C935-serie Gebruikershandleiding April 2007 www.lexmark.com Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. © 2007 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een goed geaard en goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de gebruikersdocumentatie worden beschreven. Let op: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie.....................................................................................................2 Algemene informatie.....................................................................................................9 Printerconfiguraties..............................................................................................................................9 Informatie over het bedieningspaneel....................................................................
Richtlijnen voor het afdrukken op etiketten.......................................................................................39 Richtlijnen voor het afdrukken op karton...........................................................................................40 Papier bewaren.................................................................................................................................40 Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten................................................
283–284 en 287–288: papierstoringen..............................................................................................64 284–286: papierstoringen..................................................................................................................66 289: nietjes vastgelopen....................................................................................................................67 Printermenu's..................................................................................
Printerberichten.........................................................................................................114 Lijst met statusberichten en foutmeldingen.....................................................................................114 De printer onderhouden............................................................................................129 Buitenkant van de printer reinigen...................................................................................................
Beveiligingsmodus gebruiken..........................................................................................................153 Problemen oplossen..................................................................................................154 Niet-reagerende printer controleren................................................................................................154 Klep A sluit niet goed.................................................................................................
Volledig gekleurde pagina's...................................................................................................................... 167 Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond ....................................... 167 De toner laat los ....................................................................................................................................... 167 Tonervlekjes .........................................................................
Algemene informatie Printerconfiguraties Alle printermodellen zijn standaard geschikt voor het netwerk.
3 Standaardlade voor 520 vel (lade 1) 4–6 De hoge-capaciteitslader heeft een capaciteit van 2520 vel en bevat: • 4 - Lade voor 520 vel (lade 2) • 5 - Lade voor 867 vel (lade 3) • 6 - Lade voor 1133 vel (lade 4) 7 Universeellader 8 Duplexeenheid 1 Standaarduitvoerlade 2 Bedieningspaneel 3 Standaardlade voor 520 vel (lade 1) 4-6 De tandemlade heeft een capaciteit van 1560 vel en bevat: • 4 - Lade voor 520 vel (lade 2) • 5 - Lade voor 520 vel (lade 3) • 6 - Lade voor 520 vel (lade 4) 7 Universe
Volledig geconfigureerd model 1 Horizontale transporteenheid 2 Bedieningspaneel 3 Finisher 4 Standaarduitvoerlade finisher 5 Finisherlade 1 6 Finisherlade 2 (boekjesmaker) 7 Standaardlade voor 520 vel (lade 1) 8–10 De hoge-capaciteitslader bevat: • 8 - Lade voor 520 vel (lade 2) • 9 - Lade voor 867 vel (lade 3) • 10 - Lade voor 1133 vel (lade 4) 11 Universeellader 12 Duplexeenheid Opmerking: De bovenstaande finisher is de finisher voor boekjes. De standaardfinisher is niet weergegeven.
Informatie over het bedieningspaneel Onderdeel Beschrijving 1 Display Geeft berichten en afbeeldingen weer met betrekking tot de status van de printer. 2 Indicatielampje Geeft de printerstatus aan: • Uit - de voeding is uitgeschakeld. • Knippert groen - de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken. • Brandt groen - de printer staat aan, maar is niet actief. • Brandt rood - ingrijpen van gebruiker is vereist.
Onderdeel 9 Terug Beschrijving Hiermee keert het display terug naar het vorige scherm.
Opties installeren Interne opties installeren Let op: Als u geheugenkaarten of optiekaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, dient u eerst de printer uit te zetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en haal de kabels uit de printer. U kunt de aansluitingsmogelijkheden en de geheugencapaciteit van de printer aanpassen door optionele kaarten toe te voegen.
Opmerking: Hiervoor hebt u een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig. 1 Verwijder de klep en de systeemkaart. a Draai de schroeven van de klep tegen de klok in en verwijder ze. b Trek de klep en systeemkaart voorzichtig uit de printer en verwijder ze. 2 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste connector te vinden is. Waarschuwing: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd.
1 Connectoren voor geheugen- en flashgeheugenkaart 2 Connector voor geheugenkaart 3 Connector voor interne afdrukserver 4 Connector voor vaste schijf Geheugenkaart installeren Let op: Als u een geheugenkaart wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, dient u eerst de printer uit te zetten en het netsnoer uit het stopcontact te halen. Waarschuwing: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd.
4 Breng de uitsparingen op de geheugenkaart op één lijn met de ribbels op de connector. 1 Uitsparingen 2 Ribbels 5 Duw de geheugenkaart recht in de connector totdat de kaart vastklikt. 6 Installeer de systeemkaart opnieuw. Flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van elk kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
1 Plastic pinnen 2 Metalen pinnen 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Let erop dat de connectoren niet beschadigd raken. 5 Installeer de systeemkaart opnieuw. Vaste schijf van printer installeren Let op: Als u een vaste schijf in de printer wilt installeren nadat u de printer hebt ingesteld, schakelt u de printer uit en haalt u de stekker uit het stopcontact voordat u verdergaat.
Opmerking: U hebt een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig om de vaste schijf te bevestigen op de montageplaat. 1 Open de toegangsklep van de systeemkaart. 2 Haal de montageplaat, de vaste schijf, de lintkabel en de bevestigingsschroeven uit de verpakking. 3 Sluit de lintkabel aan op de vaste schijf. 4 Bevestig de montageplaat met de schroeven aan de vaste schijf.
5 Druk de aansluiting op de lintkabel in de aansluiting voor de vaste schijf op de systeemkaart. 6 Draai de vaste schijf om en druk de drie staafjes op de montageplaat in de gaatjes in de systeemkaart. De vaste schijf klikt vast. 7 Installeer de systeemkaart opnieuw. Interne afdrukserver of PIC-kaart installeren Let op: Schakel de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u verdergaat.
Met een interne afdrukserver kunt u een verbinding maken tussen de printer en het lokale netwerk (LAN). Met een optionele PIC-kaart kunt u de mogelijkheden waarmee de printer verbinding kan maken met een computer of externe afdrukserver, uitbreiden. 1 Open de toegangsklep van de systeemkaart. 2 Pak de interne afdrukserver of de PIC-kaart uit. 3 Verwijder de metalen plaat op de systeemkaartlade die de connectorsleuf afdekt en bewaar de metalen plaat.
De systeemkaart terugplaatsen Waarschuwing: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. Opmerking: Hiervoor hebt u een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig. 1 Plaats de systeemkaart voorzichtig in de printer. 2 Plaats de schroeven van de klep terug en draai ze naar rechts. 3 Draai de schroeven goed aan.
1 USB-poort 2 Ethernetpoort 23
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de laden voor 520, 867 en 1133 vel en de universeellader moet vullen. Hierin vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden. Papiersoort en papierformaat instellen De instelling Papierformaat wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, behalve de universeellader.
4 Druk herhaaldelijk op op totdat Universal Setup (Universal-instelling) verschijnt en druk vervolgens . 5 Druk herhaaldelijk op totdat Units of Measure (Maateenheden) verschijnt en druk vervolgens op 6 Druk herhaaldelijk op totdat naast de juiste maateenheid verschijnt en druk vervolgens op . . Submitting Selection (Selectie verzenden...) verschijnt, gevolgd door het menu Universal Setup (Universal-instelling).
De laden voor 520 vel vullen De instelling voor automatische formaatdetectie is alleen beschikbaar voor de papierformaten A5 en Statement. Papier in de laden voor 520 vel plaatsen De printer heeft een standaardlade voor 520 vel (lade 1). Er kunnen nog een of meer optionele laden voor 520 vel zijn. Alle laden voor 520 vel ondersteunen dezelfde papierformaten en -soorten. Het papier kan zowel met de lange als met de korte zijde naar voren in de laden worden geplaatst.
3 Druk de lengtegeleider naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst. Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade. 4 Buig de vellen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond.
7 Lijn de lade uit en plaats deze weer terug. 8 Bij het plaatsen van een ander soort papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort voor de lade via het bedieningspaneel worden gewijzigd. Papier van A5- of Statement-formaat gebruiken De printerladen kunnen geen onderscheid maken tussen papier van A5- (148 x 210 mm) en Statement-formaat (140 x 216 mm) als de laden zijn gevuld met beide soorten papier. Geef in het menu voor automatische formaatdetectie op welk papierformaat de printer moet detecteren.
Papier plaatsen in de laden voor 867 en 1133 vel Hoewel de laden voor 867 en voor 1133 vel er verschillend uitzien, zijn ze geschikt voor dezelfde papierformaten en -soorten en kunt u het papier er op dezelfde manier in plaatsen. Ga als volgt te werk om papier in een van de laden te plaatsen: 1 Pak de handgreep en open de lade. 2 Druk de lengtegeleider naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst.
