C950 Gebruikershandleiding Juni 2011 Machinetype(n): 5058 Model(len): 030 www.lexmark.
Inhoudsopgave Informatie over veiligheid..........................................................................12 Omgaan met de printer..............................................................................14 Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer!..................................................................................14 Informatie over de printer......................................................................................................................
Kabels aansluiten.....................................................................................................................................48 Printerconfiguratie controleren..............................................................................................................49 Pagina met menu-instellingen afdrukken.........................................................................................................50 Netwerkconfiguratiepagina afdrukken .................................
Een aangepaste naam maken voor een papiersoort ........................................................................................80 Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen ...................................................................................................80 Aangepaste naam configureren........................................................................................................................80 Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal............................
Printermenu's..........................................................................................103 Menuoverzicht......................................................................................................................................103 Supplies, menu......................................................................................................................................104 Papiermenu............................................................................................
Finishing (Afwerking), menu ...........................................................................................................................149 Kwaliteit (menu) .............................................................................................................................................152 Menu Extra .....................................................................................................................................................155 Menu XPS.......................
De printer verplaatsen naar een andere locatie.............................................................................................198 De printer vervoeren ......................................................................................................................................198 Beheerdersondersteuning........................................................................199 Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven............................................
Fout lezen USB-station. Verwijder USB...........................................................................................................227 Fout bij lezen USB-hub. Verwijder hub...........................................................................................................227 Plaats nietcassette ..........................................................................................................................................228 Plaats perforatiebak..................................
55 Niet-ondersteunde optie in sleuf [x]..........................................................................................................235 56 Parallelle poort [x] uitgeschakeld ..............................................................................................................235 56 Seriële poort [x] uitgeschakeld ..................................................................................................................235 56 Standaard USB-poort uitgeschakeld .....................
Problemen met lade voor 2000 vel.................................................................................................................247 Geheugenkaart ...............................................................................................................................................247 Kan flashgeheugenkaart niet vinden ..............................................................................................................247 Kan vaste schijf van de printer niet vinden..........
Energieverbruik.....................................................................................................................................270 Index........................................................................................................
Informatie over veiligheid Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Dit product maakt gebruik van een aardlekschakelaar. Het wordt aanbevolen de aardlekschakelaar maandelijks te controleren. Dit product maakt gebruik van een afdrukproces waarbij het afdrukmateriaal wordt verhit. Door de hitte kan het afdrukmateriaal bepaalde stoffen afgeven.
LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten, zoals een meubelstuk en een muur. Als een van deze dingen gebeurt, is er een kans op brand of elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op dergelijke problemen.
Omgaan met de printer Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer! We hebben ons best gedaan om er zeker van te zijn dat hij aan uw verwachtingen zal voldoen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gebruiken, kunt u de installatiematerialen van de printer gebruiken en de Gebruikershandleiding doornemen om de zien hoe u de elementaire taken uitvoert. Om de printer optimaal te laten functioneren, leest u de Gebruikershandleiding zorgvuldig door en kijkt u op onze website voor de nieuwste updates.
Gewenste informatie Locatie Hulp bij het gebruik van de printersoftware Hulp voor Windows of Mac: open een printersoftwareprogramma of –toepassing en klik vervolgens op Help. Klik op ? om contextgevoelige informatie weer te geven. Opmerkingen: • De Help wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • De printersoftware bevindt zich in de map van het printerprogramma of op het bureaublad, afhankelijk van uw besturingssysteem.
• Laat de volgende aanbevolen hoeveelheid ruimte vrij rondom de printer voor een goede ventilatie: 5 1 4 3 1 Rechterkant 307,34 mm (12,1 inch) 2 Voorkant 444,5 mm (17,5 inch) 3 Linkerkant 374,65 mm (14,75 inch) 4 Achterkant 100 mm (3,9 inch) 5 Bovenkant 152,4 mm (6 inch) 2 Omgaan met de printer 16
Printerconfiguraties Basismodel 1 2 3 4 5 6 1 Bedieningspaneel van de printer 2 Uitvoerlade 2 Opmerking: Uitvoerlade 2 kan in elke configuratie worden gebruikt, behalve als er een finisher is geïnstalleerd.
Geconfigureerde modellen U kunt de basisprinter aanpassen door optionele laden toe te voegen. Er kunnen ook een hoge-capaciteitslader voor 2000 vel en een finisherlade worden toegevoegd.
Volledig geconfigureerd model 1 2 1 Finisherlade De finisherlade kan een van de volgende zijn: • Standaardfinisher (perforeren/nieten) • Finisher voor boekjes (perforeren/nieten/boekje) 2 Hoge-capaciteitslader voor 2000 vel LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 2 1 3 1@! 2 ABC 3 DEF 4 GHI 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV 9 WXYZ 0 4 # 5 7 Optie 6 Naar 1 Display Opties voor afdrukken en status- en foutberichten weergeven. 2 Startpagina Naar het beginscherm navigeren. 3 Toetsenblok Nummers, letters of symbolen invoeren. 4 Slaapknop Hiermee kunt u de slaapstand of sluimerstand activeren. • Als u kort drukt, wordt de slaapstand geactiveerd. • Als u lang drukt, wordt de sluimerstand geactiveerd.
Informatie over het beginscherm Informatie over het beginscherm Als de printer wordt ingeschakeld, wordt op het display een basisscherm weergegeven. Dit wordt het beginscherm genoemd. U kunt met de knoppen en pictogrammen op het startscherm een actie starten. Opmerking: Het startscherm, de pictogrammen en knoppen kunnen verschillen afhankelijk van de aanpassingen voor het startscherm, beheerdersinstellingen en actieve geïntegreerde oplossingen. 1 2 3 4 123.123.123.
Raak 7 Tot Status/supplies • Hiermee wordt een waarschuwing of foutbericht weergegeven als er een handeling moet worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de printer kan doorgaan met verwerken. • Ga naar het berichtenscherm voor meer informatie over het bericht en de manier waarop u het kunt wissen. 8 Tips De contextgevoelige Help-informatie op het aanraakscherm openen. Het volgende kan ook op het startscherm wordt weergegeven: Raak Tot Wachttaken zoeken Huidige wachttaken doorzoeken.
Voorbeeld van aanraakscherm 2 1 9 10 8 7 3 4 6 5 Knop Functie 1 Pijl omhoog Omhoog bladeren. 2 Map verwijderen Het geselecteerde bestand verwijderen. 3 Pijl naar links Naar links bladeren. 4 Pijl naar rechts Naar rechts bladeren. 5 Oplopend naar rechts bladeren In oplopende volgorde naar een andere waarde bladeren. 6 Aflopend naar links bladeren In aflopende volgorde naar een andere waarde bladeren. 7 pijl omlaag Omlaag bladeren.
Knop Functie 8 Accepteren Een instelling opslaan. 9 Annuleren 10 Terug • Een actie of een selectie annuleren. • Een scherm annuleren en naar het vorige scherm terugkeren. Naar het vorige scherm navigeren.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken Opmerkingen: • Het beginscherm, de pictogrammen en de knoppen op uw apparaat kunnen er anders uitzien, afhankelijk van de aangepaste beginscherminstellingen, beheerdersinstellingen en actieve ingesloten toepassingen. Sommige opties zijn alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen. • Het kan zijn dat er andere oplossingen en toepassingen verkrijgbaar zijn. Ga voor meer informatie naar www.lexmark.com. Of neem contact op met uw verkooppunt.
Toepassingen in het beginscherm activeren Op uw printer zijn bij levering al beginschermtoepassingen geïnstalleerd. Voordat u deze toepassingen kunt gebruiken, moet u ze activeren en instellen met behulp van de Embedded Web Server. Voor meer informatie over het gebruik van de Embedded Web Server raadpleegt u “De Embedded Web Server openen” op pagina 25. Ga voor meer informatie over de configuratie en het gebruik van de toepassingen in het beginscherm naar de website van Lexmark op http://support.lexmark.
Informatie over Eco‑instellingen Pictogram Beschrijving Met de toepassing kunt u eenvoudig instellingen voor energieverbruik, lawaai, toner- en papierverbruik beheren om de invloed van uw printer op het milieu te beperken. Informatie over Showroom Pictogram Beschrijving Met de toepassing kunt u een aangepaste diavoorstelling maken en weergeven op het aanraakscherm van uw printer. U kunt afbeeldingen van een flashstation of via de Embedded Web Server van de printer laden.
