Standaardnetwerk of Netwerk [x] Opmerking: in dit menu verschijnen alleen actieve poorten. Alle inactieve poorten worden weggelaten.
Menuoptie Beschrijving Netwerkbuffer Hiermee stelt u de grootte van de netwerkinvoerbuffer in. Automatisch Opmerkingen: 3 KB tot [maximum toegestane grootte] • Automatisch is de standaardinstelling. • De waarde kan in stappen van 1 kB worden gewijzigd. • De toegestane maximumgrootte is afhankelijk van de hoeveelheid geheugen in de printer, de grootte van de andere koppelingsbuffers en de instelling van menu-item Bronnen opslaan (Aan of Uit).
Menuoptie Beschrijving Standaardnetwerkinstelling Rapporten Netwerkkaart TCP/IP IPv6 Draadloos AppleTalk Hiermee kunt u de netwerkinstellingen van de printer weergeven en instellen. Opmerking: Het menu Draadloos verschijnt alleen als de printer op een draadloos netwerk is aangesloten.
Menuoptie Beschrijving Voorblad Hiermee kunt u een voorblad afdrukken op de printer Uit Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Aan Menu TCP/IP Dit menu is beschikbaar vanuit het menu Netwerk/poorten: Netwerk/poorten > Standaardnetwerk of Netwerk [x] > Standaardnetwerkinstelling of Netwerk [x] instellen > TCP/IP Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar op netwerkmodellen of printers die zijn aangesloten op afdrukservers.
Menuoptie Beschrijving HTTP-server inschakelen Hiermee wordt de ingebouwde webserver (Embedded Web Server) ingeschakeld. Als deze optie is ingeschakeld, kan de printer op afstand worden bewaakt en beheerd met behulp van een Ja webbrowser. Nee Opmerking: Ja is de standaardinstelling. WINS-serveradres Hiermee kunt u het huidige WINS-serveradres bekijken of wijzigen. DDNS inschakelen Ja Nee Hiermee kunt u de huidige DDNS-instelling bekijken of wijzigen.
Menu Draadloos Gebruik de volgende menu-items om de instellingen van de draadloze interne afdrukserver weer te geven of te configureren. Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar op modellen die zijn verbonden met een draadloos netwerk.
Netwerk/poorten > Standaardnetwerk of Netwerk [x] > Standaardnetwerkinstelling of Netwerk [x] instellen > AppleTalk Menuoptie Beschrijving Inschakelen Ja Nee Hiermee wordt AppleTalk-ondersteuning geactiveerd Naam weergeven Hiermee wordt de toegewezen AppleTalk-naam weergegeven. Opmerking: Ja is de standaardinstelling. Opmerking: de naam kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server. Adres weergeven Hiermee wordt het toegewezen AppleTalk-adres weergegeven.
Menuoptie Beschrijving NPA-modus Automatisch Aan Uit Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPAprotocol. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. Met Automatisch controleert de printer gegevens, stelt de indeling vast en verwerkt gegevens vervolgens op de juiste manier.
Menuoptie Beschrijving Mac binair PS Automatisch Aan Uit Hiermee stelt u de printer in voor de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt. • Als Uit is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die het standaardprotocol gebruiken. ENA-adres yyy.yyy.yyy.yyy Hiermee worden de netwerkadresgegevens voor een externe afdrukserver ingesteld.
Menuoptie Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PSemulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PS-emulatie als de PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat deze worden afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden afdruktaken op de vaste schijf van de printer opgeslagen. • Afdruktaken worden alleen automatisch opgeslagen in de buffer als de printer bezig is met de verwerking van gegevens vanaf een andere invoerpoort.
Menuoptie Beschrijving ENA-adres yyy.yyy.yyy.yyy Hiermee worden de netwerkadresgegevens voor een externe afdrukserver ingesteld. Opmerking: Dit menu-item is alleen beschikbaar als de printer via de USBpoort is aangesloten op een externe afdrukserver. ENA-netmasker yyy.yyy.yyy.yyy Hiermee worden de netmaskergegevens voor een externe afdrukserver ingesteld. Opmerking: Dit menu-item is alleen beschikbaar als de printer via de USBpoort is aangesloten op een externe afdrukserver. ENA-gateway yyy.yyy.yyy.
Menuoptie Beschrijving NPA-modus Automatisch Aan Uit Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPAprotocol. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. Met Automatisch controleert de printer gegevens, stelt de indeling vast en verwerkt de gegevens vervolgens op de juiste manier. • Als deze instelling is ingesteld op Aan, voert de printer NPA-verwerking uit.
Menuoptie Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat deze worden afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. De printer buffert de afdruktaken niet op de vaste schijf van de printer. • Als Aan is ingesteld, worden afdruktaken op de vaste schijf van de printer opgeslagen.
Menuoptie Beschrijving Pariteit Geen Negeren Even Oneven Hiermee selecteert u de pariteit voor seriële in- en uitvoerframes. DSR honoreren Uit Aan Hiermee bepaalt u of de printer al dan niet het DSR-signaal gebruikt. Opmerking: Geen is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • DSR is een handshaking-signaal dat wordt gebruikt door de meeste seriële kabels.
Menuoptie Beschrijving Verificatie SMTP-server Geen verificatie vereist Aanmelden/Normaal CRAM-MD5 Digest-MD5 NTLM Kerberos 5 Hiermee kunt u opgeven welk type verificatie voor de gebruiker is vereist om te kunnen scannen naar e-mail. Door het apparaat geïnitieerde e-mail Geen SMTP-referenties voor apparaat gebruiken Hiermee wordt opgegeven welke referenties worden gebruikt bij het communiceren met de SMTP-server. Sommige SMTP-servers vereisen referenties om e-mail te kunnen verzenden.
Menu Beveiliging Menu Diverse beveiligingsinstellingen Menuoptie Beschrijving Aanmeldingsbeperking Mislukte aanmeldingen 1–10 Tijdsbestek voor mislukte pogingen 1–60 Vergrendelingstijd 1–60 Time-out voor aanmelding via bedieningspaneel 1–900 Time-out voor externe aanmelding 1–120 Beperkt het aantal en tijdsbestek voor mislukte aanmeldingspogingen vanaf het bedieningspaneel van de printer voordat alle gebruikers worden geblokkeerd Opmerkingen: • Mislukte aanmeldingen geeft het aantal mislukte aanmeldinge
Menuoptie Beschrijving Vervaltijd beveiligde taak Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Hiermee beperkt u de duur dat een beveiligde afdruktaak in de printer blijft staan voordat de taak wordt verwijderd Opmerkingen: • Als de instelling voor Vervaltijd taak wordt gewijzigd terwijl er beveiligde afdruktaken op de RAM-schijf of de harde schijf van de printer staan, wordt de vervaltijd van deze afdruktaken niet aan de nieuwe standaardwaarde aangepast.