4 Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven. 5 Zorg ervoor dat de papiergeleiders goed tegen de zijkant van het papier zitten. 6 Schuif de lade volledig in de printer. 7 Bij het plaatsen van een ander soort papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort voor de lade via het bedieningspaneel worden gewijzigd.
1 Trek de lade van de universeellader naar beneden. 2 Pak het verlengstuk vast en trek het voorzichtig naar buiten totdat het volledig is uitgetrokken. 3 Zorg dat het papier klaar is om geplaatst te worden. • Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. • Houd transparanten bij de randen vast en waaier ze vervolgens uit. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond.
4 Plaats het papier en pas vervolgens de papiergeleiders aan zodat deze licht tegen de rand van de stapel papier drukken. • Plaats afdrukmateriaal van Letter- of A4-formaat en transparanten met de aanbevolen afdrukzijde naar beneden, waarbij de lange zijde van het papier als eerste in de printer wordt gevoerd.
Laden koppelen en ontkoppelen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren. Als een van de gekoppelde invoerladen leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde invoerlade gebruikt. Als de instellingen Papierformaat en Papiersoort voor alle laden hetzelfde zijn, worden de laden automatisch gekoppeld.
7 Druk herhaaldelijk op totdat Custom Type (Aangepast ) of een andere aangepaste naam verschijnt en druk vervolgens op . Submitting selection (Selectie verzenden...) verschijnt, gevolgd door Paper Menu (Menu Papier). 8 Controleer of de juiste Paper Type (Papiersoort) aan de aangepaste naam is gekoppeld. Opmerking: Plain Paper (normaal papier) is de papiersoort die standaard aan alle Custom Type (Aangepast )-namen en aangepaste door de gebruiker gedefinieerde namen is gekoppeld.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt. Gewicht De printer kan automatisch papier met een gewicht van 60 tot 220 g/m2 met de vezel in lengterichting invoeren.
Ongeschikt papier Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden: • Chemisch behandelde papiersoorten waarmee kopieën kunnen worden gemaakt zonder carbonpapier, ook wel "carbonless copy paper" (CCP) of "no carbon required paper" (NCR) genoemd. • Voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer. • Voorbedrukt papier dat niet voldoende bestand is tegen de temperatuur in het verhittingsstation.
Lexmark test haar printers voortdurend met kringlooppapier (gemaakt van 20 tot 100% hergebruikt materiaal) en verschillende soorten testpapier van over de hele wereld. Daarvoor gebruikt Lexmark klimaatkamers (testruimtes) om te testen bij verschillende temperaturen en vochtigheidsgraden. Lexmark heeft geen enkele reden gevonden om het gebruik van modern zakelijk kringlooppapier af te raden, maar normaal gesproken zijn de volgende richtlijnen van toepassing op kringlooppapier.
Afdrukstand Korte zijde Zonder finisher Bij geïnstalleerde finisher Briefhoofdpapier in de lade voor 867 vel plaatsen Zonder finisher Bij geïnstalleerde finisher Briefhoofdpapier in de lade voor 1133 vel plaatsen Zonder finisher Bij geïnstalleerde finisher Richtlijnen voor het afdrukken op transparanten Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
• Gebruik transparanten die 0,12 - 0,14 mm dik zijn of 161 - 179 g/m2 wegen. De afdrukkwaliteit en duurzaamheid zijn afhankelijk van de gebruikte transparanten. • Zorg ervoor dat er geen vingerafdrukken op de transparanten komen. Dit kan namelijk een slechte afdrukkwaliteit tot gevolg hebben. • Waaier de stapel uit voordat u de transparanten plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. • Wij adviseren voor Lexmark-transparanten van Letter-formaat artikelnummer 12A8240.
• Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier van de etiketten of de lijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en de coating bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C en een druk tot 25 psi zonder delaminatie, lekken aan de randen of het vrijkomen van gevaarlijke gassen. Gebruik geen vinyletiketten. • Gebruik geen etiketten met glad rugmateriaal. • Gebruik geen etikettenvellen waarop etiketten ontbreken.
Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten In de volgende tabellen vindt u informatie over standaardladen en optionele papierladen en de papiersoorten die de laden ondersteunen. Opmerking: Als een papierformaat niet in de lijst staat, configureert u een universeel papierformaat. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor informatie over karton en etiketten.
Papierformaat Afmetingen Laden voor 520 Hoge-capaci- Universeelvel (standaard of teitslader lader optioneel) Duplexeenheid DL-envelop 110 x 220 mm X X X 1 De printer kan de papierformaten A5 en Statement niet tegelijkertijd detecteren. Geef in het menu voor automatische formaatdetectie op welk papierformaat de printer moet detecteren. Deze instelling geldt voor alle automatische laden met uitzondering van de universeellader. De universeellader ondersteunt beide formaten.
De standaarduitvoerlade van de finisher en lade 1 ondersteunen papiergewichten van 60–220 g/m2. Lade 2 (boekjesmaker) ondersteunt papiergewichten van 60–90 g/m2 plus een extra omslag van maximaal 220 g/m2.
Ondersteunde afwerkfuncties 1 Horizontale transporteenheid 2 Standaarduitvoerlade finisher 3 Finisherlade 1 4 Finisherlade 2 (boekjesmaker) Opmerkingen: • De bovenstaande finisher is de finisher voor boekjes. Lade 2 is alleen beschikbaar als de finisher voor boekjes is geïnstalleerd. • Alle papiercapaciteit is gebaseerd op papier van 75 g/m2. Horizontale transporteenheid • • • • De papiercapaciteit is 50 vel. Deze lade ondersteunt geen afwerkopties. Enveloppen worden in deze eenheid verwerkt.
Afwerkfuncties van lade 1 Size (Grootte) Punch (Perforatie)* Offset (Verschuiven) Single/double staple (Enkel/ dubbel nieten) Double dual staple (Tweemaal dubbel nieten) X X X X A3 A4 A5 Executive Folio X X X JIS B4 X JIS B5 X Legal X X Letter Statement X X X Tabloid X Universal Enveloppen (alle formaten) X X X X * Bij universeel papier moet de afwerkrand minimaal 229 mm bedragen voor een drievoudige perforatie en 254 mm voor een viervoudige perforatie.
Afwerkfuncties van lade 2 Size (Grootte) Bi fold (Tweeledig vouwen) Booklet fold (Boekje vouwen) Saddle staple (Rug nieten) A5 X X X Executive X X X X X X X X X X X X Enveloppen (alle formaten) X X X A3 A4 (alleen SEF) Folio JIS B4 JIS B5 Legal Letter (alleen SEF) Statement Tabloid Universal SEF: het papier wordt met de korte zijde als eerste geplaatst. De korte zijde van het papier gaat als eerste de printer binnen.
Afdrukken Dit hoofdstuk gaat over afdrukken, afdrukrapporten en het annuleren van afdruktaken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg voor meer informatie "Papierstoringen voorkomen" en "Papier bewaren". Printersoftware installeren Een printerstuurprogramma is software die zorgt voor de communicatie tussen de computer en de printer. De printersoftware wordt geïnstalleerd tijdens de eerste printerinstallatie.
Soort taak Beschrijving Vertrouwelijk Als u een vertrouwelijke afdruktaak naar de printer verzendt, dient u een PIN-code onder Eigenschappen te maken. De PIN-code moet bestaan uit vier cijfers van 0 tot en met 9. De afdruktaak wordt vervolgens in het printergeheugen opgeslagen totdat u de PIN-code invoert via het bedieningspaneel en aangeeft of u de taak wilt afdrukken of verwijderen.
10 Druk herhaaldelijk op op totdat wordt weergegeven naast de taak die u wilt afdrukken en druk vervolgens totdat wordt weergegeven naast het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken en druk . 11 Druk herhaaldelijk op vervolgens op . Opmerking: Voer indien nodig een aantal in met het toetsenblok. Vertrouwelijke en gecontroleerde afdruktaken worden automatisch verwijderd uit het geheugen nadat ze zijn afgedrukt. Herhaalde en gereserveerde taken blijven in de printer bewaard totdat u ze verwijdert.
Afdrukken vanaf een apparaat met USB-flashgeheugen Op het bedieningspaneel bevindt zich een USB-aansluiting (USB Direct-interface). Sluit een apparaat met USBflashgeheugen aan om de ondersteunde bestandstypen af te drukken. De ondersteunde bestandstypen zijn: .pdf, .gif, .jpeg, .jpg, .bmp, .png, .tiff, .tif, .pcx en .dcx. Veel apparaten met USB-flashgeheugen zijn getest en goedgekeurd voor gebruik met de printer. Ga naar de website van Lexmark op www.lexmark.com voor meer informatie.
3 Druk op totdat wordt weergegeven naast het document dat u wilt afdrukken en druk vervolgens op . Opmerking: Mappen die zich op het apparaat met het flashgeheugen bevinden, worden als mappen weergegeven. Een bestandsnaam wordt gevolgd door een extensie, zoals bijv. .jpg. 4 Druk op als u één exemplaar wilt afdrukken of voer het aantal exemplaren in via het numerieke toetsenblok om de afdruktaak te starten.