Een configuratie exporteren of importeren U kunt configuratie-instellingen naar een tekstbestand exporteren en dit bestand vervolgens importeren om de instellingen toe te passen op andere printers. Een configuratie exporteren naar een tekstbestand 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerking: Zoek het IP-adres van de printer in het beginscherm op het bedieningspaneel. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123.
Extra printer instellen De printer inschakelen 1 Open de voorklep. 2 Druk op de aan/uit-schakelaar van de printer. 3 Sluit de voorklep.
Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer. Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
1 2 3 1 ISP-connector 2 Connectors voor geheugen- en flashgeheugenkaart 3 Geheugenkaartconnectors 4 Duw de systeemkaart terug op zijn plek. Geheugenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen.
3 Open de vergrendelingen van de geheugenkaartconnectoren op de systeemkaart. 4 Breng de uitsparing op de geheugenkaart op één lijn met de ribbel op de connector.
5 Duw de geheugenkaart in de connector totdat deze vastklikt. Flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van elk kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen in de systeemkaart. 2 1 1 Plastic pinnen 2 Metalen pinnen 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Let erop dat de aansluitpunten niet beschadigd raken.
Een Internal Solutions Port installeren De systeemkaart ondersteunt één optionele Lexmark Internal Solutions Port (ISP). Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
4 Gebruik de twee meegeleverde schroeven om de plastic beugel aan de ISP-oplossing te bevestigen. 5 Gebruik de twee meegeleverde schroeven om de ISP-oplossing te bevestigen aan de systeemkaartbehuizing.
6 Sluit de interfacekabel van de ISP-oplossing aan op de aansluiting op de systeemkaart. 7 Gebruik de twee schroeven om de ISP-oplossing stevig aan de systeemkaartbehuizing te bevestigen.
Vaste schijf van printer installeren Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
U installeert de vaste schijf van een printer als volgt op de ISP: a Draai de schroeven los met een schroevendraaier met platte kop. b Verwijder de schroeven waarmee de montagebeugel aan de vaste schijf van de printer is bevestigd en verwijder vervolgens de montagebeugel. c Lijn de afstandbussen van de vaste schijf uit met de openingen in de ISP en druk de vaste schijf omlaag totdat de afstandbussen op de goede plaats zitten.
Het rechtstreeks op de systeemkaart installeren van een vaste schijf van een printer gaat als volgt: a Lijn de afstandbussen van de vaste schijf uit met de openingen in de systeemkaart en druk de vaste schijf omlaag totdat de afstandbussen op de goede plaats zitten.
b Gebruik de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de vaste schijf vast te zetten. c Plaats de plug van de interfacekabel van de vaste schijf in de aansluiting op de systeemkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd.
Vaste schijf van de printer verwijderen Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. Let op—Kans op beschadiging: De elektronische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. 1 Open het toegangspaneel van de systeemkaart.
3 Verwijder de schroeven terwijl u de vaste schijf van de printer op de plaats houdt en verwijder vervolgens de vaste schijf. 4 Leg de vaste schijf van de printer opzij.
Hardwareopties installeren Volgorde van installatie LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit. Gebruik een printerstandaard of printerstelling als u gebruik maakt van een invoerlade met hoge capaciteit, een eenheid voor dubbelzijdig afdrukken en een invoeroptie, of meerdere invoeropties. Ook voor een multifunctionele printer (MFP) waarmee u kunt scannen, kopiëren en faxen, hebt u mogelijk extra onderdelen nodig. Zie www.
• Module met tandemlade • Hoge-capaciteitslader LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
1 2 Module met 3 laden 1 Module met 3 laden 2 Hoge-capaciteitslader voor 2000 vel 1 2 Module met tandemlade 1 Module met tandemlade 2 Hoge-capaciteitslader voor 2000 vel Extra printer instellen 47
5 Zet de printer weer aan. 6 Stel de printersoftware zodanig in dat de optionele lade wordt herkend. Zie “Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma” op pagina 51 voor meer informatie. Kabels aansluiten LET OP—KANS OP LETSEL: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Schakel tijdens onweer dit product niet in en sluit geen elektrische kabels of stroomkabels aan, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel. Sluit de printer aan op de computer met een USB-kabel of een Ethernet-kabel.
1 2 3 1 USB-printerpoort 2 USB-poort 3 Ethernet-poort Let op—Kans op beschadiging: Raak tijdens het afdrukken niet de USB-kabel, netwerkadapters of het aangegeven deel van de printer aan. Dit kan leiden tot gegevensverlies of een storing.
Pagina met menu-instellingen afdrukken Blader in het startscherm naar: > Rapporten > Pagina Menu-instellingen Netwerkconfiguratiepagina afdrukken Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk.
3 Selecteer uw product en vervolgens uw besturingssysteem. 4 Download het stuurprogramma en installeer het. Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Voor Windows-gebruikers 1 Open de map Printers: a Klik op of klik op Start en klik op Uitvoeren.
Draadloos afdrukken instellen Opmerking: Een SSID (Service Set Identifier) is een naam die is toegewezen aan een draadloos netwerk. WEP (Wireless Encryption Protocol) en WPA (Wi-Fi Protected Access) zijn beveiligingstypen die in een netwerk worden gebruikt. Benodigde gegevens voor het instellen van een printer op een draadloos netwerk Opmerking: sluit de installatie- of netwerkkabel niet aan totdat dit wordt aangegeven door de installatiesoftware.
1 Sluit het netsnoer aan op de printer en steek de stekker in een geaard stopcontact, schakel de stroom in. Zorg dat de printer en computer helemaal zijn ingeschakeld en klaar voor gebruik. Sluit de USB-kabel niet aan voordat dit wordt aangegeven op het scherm. 2 Plaats de cd Software en documentatie. 3 Klik op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm. 4 Als u wordt gevraagd een verbindingstype te selecteren, selecteert u Draadloze verbinding.
6 Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer. Opmerking: Als de printer eenmaal is geconfigureerd, dan zal de software u de instructie geven de tijdelijke USB-kabel te verwijderen; hierna kunt u draadloos afdrukken. 7 Volg de instructies op het beeldscherm. Opmerking: Raadpleeg de Handleiding netwerken voor meer informatie over andere computers toestaan op het netwerk de draadloze printer te gebruiken.
In Mac OS X versie 10.5 en later Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Netwerk > AirPort Mac OS X 10.4 en eerder Blader in de Finder naar: Programma's > Internetverbinding > AirPort 2 Selecteer vanuit het pop-upmenu Netwerknaam afdrukserver [yyyyyy], waarbij de y'en staan voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres dat u hebt gevonden op het blad met het MAC-adres. 3 Open een webbrowser. 4 Selecteer Toon of Toon alle bladwijzers.
d Klik in het scherm Standaard op Installeer. e Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK. Alle benodigde toepassingen worden op de computer geïnstalleerd. f Klik op Close (Sluit) wanneer de installatie is voltooid. 2 Voeg de printer toe: a Voor afdrukken via IP: In Mac OS X versie 10.5 en later 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen 2 Klik op + en vervolgens op de tab IP. 3 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe. Mac OS X 10.
Voor Windows-gebruikers 1 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. Wacht tot het welkomstvenster wordt weergegeven. Als de cd na een minuut niet wordt gestart, gaat u als volgt te werk: a Klik op of op Start en klik op Uitvoeren. b Typ D:\setup.exe in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren, waarbij D de letter van uw cd- of dvdstation is. c Druk op Enter of klik op OK. 2 Klik op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
Mac OS X 10.5 of hoger 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen 2 Klik op + en vervolgens op de tab IP. 3 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe. Mac OS X 10.4 en eerder 1 Blader in de Finder naar: Programma's > Hulpprogramma's 2 Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer. 3 Klik in de printerlijst op Voeg toe en klik vervolgens op IP-printer. 4 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe.
Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuwe netwerk-ISP (Internal Solutions Port) Wanneer een nieuwe Lexmark ISP (Internal Solutions Port) in de printer wordt geïnstalleerd, moeten de printerconfiguraties worden bijgewerkt op computers die toegang hebben tot de printer omdat de printer een nieuw IP-adres krijgt toegewezen. Alle computers die toegang tot de printer hebben, moeten worden bijgewerkt met dit nieuwe IP-adres.
9 Typ het nieuwe IP-adres in het veld Printernaam of IP-adres. 10 Klik op OK > Sluiten>. Voor Macintosh-gebruikers 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken.
f Kies Lokale AppleTalk-zone in het tweede voorgrondmenu. g Selecteer een printer in de lijst en klik vervolgens op Voeg toe. Serieel afdrukken instellen Bij serieel afdrukken worden gegevens met één bit tegelijk overgedragen. Hoewel serieel afdrukken over het algemeen trager is dan parallel afdrukken, verdient het de voorkeur wanneer er een grote afstand is tussen de printer en de computer of wanneer er een interface met betere overdrachtsnelheid beschikbaar is.
Nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, moet u de seriële parameters instellen voor de COM-poort die is toegewezen aan het printerstuurprogramma. Opmerking: De seriële parameters van de COM-poort moeten exact overeenkomen met de seriële parameters die zijn ingesteld op de printer. a Open Apparaatbeheer. 1 Klik op of klik op Start en dan op Uitvoeren. 2 Typ in het vakje van Start zoeken of Uitvoeren devmgmt.msc. 3 Druk op Enter of klik op OK.
De milieubelasting van uw printer minimaliseren Lexmark streeft naar duurzaamheid en is doorlopend bezig printers zo te ontwikkelen dat de milieubelasting van de printers wordt verminderd. We ontwerpen met het milieu in gedachten en bedenken verpakkingen waarvoor zo min mogelijk grondstoffen nodig zijn en we bieden inzamel- en recyclingprogramma's aan. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.
Vermijd papierstoringen Stel de papiersoort en het formaat correct in om te voorkomen dat het papier vastloopt. Zie “Papierstoringen voorkomen” op pagina 201 voor meer informatie. Afdrukken in zwart-wit Stel de printer in op Alleen zwart om alle tekst en afbeeldingen alleen met de zwarte cartridge af te drukken. Zie “Afdrukken in zwart-wit” op pagina 93 voor meer informatie. Energie besparen Ecomodus gebruiken 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser.
2 Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Stille modus > selecteer een instelling > Verzenden. Optie Functie Uit Standaardinstellingen gebruiken. Deze instelling ondersteunt de prestatiespecificaties voor uw printer. Opmerking: Als u Foto selecteert vanuit het stuurprogramma, wordt de stille modus mogelijk uitgeschakeld en worden de afdrukkwaliteit en de afdruksnelheid verbeterd. Aan Geluid van de printer beperken. • De verwerking van afdruktaken duurt langer.
Sluimerstand gebruiken In de sluimerstand verbruikt de printer bijna geen stroom. Als de sluimerstand van de printer actief is, worden de overige systemen en apparaten op veilige wijze uitgeschakeld. Embedded Web Server gebruiken 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
Recycling Lexmark verzorgt inzamelprogramma’s en vooruitstrevende, duurzame benaderingen van recycling. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.com/environment • Het Lexmark recyclingprogramma op www.lexmark.com/recycling Lexmark producten hergebruiken U retourneert als volgt Lexmark producten voor hergebruik: 1 Bezoek onze website op www.lexmark.com/recycle.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen Papierformaat en papiersoort instellen De instelling Papierformaat wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, behalve de universeellader. Voor de universeellader moet u de instelling Papierformaat handmatig opgeven via het menu Papierformaat. U moet de instelling Papierformaat handmatig opgeven voor alle laden waarin geen normaal papier is geplaatst.
Standaardlade of optionele laden voor 520 vel vullen De printer heeft een standaardlade voor 520 vel (lade 1). Er kunnen nog een of meer optionele laden voor 520 vel zijn. Alle laden voor 520 vel ondersteunen dezelfde papierformaten en -soorten. LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade of lader plaatst om instabiliteit van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden of laders gesloten tot u ze nodig hebt. 1 Trek de lade naar buiten.
2 Druk de breedtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst. 3 Druk de lengtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst. Opmerking: De lengtegeleider heeft een vergrendelingsonderdeel. Schuif de knop op de lengtegeleider omlaag om de geleider te ontgrendelen. Schuif de knop omhoog om de geleider te vergrendelen nadat u een lengte hebt ingesteld.
Opmerkingen: • • • • Plaats de papierstapel met de te bedrukken zijde omlaag als u dubbelzijdig wilt afdrukken. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar voren. Plaats briefhoofdpapier met het briefhoofd naar links. Zorg ervoor dat het papier niet hoger komt dan de maximumstapelhoogte op de rand van de papierlade. Let op—Kans op beschadiging: Plaats niet te veel papier in de lade, want dit kan papierstoringen en mogelijk printerschade veroorzaken. 6 Plaats de lade.
Papier in de optionele laden voor 850 vel en 1150 vel plaatsen De laden voor 850 vel en 1150 vel ondersteunen dezelfde papierformaten en soorten, en moeten op dezelfde manier van papier worden voorzien. LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade of lader plaatst om instabiliteit van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden of laders gesloten tot u ze nodig hebt. 1 Trek de lade naar buiten.
3 Buig de vellen naar voren en achteren om ze van elkaar los te maken. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 4 Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven. Opmerkingen: • • • • Plaats de papierstapel met de te bedrukken zijde omlaag als u dubbelzijdig wilt afdrukken. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar voren. Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog met het briefhoofd naar links.
De hoge-capaciteitslader voor 2000 vel vullen In de lader met hoge capaciteit past 2.000 vel papier van het formaat Letter, A4 en Legal (80 g/m2). 1 Trek de lade naar buiten. 2 Pas de breedtegeleider zo nodig aan.
3 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 4 Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog in de papierlade. Opmerking: Zorg ervoor dat het papier niet hoger komt dan de maximumstapelhoogte op de rand van de papierlade. Als er te veel papier in de lade wordt geplaatst, kan dit papierstoringen en mogelijk schade aan de printer veroorzaken.
Opmerkingen: • Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar voren. • Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog met het briefhoofd naar links. • Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag met het briefhoofd naar rechts voor dubbelzijdig afdrukken. 5 Plaats de lade terug in de printer. De universeellader vullen De universeellader is geschikt voor afdrukmateriaal van diverse formaten en soorten, zoals transparanten, etiketten, karton en enveloppen.
2 Als u papier of speciaal materiaal gebruikt dat langer is dan Letter-papier, trekt u de uitbreiding voorzichtig naar buiten tot deze volledig is uitgetrokken. 3 Buig de vellen papier of speciaal afdrukmateriaal enkele malen om ze los te maken. Vouw of kreuk ze niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. Papier Enveloppen Transparanten Opmerking: raak de afdrukzijde niet aan en zorg dat er geen krassen op komen.
4 Duw op het papiertransportlipje en plaats het papier of speciale materiaal. Schuif het materiaal voorzichtig in de universeellader tot het niet meer verder kan en laat het papiertransportlipje los. Let op—Kans op beschadiging: Als u het papier verwijdert zonder eerst op het papiertransportlipje te drukken, kan het papier vastlopen of kan het papiertransportlipje breken. • Plaats papier en transparanten met de aanbevolen afdrukzijde naar beneden en met de korte zijde eerst.
5 Stel de breedtegeleider bij, zodat hij net tegen de rand van de papierstapel komt. Zorg ervoor dat het papier of het speciale materiaal losjes in de universeellader past, vlak ligt, en niet is omgebogen of gekreukt. 6 Stel via het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort in voor de universeellader (Formaat U-lader en Soort U-lader) op basis van het papier of speciale materiaal dat u hebt ingevoerd.
Uitvoerladen koppelen U kunt uitvoerladen koppelen om één uitvoerbron te maken. De printer gebruikt automatisch de volgende beschikbare lade als uitvoerbron. De standaarduitvoerlade kan worden gevuld met maximaal 550 vel papier van 75g/m². Als u aanvullende uitvoercapaciteit nodig hebt, kunt u andere optionele uitvoerladen aanschaffen. Opmerking: Niet alle uitvoerladen ondersteunen alle papierformaten en -typen.
• het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Menu Papier > Aangepaste soorten > selecteer de aangepaste naam die u wilt instellen > selecteer een papiersoort of speciale materiaalsoort > Verzenden.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Papiereigenschappen De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt. Gewicht De printer kan automatisch papier met een gewicht van 60 tot 220 g/m2 met de vezel in lengterichting invoeren.
Voor papier van 60 tot 135g/m2 wordt papier met vezels in de lengterichting aanbevolen. Voor papier dat zwaarder is dan 135 g/m2 verdient de breedterichting de voorkeur. Glasvezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Dit gehalte aan houtcellulose voorziet het papier van een grote mate van stabiliteit, waardoor er minder invoerproblemen optreden en de afdrukkwaliteit verbetert.
Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor kopieerapparaten. De inkt moet bestand zijn tegen temperaturen van 190°C zonder te smelten of schadelijke stoffen af te geven. Gebruik geen inkten die worden beïnvloed door de hars in de toner. Inktsoorten op basis van water of olie zouden aan deze vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren. Neem in geval van twijfel contact op met uw papierleverancier.