Menuoptie Beschrijving Wismodus Automatisch Handmatig Uit Met Schijf wissen wist u alleen gegevens van afdruktaken die momenteel niet door het bestandssysteem van de vaste schijf van de printer worden gebruikt. Alle permanente gegevens van de vaste schijf van de printer, zoals gedownloade lettertypen, macro's en taken in de wachtrij blijven behouden. Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling.
Menu Logbestand beveiligingscontrole Menuoptie Beschrijving Log exporteren Hiermee kan een bevoegde gebruiker het beveiligingslog exporteren Opmerkingen: • Als u het beveiligingslog wilt exporteren vanaf het bedieningspaneel van de printer, moet een flashstation op de printer zijn aangesloten. • Vanaf de Embedded Web Server kunt u het beveiligingslog downloaden naar een computer.
Menuoptie Beschrijving NTP inschakelen Aan Uit Schakelt het netwerktijdprotocol in, dat de klokken van apparaten in een netwerk synchroniseert. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • De instelling wordt uitgeschakeld als u de datum en tijd handmatig instelt.
Menuoptie Beschrijving Ecomodus Uit Stroom Energie/papier Papier Hiermee gebruikt u zo min mogelijk energie, papier of speciaal afdrukmateriaal. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. Met Uit worden de oorspronkelijke fabrieksinstellingen opnieuw ingesteld op de printer. • De instelling Energie beperkt het stroomgebruik van de printer tot een minimum. De prestaties kunnen hierdoor worden beïnvloed, maar de afdrukkwaliteit niet.
Menuoptie Beschrijving Toetsenbord Type toetsenbord Engels Frans Frans (Canada) Duits Italiaans Spaans Grieks Deens Noors Nederlands Zweeds Suomi Portugees Russisch Pools Zwitsers-Duits Frans (Zwitserland) Korean Magyar Turks Tsjechisch Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Japans Aangepast toetsenbord 1 Hiermee geeft u een taal op voor het toetsenbord op het bedieningspaneel van de printer.
Menuoptie Beschrijving Weergegeven informatie Linkerkant Rechterkant Aangepaste tekst [x] [x] toner Verhittingsstation Overdrachtsmodule Hiermee kunt u opgeven wat in de rechter- en linkerhoek boven in het startscherm wordt weergegeven.
Menuoptie Beschrijving Weergegeven informatie Toneroverloopfles Vastgelopen papier Plaats papier Fouten die onderhoud vereisen Hiermee kunt u de weergegeven informatie aanpassen voor Toneroverloopfles, Papier vast, Plaats papier en Servicefouten Maak een keuze uit de volgende opties: Weergeven Nee Ja Weergegeven bericht Standaard Alternatief Standaard [tekstinvoer] Alternatief [tekstinvoer] Opmerkingen: • Nee is de standaardinstelling voor Weergeven.
Menuoptie Beschrijving Uitvoerverlichting Modus Normaal/stand-by Uit Dimmen Helder Stelt de hoeveelheid licht in voor een optionele uitvoerlade Slaapstand Uit Dimmen Helder Opmerkingen: • Gedimd is de standaardinstelling voor Modus Normaal/stand-by wanneer de Ecomodus is ingesteld op Energie of Energie/papier. • Helder is de standaardinstelling voor Modus Normaal/stand-by wanneer de Ecomodus is ingesteld op Uit of Papier.
Menuoptie Beschrijving Alarmen Alarminstelling Cartridge-alarm Nietjesalarm Perforatoralarm Hiermee wordt een alarmsignaal ingesteld dat wordt afgespeeld wanneer de gebruiker moet ingrijpen De beschikbare opties voor elk alarmtype zijn: Uit Eén Continu Opmerkingen: • Eén is de standaardinstelling voor Alarminstelling en Cartridge-alarm. Als Eén keer is ingesteld, laat de printer drie korte alarmtonen horen. • Uit is de standaardinstelling voor Nietjesalarm en Perforatoralarm.
Menuoptie Beschrijving Time-outs Wachttime-out Uitgeschakeld 15–65535 Hiermee wordt ingesteld hoeveel seconden de printer wacht op verdere gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: • 40 seconden is de standaardinstelling. • Wachttime-out is alleen beschikbaar wanneer de printer PostScript-emulatie gebruikt. Deze instelling is niet van invloed op afdruktaken waarvoor PCLemulatie wordt gebruikt.
Menuoptie Beschrijving Druk op slaapknop Slapen Sluimerstand Niets doen Hiermee bepaalt u hoe de printer in de inactieve stand reageert als er kort op de slaapknop wordt gedrukt Opmerkingen: • Slapen is de standaardinstelling. • Met Slapen of Sluimerstand wordt de printer ingesteld op een configuratie met lager stroomverbruik. • Als de printer zich in de slaapstand bevindt, is het aanraakscherm uitgeschakeld en wordt de slaapknop geel.
Menuoptie Beschrijving Papierbron Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken Lade [x] Opmerking: Lade 1 (standaardlade) is de standaardinstelling. Universeellader Handmatige papierinvoer Handmatige envelopinvoer Kleur Kleur Alleen zwart Hiermee worden afdrukken in kleur gemaakt Sorteren Aan (1,2,1,2,1,2) Uit (1,1,1,2,2,2) Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt.
Menuoptie Beschrijving Papierbesparing Uit 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel Hiermee geeft u aan dat meerdere paginabeelden afgedrukt moeten worden op één zijde van een vel papier. Rand papierbesparing Geen Effen Hiermee drukt u een rand af rond elk paginabeeld wanneer Rand papierbesparing wordt gebruikt Indeling papierbesparing Horizontaal Omgekeerd horizon.
Menu Instellen Menuoptie Beschrijving Printertaal PS-emulatie PCL-emulatie Hiermee wordt de standaardprintertaal ingesteld. Opmerkingen: • PS-emulatie is de standaardinstelling. PostScript-emulatie gebruikt een PS-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. • PCL-emulatie gebruikt een PCL-interpreter voor het verwerken van afdruktaken.
Menuoptie Beschrijving Downloadbestemming RAM Flash Schijf Hiermee stelt u de opslaglocatie voor downloads in. Opmerkingen: • RAM is de standaardinstelling. In het RAM-geheugen worden de bronnen tijdelijk opgeslagen. • Als downloads worden opgeslagen in het flashgeheugen of op de vaste schijf van een printer, worden deze permanent opgeslagen. De downloads blijven aanwezig in het flashgeheugen of op de vaste schijf, ook als de printer wordt uitgezet.