Lijst met lettertypevoorbeelden afdrukken U kunt als volgt voorbeelden van lettertypen afdrukken die op dit moment beschikbaar zijn voor uw printer: 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Ready (Gereed) wordt weergegeven. 2 Druk op het bedieningspaneel op . 3 Druk herhaaldelijk op totdat Reports (Rapporten) wordt weergegeven en druk vervolgens op 4 Druk herhaaldelijk op totdat Print Fonts (Lettertypen afdrukken) wordt weergegeven en druk vervolgens op . .
Een afdruktaak annuleren U kunt een afdruktaak op verschillende manieren annuleren. In de volgende gedeelten leest u hoe u via het bedieningspaneel of de computer (afhankelijk van het besturingssysteem) een afdruktaak kunt annuleren. Afdruktaken annuleren via het bedieningspaneel Volg de volgende stappen als de taak wordt geformatteerd of al wordt afgedrukt en Taak annuleren wordt weergegeven op de eerste regel van het beeldscherm: 1 Druk op tot Annuleren wordt weergegeven.
Een afdruktaak annuleren via een Macintosh-computer met Mac OS X 1 Selecteer Programma's Hulpprogramma's en dubbelklik vervolgens op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 2 Dubbelklik op de printer waarnaar u de afdruktaak hebt verstuurd. 3 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren. 4 Klik op het pictogram Verwijderen in de balk met pictogrammen bovenin het venster.
Storingen verhelpen Papierstoringen voorkomen De volgende tips kunnen papierstoringen helpen voorkomen: • Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (alleen Engelstalig) voor meer informatie. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark op www.lexmark.com/publications. • • • • • • • Plaats niet te veel papier. Zorg ervoor dat de stapel niet hoger is dan de aangegeven maximale stapelhoogte.
Storingnummer Gebiednaam Instructies 1 200–203 Klep A Open klep A en verwijder het vastgelopen papier. 2 230–231 Klep B Open de kleppen A en B en verwijder al het vastgelopen papier. 3 241 Klep C Open klep C en verwijder het vastgelopen papier. Open lade 1 en verwijder het vastgelopen papier. 4 242–244 Klep D Open klep D en verwijder het vastgelopen papier. Open lade 2-4 en verwijder het vastgelopen papier. 5 250 Universeellader 1 2 3 4 Verwijder al het papier uit de universeellader.
200–203: papierstoringen 1 Open klep A door de ontgrendelingshendel op te tillen en de klep omlaag te trekken. Let op: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Trek de groene hendel omhoog, trek het papier omhoog en trek het naar u toe. Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt. 3 Duw de groene hendel omlaag. 4 Sluit klep A. 5 Druk op .
2 Trek de groene hendel omhoog, trek het papier omhoog en trek het naar u toe. Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt. 3 Duw de groene hendel omlaag. 4 Sluit klep A. 5 Trek de universeellader omlaag en open vervolgens klep B.
6 Verwijder het vastgelopen papier. 7 Sluit klep B. 8 Druk op . 241: papierstoring 1 Open klep C. 2 Trek het papier omlaag en naar u toe. Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt. 3 Sluit klep C.
4 Open lade 1 en verwijder eventueel verkreukeld papier uit de lade. 5 Sluit de lade. 6 Druk op . 242–244: papierstoringen 1 Open klep D. 2 Trek het papier omlaag en uit de printer.
Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt. 3 Sluit klep D. 4 Verwijder eventueel verkreukeld papier uit de laden 2–4. a Open lade 2 en verwijder verkreukeld papier volledig. b Sluit lade 2. c Open lade 3 en verwijder verkreukeld papier volledig. d Sluit lade 3.
e Open lade 4 en verwijder verkreukeld papier volledig. f Open de binnenklep en verwijder vastgelopen papier volledig. g Sluit de binnenklep en sluit vervolgens lade 4. 5 Druk op . 250: papierstoring 1 Verwijder het papier uit de universeellader. 2 Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond.
3 Plaats het papier in de universeellader. 4 Schuif de papiergeleider naar de binnenkant van de lade totdat de geleider licht tegen de rand van het papier drukt. 5 Druk op . 280–282: papierstoringen 1 Open klep F. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit klep F. 4 Druk op . Opmerking: Als het vastgelopen papier aan de rechterkant moeilijk te verwijderen is, dient u de knop naar rechts te draaien.
283–284 en 287–288: papierstoringen Kleppen, knoppen en hendels die zich achter klep G van de finisher bevinden Naam van klep, knop of hendel 1 Klep G1 2 Klep G2 3 Knop G3 4 Klep G4 5 Klep G7 6 Knop G8 7 Hendel G9 64
1 Open klep G. 2 Trek beide hendels van klep G1 omhoog en verwijder vastgelopen papier volledig. 3 Duw klep G2 naar rechts en verwijder vastgelopen papier volledig. Opmerking: Als het papier is vastgelopen in de rollen, draait u knop G3 naar links. 4 Duw klep G4 omlaag en verwijder vastgelopen papier volledig. 5 Duw klep G7 naar links en verwijder vastgelopen papier volledig. 6 Trek aan hendel G9 totdat de lade geheel is geopend.
7 Til de binnenklep op. Als het papier is vastgelopen in de rollen, draait u knop G8 naar rechts en verwijdert u vervolgens het vastgelopen papier. 8 Sluit klep G. 9 Druk op . 284–286: papierstoringen 1 Open klep H. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit klep H. 4 Druk op .
289: nietjes vastgelopen 1 Open klep G. 2 Schuif nietapparaat G5 naar de voorkant van de finisher. 3 Trek de hendel omhoog en verwijder de nietcassette.
4 Open de klep van het nietapparaat. 5 Verwijder het vastzittende nietje en sluit de klep. 6 Plaats de nietcassette in het bovenste nietapparaat.
7 Open de onderste nietlade. 8 Verwijder de nietcassette die op het display is aangegeven. 9 Verwijder de vastzittende nietjes en plaats de nietcassette in het nietapparaat.
10 Sluit de nietlade. 11 Sluit klep G. 12 Druk op .
Printermenu's Menuoverzicht Menu Menu Supplies Menu Papier Rapporten Met een aantal menu's kunt u op eenvoudige wijze printerinstellingen wijzigen: Menu Supplies Menu Papier Rapporten Instellingen Cyaan toner Magenta toner Gele toner Zwarte toner Fc-eenheden kleur Fc-eenheid zwart Toneroverloopbak Nietjes G5 Nietjes G11 Nietjes G12 Perforatiebak Standaardbron Papierformaat/-soort Configure U-lader Ander formaat Papierstructuur Papier plaatsen Aangepaste soorten Universal-instelling Lade-instelling Pa
Menu Supplies Menu-item Beschrijving Cyaan, magenta, gele of zwarte toner Hiermee kunt u de status van de tonercartridges weergeven. Laag Vervangen Ontbreekt of defect OK Niet-onderst. Fc-eenheden kleur Bijna op/versleten Vervangen Ontbreekt OK Normaal Hiermee kunt u de status van de cyaan, gele en magenta fotoconductoreenheden weergeven. Fc-eenheid zwart Bijna op/versleten Vervangen Ontbreekt OK Normaal Hiermee kunt u de status van de zwarte fotoconductoreenheid weergeven.
Menu Papier Menu Standaardbron Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken. Standaardbron Lade Opmerkingen: U-lader • In het menu Papier stelt u Configuratie U-lader in op Cassette om U-lader als menuHandm. invoer pap. instelling weer te geven. Handm. invoer env. • "Lade 1" (standaardlade) is de standaardinstelling. • Alleen een geïnstalleerde papierbron wordt als menu-instelling weergegeven.
Menu-item Beschrijving Formaat U-lader 11 x 17 A3 A4 A5 Executive Folio JIS B4 JIS B5 Legal Letter Statement Universal 7 3/4-envelop 10-envelop DL-envelop C5-envelop B5-envelop Hiermee wordt het papierformaat in de universeellader opgegeven. Soort U-lader Normaal papier Karton Transparant Glossy Etiketten Bankpostpapier Envelop Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Aangepast Hiermee wordt de papiersoort in de universeellader opgegeven. Papierformaat handm.
Menu-item Beschrijving Papiersoort handm. invoer Normaal papier Karton Transparant Glossy Etiketten Bankpostpapier Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Aangepast Hiermee wordt de papiersoort opgegeven die u handmatig plaatst. Opmerking: "Normaal papier" is de standaardinstelling. Envelopformaat handm. invoer Hiermee wordt het envelopformaat opgegeven dat u handmatig plaatst. 7 3/4-envelop Opmerking: "10-envelop" is de standaardinstelling in de VS.