Lexmark keurt bepaalde leveranciers af, maar er is een lijst beschikbaar met vergelijkbare producten voor speciale toepassingen. De volgende richtlijnen voor papierkeuze zullen de invloed van afdrukken op het milieu beperken: 1 Minimaliseer het papierverbruik. 2 Wees kritisch ten aanzien van de herkomst van houtvezel. Koop papier van leveranciers die beschikken over certificeringen als FSC (Forestry Stewardship Council) of PEFC (The Program for the Endorsement of Forest Certification).
Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten In de volgende tabellen vindt u informatie over standaard- en optionele invoerbronnen en de papiersoorten die de laden ondersteunen. Opmerking: als een papierformaat niet in de lijst staat, configureert u een universeel papierformaat. Raadpleeg voor meer informatie de Card Stock & Label Guide (alleen Engelstalig) op de website van Lexmark op http://support.lexmark.
Papierformaat en afmeting Lade voor 520 vel Lader voor 2000 vel U-lader Handmatige papierinvoer Handmatige envelopinvoer Duplex 1 X 2 2 X 2 1 X 2 2 X 2 2 X 2 2 X 2 Folio 216 x 330 mm 1 X 2 2 X 2 Statement 1,5 X 2,5 2,5 X 2,5 2 X 2 2 X 2 X X 2 X X X X 2 X 2 X X X 2 X 2 X X X 2 X 2 X B5-envelop 176 x 250 mm X X X X X X Andere envelop7 76,22 x 76,22 mm tot 296,93 x 427,48 mm X X X X x X A3 297 x 420 mm (11,69 x 16,54 inch) 11x17
Ondersteunde papiergewichten en -soorten Printer De printer ondersteunt papiergewichten van 60-120g/m2. De duplexeenheid ondersteunt papiergewichten van 64– 128g/m2. Opmerking: Etiketten, transparanten, enveloppen en karton worden altijd met een lagere snelheid afgedrukt.
Papiertype Standaarduitvoerlade voor 500 Tweede uitvoerlade Uitvoerlade 1 Uitvoerlade 2 Uitvoerlade 3 vel Kringlooppapier X Glossy Zware glossy Etiketten X X Bankpost X X Envelop X X X Ruwe envelop X X X Briefhoofd X Voorbedrukt papier X Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen X Aangepast [x] X Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 89 X
Ondersteunde afwerkfuncties 4 1 2 3 1 Standaarduitvoerlade finisher 2 Finisherlade 1 3 Finisherlade 2 (boekjesmaker) 4 Papiertransport Opmerkingen: • De afgebeelde finisher is de finisher voor boekjes. Lade 2 is alleen beschikbaar als de finisher voor boekjes is geïnstalleerd. • Alle capaciteit van de papierladen is gebaseerd op papier van 75g/m2. Papiertransport • • • • De papiercapaciteit is 50 vel. Deze lade ondersteunt geen afwerkopties. Enveloppen worden in deze eenheid verwerkt.
Uitvoerlade 1 • De papiercapaciteit is 3.000 vel als de standaardfinisher is geïnstalleerd. • De papiercapaciteit is 1500 vel als de finisher voor boekjes is geïnstalleerd.
Afwerkfuncties van lade 2 Formaat Bi fold (Tweeledig vouwen) Booklet fold (Boekje vouwen) Saddle staple (Rug nieten) A5 X X X Executive X X X X X X X X X Universal X X X Enveloppen (alle formaten) X X X A3 A4 (alleen SEF) Folio JIS B4 B5 (JIS) Legal Letter (alleen SEF) Statement Tabloid SEF: het papier wordt met de korte zijde als eerste geplaatst. De korte zijde van het papier gaat als eerste de printer binnen.
Bezig met afdrukken van De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg “Papierstoringen voorkomen” op pagina 201 en “Papier bewaren” op pagina 85 voor meer informatie. Een document afdrukken Documenten afdrukken 1 Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de papiersoort en het papierformaat in, op basis van het geplaatste papier.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Menu Kwaliteit > Tonerintensiteit. 3 Pas de instelling voor tonerintensiteit aan. 4 Klik op Verzenden. Max. snelheid en Max. rendement gebruiken Met de instellingen voor Max. snelheid en Max.
Afdrukken vanaf een flash-station Afdrukken vanaf een flash-station Opmerkingen: • Wilt u een gecodeerd PDF-bestand afdrukken, voer dan eerst het bestandswachtwoord in via het bedieningspaneel van de printer. • U kunt geen bestanden afdrukken waarvoor u geen afdrukmachtiging hebt. 1 Plaats een flash-station in de USB-poort. Opmerkingen: • De printer negeert het flash-station als u het aansluit terwijl de printer een probleem heeft, zoals een storing.
2 Raak op het bedieningspaneel van de printer het document aan dat u wilt afdrukken. 3 Raak de pijlen aan om het aantal kopieën dat u wilt maken te verhogen en raak Afdrukken aan. Opmerkingen: • Verwijder het flash-station pas uit de USB-poort wanneer het document is afgedrukt. • Als u het flash-station in de printer laat nadat u het beginscherm van het menu USB hebt verlaten, kunt u nog steeds bestanden als wachttaken vanaf het flash-station afdrukken.
Afdrukken op speciale media Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier • • • • Gebruik briefhoofdpapier dat speciaal is ontworpen voor laser- of LED-printers. Maak eerst enkele proefafdrukken op het briefhoofdpapier voordat u grote hoeveelheden ervan aanschaft. Waaier de vellen uit voordat u het briefhoofdpapier plaatst zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk dat u de juiste afdrukstand instelt.
Tips voor het afdrukken op enveloppen Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft. • Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laser- of LED-printers. Informeer bij de fabrikant of de leverancier of de enveloppen bestand zijn tegen temperaturen tot 220°C zonder dat ze sluiten, kreukelen, buitensporig krullen of schadelijke stoffen afgeven.
• Gebruik geen etiketten met glad rugmateriaal. • Gebruik geen etiketvellen waarop etiketten ontbreken. Etiketten van onvolledige vellen kunnen losraken tijdens het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor kan de garantie voor de printer en de cartridge vervallen. • Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
Type afdruktaak Beschrijving Vertrouwelijk Met Vertrouwelijk worden afdruktaken vastgehouden op de computer tot u de pincode invoert met het bedieningspaneel. Opmerking: De pincode is ingesteld vanaf de computer. De pincode moet bestaan uit vier cijfers tussen 0 en 9. Gecontroleerd Met Gecontroleerd kunt u één exemplaar van een taak afdrukken terwijl de printer de resterende exemplaren vasthoudt. Zo kunt u controleren of de kwaliteit van het eerste exemplaar naar wens is.
5 Geef de afdruktaak vrij vanaf het beginscherm van de printer.
Voor Macintosh-gebruikers Mac OS X 10.5 of hoger: 1 Kies in het Apple-menu Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen > Open afdrukwachtrij. 2 Selecteer in het printervenster de afdruktaak die u wilt annuleren. 3 Klik op het pictogram Verwijder in de balk met pictogrammen boven aan het venster. Mac OS X 10.4 en lager: 1 Blader in de Finder naar: Ga > Programma's 2 Dubbelklik op Hulpprogramma's > Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 3 Dubbelklik op het pictogram van de printer.
Printermenu's Menuoverzicht Supplies Menu Papier Rapporten &Instellingen Cyaan cartridge Standaardbron Pagina Menu-instellingen Magenta cartridge Papierformaat/-soort Apparaatstatistieken Algemene instellingen Gele cartridge Configuratie U-lader Pag. Netwerkinstell. Flashstation Zwarte cartridge Ander formaat Netwerk Instell.pag.
Supplies, menu Menuoptie Beschrijving Cyaan cartridge Eerste waarschuwing Matig Ongeldig Vervangen Ontbreekt of defect OK Niet-onderst. Hiermee kunt u de status van de cyaan cartridge weergeven Magenta cartridge Eerste waarschuwing Matig Ongeldig Vervangen Ontbreekt of defect OK Niet-onderst. Hiermee kunt u de status van de magenta cartridge weergeven Gele cartridge Eerste waarschuwing Matig Ongeldig Vervangen Ontbreekt of defect OK Niet-onderst.