Menuoptie Beschrijving Actie logbestand bij einde van frequentie Geen Huidig logbestand e-mailen Huidig logbestand e-mailen en verwijderen Huidig logbestand plaatsen Huidig logbestand plaatsen en verwijderen Hiermee bepaalt u hoe de printer reageert aan het einde van de opgegeven frequentie Schijf bijna vol 1–99 Uit Hiermee kunt u opgeven hoe groot het logbestand maximaal kan zijn voordat de handeling bij Actie schijf bijna vol wordt uitgevoerd Opmerking: Geen is de standaardinstelling.
Menu Afwerking Menuoptie Beschrijving Zijden (Duplex) Enkelzijdig Dubbelzijdig Hiermee bepaalt u of dubbelzijdig afdrukken is ingesteld als de standaardinstelling voor alle afdruktaken. Opmerkingen: • Enkelzijdig is de standaardinstelling. • U kunt dubbelzijdig afdrukken instellen in het programma. Voor Windows-gebruikers: klik op Bestand > Afdrukken en klik vervolgens op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Menuoptie Beschrijving Scheidingsbron Lade [x] Handinvoer Hiermee geeft u de papierbron voor de scheidingsvellen op. Opmerkingen: • Lade 1 (standaardlade) is de standaardinstelling. • Stel in het menu Papier de waarde Configuratie U-lader in op Cassette om Handmatige invoer als menu-instelling weer te geven. Papierbesparing Uit 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel Hiermee geeft u aan dat meerdere paginabeelden afgedrukt moeten worden op één zijde van een vel papier.
Menuoptie Beschrijving Pagina's verschuiven Geen Tussen kopieën Tussen taken Pagina's worden op een bepaalde plek verschoven Opmerkingen: • Geen is de standaardinstelling. • Met Tussen exemplaren wordt elk exemplaar van een afdruktaak verschoven als Sorteren staat ingesteld op Aan. Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt elke set afgedrukte pagina's verschoven, zoals alle pagina's 1, alle pagina's 2.
Menuoptie Beschrijving Dunne lijnen verbeteren Uit Aan Hiermee schakelt u een afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • U kunt deze optie instellen in het programma. Voor Windows-gebruikers: klik op Bestand > Afdrukken en vervolgens op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Menuoptie Beschrijving Kleurvoorbeelden sRGB-display sRGB-levendig Display - zuiver zwart Levendig Uit - RGB VS CMYK Euro CMYK Levendig CMYK Uit - CMYK Hiermee worden voorbeeldpagina's afgedrukt voor elk van de RGB- en CMYK-kleurconversietabellen die in de printer worden gebruikt. Opmerkingen: • Als u een instelling selecteert, wordt het voorbeeld afgedrukt.
Menuoptie Beschrijving Aangepaste kleur CMYK-afbeelding VS CMYK Euro CMYK Levendig CMYK Uit CMYK-tekst VS CMYK Euro CMYK Levendig CMYK Uit CMYK-illustraties VS CMYK Euro CMYK Levendig CMYK Uit Hiermee kunnen CMYK-kleurconversies worden aangepast. Steunkleur vervangen Hiermee kunt u bepaalde CMYK-waarden toewijzen aan steunkleuren met namen Kleur aanpassen Hiermee start u de herkalibratie van de kleurconversietabellen zodat de printer kleurvariaties kan aanpassen.
Menuoptie Beschrijving Flash formatteren Ja Nee Hiermee formatteert u het flashgeheugen. Let op—Kans op beschadiging: Zet de printer niet uit als het flashgeheugen wordt geformatteerd. Opmerkingen: • Als u Ja selecteert, worden alle gegevens in het flashgeheugen verwijderd. • Als u Nee selecteert, wordt het verzoek om de vaste schijf te formatteren geannuleerd. • Met het flashgeheugen wordt het geheugen bedoeld dat wordt toegevoegd door een flashgeheugenoptiekaart in de printer te installeren.
Menu PDF Menuoptie Beschrijving Passend Nee Ja Hiermee past u de inhoud van een pagina aan het formaat van het geselecteerde papier aan. Opmerking: Nee is de standaardinstelling. Aantekeningen Hiermee drukt u aantekeningen in een PDF-bestand af. Niet afdrukken Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. Afdrukken Menu PostScript Menuoptie Beschrijving PS-fout afdrukken Uit Aan Hiermee wordt een pagina afgedrukt die de PostScript-fout bevat. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Menu PCL emul Menuoptie Beschrijving Lettertypebron Intern Schijf Downloaden Flash Alles Hiermee stelt u de lettertypeset in die wordt gebruikt in het menu-item Lettertypenaam. Opmerkingen: • Intern is de standaardinstelling. Het geeft de standaardset met lettertypen weer die in het RAM is geladen. • Met de instellingen Flash en Schijf worden alle interne lettertypen weergegeven die in deze optie aanwezig zijn.
Menuoptie Beschrijving Instell. PCL-emulatie Pitch 0.08–100 Hiermee stelt u de lettertypepitch in voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd). Opmerkingen: • 10 is de standaardinstelling. • Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (cpi). • Pitch kan worden aangepast in stappen van 0,01 cpi. • Voor niet-schaalbare, monogespatieerde lettertypen wordt de pitch wel weergegeven, maar kunt u deze niet wijzigen. Instell.
Menuoptie Beschrijving Lade-nr. wijzigen Waarde U-lader Uit Geen 0–199 Waarde lade [x] Uit Geen 0–199 Waarde handm. invoer Uit Geen 0–199 Waarde envelop (handm.) Uit Geen 0–199 Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Lade-nr. wijzigen Fabrieksinst. weerg. U-lader standaard inst. = 8 T1 Std.inst. = 1 T2 Std.inst. = 4 T3 Std.inst. = 5 Std. inst. T4 = 20 T5 Std.inst. = 21 Std.inst. env. = 6 Std.inst.
Menu HTML Menu-item Lettertypenaam Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text Intl CG Times Intl Courier Intl Univers Beschrijving Joanna MT Hiermee stelt u het standaardlettertype voor HTML-documenten in Letter Gothic Opmerking: Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTML-documenten Lubalin Graph waarin geen lettertype wordt opgegeven.
Menuoptie Beschrijving Margegrootte 8–255 mm Hiermee stelt u de paginamarge voor HTML-documenten in Opmerkingen: • 19 mm is de standaardinstelling. • De margegrootte kan in stappen van 1 mm worden aangepast. Achtergronden Hiermee geeft u aan of u achtergronden in HTML-documenten wilt afdrukken Afdrukken Opmerking: Afdrukken is de standaardinstelling. Niet afdrukken Menu Afbeelding Menuoptie Beschrijving Autom. aanpassen.