Menu Ander formaat Menu-item Beschrijving Hiermee vervangt u een opgegeven papierformaat als het gewenste papierformaat niet Ander formaat beschikbaar is. Uit Statement/A5 Opmerkingen: Letter/A4 • "Alles in lijst" is de standaardinstelling. Alle beschikbare formaten zijn toegestaan. 11 x 17/A3 • De instelling "Uit" geeft aan dat geen andere formaten zijn toegestaan. Alles in lijst • Als u een ander formaat instelt, wordt de taak afgedrukt zonder dat het bericht "Vervang papier" wordt weergegeven.
Menu-item Beschrijving Structuur envelop Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van de enveloppen die in een specifieke lade zijn geplaatst. Structuur briefhoofd Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Structuur voorbedrukt Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst.
Menu-item Beschrijving Briefhoofdpap. laden Duplex Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Briefhoofdpapier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Voorbedrukt laden Duplex Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Voorbedrukt papier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Gekleurd laden Duplex Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Gekleurd" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Menu Universal-instelling Met deze menu-items geeft u de hoogte, de breedte en de invoerrichting op voor het universele papierformaat. De instelling voor het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling voor papierformaat. De instelling staat in de lijst met de andere papierformaatinstellingen en biedt soortgelijke opties, zoals ondersteuning voor dubbelzijdig afdrukken en meerdere pagina's afdrukken op één vel.
Menu-item Beschrijving Laden configureren Mailbox Koppelen Koppeling optioneel Toewijzing soort Hiermee geeft u configuratieopties voor uitvoerladen op. Opmerkingen: • Mailbox is de standaardinstelling. • De lade van de boekjesmaker (lade 2) kan niet aan een andere lade worden gekoppeld. In lade 2 worden alle afdrukopdrachten gevouwen. • Elke lade wordt door de instelling Mailbox als afzonderlijke mailbox gebruikt. • Alle beschikbare uitvoerladen worden door de instelling Koppelen gekoppeld.
Menu-item Beschrijving Netwerk Instell.pag. Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de instellingen van de netwerkprinter, zoals informatie over het TCP/IP-adres. Opmerkingen: • Deze selectie is beschikbaar als er meer dan één netwerkoptie is geïnstalleerd. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op afdrukservers. • De pagina wordt afgedrukt zodra dit item is geselecteerd. Draadloze-config.pag.
Menu Instellingen Menu Instellingen Menu-item Beschrijving Hiermee wordt de taal van de tekst op het display ingesteld. Taal op display Nederlands Opmerking: Niet alle talen zijn voor alle printers beschikbaar.
Menu-item Beschrijving Alarmen Alarminstelling Toneralarm Nietjesalarm Perforatoralarm Hiermee wordt een alarm ingesteld dat klinkt wanneer de gebruiker moet ingrijpen. De beschikbare selecties voor elk alarmtype zijn: Uit Eén keer Continu Opmerkingen: • "Eén keer" is de standaardinstelling voor Alarminstelling. Als "Eén keer" is ingesteld, laat de printer drie korte alarmtonen horen. • "Uit" is de standaardinstelling voor Toneralarm, Nietjesalarm en Perforatoralarm.
Menu-item Beschrijving Afdrukherstel Auto doorgaan Uitgeschakeld 5–255 Hiermee krijgt de printer opdracht automatisch door te gaan als bepaalde offlinesituaties niet binnen de opgegeven termijn zijn opgelost. Afdrukherstel Herstel na storing Aan Uit Auto Hiermee geeft u op of de printer vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt. Opmerkingen: • "Uitgeschakeld" is de standaardinstelling. • 5–255 is een tijdbereik in seconden. Opmerkingen: • "Auto" is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Downloadbestemming RAM Flash Schijf Hiermee stelt u de opslaglocatie van geladen bronnen in. Opmerkingen: • "RAM" is de standaardinstelling. • Geladen bronnen die in het flashgeheugen of op de vaste schijf van een printer worden opgeslagen, zijn permanent opgeslagen. De bronnen blijven in het flashgeheugen of op de vaste schijf opgeslagen, ook als de printer wordt uitgezet. • Bronnen die in het RAM worden opgeslagen, zijn tijdelijk opgeslagen.
Finishing Menu (Menu Afwerking) Menu-item Beschrijving Duplex On (Aan) Off (Uit) Hiermee bepaalt u of dubbelzijdig afdrukken is ingesteld als de standaardinstelling voor alle afdruktaken. Opmerkingen: • Off (Uit) is de standaardinstelling. • Als u dubbelzijdig afdrukken wilt instellen, klikt u in de softwaretoepassing op File (Bestand) Print (Afdrukken) en klikt u vervolgens op Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen).
Menu-item Beschrijving Collation (Sorteren) On (Aan) Off (Uit) Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt. Opmerkingen: • Off (Uit) is de standaardinstelling. De pagina's worden niet gesorteerd. • Met de instelling On (Aan) wordt de afdruktaak op volgorde gehouden. • Beide instellingen zorgen ervoor dat de gehele afdruktaak zo vaak wordt afgedrukt als is opgegeven in de menuinstelling Copy (Kopiëren).
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de positie van meerdere paginabeelden in als Multipage Order (N/vel-volgorde) Multipage Print (N/vel afdrukken) wordt gebruikt. Horizontal (Horizontaal) Vertical (Verticaal) Opmerkingen: Reverse Horizontal (Omgekeerd horizontaal) • Horizontal (Horizontaal) is de standaardinstelling. Reverse Vertical (Omgekeerd verticaal) • De positie hangt af van het aantal afbeeldingen en de afdrukstand van de afbeeldingen (staand of liggend).
Menu-item Beschrijving Hole Punch Mode (Perforatiemodus) 2 holes (2 gaten) 3 holes (3 gaten) 4 holes (4 gaten) Hiermee geeft u aan hoeveel gaten moeten worden gemaakt. Opmerkingen: • 3 is de standaardinstelling in de VS. De instelling 3 gaten is alleen beschikbaar voor de finisher voor 3 perforaties. • 4 is de internationale standaardinstelling. De instelling 4 gaten is alleen beschikbaar voor de finisher voor 4 perforaties. • Dit menu is alleen beschikbaar als de finisher is geïnstalleerd.
Menu-item Beschrijving Tonerintensiteit 1–5 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Opmerkingen: • "4" is de standaardinstelling. • Als u een lager cijfer kiest, bespaart u toner. • Als de afdrukmodus is ingesteld op Alleen zwart, verhoogt u met instelling 5 de dichtheid en de intensiteit van de toner voor alle afdruktaken. • Als de afdrukmodus is ingesteld op Kleur, heeft instelling 5 dezelfde effecten als instelling 4.
Menu-item Beschrijving Kleurvoorbeelden sRGB Display sRGB Vivid Display - True Black Levendig Uit - RGB US CMYK Euro CMYK Vivid CMYK Uit - CMYK Hiermee worden voorbeeldpagina's afgedrukt voor elk van de RGB- en CMYKkleurconversietabellen die in de printer worden gebruikt. Opmerkingen: • Als u een instelling selecteert, wordt het voorbeeld afgedrukt. • De voorbeeldpagina's bevatten een reeks gekleurde blokjes met de RGB- of CMYK-combinatie waaruit de kleur van elk afzonderlijk blokje is samengesteld.
Menu-item Beschrijving Aangepaste kleur CMYK-kleurbeeld US CMYK Euro CMYK Vivid CMYK Uit CMYK-tekst US CMYK Euro CMYK Vivid CMYK Uit CMYK-afbeeldingen US CMYK Euro CMYK Vivid CMYK Uit Hiermee kunnen CMYK-kleurconversies worden aangepast. Fine Lines-verbet. Hiermee schakelt u een afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen.
Menu-item Beschrijving Wachttaken verwijd. Vertrouwelijk In wacht Niet hersteld Alle Hiermee verwijdert u vertrouwelijke taken en wachttaken van de vaste schijf van de printer. Opmerkingen: • Als u een instelling selecteert, is dat alleen van invloed op de afdruktaken die zich in de printer bevinden. Bladwijzers, taken op apparaten met USB-flashgeheugen en andere typen wachttaken worden niet beïnvloed.
Menu-item Beschrijving Schijf wissen (beveiligd) Hiermee formatteert u de vaste schijf in de printer. Nee Opmerkingen: Ja • "Nee" is de standaardinstelling. • Als u "Ja" selecteert, kunt u de gegevens op de vaste schijf niet langer herstellen, ook niet via Reverse Engineering. Dit proces neemt maximaal elf uur in beslag. Takenloggegevens Afdrukken Wissen Hiermee drukt u een lijst af met alle opgeslagen takenloggegevens of verwijdert u de informatie van de vaste schijf van de printer.
Menu PDF Menu-item Beschrijving Formaat passend maken Hiermee past u de inhoud van een pagina aan het formaat van het geselecteerde papier aan. Ja Opmerking: "Nee" is de standaardinstelling. Nee Aantekeningen Niet afdrukken Afdrukken Hiermee drukt u aantekeningen in een PDF-bestand af. Opmerking: "Niet afdrukken" is de standaardinstelling. Menu PostScript Menu-item Beschrijving PS-fout afdrukken Aan Uit Hiermee wordt een pagina afgedrukt die de PostScript-fout bevat.