Menuoptie Beschrijving Magenta fotoconductoreenheid Hiermee kunt u de status van de magenta fotoconductoreenheid weergeven Eerste waarschuwing Matig Vervangen Ontbreekt OK Gele fotoconductoreenheid Eerste waarschuwing Matig Vervangen Ontbreekt OK Hiermee kunt u de status van de gele fotoconductoreenheid weergeven Zwarte fotoconductoreenheid Eerste waarschuwing Matig Vervangen Ontbreekt OK Hiermee kunt u de status van de zwarte fotoconductoreenheid weergeven.
Menuoptie Beschrijving 480K-onderhoudskit Bijna versleten Versleten OK Hiermee kunt u de status van de onderhoudskit weergeven Papiermenu Menu Standaardbron Menuoptie Beschrijving Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken Standaardbron Lade [x] Opmerkingen: Universeellader • Lade 1 (standaardlade) is de standaardinstelling. Handmatige papier• In het menu Papier stelt u Configuratie U‑lader in op Cassette om U‑lader als invoer menu‑instelling weer te geven.
Menuoptie Beschrijving Soort lade [x] Norm.
Menuoptie Beschrijving Soort U-lader Aangepast [x] Norm. papier Karton Transparanten Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Bankpost Envelop Ruwe envelop Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Papier ruw/katoen Hiermee wordt het papiersoort in de universeellader aangegeven Papierformaat handm.
Menuoptie Beschrijving Papiersoort handm. invoer Norm. papier Karton Transparanten Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Papier ruw/katoen Aangepast [x] Hiermee wordt de papiersoort aangegeven die handmatig wordt geplaatst Opmerking: Normaal papier is de standaardinstelling. Envelopformaat handm.
Menu Ander formaat Menuoptie Beschrijving Hiermee vervangt u een opgegeven papierformaat als het gewenste papierformaat niet beschikbaar is. Ander formaat Alles in lijst Opmerkingen: Uit Statement/A5 • Alles in lijst is de standaardinstelling. Alle beschikbare formaten zijn toegestaan. • De waarde Uit geeft aan dat geen andere formaten zijn toegestaan. Letter/A4 • Als u een ander formaat instelt, wordt de afdruktaak voortgezet zonder dat het bericht Vervang 11 x 17/A3 papier wordt weergegeven.
Menuoptie Beschrijving Struct etiketten Normaal Ruw Glad Hiermee kunt u de relatieve structuur van de geplaatste etiketten opgeven Structuur bankpost Ruw Glad Normaal Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste bankpostpapier opgeven Structuur envelop Normaal Ruw Glad Hiermee kunt u de relatieve structuur van de geplaatste enveloppen opgeven Structuur ruwe envelop Ruw Hiermee kunt u de relatieve structuur van de geplaatste enveloppen opgeven Structuur briefhoofd Normaal Ruw Glad Hier
Papiergewicht, menu Menuoptie Beschrijving Gewicht normaal Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste normale papier opgeven Gewicht karton Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste karton opgeven Opmerking: Instellingen worden alleen weergegeven als karton wordt ondersteund. Gewicht transparanten Hiermee kunt u het relatieve gewicht van de geplaatste transparanten opgeven Normaal Zwaar Licht Gewicht kringl.pap.
Menuoptie Beschrijving Gewicht briefhoofd Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste briefhoofdpapier opgeven Gewicht voorbedrukt Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste voorbedrukte papier opgeven Gewicht gekleurd Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste gekleurde papier opgeven Gewicht licht Licht Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste papier opgeven Gewicht zwaar Zwaar Hierm
Menuoptie Beschrijving Kringl.pap. plaatsen Uit Duplex Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Kringlooppapier als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Glossy plaatsen Uit Duplex Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Glossy als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Etiketten laden Uit Duplex Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Etiketten als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Custom Types (Aangepaste soorten), menu Menuoptie Beschrijving Aangepast [x] Papier Karton Briefhoofd Transparanten Glossy Ruw/katoen Etiketten Bankpost Envelop Hiermee koppelt u een papiersoort of een speciale materiaalsoort aan een standaardnaam, zoals Aangepast [x] of een aangepaste naam die door een gebruiker is gemaakt met de Embedded Web Server of MarkVisionTM Professional Opmerkingen: • Papier is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Breedte Staand Hiermee stelt u de breedte van de portretstand (staand) in. 3–48 inch Opmerkingen: 76–1219 mm • 11,69 inch is de standaardinstelling in de VS. Inches kunnen worden verhoogd in stappen van 0,01 inch. • 296,9 mm is de internationale standaardinstelling. Millimeters kunnen worden verhoogd in stappen van 1 mm. • Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale breedte, gebruikt de printer de maximaal toegestane breedte.
Menuoptie Beschrijving Overlooplade Standaardlade Uitvoerlade [x] Hiermee kunt u alternatieve uitvoerlade opgeven, die wordt gebruikt als deze toegewezen lade vol is. Opmerking: Standaardlade is de standaardinstelling. Hiermee selecteert u een uitvoerlade voor elke ondersteunde papiersoort.
Menuoptie Beschrijving Pagina met netwerkin- Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de instellingen van de netwerkprinter, stellingen [x] zoals het TCP/IP-adres. Opmerkingen: • Deze selectie is beschikbaar als er meer dan één netwerkoptie is geïnstalleerd. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op afdrukservers. Profielenlijst Hiermee wordt een lijst van profielen afgedrukt die zijn opgeslagen op deze printer.
Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als Uit is ingesteld, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als de PS-SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat deze worden afgedrukt. Dit menu wordt alleen weergegeven als er een geformatteerde vaste schijf is geïnstalleerd. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden afdruktaken op de vaste schijf van de printer opgeslagen.
Menu Netwerkkaart Dit menu is beschikbaar vanuit het menu Netwerk/poorten: Netwerk/poort > Standaardnetwerk of Netwerk [x] > Standaardnetwerkinstallatie of Netwerk [x] instellen > Netwerkkaart Menuoptie Beschrijving Kaartstatus weergeven Aangesloten Verbinding verbroken Hiermee kunt u de verbindingsstatus van de netwerkkaart bekijken Kaartsnelheid weergeven Hiermee kunt u de snelheid van een actieve netwerkkaart bekijken Netwerkadres weergeven Hiermee kunt u de netwerkadressen bekijken UAA LAA Time-out
Menuoptie Beschrijving Gateway Hiermee kunt u de huidige TCP/IP-gateway bekijken of wijzigen.
Netwerk/poorten > Standaardnetwerk of Netwerk [x] > Standaardnetwerkinstelling of Netwerk [x] instellen > IPv6 Menuoptie Beschrijving IPv6 inschakelen Aan Uit Hiermee schakelt u IPv6 op de printer in. Autom. configuratie Aan Uit Hiermee stelt u in of de netwerkadapter de door een router automatisch geconfigureerde IPv6adressen accepteert.
Menuoptie Beschrijving Netwerkmodus Infrastructuur Ad hoc Hiermee geeft u de netwerkmodus op Opmerkingen: • Ad hoc is de standaardinstelling. Hiermee stelt u de draadloze verbinding rechtstreeks in tussen de printer en een computer. • Met Infrastructuur krijgt de printer toegang tot een netwerk via een toegangspunt. Compatibiliteit 802.11b/g 802.
Menu Standaard-USB Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat deze worden afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden afdruktaken op de vaste schijf van de printer opgeslagen. • Afdruktaken worden alleen automatisch opgeslagen in de buffer als de printer bezig is met de verwerking van gegevens vanaf een andere invoerpoort.
Menuoptie Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PS-emulatie als de PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Uitgebreide status Aan Uit Hiermee schakelt u bidirectionele communicatie via de parallelle interface in. Protocol Fastbytes Standaard Hiermee stelt u een protocol in voor de parallelle poort. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Uit schakelt onderhandeling op de parallelle poort uit. Opmerkingen: • Fastbytes is de standaardinstelling. Deze instelling biedt compatibiliteit met de meeste parallelle poorten en is de aanbevolen instelling.
Menu Serieel [x] Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als de PS-SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Seriële buffer Automatisch 3 KB tot [maximum toegestane grootte] Uitgeschakeld Hiermee stelt u de grootte van de seriële invoerbuffer in. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Met de waarde Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
Menuoptie Beschrijving Baud 9600 19200 38400 57600 115200 138200 172800 230400 345600 1200 2400 4800 Hiermee stelt u in met welke snelheid gegevens via de seriële poort kunnen worden ontvangen. Databits 8 7 Hiermee stelt u in hoeveel databits per transmissieframe worden verzonden. Pariteit Geen Negeren Even Oneven Hiermee selecteert u de pariteit voor seriële in- en uitvoerframes. DSR honoreren Uit Aan Hiermee bepaalt u of de printer al dan niet het DSR-signaal gebruikt.