Er zijn Engelse, Franse, Duitse en Spaanse vertalingen opgeslagen op de printer. Andere vertalingen zijn beschikbaar op de website van Lexmark op www.lexmark.com.
De vaste schijf van de printer en ander geïnstalleerd geheugen beveiligen Kennisgeving van vluchtigheid De printer bevat verschillende soorten geheugens waarin apparaat- en netwerkinstellingen, informatie uit ingesloten oplossingen en gebruikersgegevens kunnen worden opgeslagen. Deze geheugensoorten, en de gegevens die erin worden opgeslagen, worden hieronder beschreven.
Vluchtig geheugen wissen Er is een voedingsbron nodig om informatie te bewaren in het vluchtige geheugen (RAM-geheugen) van de printer. Schakel het apparaat uit om de gebufferde gegevens te wissen. Niet-vluchtig geheugen wissen Er zijn verschillende methoden beschikbaar waarmee u gegevens in niet-vluchtig geheugen kunt wissen. Deze methoden hangen af het type geheugen dat is geïnstalleerd en de soort gegevens die zijn opgeslagen in het betreffende geheugen.
Geheugen op de vaste schijf wissen Opmerking: niet alle printers beschikken over een vaste schijf. Als u Schijf wissen instelt in de printermenu's, kunt u resterende vertrouwelijke informatie die achterblijft na het scannen, afdrukken, kopiëren en faxen verwijderen door veilig bestanden te overschrijven die zijn gemarkeerd voor verwijderen. Embedded Web Server gebruiken 1 Klik in de Embedded Web Server op Instellingen > Beveiliging > Schijf wissen.
3 Laat de knoppen los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven. De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven. 4 Raak Schijf wissen en een van de volgende opties aan: • Schijf wissen (snel): hiermee kunt u de schijf in een keer overschrijven met alleen maar nullen. • Schijf wissen (veilig): hiermee kunt u de vaste schijf meerdere keren overschrijven met willekeurige bitpatronen gevolgd door een verificatiebewerking.
4 Raak Ja aan om door te gaan met het wissen van de schijf. Er wordt een statusbalk weergegeven met de voortgang van de wisbewerking op de vaste schijf. Nadat de schijf is gecodeerd, schakelt de printer over naar het scherm Inschakelen/uitschakelen. Opmerkingen: • Zet de printer niet uit tijdens het coderingsproces. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan. • Schijfcodering kan van enkele minuten tot meer dan een uur duren.
Printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken.
3 Zoek de vier lenzen van de printerkop. 4 Reinig de lenzen met een busje perslucht. Let op—Kans op beschadiging: Raak de lenzen van de printerkop niet aan. 5 Plaats de inktcartridges terug in de printer. 6 Sluit de voorklep. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt.
• • • • hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof. De status van supplies controleren Er verschijnt een bericht op het display als er een vervangende supply nodig is of als er onderhoud moet worden gepleegd. De status van supplies controleren op het bedieningspaneel van de printer Raak in het startscherm Status/Supplies > Supplies weergeven aan.
Aanbevolen cartridges en bijbehorende artikelnummers Onderdeel Cartridge in Lexmark Retourneerprogramma Normale cartridge Cyaan tonercartridge C792A1CG C792A2CG Cyaan tonercartridge met extra hoog rendement C792X1CG C792X2CG Magenta tonercartridge C792A1MG C792A2MG Magenta tonercartridge met extra hoog rendement C792X1MG C792X2MG Gele tonercartridge Gele tonercartridge met extra hoog rendement C792A1YG C792X1YG C792A2YG C792X2YG Zwarte tonercartridge C792A1KG C792A2KG Zwarte tonercartridg
Raadpleeg de illustraties aan de binnenzijde van de klep voor het nietapparaat voor meer informatie. Artikelnaam Artikelnummer Nietcassettes - verpakking met 3 stuks 25A0013 (Een pakket bevat 5.000 nietjes, dus een verpakking met 3 stuks bevat 15.000 nietjes.) Een reinigingskit bestellen Gebruik de natte en droge schoonmaakdoekjes uit de reinigingskit om het aanraakscherm te reinigen.
3 Plaats de oude cartridge in de doos van de nieuwe cartridge en plaats het retouretiket op de doos zodat deze kan worden verzonden. 4 Verwijder de verpakking van de nieuwe cartridge. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.
5 Schud de nieuwe cartridge naar voren en naar achteren en heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen. 6 Verwijder de rode verpakkingsstrip van de nieuwe cartridge. 7 Plaats de nieuwe cartridge in de printer en zet de groene hendel terug in de juiste positie. Opmerking: zorg ervoor dat de cartridge volledig naar binnen is geduwd.
8 Sluit de voorklep. Toneroverloopfles vervangen Vervang de toneroverloopfles als 82.xx Vervang toneroverloopfles wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de toneroverloopfles is vervangen. 1 Haal de nieuwe toneroverloopfles uit de verzenddoos en verwijder de verpakking. 2 1 2 Open de voorklep van de printer en vervolgens lade 1. 3 Trek de groene lipjes opzij, pak de lipjes vast en trek met beide handen om de overloopfles te verwijderen.
5 Plaats de zak in de verzenddoos waaruit u het vervangende onderdeel hebt gehaald. 1 2 6 Trek het etiket voor recycling los en plak het op de verzenddoos. 1 2 7 Plaats de nieuwe toneroverloopfles in de printer. 2 1 2 8 Sluit lade 1 en de voorklep van de printer. De printer verplaatsen Voordat u de printer verplaatst LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild.
• Schakel de printer uit met de aan/uit-knop en haal de stekker uit het stopcontact. • Maak alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst. • Til de printer van de optionele lade en zet de printer opzij, in plaats van de printer en lade tegelijk te verplaatsen. Opmerking: gebruik de handgrepen aan de zijkanten om de printer van de optionele lade te tillen. Let op—Kans op beschadiging: schade aan de printer door onjuist transport valt niet onder de garantie.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden algemene ondersteunende beheertaken beschreven die worden uitgevoerd met de Embedded Web Server. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op http://support.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
De status van de printer controleren 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Apparaatstatus.
2 Klik op Rapporten en klik vervolgens op het type rapport dat u wilt bekijken. Standaardfabrieksinstellingen herstellen Als u een lijst van de huidige menu-instellingen wilt behouden voor naslagdoeleinden, druk dan een pagina met menuinstellingen af voordat u de fabrieksinstellingen herstelt. Let op—Kans op beschadiging: als de standaardinstellingen worden hersteld, worden de meeste printerinstellingen teruggezet naar de oorspronkelijke waarden zoals deze in de fabriek zijn ingesteld.