Menu PCL Emul Menu-item Beschrijving Lettertypebron Intern Laadbaar Flash Laadbaar Alle Hiermee stelt u de lettertypeset in die wordt gebruikt in het menu-item Lettertypenaam. Opmerkingen: • "Intern" is de standaardinstelling. De standaardset met lettertypen die in het RAM is geladen, wordt hiermee weergegeven. • Met de instellingen "Flash" en "Schijf" worden alle interne lettertypen weergegeven die in deze optie aanwezig zijn.
Menu-item Beschrijving Instell. PCL-emulatie Pitch 0,08–100 Hiermee stelt u de lettertypepitch in voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd). Opmerkingen: • • • • Instell. PCL-emulatie Afdrukstand Staand Liggend "10" is de standaardinstelling. Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (cpi). Pitch kan worden aangepast in stappen van 0,01 cpi.
Menu-item Beschrijving Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze werkt met printersoftware of Lade-nr. wijzigen toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Waarde U-lader Uit Opmerkingen: Geen • "Uit" is de standaardinstelling. 0–199 • "Geen" is niet beschikbaar als selectie. Dit wordt alleen weergegeven als deze Waarde lade door de PCL 5-interpreter wordt geselecteerd.
Menu-item Beschrijving Regels per inch 0,25–30 Hiermee bepaalt u het aantal regels dat per inch wordt afgedrukt. Opmerkingen: • "6" is de standaardinstelling. • Het aantal regels per inch kan worden verhoogd of verlaagd in stappen van 0,25 inch. Pagina-indeling Afdrukken Gehele pagina Hiermee stelt u het logische en fysieke afdrukbare gebied van de pagina in. Opmerkingen: • "Afdrukken" is de standaardinstelling. De afdrukgegevens worden op dezelfde afstand van de zijde van het papier afgedrukt.
Menu HTML Menu-item Lettertypenaam Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text Menu-item Beschrijving Intl CG Times Hiermee stelt u het standaardlettertype voor HTML-documenten in Intl Courier Opmerking: Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTMLIntl Univers documenten waarin geen lettertype wordt opgegeven.
Menu-item Beschrijving Hiermee geeft u aan of u achtergronden in HTML-documenten wilt afdrukken Achtergronden Niet afdrukken Opmerking: "Afdrukken" is de standaardinstelling. Afdrukken Menu Afbeelding Menu-item Beschrijving Autom. aanpassen Aan Uit Hiermee selecteert u de optimale waarden voor papierformaat, schaling en afdrukstand. Opmerkingen: • "Aan" is de standaardinstelling. • Als "Aan" is ingesteld, worden de instellingen voor schaling en afdrukstand voor sommige afbeeldingen genegeerd.
Menu-item Beschrijving Vervaltijd taak Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Hiermee beperkt u de duur dat een vertrouwelijke taak in de printer blijft staan voordat de taak wordt verwijderd. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Menu Netwerk/poorten Menu TCP/IP Gebruik de volgende menu-items om de TCP/IP-informatie te bekijken of in te stellen. Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar voor netwerkmodellen of printers die zijn aangesloten op afdrukservers.
Menu IPv6 Gebruik de volgende menu-items om de IPv6 (Internet Protocol versie 6)-gegevens te bekijken of in te stellen. Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar voor netwerkmodellen of printers die zijn aangesloten op afdrukservers. Menu-item Beschrijving IPv6 IPv6 inschakelen Ja Nee Hiermee schakelt u IPv6 op de printer in. IPv6 Autom. configuratie Aan Uit Hiermee kunt u de netwerkadapter de door een router automatisch geconfigureerde IPv6-adressen laten accepteren.
Menu's Standaardnetwerk en Netwerk Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • "Aan" is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op "Aan".
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de netwerkinvoerbuffer in. Netwerkbuffer Auto Opmerkingen: 3K tot • "Auto" is de standaardinstelling. • De waarde kan in stappen van 1K worden gewijzigd. • De maximumgrootte die is toegestaan, hangt af van de hoeveelheid geheugen in de printer, de grootte van de andere koppelingsbuffers en of u het menu-item Bronnen opslaan hebt ingesteld op "Aan" of "Uit".
Menu Standaard-USB en USB Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • "Aan" is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet.
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de USB-invoerbuffer in. USB-buffer Uitgeschakeld Opmerkingen: Auto • "Auto" is de standaardinstelling. 3K tot • De instelling "Uitgeschakeld" schakelt de taken in buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. • De instelling van de grootte van de USB-buffer kan in stappen van 1K worden aangepast.
Menu-item Beschrijving ENA-netmasker Hiermee stelt u de netmaskerinformatie in voor een externe afdrukserver die via een USB-kabel op de printer is aangesloten. Opmerking: Dit menu-item is alleen beschikbaar als de printer via de USB-poort is aangesloten op een externe afdrukserver. ENA-gateway Hiermee stelt u de gateway-informatie in voor een externe afdrukserver die via een USB-kabel op de printer is aangesloten.
Menu-item Beschrijving NPA-modus Aan Uit Auto Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol. Opmerkingen: • "Auto" is de standaardinstelling. • Als de instelling "Aan" is, past de printer NPA-verwerking toe. Als de gegevens niet in de NPA-indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd.
Menu-item Beschrijving Taken in buffer Aan Uit Auto Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat ze worden afgedrukt. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Met de instelling "Uit" slaat u geen afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf. • Als "Aan" is ingesteld, worden taken in de buffer op de vaste schijf van de printer opgeslagen.
Menu-item Beschrijving Databits 7 8 Hiermee stelt u in hoeveel databits per transmissieframe worden verzonden. Pariteit Even Oneven Geen Negeren Hiermee selecteert u de pariteit voor seriële in- en uitvoerframes. DSR honoreren Aan Uit Hiermee bepaalt u of de printer al dan niet gebruikmaakt van het DSRsignaal. DSR is een handshaking-signaal dat wordt gebruikt door de meeste seriële kabels. Opmerking: "8" is de standaardinstelling. Opmerking: "Geen" is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Ethernet SNAP Aan Uit Hiermee schakelt u de frametype-instelling voor Ethernet Snap in. Packet Burst Aan Uit Hiermee wordt het netwerkverkeer beperkt door de overdracht en ontvangstbevestiging van meerdere gegevenspakketten van en naar de NetWare-server toe te staan. Opmerking: "Aan" is de standaardinstelling. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Hiermee stelt u de waarde voor de NSQ/GSQ-modus in. NSQ/GSQ-modus Aan Uit Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Menu USB Direct Menu-item Beschrijving Hiermee geeft u aan of de ondersteuning voor de USB Direct-interface op het bedieningspaneel USB Direct Inschakelen is ingeschakeld. Uitschakelen Opmerking: "Inschakelen" is de standaardinstelling. "Inschakelen" moet zijn geselecteerd om rechtstreeks vanaf een apparaat af te drukken dat is aangesloten op de USB Direct-interface. Menu Help Het menu Help bestaat uit een reeks Help-pagina's die in de printer zijn opgeslagen als PDF's.
Printerberichten Lijst met statusberichten en foutmeldingen Menuwijzigingen worden geactiveerd Wacht tot het bericht is verdwenen. PPDS-modus wordt ingeschakeld De PPDS-emulator is geactiveerd. Wacht tot het bericht is verdwenen. Lade vol Verwijder de stapel papier uit de betreffende uitvoerlade om het bericht te wissen. Bezig Wacht tot het bericht is verdwenen. Bezig met kalibreren Wacht tot het bericht is verdwenen. Annuleren niet beschikbaar Wacht tot het bericht is verdwenen.
Sluit klep 1 Druk op totdat Laten zien verschijnt en druk vervolgens op . Er wordt een afbeelding van de klep weergegeven. 2 Sluit de aangegeven klep. Het bericht wordt dan gewist. Sluit klep 1 Druk op totdat Laten zien verschijnt en druk vervolgens op . Er wordt een afbeelding van de geopende klep weergegeven. 2 Sluit de aangegeven klep. Exemplaren Voer het gewenste aantal exemplaren in. PPDS-modus wordt uitgeschakeld De PPDS-emulator is niet meer actief.
Schijfherstel x/y XX% NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Waarschuwing: Zet de printer niet uit wanneer de printer probeert de vaste schijf van de printer te herstellen. Schijfherstel vindt plaats in fasen. Op het display ziet u in hoeverre elke fase is gevorderd. Leeg perforatiebak Leeg de perforatiebak en plaats deze weer terug in de finisher. Wacht tot het bericht is verdwenen.