Menuoptie Beschrijving Antwoordadres Hiermee geeft u het antwoordadres van maximaal 128 tekens op in e-mailberichten die door de printer worden verzonden SSL gebruiken Uitgeschakeld Onderhandelen Vereist Hiermee wordt de printer ingesteld op het gebruik van SSL voor extra veiligheid bij het maken van een verbinding met de SMTP-server Opmerkingen: • Uitgeschakeld is de standaardinstelling. • Wanneer de instelling Onderhandelen wordt gebruikt, bepaalt de SMTP-server of SSL wordt gebruikt.
Security (Beveiliging), menu Menu Diverse beveiligingsinstellingen Menuoptie Beschrijving Beperkt het aantal en tijdsbestek voor mislukte aanmeldingspogingen vanaf het bedieAanmeldingsbeperking ningspaneel van de printer voordat alle gebruikers worden geblokkeerd Mislukte aanmeldingen 1–10 Opmerkingen: Tijdsbestek voor mislukte • Mislukte aanmeldingen geeft het aantal mislukte aanmeldingen aan voordat pogingen gebruikers worden geblokkeerd. 3 pogingen is de standaardfabrieksinstelling.
Menuoptie Beschrijving Vervaltijd herhaalde taak Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Een tijdslimiet instellen voor het bewaren van afdruktaken Vervaltijd taak controleren Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Een tijdslimiet instellen voor het bewaren van afdruktaken met verificatie Vervaltijd gereserveerde taak Een tijdslimiet instellen voor het bewaren van afdruktaken die op een later tijdstip worden afgedrukt Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Handmatig wissen Niet nu starten Nu starten Met Handmatig wissen overschrijft u alle schijfruimte die is gebruikt om gegevens op te slaan van een afdruktaak die is verwerkt (afgedrukt). Bij deze vorm van wissen wordt geen informatie gewist die betrekking heeft op een niet-verwerkte afdruktaak. Opmerkingen: • Niet nu starten is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Log verwijderen Ja Nee Hiermee wordt opgegeven of controlelogbestanden worden verwijderd Opmerking: Ja is de standaardinstelling. Hiermee wordt opgegeven of en hoe de controlelogs worden gemaakt Log configureren Controle inschakelen Opmerkingen: Nee • Met Controle inschakelen wordt bepaald of gebeurtenissen worden geregistreerd in Ja het veilige controlelog en in het externe systeemlog. Nee is de standaardinstelling.
Instellingen, menu Algemene instellingen, menu Menuoptie Beschrijving Taal op display English Francais Deutsch Italiano Espanol Grieks Dansk Norsk Nederlands Svenska Portugees Suomi Russisch Polski Magyar Turkce Tsjechisch Simplified Chinese Traditioneel Chinees Koreaans Japans Hiermee wordt de taal van de tekst op het display ingesteld. Ecomodus Uit Energie Energie/papier Papier Hiermee gebruikt u zo min mogelijk energie, papier of speciaal afdrukmateriaal.
Menuoptie Beschrijving Stille modus Uit Aan Reduceert de hoeveelheid geluid die door de printer wordt voortgebracht. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. Deze instelling ondersteunt de prestatiespecificaties voor uw printer. • Met Aan configureert u de printer zodanig dat deze zo weinig mogelijk geluid produceert. deze instelling is het meest geschikt voor het afdrukken van tekst en afbeeldingen met lijnen. • Schakel de Stille modus uit om kleurrijke documenten optimaal te kunnen afdrukken.
Menuoptie Beschrijving Toetsenbord Type toetsenbord English Francais Francais Canadien Deutsch Italiano Espanol Grieks Dansk Norsk Nederlands Svenska Suomi Portugees Russisch Polski Zwitsers-Duits Zwitsers-Frans Koreaans Magyar Turkce Tsjechisch Simplified Chinese Traditioneel Chinees Japans Aangepaste toetsenbord 1 Aangepaste toets 2 Hiermee geeft u een taal op voor het toetsenbord op het bedieningspaneel van de printer. Papierformaten V.S.
Menuoptie Beschrijving Weergegeven informatie Linkerkant Rechterkant Aangepaste tekst [x] [x] toner Hiermee kunt u opgeven wat in de rechter- en linkerhoek boven in het beginscherm wordt weergegeven.
Menuoptie Beschrijving Datumindeling MM‑DD‑JJJJ DD‑MM‑JJJJ JJJJ‑MM‑DD Hier kunt u de datumnotatie voor de printer opgeven Tijdsindeling 12-uurs klok 24-uurs klok Hiermee kunt u de indeling voor de printertijd opgeven Helderheid van scherm 20–100 Hiermee geeft u de helderheid van het display van het printerbedieningspaneel op Uitvoerverlichting Modus Normaal/stand-by Gedimd Helder Uit Stelt de hoeveelheid licht in voor de optionele uitvoerlade Opmerking: 12 uur is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Alarmen Alarminstelling Cartridge-alarm Nietjesalarm Perforatoralarm Hiermee wordt een alarm ingesteld dat klinkt wanneer de gebruiker moet ingrijpen De beschikbare selecties voor elk alarmtype zijn: Uit Eén keer Continu Opmerkingen: • Eén is de standaardinstelling voor Alarminstelling en Cartridge-alarm. Als Eén keer is ingesteld, laat de printer drie korte alarmtonen horen. • Uit is de standaardinstelling voor Nietjesalarm en Perforatoralarm.
Menuoptie Beschrijving Time-outs Wachttime-out Uitgeschakeld 15-65535 sec. Hiermee wordt ingesteld hoeveel seconden de printer wacht op verdere gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: • 40 seconden is de standaardinstelling. • Wachttime-out is alleen beschikbaar wanneer de printer PostScript-emulatie gebruikt. Deze instelling is niet van invloed op afdruktaken waarvoor PCLemulatie wordt gebruikt. Time-outs Time-out taakwachtstand 5-255 sec.
Menuoptie Beschrijving Slaapknopinstellingen Druk op slaapknop Sleep (Slapen) Sluimerstand Niets doen Hiermee bepaalt u hoe de printer reageert wanneer u op de slaapknop drukt in de stand-bymodus Opmerkingen: Slaapknop ingedrukt houden Niets doen Sleep (Slapen) Sluimerstand • Slapen is de standaardinstelling voor Druk op de slaapknop. • Niets doen is de standaardinstelling voor Houd de slaapknop ingedrukt.
Menuoptie Beschrijving Zijden (Duplex) 1-zijdig 2-zijdig Hiermee bepaalt u of op één zijde of beide zijden van het papier wordt afgedrukt Nieten Uit Automatisch Vorige Dubbel Tweemaal dubbel Voor Hiermee geeft u op of afdrukken moeten worden geniet Perforeren Uit Aan Hiermee geeft u op of afdrukken moeten worden geperforeerd. Perforatiemodus 2 perforaties 3 perforaties 4 perforaties Hiermee bepaalt u het soort perforatie van de afdrukken Opmerking: 1-zijdig is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Rand papierbesparing Geen Effen Hiermee drukt u een rand af rond elk paginabeeld wanneer Papierbesparing wordt gebruikt Indeling papierbesparing Horizontaal Omgekeerd horizon. Omgekeerd verticaal Verticaal Hiermee stelt u de positie van meerdere paginabeelden in als Papierbesparing wordt gebruikt. Scheidingsvellen Geen Tussen exemplaren Tussen taken Tussen pagina's Hiermee stelt u in of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerking: Geen is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Taak in wachtrij Uit Aan Geeft aan dat afdruktaken uit de afdrukwachtrij worden verwijderd als ze niet-beschikbare printeropties of aangepaste instellingen vereisen. Deze afdruktaken worden in een aparte afdrukwachtrij opgeslagen, zodat andere afdruktaken normaal kunnen worden afgedrukt. Wanneer de ontbrekende gegevens en/of opties beschikbaar zijn, worden de opgeslagen taken afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Bronnen opslaan Uit Aan Hiermee stelt u in wat de printer moet doen met geladen bronnen, zoals lettertypen en macro's die zijn opgeslagen in het RAM-geheugen, als de printer een afdruktaak krijgt die meer geheugen vereist dan er beschikbaar is. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. Als Uit is ingesteld, worden downloads bewaard op de printer tot het geheugen nodig is voor andere taken. Downloads worden verwijderd zodat afdruktaken kunnen worden verwerkt.