Papierstoringen verhelpen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig het papier en speciale afdrukmateriaal te kiezen en dit op de juiste wijze te plaatsen. Zie “Papierstoringen voorkomen” op pagina 169 voor meer informatie. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit hoofdstuk worden beschreven.
Informatie over storingsnummers en -locaties Als er een storing optreedt, wordt op het display een bericht weergegeven waarin de locatie van de storing wordt vermeld. U kunt de papierstoring alleen oplossen door al het vastgelopen papier in de papierbaan te verwijderen. 5 6 4 1 3 2 Gebied Storingsnummer Oplossing 1 200-239 2 24x Open de zijklep van de opgegeven lade en verwijder het vastgelopen papier. 3 250 Verwijder al het papier uit de universeellader en verwijder het vastgelopen papier.
200 Vastgelopen papier 1 Open de zijklep van de printer. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Laat een oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt om letsel te voorkomen. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de zijklep van de printer. 4 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
202-203 vastgelopen papier Als u het papier kunt zien in de standaarduitvoerlade, pakt u vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trekt u het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. Papier is vastgelopen in de fuser 1 Open de zijklep van de printer. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Laat een oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt om letsel te voorkomen.
Papier vast onder de fuser 1 Open de zijklep van de printer. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Laat een oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt om letsel te voorkomen. 2 Als u het papier kunt zien onder de fuser, pakt u vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trekt u het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de zijklep van de printer.
231-239 Vastgelopen papier 1 Open de zijklep van de printer. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Laat een oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt om letsel te voorkomen. 2 Verschuif de klem om de duplexklep te openen. 1 2 3 Pak het vastgelopen papier vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4 Sluit de klep van de duplexeenheid. 5 Sluit de zijklep van de printer.
Papier is vastgelopen in optionele laden 1 Open de zijklep van de aangegeven optionele lade. 2 Pak het vastgelopen papier vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 3 Sluit de zijklep. 4 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer. 250 Vastgelopen papier 1 Duw op het papiertransportlipje en verwijder al het papier uit de universeellader.
2 Pak het vastgelopen papier vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 1 2 Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Plaats het papier terug in de universeellader en schuif de papiergeleiders tegen het papier. 4 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer. 400–403 en 460–461 papier vastgelopen 1 Open de klep van de papiertransporteenheid. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer.
431–454 en 456–458: papierstoringen 1 Druk op de knop en schuif de uitvoerfinisher of mailbox naar rechts. 2 1 2 Open de toegangsklep van de finisher of mailbox. 3 Pak het vastgelopen papier vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4 Sluit de toegangsklep van de finisher of mailbox. 5 Schuif de finisher of mailbox naar links tot deze vastklikt. 6 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
2 Druk de ontgrendelingshendel van de nietjeshouder naar beneden en trek de nietjeshouder uit de printer. 1 2 3 Til de nietbeschermer aan het metalen nokje omhoog en verwijder alle vastgelopen of losse nietjes.
4 Sluit de nietbeschermer. 5 Druk de nietbeschermer omlaag tot deze vastklikt. 6 Druk de nietjeshouder stevig in het nietapparaat tot de houder vastklikt. 7 Sluit de klep van het nietapparaat. 8 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
Problemen oplossen Niet-reagerende printer controleren Als de printer niet reageert, controleer dan het volgende: • • • • • • Het netsnoer is aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. Het stopcontact is niet uitgeschakeld met een schakelaar of een stroomonderbreker. De printer is niet aangesloten op een overspanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer. Andere elektrische apparatuur die op het stopcontact wordt aangesloten, werkt goed. De printer is ingeschakeld.
Wijzig [papierbron] in [naam aangepaste soort] plaatsen [afdrukstand] Probeer een of meer van de volgende oplossingen • Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken. • Plaats het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de lade, controleer de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier gewijzigd, Doorgaan aan.
Sluit de klep van de papiertransport Sluit de klep van de papiertransporteenheid. Sluit de zijklep links Sluit de zijklep aan de linkerkant van de printer. Sluit klep van [lade] Sluit de klep van de aangegeven lade. Sluit zijklep van finisher Sluit de zijklep van de finisher. Sluit bovenklep van finisher Sluit de bovenklep van de finisher. Sluit voorklep Sluit de voorklep van de printer.
Leeg perforatiebak 1 U moet de perforatiebak legen. Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het legen van de perforatiebak. 2 Plaats de perforatiebak terug in de finisher en raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Fout lezen USB-station. Verwijder USB. Er is een niet-ondersteund USB-apparaat geplaatst. Verwijder het USB-apparaat en installeer daarna een ondersteund apparaat.
4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. • Annuleer de afdruktaak. Plaats invoerlade [x] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats de aangegeven lade: 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact. 3 Plaats de aangegeven lade. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. • Annuleer de afdruktaak.
• Annuleer de afdruktaak. Vul [bron] met [soort] [formaat] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer. • Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd.
• Raak Cancel job (Taak annuleren) aan als u de huidige afdruktaak wilt annuleren. Papier moet worden vervangen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Huidige supplies gebruiken aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Annuleer de huidige afdruktaak. Plaats lade [x] terug Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Schakel de printer uit en weer in. • Plaats de aangegeven lade terug: 1 Schakel de printer uit.
3 Verwijder de aangegeven laden. 4 Neem contact op met de klantenondersteuning. • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en af te drukken zonder de aangegeven laden te gebruiken. Verwijder papier uit standaarduitvoerlade Verwijder de stapel papier uit de standaarduitvoerlade. Verwijder papier uit lade [x] Verwijder het papier uit de aangegeven lade. De printer stelt automatisch dat het papier is verwijderd en gaat door met afdrukken.
Supply nodig om de taak te voltooien Er ontbreekt een supply die nodig is om de taak te voltooien. Raak Annuleren aan om het bericht te wissen. Schijf wordt niet ondersteund Er is een niet-ondersteunde schijf geplaatst. Verwijder de niet-ondersteunde schijf en installeer een schijf die wordt ondersteund. 31.xx Cartridge [kleur] ontbreekt of is defect Probeer een of meer van de volgende oplossingen: 1 Verwijder de aangegeven cartridge uit de printer en installeer deze opnieuw.
• Installeer extra geheugen. 36 Onderhoud noodzakelijk Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen of contact op te nemen met klantenondersteuning. 37 Onvoldoende geheugen voor sorteren Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en de rest van de afdruktaak te sorteren. • Annuleer de huidige afdruktaak.
40 [kleur] onjuist gevuld, vervang cartridge Vervang de aangegeven cartridge om door te gaan met afdrukken. 51 Flash beschadigd Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Annuleer de huidige afdruktaak. 52 Onvoldoende ruimte in flashgeheugen voor bronnen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
54 Netwerk [x] softwarefout Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan om door te gaan met afdrukken. • Schakel de printer uit en schakel de printer na 10 seconden weer in. • Upgrade (flash) de netwerkfirmware in de printer. 55 Niet-ondersteunde optie in sleuf [x] 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact. 3 Verwijder de niet-ondersteunde optionele kaart uit de printersysteemkaart en vervang deze door een ondersteunde kaart.