Plaats perforatiebak Plaats de perforatiebak in de finisher. Wacht tot het bericht is verdwenen. totdat Laten zien wordt weergegeven en druk vervolgens op Opmerking: Druk herhaaldelijk op informatie over het plaatsen van de perforatiebak. voor meer Plaats invoerlade Schuif de aangegeven lade volledig in de printer. Interne systeemfout. Herlaad bladwijzers. 1 Druk op totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op te gaan met afdrukken.
Vul handm. invoer met • Vul de universeellader met de opgegeven papiersoort. totdat Laten zien wordt weergegeven en druk vervolgens op Opmerking: Druk herhaaldelijk op meer informatie over het vullen van de universeellader. • Druk herhaaldelijk op totdat door te gaan met afdrukken. Doorgaan verschijnt en druk vervolgens op voor om het bericht te wissen en Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd.
Geen herkende best.typen Er zijn geen bestanden opgeslagen op het USB-station of de opgeslagen bestanden worden niet ondersteund. Zet de bestanden om naar een van de volgende ondersteunde bestandstypen: .pdf, .gif, .jpeg, .jpg, .bmp, .png, .tiff, .tif, .pcx of .dcx. Spaarstand De printer bespaart energie als deze in de spaarstand staat tussen de afdruktaken in. • Stuur een afdruktaak naar de printer. • Druk op om de printer op te warmen tot de normale bedrijfstemperatuur. Daarna wordt Gereed weergegeven.
Verwijder papier uit standaarduitvoerlade De capaciteitslimiet van de standaarduitvoerlade is bereikt. Verwijder papier uit de standaarduitvoerlade om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Verwijder papier uit uitvoerlade De capaciteitslimiet van de aangegeven uitvoerlade is bereikt. Verwijder papier uit de aangegeven uitvoerlade om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Printer wordt opnieuw ingesteld Wacht tot het bericht is verdwenen.
Nietjes op/onjuist gevuld Plaats de opgegeven nietcassette in de finisher om het bericht te wissen en door te gaan met nieten. Geen nietjes /bijna op Plaats de aangegeven nietcassette in de finisher om het bericht te wissen. Selectie indienen... Wacht tot het bericht is verdwenen. Lade leeg Plaats papier in de lade, zodat het bericht wordt gewist. Lade bijna leeg Plaats papier in de aangegeven lade, zodat het bericht wordt gewist.
• Controleer of het papierformaat correct is ingesteld. Als Formaat U-lader bijvoorbeeld is ingesteld op Universal, dient u ervoor te zorgen dat het papier lang genoeg is voor de gegevens die u wilt afdrukken. • Annuleer de huidige afdruktaak. 34 Verkeerd papierformaat; zie • Plaats het juiste papier of ander speciaal afdrukmateriaal in de betreffende lade. • Druk op totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op taak af te drukken vanuit een andere papierlade.
39 Pagina is te complex om af te drukken • Druk op totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op te gaan met afdrukken. om het bericht te wissen en door • Annuleer de huidige afdruktaak. • Installeer extra printergeheugen. 50 PPDS-lettertypefout • Druk op totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op te gaan met afdrukken. om het bericht te wissen en door • De printer kan een opgevraagd lettertype niet vinden.
54 Netwerk softwarefout • Druk op totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op • Stel de printer opnieuw in door het apparaat uit en weer aan te zetten. • Upgrade (flash) de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver. om door te gaan met afdrukken. 55 Niet-ondersteunde optie in sleuf 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de niet-ondersteunde optionele interfacekaart of interne afdrukserver uit de printersysteemkaart.
3 Verwijder de extra schijven. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 58 Te veel Flash-opties geïnstalleerd 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder het flashgeheugen dat u niet gebruikt. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 58 Te veel invoerladen geplaatst 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
82 Vervang toneroverloopbak De toneroverloopbak is vol. 1 Vervang de toneroverloopbak. totdat Laten zien wordt weergegeven en druk vervolgens op Opmerking: Druk herhaaldelijk op meer informatie over het vervangen van de toneroverloopbak. voor 2 Maak de papierbaan vrij. 82 Toneroverloopbak ontbreekt Plaats de toneroverloopbak. Opmerking: Druk herhaaldelijk op totdat Laten zien wordt weergegeven en druk vervolgens op informatie over het plaatsen van een toneroverloopbak.
Opmerking: Druk op totdat Laten zien wordt weergegeven en druk vervolgens op over het vervangen van de zwarte fotoconductor. voor meer informatie 84 Vervang fc-eenheid Een of enkele kleurenfotoconductor(s) is versleten. Installeer een nieuwe cyaan, magenta en gele fotoconductor. totdat Laten zien wordt weergegeven en druk vervolgens op Opmerking: Druk op over het vervangen van de fotoconductors. voor meer informatie 84 Niet-ondersteunde fc-eenheid Vervang de aangegeven fotoconductor(s).
1565 Emulatiefout; laad emulatieoptie Dit bericht verdwijnt automatisch na 30 seconden. Vervolgens wordt de geladen emulator op de firmwarekaart uitgeschakeld. U kunt dit verhelpen door de juiste emulatorversie te laden vanaf de website van Lexmark op www.lexmark.com.
De printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. Buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en dat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact is getrokken. Let op: trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak alle kabels los van de printer voordat u doorgaat om elektrische schokken te voorkomen. 2 Verwijder het papier uit de papiersteun en de papieruitvoerlade.
De status van supplies controleren Er verschijnt een bericht op het display als er een vervangende supply nodig is of als er onderhoud moet worden gepleegd. De status van supplies op het bedieningspaneel controleren 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Druk op het bedieningspaneel op op totdat Status/Supplies wordt weergegeven. Druk vervolgens . 3 Druk op totdat Supplies weergeven verschijnt en druk vervolgens op .
U moet de betreffende tonercartridge vervangen als 88 Vervang cyaan toner, 88 Vervang magenta toner, 88 Vervang gele toner of 88 Vervang zwarte toner wordt weergegeven.
1 Toneroverloopbak 2 Klep E6 3 Klep E 4 Lensreiniger voor de printkop 5 Nokje van klep E6 1 Haal de nieuwe toneroverloopbak en de accessoires uit de verpakking.
2 Open klep E (de voorklep van de printer). Waarschuwing: Om te voorkomen dat de fotoconductors te lang aan licht worden blootgesteld, dient u de klep niet langer dan tien minuten open te houden. 3 Pak het nokje van klep E6 vast en druk de klep omlaag. 4 Verwijder de oude lensreiniger voor de printkop van klep E en gooi deze vervolgens weg.
5 Verwijder de toneroverloopbak. 6 Sluit de toneroverloopbak af met het plastic deksel. 7 Plaats de toneroverloopbak in de zak voor recycling.
8 Reinig de lenzen van de printkop met de nieuwe lensreiniger voor de printkop. 9 Plaats de nieuwe toneroverloopbak. 10 Plaats de nieuwe lensreiniger voor de printkop in de nokjes van klep E.
11 Sluit klep E6. 12 Sluit klep E. 13 Verwijder al het papier uit de papierbaan van de printer. Ga naar www.lexmark.com/recycling voor meer informatie over het recyclen van de toneroverloopbak. De lenzen van de printkop reinigen Reinig de lenzen van de printkop wanneer u de toneroverloopbak vervangt of wanneer zich problemen met de afdrukkwaliteit voordoen.
1 Toneroverloopbak 2 Klep E6 3 Klep E (voorklep) 4 Lensreiniger voor de printkop 5 Nokje van klep E6 1 Open klep E (de voorklep). Waarschuwing: Om te voorkomen dat de fotoconductors te lang aan licht worden blootgesteld, dient u de klep niet meer dan tien minuten open te houden.
2 Pak het nokje van klep E6 vast en druk de klep omlaag. 3 Verwijder de toneroverloopbak. 4 Zoek de lensreiniger voor de printkop op en verwijder deze van klep E. Opmerking: Als u de toneroverloopbak vervangt, dient u de reiniger voor de printkop te gebruiken die daarbij werd geleverd.
5 Steek het zachte uiteinde van de lensreiniger voor de printkop in de eerste lensopening van de printkop. 6 Duw de lensreiniger voor de printkop helemaal naar de achterkant van de lens en trek de reiniger er vervolgens weer uit. 7 Reinig de drie overige lenzen van de printkop. 8 Plaats de toneroverloopbak.
9 Plaats de lensreiniger voor de printkop in de nokjes van klep E. 10 Sluit klep E6. 11 Sluit klep E.
Een fotoconductor vervangen Vervang de zwarte fotoconductor als 84 Vervang fc-eenheid wordt weergegeven. Vervang de cyaan, magenta en gele fotoconductors als 84 Vervang fc-eenheid wordt weergegeven. 1 Open klep E (de voorklep van de printer). Waarschuwing: Om te voorkomen dat de fotoconductors te lang aan licht worden blootgesteld, dient u de klep niet langer dan tien minuten open te houden. 2 Deblokkeer de grendel door op knop E5 aan de onderzijde van hendel E5 te drukken.