Menuoptie Beschrijving Hiermee bepaalt u hoe de printer reageert als de vaste schijf van de printer Actie schijf bijna vol bijna vol is Geen Huidig logbestand e-mailen Opmerkingen: Huidig logbestand e‑mailen en verwijderen • Geen is de standaardinstelling. Oudste logbestand e-mailen en verwijderen • De waarde die is opgeven bij Schijf bijna vol bepaalt wanneer deze Huidig logbestand plaatsen actie wordt uitgevoerd.
Menuoptie Beschrijving Duplex inbinden Lange zijde Korte zijde Hiermee definieert u hoe dubbelzijdig afgedrukte pagina's worden ingebonden en wat de afdrukstand is van de achterzijde van de pagina in relatie tot de voorzijde van de pagina. Opmerkingen: • Lange zijde is de standaardinstelling. Voor Inbinden aan lange zijde worden pagina's ingebonden langs de lange zijde van de pagina (linkerrand voor staand, bovenrand voor liggend).
Menuoptie Beschrijving Papierbesparing Uit 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel Hiermee geeft u aan dat meerdere paginabeelden afgedrukt moeten worden op één zijde van een vel papier. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Het geselecteerde aantal is het aantal paginabeelden dat per zijde wordt afgedrukt. Indeling papierbesparing Hiermee stelt u de positie van meerdere paginabeelden in als Papierbesparing wordt gebruikt.
Menuoptie Beschrijving Pagina's verschuiven Geen Tussen exemplaren Tussen taken Pagina's worden op een bepaalde plek verschoven Opmerkingen: • Geen is de standaardinstelling. • Met Tussen exemplaren wordt elk exemplaar van een afdruktaak verschoven als Sorteren staat ingesteld op Aan. Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt elke set afgedrukte pagina's verschoven, zoals alle pagina's 1, alle pagina's 2.
Menuoptie Beschrijving Fine Lines-verbet. Uit Aan Hiermee schakelt u een afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • U kunt deze optie instellen in het programma. Voor Windows-gebruikers: klik op Bestand > Afdrukken en vervolgens op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Menuoptie Beschrijving Kleurvoorbeelden sRGB Display sRGB Vivid Display - Echt zwart Levendig Uit—RGB US CMYK Euro CMYK Vivid CMYK Uit—CMYK Hiermee worden voorbeeldpagina's afgedrukt voor elk van de RGB- en CMYK-kleurconversietabellen die in de printer worden gebruikt. Opmerkingen: • Als u een instelling selecteert, wordt het voorbeeld afgedrukt. • De voorbeeldpagina's bevatten een reeks gekleurde vakjes met de RGB- of CMYK-combinatie waaruit de kleur van elk afzonderlijk blokje is samengesteld.
Menuoptie Beschrijving Aangepaste kleur CMYK-kleurbeeld US CMYK Euro CMYK Vivid CMYK Uit CMYK-tekst US CMYK Euro CMYK Vivid CMYK Uit CMYK-afbeeldingen US CMYK Euro CMYK Vivid CMYK Uit Hiermee kunnen CMYK-kleurconversies worden aangepast. Steunkleur vervangen Hiermee kunnen gebruikers aangepaste steunkleuren maken en opslaan met bijbehorende CMYK-waarden. Opmerkingen: • "US CMYK" is de standaardinstelling in de VS.
Menuoptie Beschrijving Downloads op schijf verwijderen Nu verwijderen Niet verwijderen Verwijdert downloads van de vaste schijf van de printer, met inbegrip van alle taken in de wacht, taken in de buffer en taken in de geparkeerde stand. Opmerkingen: • Met Nu verwijderen wordt het bedieningspaneel van de printer ingesteld zodat dit terugkeert naar het verwijderscherm nadat het verwijderproces is voltooid.
Menu PostScript Menuoptie Beschrijving PS-fout afdrukken Uit Aan Hiermee wordt een pagina afgedrukt die de PostScript-fout bevat. PS-opstartmodus vergrendelen Uit Aan Hiermee kunnen gebruikers het SysStart-bestand uitschakelen Voorkeurslettertype Intern Flash/Schijf Hiermee bepaalt u waar de printer begint met het zoeken naar het gewenste lettertype. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Intern is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Lettertypenaam RO Courier Hiermee wordt een specifiek lettertype weergegeven en waar het is opgeslagen. Symbolenset 10U PC‑8 12U PC‑850 Hiermee wordt de symbolenset voor elke lettertypenaam weergegeven. Opmerking: RO Courier is de standaardinstelling. Met RO Courier wordt de lettertypenaam, lettertype-ID en de opslaglocatie in de printer weergegeven. De afkorting van de naam van de lettertypebron is R voor Intern, F voor Flash, K voor Schijf en D voor Laadbaar.
Menuoptie Beschrijving Instell. PCL-emulatie A4-breedte 198 mm 203 mm Hiermee stelt u de printer in op A4‑papierformaat. Opmerkingen: • 198 mm is de standaardinstelling. • Met de instelling van 203 mm wordt de breedte van de pagina zo ingesteld dat er tachtig 10‑pitch tekens kunnen worden afgedrukt. Instell. PCL-emulatie Automatisch Enter-teken na nieuwe regel Uit Aan Hiermee geeft u op of de printer automatisch een harde return (CR) moet geven na de opdracht om naar een nieuwe regel te gaan (LF).
Menuoptie Beschrijving Lade-nr. wijzigen Standaardinstellingen herstellen Ja Nee Hiermee worden alle invoerlade-instellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Vergroot/verklein Hiermee stelt u het standaardlettertype voor HTML-documenten in 1–400% Opmerkingen: • 100% is de standaardinstelling. • Schaling kan worden vergroot in stappen van 1%. Richting Staand Liggend Hiermee stelt u de afdrukstand voor HTML-documenten in Margegrootte 8–255 mm Hiermee stelt u de paginamarge voor HTML-documenten in Opmerking: Staand is de standaardinstelling. Opmerkingen: • 19 mm is de standaardinstelling.
Menu Brochure-aanpassingen Het menu Brochure-aanpassingen is beschikbaar als er een finisher voor boekjes is geïnstalleerd. Als u brochures afdrukt kunt u verschillende aanpassingen selecteren in dit menu. U opent als volgt het menu Brochure-aanpassingen: 1 Zet de printer uit. 2 Houd en 6 MNO ingedrukt terwijl u de printer aanzet. 3 Laat de knoppen los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven. De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het Menu configuratie wordt weergegeven.
Er zijn Engelse, Franse, Duitse en Spaanse vertalingen opgeslagen op de printer. Andere vertalingen zijn beschikbaar op de website van Lexmark op www.lexmark.com.
De vaste schijf en ander geïnstalleerd geheugen beveiligen Kennisgeving van vluchtigheid De printer bevat verschillende soorten geheugens waarin apparaat- en netwerkinstellingen, informatie uit ingesloten oplossingen en gebruikersgegevens kunnen worden opgeslagen. Deze geheugensoorten, en de gegevens die erin worden opgeslagen, worden hieronder beschreven.
• Verbrijzelen: de vaste schijf fysiek opdelen in kleine metalen stukjes Opmerking: de meeste gegevens kunnen doorgaans elektronisch worden gewist, maar de enige manier waarop u zeker weet dat alle gegevens volledig worden gewist, is het fysiek vernietigen van elk geheugenapparaat waarop mogelijk gegevens zijn opgeslagen. Vluchtig geheugen wissen Er is een voedingsbron nodig om informatie te bewaren in het vluchtige geheugen (RAM-geheugen) van de printer.
Geheugen op de vaste schijf wissen Opmerking: Mogelijk is er geen vaste schijf geïnstalleerd in de printer. Als u Schijf wissen instelt in de printermenu's, kunt u resterende vertrouwelijke informatie die achterblijft na het scannen, afdrukken, kopiëren en faxen verwijderen door veilig bestanden te overschrijven die zijn gemarkeerd voor verwijderen. Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Schakel de printer uit. 2 Houd en 6 ingedrukt terwijl u de printer inschakelt.
3 Klik op Verzenden. Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Schakel de printer uit. 2 Houd en 6 ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Laat de knoppen pas los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven. MNO De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven.
Printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat uw printer optimaal blijft presteren. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken.
2 Schuif de drukhendel naar links om de klep te ontgrendelen. 3 Open de klep. Let op—Kans op beschadiging: Om te voorkomen dat de fotoconductoreenheid te lang aan licht wordt blootgesteld, dient u de klep niet langer dan tien minuten open te laten.