56 USB-poort [x] uitgeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld. 57 Configuratie gewijzigd, sommige wachttaken zijn niet hersteld Er is iets veranderd in de printer waardoor de wachttaken niet meer geldig zijn. Mogelijke wijzigingen: • De firmware van de printer is bijgewerkt.
4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 58 Te veel flashopties geïnstalleerd 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder het flashgeheugen dat u niet gebruikt. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 58 Te veel laden geplaatst 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de extra laden.
80.xx Verhittingsstation bijna versleten 1 Bestel direct een nieuw verhittingsstation. 2 Wanneer de afdrukkwaliteit afneemt, installeert u het nieuwe verhittingsstation volgens de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn geleverd. 3 Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 80.xx Verhittingsstation versleten • Bestel direct een nieuw verhittingsstation.
83.xx Overdrachtsmodule ontbreekt Plaats de overdrachtsmodule in de printer. 83.xx Vervang overdrachtsmodule Vervang de overdrachtsmodule volgens de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn geleverd. 88.xx Cartridge [kleur] vrijwel leeg Bestel een vervangend exemplaar voor de aangegeven cartridge. 88.xx Cartridge [kleur] leeg 1 Verwijder de aangegeven cartridge. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan.
Problemen met de printer oplossen Meertalige PDF-bestanden worden niet afgedrukt De PDF-bestanden bevatten mogelijk lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram > Geavanceerd > Afdrukken als afbeelding > OK > OK. Display op het bedieningspaneel van de printer is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven De zelftest van de printer is mislukt.
CONTROLEER OF DE JUISTE PRINTERSOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD • Controleer of u de juiste printersoftware gebruikt. • Als de printer is aangesloten op uw computer via een USB-poort, controleert u of u werkt met een ondersteund besturingssysteem en compatibele printersoftware. CONTROLEER OF DE INTERNE AFDRUKSERVER CORRECT WERKT • Controleer of de interne afdrukserver juist is geïnstalleerd en of de printer is verbonden met het netwerk.
Afdruktaak duurt langer dan verwacht Probeer een of meer van de volgende oplossingen: VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK. Beperk het aantal lettertypen en -grootten, het aantal afbeeldingen en de complexiteit ervan en het aantal pagina's in de afdruktaak.
GEBRUIK DEZELFDE INSTELLINGEN VOOR PAPIERFORMAAT EN PAPIERSOORT • Druk een pagina met menu-instellingen af en vergelijk de instellingen voor iedere lade. • Pas de instellingen indien nodig aan in het menu Papierformaat/-soort. Opmerking: De standaardlade van 550 vel en de universeellader detecteren het papierformaat niet automatisch. U moet het papierformaat instellen in het menu Papierformaat/-soort. Grote afdruktaken worden niet gesorteerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Als u het IP-adres of de hostnaam van de printer niet weet, kunt u: • de informatie in het startscherm op het bedieningspaneel van de printer vinden of in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en de informatie in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen of Configuratie. 3 Klik op Apparaatoplossingen > Oplossingen (eSF) > tabblad Systeem > Log. 4 Kies in het menu Filter een toepassingsstatus.
Problemen met de papierlade Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET PAPIER JUIST IS GEPLAATST 1 Open de papierlade. 2 Controleer op vastgelopen of verkeerd ingevoerd papier. 3 Zorg dat de papiergeleiders tegen de randen van het papier zijn geplaatst. 4 Zorg dat de papierlade goed sluit. STEL DE PRINTER OPNIEUW IN Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan. CONTROLEER OF DE PAPIERLADE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD.
Kan flashgeheugenkaart niet vinden Controleer of de flashgeheugenkaart goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer. Kan vaste schijf van de printer niet vinden Controleer of de vaste schijf van de printer goed is aangesloten op de systeemkaart van de printer. Internal Solutions Port werkt niet correct Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE VERBINDINGEN VAN DE INTERNAL SOLUTIONS PORT (ISP) Controleer of de ISP goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer.
Kaart voor parallelle of USB-interface werkt niet correct CONTROLEER DE AANSLUITING VAN DE KAART VAN DE PARALLELLE OF USB-INTERFACE Controleer of de kaart voor de parallelle of USB-interface goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer. CONTROLEER DE KABEL Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze goed is aangesloten. Problemen met de papierinvoer Papier loopt regelmatig vast Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Vastgelopen pagina's worden niet opnieuw afgedrukt SCHAKEL HERSTEL NA STORING IN 1 Blader in het startscherm naar: > Instellingen > Algemene instellingen > Afdrukherstel 2 Raak de pijlen naast Herstel na storing aan tot Aan of Automatisch wordt weergegeven. 3 Raak aan. Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Neem contact op met onze klantenservice als het probleem door deze suggesties niet wordt opgelost. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen.
Tekens hebben gekartelde of ongelijkmatige randen Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma. Onvolledige afbeeldingen Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS Schuif de breedte- en lengtegeleiders in de juiste positie voor het papier dat in de printer is geplaatst.
CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR PAPIERSOORT EN PAPIERGEWICHT Zorg dat de papiersoort en het papiergewicht overeenkomen met het papier dat in de lade of de invoer is geplaatst: 1 Controleer de instellingen voor papiersoort en papiergewicht in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. 2 Geef de juiste papiersoort op voordat u de afdruktaak verzendt: • Windows-gebruikers: geef de papiersoort op via Printereigenschappen.
Onjuiste marges Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS. Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer via het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.
Gekruld papier Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR PAPIERSOORT EN PAPIERGEWICHT Zorg dat de papiersoort en het papiergewicht overeenkomen met het papier dat in de lade of de invoer is geplaatst: 1 Controleer de instellingen voor papiersoort en papiergewicht in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. 2 Geef de juiste papiersoort op voordat u de afdruktaak verzendt: • Windows-gebruikers: geef de papiersoort op via Printereigenschappen.
CONTROLEER OF DE CARTRIDGE NIET BESCHADIGD IS Vervang de versleten of beschadigde cartridge. CONTROLEER OF DE OVERDRACHTSBAND NIET BESCHADIGD IS Vervang de beschadigde overdrachtsband. Raadpleeg de instructies bij het vervangende onderdeel voor meer informatie. CONTROLEER OF HET VERHITTINGSSTATION NIET BESCHADIGD IS Vervang het beschadigde verhittingsstation. Raadpleeg de instructies bij het vervangende onderdeel voor meer informatie.