4 Haal de nieuwe fotoconductor uit de verpakking. 5 Lijn het uiteinde van de fotoconductor uit voor het plaatsen. 6 Verwijder de tape van de bovenkant van de fotoconductor.
7 Druk de knop naar voren om de fotoconductor te plaatsen terwijl u het omhulsel verwijdert. 8 Trek de grendel omhoog en druk vervolgens hendel E5 omlaag zodat deze de grendel op zijn plaats houdt. 9 Sluit klep E. Een tonercartridge vervangen Verwijder de betreffende tonercartridge (cyaan, magenta, geel of zwart) als 88 Replace toner (88 Vervang toner) wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de betreffende cartridge is vervangen.
3 Open klep E (de voorklep van de printer). 4 Ontgrendel de betreffende cartridge door deze linksom te draaien totdat de pijlvormige hendel wijst naar het symbool dat aangeeft dat de cartridge ontgrendeld is. 5 Verwijder de cartridge door deze voorzichtig uit de printer te trekken.
6 Breng de pijlvormige hendel op één lijn met het symbool dat aangeeft dat de cartridge ontgrendeld is en schuif de tonercartridge vervolgens volledig in de opening. 7 Vergrendel de cartridge door de pijlvormige hendel van de cartridge rechtsom te draaien totdat deze naar het symbool wijst dat aangeeft dat de cartridge is vergrendeld. 8 Sluit klep E.
De printer verplaatsen Voordat u de printer verplaatst Let op: De printer weegt 91,2 kg, en er zijn minimaal vier mensen of een aangepast mechanisch verplaatsingssysteem nodig om het apparaat veilig te tillen. Gebruik bij het tillen de handgrepen op de zijkanten van de printer, en pas op dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden als u deze neerzet. Koppel alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst.
1 50 mm 2 825 mm 3 418 mm 4 100 mm 5 693 mm De printer vervoeren Als u de printer wilt vervoeren, dient u de originele verpakking te gebruiken of te bellen met de winkel waar u de printer hebt gekocht voor de benodigde verpakkingsmaterialen.
Beheerdersondersteuning Helderheid en contrast van het display aanpassen 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Ready (Gereed) wordt weergegeven. 2 Druk op het bedieningspaneel op . 3 Druk herhaaldelijk op totdat Settings (Instellingen) verschijnt en druk vervolgens op 4 Druk herhaaldelijk op totdat Utilities Menu (Menu Extra) verschijnt en druk vervolgens op . .
4 Druk herhaaldelijk op totdat Menu Instellingen verschijnt en druk vervolgens op 5 Druk herhaaldelijk op totdat Spaarstand verschijnt en druk vervolgens op . . 6 Druk herhaaldelijk op of om het aantal minuten voordat de printer overschakelt naar de spaarstand respectievelijk te verlagen of te verhogen en druk vervolgens op . Het instelbereik ligt tussen de 2 en 240 minuten. Opmerking: De instelling voor de spaarstand kan ook worden aangepast door een PJL-opdracht (Printer Job Language) te geven.
5 Druk herhaaldelijk op en druk vervolgens op totdat . wordt weergegeven naast Enable (Uitschakelen) of Disable (Inschakelen) Opmerking: Selecteer Enable (Inschakelen) als u codering van de vaste schijf wilt inschakelen of Disable (Uitschakelen) om codering van de vaste schijf uit te schakelen. Contents will be lost. Continue? (Alle inhoud gaat verloren. Doorgaan?) wordt weergegeven. 6 Druk herhaaldelijk op totdat Yes (Ja) wordt weergegeven en druk vervolgens op .
Instellingen voor vertrouwelijke (beveiligde) afdruktaken wijzigen U kunt instellingen voor vertrouwelijke afdruktaken wijzigen met de Embedded Web Server. U kunt een waarde opgeven voor het maximumaantal pogingen voor het invoeren van de PIN. Overschrijdt een gebruiker het maximumaantal pogingen voor het invoeren van de juiste PIN, dan worden alle afdruktaken van die gebruiker verwijderd. U kunt een vervaltijd instellen voor vertrouwelijke afdruktaken.
SNMPv3 instellen via de Embedded Web Server gaat als volgt: 1 Open een webbrowser. Typ in de adresbalk het IP-adres van de printer of van de afdrukserver die u wilt beveiligen en hanteer daarbij de volgende indeling: http://ip_adres/. 2 Klik op Configuratie. 3 Klik in Overige instellingen op Netwerk/poorten. 4 Klik op SNMP. SNMPv3-verificatie en -codering kent drie ondersteuningsniveaus: • Geen verificatie en geen codering • Verificatie zonder codering • Verificatie en codering 802.
Een beheerderswachtwoord maken Door een beheerderswachtwoord te maken, kan een systeembeheerder de printerinstellingen door middel van een wachtwoord beveiligen. Zodra er een wachtwoord is gemaakt, moet dit worden ingevoerd als iemand de pagina's Configuration (Configuratie) en Reports (Rapporten) van de Embedded Web Server wil openen. De beveiligingsmodus kan alleen worden geactiveerd als er een beheerderswachtwoord is gemaakt voor de Embedded Web Server. 1 Open een webbrowser.
Problemen oplossen Niet-reagerende printer controleren Als de printer niet reageert, controleer dan het volgende: • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. • Het stopcontact is niet uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker. • De aardlekschakelaar (GFCI) niet is losgesprongen. Druk op de knop voor het opnieuw instellen van de GFCI. U vindt deze boven het netsnoer van de printer.
2 Duw de groene hendel A1 in de normale stand. 3 Sluit klep A. Problemen met afdrukken oplossen Meertalige PDF's worden niet afgedrukt De documenten bevatten lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram. Het dialoogvenster Print (Afdrukken) verschijnt. 3 Selecteer Print as image (Afdrukken als afbeelding). 4 Klik op OK.
Controleer of de papierlade leeg is Vul de lade met papier. Controleer of de juiste printersoftware is geïnstalleerd • Controleer of u de juiste printersoftware gebruikt. • Als u via een USB-poort werkt, dient u Windows Vista, Windows XP, Windows Server 2003 of Windows 2000/98/ Me als besturingssysteem te gebruiken in combinatie met compatibele printersoftware. Controleer of de interne afdrukserver juist is geïnstalleerd en werkt.
Schakel de functie Paginabeveiliging uit. 1 Druk op het bedieningspaneel op . 2 Druk op totdat Instellingen verschijnt en druk vervolgens op 3 Druk op totdat Menu Instellingen verschijnt en druk vervolgens op 4 Druk op totdat Afdrukherstel verschijnt en druk vervolgens op 5 Druk op totdat Paginabeveiliging verschijnt en druk vervolgens op 6 Druk op totdat Uit verschijnt en druk vervolgens op . . . . .
Controleer of de printer over voldoende geheugen beschikt. Voeg extra geheugen toe of installeer een optionele vaste schijf. Er komen onverwachte pagina-einden voor Verhoog de waarde voor Afdruktime-out: 1 Druk op het bedieningspaneel op .
4 Zorg ervoor dat de papierlade goed sluit. 5 Sluit de klep. Stel de printer in op de beginwaarden. Zet de printer uit. Wacht 10 seconden. Zet de printer weer aan. Finisher Als de finisher niet goed werkt, zijn dit mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Controleer of de finisher goed is aangesloten op de printer.
Problemen met de papierinvoer oplossen Papier loopt regelmatig vast Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Controleer het papier. Gebruik het aanbevolen papier en afdrukmateriaal. Raadpleeg het hoofdsstuk over richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal voor meer informatie. Zorg ervoor dat er niet te veel papier in de papierlade ligt Zorg ervoor dat u niet meer papier plaatst dan de maximale stapelhoogte die is aangegeven voor de papierlade of universeellader.
Nadat de papierstoring is verholpen, wordt de vastgelopen pagina niet opnieuw afgedrukt In het menu Instellingen is Herstel na storing uitgeschakeld. Stel Herstel na storing in op Auto of Aan. 1 Druk op .
5 Druk op tot Testpag.'s afdrukkw. verschijnt, en druk vervolgens op . De pagina’s worden opgemaakt. Het bericht Testpagina's afdr.kw. worden afgedrukt wordt weergegeven en vervolgens worden de pagina's afgedrukt. Het bericht blijft zichtbaar op het display tot alle pagina’s zijn afgedrukt. 6 Nadat de testpagina's zijn afgedrukt, drukt u op weergegeven, en vervolgens drukt u op totdat Menu Configuratie afsluiten wordt . lege pagina's De printer heeft misschien onderhoud nodig.
Donkere strepen ABCDE ABCDE ABCDE Mogelijk zijn een of meerdere fotoconductors defect. Vervang de fotoconductor(s) als een van de waarschuwingen 84 Color pc unit life warning (84 Fc-eenheid bijna versleten), 84 84 Black pc unit life warning (Fc-eenheid bijna versleten), 84 Replace color pc units (84 Vervang fc-eenheid ) of 84 Replace black pc unit (84 Vervang fceenheid ) wordt weergegeven.