Afdruk is te licht Probeer een of meer van de volgende oplossingen: GEBRUIK PAPIER UIT EEN NIEUW PAK. Het papier bevond zich eerder mogelijk in een vochtige omgeving en heeft daardoor vocht opgenomen. Bewaar papier altijd in de originele verpakking en haalt het pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken.
Herhaalde storingen op afdrukken Probeer een of meer van de volgende oplossingen: VERVANG DE CARTRIDGE Vervang de cartridge met de kleur waarvoor de storingen herhaaldelijk optreden als de storingen als volgt worden afgedrukt: • • • • op elke 37,7 mm (1,48 inch) van de pagina op elke 41,6 mm (1,64 inch) van de pagina op elke 42,7 mm (1,68 inch) van de pagina op elke 94,3 mm (3,71 inch) van de pagina VERVANG HET VERHITTINGSSTATION Vervang het verhittingsstation als de storingen als volgt worden afgedruk
Afdrukken bevatten alleen gekleurde of zwarte effen vlakken CONTROLEER OF DE CARTRIDGES CORRECT ZIJN GEÏNSTALLEERD EN NIET ZIJN BESCHADIGD EN VOLDOENDE TONER BEVATTEN • Verwijder de inktcartridges uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. • Plaats de inktcartridges terug in de printer. Opmerking: Als de kwaliteit niet is verbeterd, vervangt u de cartridges.
CONTROLEER OF DE CARTRIDGE VOLDOENDE TONER BEVAT Als het bericht 88.xx [kleur] cartridge bijna leeg wordt weergegeven, moet u controleren of de toner gelijkmatig is verdeeld over de cartridge: 1 Verwijder de cartridge uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. 2 Schud de cartridge meerdere keren stevig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen. 3 Plaats de cartridge terug in de printer.
CONTROLEER OF HET VERHITTINGSSTATION NIET VERSLETEN OF BESCHADIGD IS Vervang het verhittingsstation. Raadpleeg de instructies bij het vervangende onderdeel voor meer informatie. CONTROLEER OF DE PAPIERBAAN GEEN TONER BEVAT Verwijder eventuele zichtbare toner uit de papierbaan. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de klantenondersteuning. KALIBREER DE PRINTER OPNIEUW Voer Kleur aanpassen uit vanuit het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer.
Slechte afdrukkwaliteit op transparanten Probeer een van de volgende opties: TRANSPARANTEN CONTROLEREN Gebruik uitsluitend transparanten die voldoen aan de printerspecificaties. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de papiersoort is ingesteld op Transparanten: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.
Wat zijn CMYK-kleuren? Cyaan, magenta, gele en zwarte inkt of toner kan worden afgedrukt in verschillende hoeveelheden om diverse waarneembare kleuren creëren. Cyaan en geel kunnen bijvoorbeeld in combinatie de kleur groen opleveren. Drukpersen, inkjetprinters en kleurenlaserprinters stellen kleuren volgens deze methode samen. Met de methode voor CMYK-kleuren worden kleuren beschreven als de hoeveelheid cyaan, magenta, geel en zwart die nodig is om een bepaalde kleur te verkrijgen.
Opmerkingen: • De instelling voor aangepaste kleurcorrectie is niet zinvol als de software de kleuren niet definieert met RGBof CMYK-combinaties. De instelling heeft ook geen invloed als het programma of het besturingssysteem de kleuren aanpast. • De kleurconversietabellen die op elk object worden toegepast als Kleurcorrectie wordt ingesteld op Auto, leveren voor de meeste documenten de juiste kleuren op.
Welke set met kleurvoorbeelden de gebruiker gebruikt om een bepaald kleurovereenkomstprobleem op te lossen, hangt af van de instelling bij Kleurcorrectie (Auto, Uit of Aangepast), het type object dat wordt afgedrukt (tekst, afbeeldingen of beelden), en hoe de kleur van het object is gespecificeerd in het softwareprogramma (RGB- of CMYKcombinaties). Als de Kleurcorrectie van de printer is ingesteld op Uit, is de kleur gebaseerd op de informatie van de afdruktaak. Er vindt geen kleurconversie plaats.
CONTROLEER HET ADRES DAT IS INGEVOERD IN DE WEBBROWSER • Afhankelijk van de netwerkinstellingen moet u mogelijk https:// invoeren in plaats van http:// voor het IP-adres van de printer om toegang te krijgen tot de Embedded Web Server. Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie. • Controleer of het IP-adres van de printer correct is. SCHAKEL WEBPROXYSERVERS TIJDELIJK UIT Proxyservers kunnen toegang tot bepaalde websites, waaronder de Embedded Web Server, blokkeren of beperken.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark C792e, C792de, C792dte, C792dhe Apparaattype: 5062 Model(len): 210, 230, 235 Uitgavebericht januari 2011 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Handelsmerken Lexmark, Lexmark met het diamantlogo, MarkNet en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. MarkTrack, PrintCryption en StapleSmart zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc. PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. PCL is de aanduiding van Hewlett-Packard Company voor een set printeropdrachten (taal) en functies die zijn opgenomen in de bijbehorende printerproducten.
Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. Kennisgeving over modulaire componenten Dit product kan een of meer van de volgende modulaire componenten bevatten: Lexmark gereguleerd type/model LEX-M01-003; FCC ID: IYLM01003; IC: 2376A-M01003 Licentiemeldingen U kunt de volgende documenten lezen vanaf de installatie-cd van de software. Directory Bestand Cd:\LEGAL FW_License.pdf mDNS.tar.gz Expat.txt Inst_lib.txt Instgui.txt Instgui.
Kennisgeving over gevoeligheid voor statische elektriciteit dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit. Raak eerst het metalen frame van de printer aan, voordat u iets aanraakt in gebieden die met dit symbool zijn gemarkeerd.
Waarschuwingsetiket voor de laser Het etiket met veiligheidsinformatie kan als volgt op de printer zijn aangebracht: Stroomverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Actief Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product. 850 W Inactief Het product wacht op een afdruktaak.
U kunt de time-out voor de slaapstand via de configuratiemenu's instellen tussen 1 minuut en 240 minuten. Als u de time-out voor de slaapstand instelt op een lage waarde, vermindert het energieverbruik, maar kan de responstijd van het product toenemen. Als u de time-out voor de slaapstand instelt op een hoge waarde, reageert de printer snel, maar wordt meer energie verbruikt.
Blootstelling aan hoogfrequentie-energie De hoeveelheid hoogfrequentie-energie die door dit draadloze apparaat wordt uitgestraald, ligt ver onder de limieten voor hoogfrequentie-energie die zijn vastgesteld door de FCC en andere regelgevende instanties. Er moet minimaal 20 cm (8 inch) ruimte tussen de antenne en eventuele personen zijn om te voldoen aan de vereisten voor hoogfrequentie-energie van de FCC en andere regelgevende instanties.
Česky Společnost Lexmark International, Inc. tímto prohlašuje, že výrobek tento výrobek je ve shodě se základními požadavky a dalšími příslušnými ustanoveními směrnice 1999/5/ES. Dansk Lexmark International, Inc. erklærer herved, at dette produkt overholder de væsentlige krav og øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF. Deutsch Hiermit erklärt Lexmark International, Inc.
Slovensko Lexmark International, Inc. izjavlja, da je ta izdelek v skladu z bistvenimi zahtevami in ostalimi relevantnimi določili direktive 1999/5/ES. Svenska Härmed intygar Lexmark International, Inc. att denna produkt står i överensstämmelse med de väsentliga egenskapskrav och övriga relevanta bestämmelser som framgår av direktiv 1999/5/EG.
Het Softwareprogramma kan internetkoppelingen bevatten naar andere softwaretoepassingen en/of webpagina's die worden gehost en beheerd door derden die niet gelieerd zijn aan Lexmark. U accepteert en gaat ermee akkoord dat Lexmark op geen enkele wijze verantwoordelijk is voor het hosten, de prestaties, de werking, het onderhoud of de inhoud van dergelijke softwaretoepassingen en/of webpagina's. 3 BEPERKING VAN VERHAALSMOGELIJKHEDEN.
c Voorbehoud van rechten. Het Softwareprogramma, inclusief alle lettertypen, is auteursrechtelijk beschermd 6 7 8 9 10 11 12 13 en eigendom van Lexmark International, Inc. en/of zijn leveranciers. Alle rechten die niet expliciet worden verleend aan u in deze Softwarelicentieovereenkomst, zijn voorbehouden aan Lexmark. d Freeware.
14 BEPERKTE RECHTEN AMERIKAANSE OVERHEID. Het Softwareprogramma is volledig op eigen kosten ontwikkeld. 15 16 17 18 19 De rechten van de Amerikaanse overheid om het Softwareprogramma te gebruiken zijn zoals uiteengezet in deze Softwarelicentieovereenkomst en zoals beperkt in DFARS 252.227-7014 en in vergelijkbare FAR-bepalingen (of vergelijkbare bepalingen voor overheidsinstellingen of contractclausules). TOESTEMMING VOOR GEBRUIK VAN GEGEVENS.
Index Cijfers 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie 195 200 Vastgelopen papier 171 201 Vastgelopen papier 171 202-203 vastgelopen papier 172 230 Vastgelopen papier 173 231-239 Vastgelopen papier 174 24x papier vast 174 250 Vastgelopen papier 175 31.xx Cartridge [kleur] ontbreekt of is defect 188 32.
afdrukken, lijst met voorbeelden van lettertypen 86 afdrukken, pagina met menuinstellingen 43 afdrukken, problemen oplossen afdruktaak duurt langer dan verwacht 198 fout lezen flashstation.
D Datum en tijd instellen, menu 122 directorylijst afdrukken 86 display, bedieningspaneel van printer 11 helderheid aanpassen 60 displayproblemen oplossen display geeft alleen ruitjes weer 196 display is leeg 196 Diverse beveiligingsinstellingen, menu 119 documenten, afdrukken vanuit Windows 79 via Macintosh 79 draadloos netwerk configuratiegegevens 46 installatie, met Macintosh 48 installatie, onder Windows 46 Draadloos, menu 108 draadloze netwerkinstallatie in Windows 46 draadloze printerinstallatie in Ma
op een bedraad netwerk (Windows) 51 instellen, serieel afdrukken 55 instellen, universeel papierformaat 62 instelling, Ecomodus 58 Instellingen SMTP, menu 117 Internal Solutions Port installeren 29 poortinstellingen wijzigen 53 problemen oplossen 202 interne afdrukserver problemen oplossen 202 IPv6, menu 107 K kaarten plaatsen in de universeellader 68 tips 84 kabels Ethernet 42 USB 42 kan Embedded Web Server niet openen 218 kennisgeving van vluchtigheid 151 kennisgevingen 221, 222, 223, 224, 225, 226 Kleur
ondersteunde papiergewichten en soorten 78 onregelmatige afdrukintensiteit 215 ontkoppelen, laden 71 onverwachte pagina-einden 199 openen, de Embedded Web Server 17 opslaan papier 75 supplies 157 opslaan, afdruktaken 84 opties bijwerken in printerstuurprogramma 45 firmwarekaart 28 firmwarekaarten 21 flashgeheugenkaart 28 geheugenkaart installeren 26 geheugenkaarten 21 hoge-capaciteitslader voor 2000 vel, installeren 39 Internal Solutions Port, installeren 29 lade voor 550 vel, installeren 39 lijst 21 netwer
37 Onvoldoende geheugen, sommige taken in wacht zijn verwijderd 189 37 Onvoldoende geheugen, sommige wachttaken worden niet hersteld 189 38 Geheugen vol 189 39 Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt 189 40 [kleur] onjuist gevuld, vervang cartridge 190 51 Flash beschadigd 190 52 Onvold. ruimte flash-geh.
USB/parallel interfacekaart 203 printersoftware installeren 44 printerstatus controleren in Embedded Web Server 167 printkoplenzen reinigen 156 problemen oplossen contact opnemen met de klantenondersteuning 219 er is een toepassingsfout opgetreden 199 kan Embedded Web Server niet openen 218 niet-reagerende printer controleren 180 veelgestelde vragen over afdrukken in kleur 215 problemen oplossen, afdrukken afdruktaak duurt langer dan verwacht 198 fout lezen flashstation.
storingslocaties 170 storingsnummer betekenis 170 strepen op een pagina 212 supplies besparen 57 controleren met Embedded Web Server 158 controleren via het bedieningspaneel van printer 158 controleren, status 158 kringlooppapier gebruiken 57 opslaan 157 supplies, bestellen cartridges 158 nietcassettes 159 reinigingskit 160 toneroverloopfles 159 verhittingsstation of overdrachtsmodule 159 Supplies, menu 89 Supply nodig om de taak te voltooien 188 systeemkaart openen 23 systeemkaartklep opnieuw bevestigen 23
Wijzig [papierbron] in [papierformaat] [papiersoort], laad [afdrukstand] 181 wissen, geheugen op de vaste schijf 153 wissen, niet-vluchtig geheugen 152 wissen, vaste schijf 153 wissen, vluchtig geheugen 152 X XPS, menu 143 Z zwart-wit, afdrukken in 79 zwarte of gekleurde effen vlakken op afdrukken 212 Index 240