Licht gekleurde streep, witte streep of streep met de verkeerde kleur Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Reinig de lenzen van de printkop. De lenzen van de printkop zijn wellicht vuil. Mogelijk is een tonercartridge defect. Verwijder de defecte tonercartridge. Zijn de fotoconductors defect? Vervang de fotoconductor(s). Opmerking: De printer heeft vier fotoconductors: cyaan, magenta, geel en zwart.
Controleer de instelling voor papiersoort. Zorg dat de instelling voor papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. Controleer het papier. Gebruik geen papier met een ruw of vezelig oppervlak. Is de toner bijna op? Bestel een nieuwe cartridge als 88 toner bijna op wordt weergegeven. Afdruk is te donker Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Controleer de instellingen voor donkerheid, helderheid en contrast.
Heeft het papier in een vochtige omgeving gelegen en daardoor vocht opgenomen? • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. Controleer het papier. Gebruik geen papier met een ruw of vezelig oppervlak. Controleer de instelling voor papiersoort. Zorg dat de instelling voor papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. Controleer of Kleur besparen is ingesteld op Uit.
Volledig gekleurde pagina's De printer heeft misschien onderhoud nodig. Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning. Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond Mogelijk is een tonercartridge defect. Vervang de tonercartridge. Zijn de fotoconductors versleten of defect? Vervang de fotoconductor(s). Opmerking: De printer heeft vier fotoconductors: cyaan, magenta, geel en zwart.
Tonervlekjes Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Mogelijk is een tonercartridge defect. Vervang de tonercartridge. Is er toner in de papierbaan terechtgekomen? Neem contact op met de klantenservice. Afdrukkwaliteit van transparant is laag Transparanten controleren Gebruik uitsluitend transparanten die door de fabrikant van de printer worden aanbevolen.
Problemen met de kleurkwaliteit oplossen In dit gedeelte wordt antwoord gegeven op een aantal elementaire vragen over kleuren. Verder vindt u hier een beschrijving van de functies in het menu Kwaliteit waarmee u een aantal problemen met kleur kunt verhelpen. Veelgestelde vragen over afdrukken in kleur Wat is het RGB-kleurenschema? Rood, groen en blauw licht kunnen in verschillende hoeveelheden worden gecombineerd tot een breed scala aan kleuren die in de natuur worden aangetroffen.
Mijn kleurentransparanten lijken donker wanneer ze worden geprojecteerd. Is het mogelijk de kleuren beter weer te geven? Dit probleem doet zich doorgaans voor wanneer u transparanten projecteert met een spiegelende overheadprojector. Voor de beste projectiekwaliteit van kleuren worden overheadprojectors voor transparanten aanbevolen. Als alleen een spiegelende projector beschikbaar is, kunt u de kleur transparanter maken door Tonerintensiteit in te stellen op 1, 2 of 3.
Hoe kan een specifieke kleur worden verkregen (bijvoorbeeld voor een bedrijfslogo)? In het printermenu Kwaliteit zijn negen sets met kleurvoorbeelden beschikbaar. Deze zijn ook beschikbaar op de pagina Kleurvoorbeelden van de Embedded Web Server. Als u een willekeurige voorbeeldset selecteert, worden meerdere pagina's met honderden gekleurde blokjes afgedrukt. Afhankelijk van de gekozen tabel bevindt zich bij elk blokje een CMYK- of RGB-combinatie.
U hebt ook de modelnaam en het serienummer van de printer nodig. Deze gegevens vindt u aan de binnenkant van de bovenste voorklep van de printer. U kunt het serienummer ook vinden op de pagina met menu-instellingen. Bel in de Verenigde Staten of Canada (1-800-539-6275). Voor andere landen of regio's bezoekt u de website van Lexmark op www.lexmark.com.
Kennisgevingen Productnaam: Lexmark C930 Apparaattype: 5057 Model(len): 030 Informatie over deze uitgave April 2007 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC., LEVERT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Waarschuwing: hiermee wordt aangegeven dat een handeling kan leiden tot schade aan de hardware of software van het product. Let op: hiermee wordt aangegeven dat een handeling kan leiden tot lichamelijk letsel. Let op: hiermee wordt aangegeven dat u het gemarkeerde gedeelte niet moet aanraken. Let op: hiermee wordt aangegeven dat een bepaald gedeelte heet kan worden. Let op: hiermee wordt aangegeven dat u een schok kunt krijgen. Let op: hiermee wordt aangegeven dat het apparaat kan omvallen.
L'installateur de cet équipement radio doit veiller à ce que l'antenne soit implantée et dirigée de manière à n'émettre aucun champ HF dépassant les limites fixées pour l'ensemble de la population par Santé Canada. Reportez-vous au Code de sécurité 6 que vous pouvez consulter sur le site Web de Santé Canada www.hc-sc.gc.ca/rpb. Le terme « IC » précédant le numéro de d'accréditation/inscription signifie simplement que le produit est conforme aux spécifications techniques d'Industry Canada.
Latviski Ar šo Lexmark International, Inc. deklarē, ka šis izstrādājums atbilst Direktīvas 1999/5/EK būtiskajām prasībām un citiem ar to saistītajiem noteikumiem. Lietuvių Šiuo Lexmark International, Inc. deklaruoja, kad šis produktas atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/EB direktyvos nuostatas. Malti Bil-preżenti, Lexmark International, Inc., jiddikjara li dan il-prodott huwa konformi mal-ħtiġijiet essenzjali u ma dispożizzjonijiet oħrajn relevanti li jinsabu fid-Direttiva 1999/5/KE.
AEEA-richtlijn (Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling.
Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer 800 W gemaakt met het product. Kopiëren Er worden papieren kopieën van papieren originelen NVT gemaakt met het product. Scannen Er worden papieren originelen gescand met het product. NVT Gereed Het product wacht op een afdruktaak. 200 W Energiebesparing De spaarstand van het product is geactiveerd.
Index Cijfers 1565 Emulatiefout; laad emulatieoptie 128 200–285.yy Papier vast 127 289 Nietfout 127 31 cartridge ontbreekt/is defect 121 32 Vervang niet-ondersteunde cartridge 121 34 Onjuist papierformaat. Controleer 122 34 Onjuiste papiersoort. Controleer 121 35 Onvoldoende geheugen voor ondersteuning van functie voor bronnenopslag 122 37 Onvold.
licht gekleurde streep, witte streep of streep met de verkeerde kleur 164 lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond 167 onregelmatigheden in afdruk 164 onvolledige afbeeldingen 162 scheve afdruk 166 tekens hebben gekartelde randen 162 testpagina’s voor afdrukkwaliteit 161 toner laat los 167 tonervlekjes 168 verschillen in afdrukdichtheid 168 volledig gekleurde pagina's 167 afdruktaak annuleren via bureaublad Windows 53 annuleren via een Macintoshcomputer met Mac OS 9 53 annuleren via een Macintoshcom
problemen oplossen 159 geluidsniveaus 176 Gereed 119 gereserveerde afdruktaken 47 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 49 afdrukken via Windows 48 H helderheid aanpassen 148 Help, menu 113 herhaalde afdruktaken 47 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 49 afdrukken via Windows 48 HTML, menu 100 I inschakelen menu's op bedieningspaneel 148 installeren, printersoftware 47 instellen papierformaat 24 papiersoort 24 TCP/IP-adres 102 universeel papierformaat 24 Instellingen, menu 82 interne afdrukserver installer
kringlooppapier 36 ongeschikt 36 selecteren 36 soort instellen 24 Statement 28 universeel formaat instellen 24 universeel papierformaat 79 voorbedrukte formulieren 36 Papier plaatsen, menu 77 Papierafdrukstand is mogelijk niet juist.
Fabrieksinstellingen worden hersteld 120 Flash defragmenteren 115 Flash formatteren 116 Flash programmeren 119 Fout lezen USB-station 116 Geef PIN voor vergrnd. 116 Geen herkende best.typen 119 Geen nietjes /bijna op 121 Geen taken om te annuleren 118 Geen wachttaken 118 Gereed 119 Interne systeemfout, laad beveiligingscertificaten 117 Interne systeemfout. Herlaad bladwijzers.
problemen oplossen, papierinvoer bericht blijft staan nadat storing is verholpen 160 problemen oplossen, printeropties finisher 159 flashgeheugenkaart 159 geheugenkaart 159 interne afdrukserver 159 laders 158 optie functioneert niet 158 USB-/parallelle interfacekaart 159 vaste schijf met adapter 159 R Rapporten, menu 80 recycling Lexmark-producten 145 WEEE-verklaring 177 reinigen buitenkant van de printer 129 lenzen van de printkop 131, 136 richtlijnen briefhoofdpapier 37 enveloppen 39 etiketten 39 karton