4 Zoek de printkopreinigers. 5 Trek de printkopreinigers voorzichtig naar buiten totdat deze stoppen, en schuif deze weer langzaam terug in positie.
6 Sluit de klep. 7 Schuif de drukhendel naar rechts om de klep te vergrendelen.
8 Sluit de voorklep. De perforatiebak legen 1 Open klep G.
2 Trek de perforatiebak naar buiten. 3 Leeg de bak.
4 Schuif de lege perforatiebak terug in de finisher tot hij niet verdergaat. 5 Sluit klep G. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt. Stel de printersupplies niet bloot aan: • • • • • • direct zonlicht; temperaturen boven 35 °C; hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof.
De status van onderdelen en supplies controleren vanaf een netwerkcomputer Opmerking: De computer moet met hetzelfde netwerk zijn verbonden als de printer. 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerking: Zoek het IP-adres van de printer in het beginscherm op het bedieningspaneel. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123. 2 Klik op Device Status (Apparaatstatus).
Aanbevolen fotoconductoreenheden en artikelnummers Artikelnaam Artikelnummer Fotoconductoreenheid C950X71G • • • • Zwart Cyaan Magenta Geel CMY-fotoconductorkit (cyaan, magenta, geel) C950X73G Opmerking: CMY-fotoconductoreenheden kunnen allemaal tegelijk het eind van de levensduur bereiken. Toneroverloopfles bestellen Bestel een nieuwe toneroverloopfles als 82.xx Toneroverloopfles is bijna vol wordt weergegeven. Vervang de toneroverloopfles als 82.xx Vervang toneroverloopfles wordt weergegeven.
Onderhoudskit Nummer van onderdeel Onderhoudskit 480K 40X7560 Onderdelen en supplies vervangen Een onderhoudskit vervangen 1 Vervang de onderhoudskit. 2 Zet de onderhoudsteller op nul om het bericht 80 Gepland onderhoud [x] te sluiten. Opmerking: Raadpleeg de instructiedocumenten bij de onderhoudskit voor meer informatie over het vervangen van de onderhoudskit en het resetten van de onderhoudsteller. Een fotoconductoreenheid vervangen 1 Open de voorklep.
3 Laat de klep zakken. Let op—Kans op beschadiging: Om te voorkomen dat de fotoconductoreenheid te lang aan licht wordt blootgesteld, dient u de klep niet langer dan tien minuten open te laten. 4 Pak de hendel van de fotoconductoreenheid vast en trek de eenheid uit de printer. 5 Haal de nieuwe fotoconductoreenheid uit de verpakking.
6 Lijn het uiteinde van de fotoconductoreenheid uit voor het plaatsen. 7 Verwijder de tape van de bovenkant van de fotoconductoreenheid.
8 Druk het lipje naar voren om de fotoconductoreenheid te plaatsen. 9 Druk op de fotoconductoreenheid tot deze vastklikt.
10 Trek de printkopreinigers voorzichtig naar buiten totdat deze stoppen, en schuif deze weer langzaam terug in positie. 3x 3x 3x 11 Sluit de klep.
12 Draai de drukhendel rechtsom om de klep te vergrendelen. 13 Sluit de voorklep. Een tonercartridge vervangen 1 Open de voorklep.
2 Plaats uw hand onder de inkeping van de tonercartridge en til de tonercartridge iets op. 3 Trek de tonercartridge naar buiten.
4 Haal de vervangende tonercartridge uit de verpakking en schud deze van achter naar voren en van links naar rechts om de toner gelijkmatig te verdelen. 5 Verwijder de rode verpakkingsstrip van de nieuwe cartridge. 6 Plaats de nieuwe cartridge in de printer. 7 Sluit de voorklep.
Overloopfles vervangen 1 Zet de printer uit. 2 Open de voorklep. 3 Verwijder de gebruikte toneroverloopfles. 4 Haal de nieuwe toneroverloopfles uit de verpakking.
5 Duw de nieuwe toneroverloopfles voorzichtig in de printer totdat deze vastklikt. 6 Draai de drukhendel linksom om de klep te openen.
7 Laat de klep zakken. 8 Schuif de printkopreinigers naar buiten.
9 Schuif de printkopreinigers weer op hun plek. 10 Sluit de klep.
11 Draai de drukhendel rechtsom om de klep te vergrendelen. 12 Sluit de voorklep. 13 Zet de printer weer aan.
Een nietcassette vervangen Opmerking: Een bericht op het printerdisplay geeft aan welke nietcassette moet worden vervangen. De nietcassette in de standaardnieteenheid vervangen 1 Open klep G. 2 Pak de hendel van de nietcassettehouder vast en trek de houder naar rechts om deze uit de printer te verwijderen. 3 Trek de nietcassette uit de finisher. Opmerking: Gebruik slechts weinig kracht bij het verwijderen van de nietcassette.
4 Knijp de zijden van de lege nietcassette samen met uw vingers en verwijder de cassette uit de houder. 2 1 1 5 Steek de voorzijde van de nieuwe nietcassette in de houder en duw vervolgens de achterzijde in de houder.
6 Duw de nietcassette in de finisher tot deze vastklikt. 7 Sluit klep G. De nietcassette in de boekjesnieteenheid vervangen Opmerking: Deze taak is alleen van toepassing als er een finisher voor boekjes is geïnstalleerd. 1 Open klep G.
2 Duw de hendels van de nietcassette naar rechts en verwijder de nietcassette-eenheid uit de finisher.
3 Houd de tabs aan beide zijden van de nietcassette vast.
4 Draai de nietcassette voor boekjes een stukje.
5 Til de nietcassette voor boekjes uit de eenheid. 6 Knijp de zijden van de lege nietcassette samen met uw vingers en verwijder de cassette uit de houder. 2 1 1 7 Steek de voorzijde van de nieuwe nietcassette in de houder en duw vervolgens de achterzijde in de houder.
8 Breng de cassette terug in de oorspronkelijke positie en duw voorzichtig tegen de cassette tot deze vastklikt. 9 Breng de eenheid terug in de oorspronkelijke positie. 10 Sluit klep G.
Help bij transport Voordat u de printer verplaatst LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild. LET OP—KANS OP LETSEL: neem de volgende richtlijnen door voor u de printer verplaatst om te voorkomen dat u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt: • Schakel de printer uit met de aan/uit-knop en haal de stekker uit het stopcontact. • Maak alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden algemene ondersteunende beheertaken beschreven die worden uitgevoerd met de Embedded Web Server. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op http://support.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
E-mailmeldingen instellen U kunt instellen dat de printer een e-mailmelding verzendt wanneer supplies op raken of wanneer het papier moet worden vervangen of toegevoegd, of wanneer er papier is vastgelopen. 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
Papierstoringen verhelpen Selecteer papier en speciaal afdrukmateriaal zorgvuldig en plaats het correct om papierstoringen te voorkomen. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit gedeelte worden beschreven. Opmerking: de optie Correctie papierstoring wordt standaard ingesteld op Auto. De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af, tenzij het geheugen om de pagina's op te slaan benodigd is voor andere afdruktaken.
Informatie over storingsnummers en -locaties Als er een storing optreedt, wordt op het display van de printer een bericht weergegeven waarin de locatie van de storing wordt vermeld. Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de locaties kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen. U kunt de papierstoring alleen oplossen door al het vastgelopen papier in de papierbaan te verwijderen. 1 2 3 13 12 11 10 4 5 9 6 7 8 Gebied Gebiednaam Storingsnummer Oplossing 1 Klep F 281 4yy.
Gebied Gebiednaam 9 Lade 5 (invoerlade met hoge capaciteit) Storingsnummer Oplossing 24x Open de lade en verwijder het vastgelopen papier. Open de bovenklep en verwijder het vastgelopen papier. Beweeg de lade voorzichtig naar links tot deze niet meer verdergaat en verwijder het vastgelopen papier. 10 Univer&seellader 250 Verwijder al het papier uit de universeellader en verwijder het vastgelopen papier. 11 Klep B 230 Open klep B en verwijder het vastgelopen papier.
Papier is vastgelopen in de fuser 1 Open klep A door de ontgrendelingshendel op te tillen en de klep omlaag te trekken. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Trek de groene hendel omlaag. 2 1 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak het midden van het verhittingsstation niet aan.
Papier vast onder de fuser 1 Open klep A. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Als u het vastgelopen papier kunt zien onder het verhittingsstation, pakt u het papier stevig vast aan beide zijden en trekt u het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit klep A.
1 Open klep A en vervolgens klep D door de ontgrendelingshendel van elke klep op te tillen en de klep omlaag te trekken. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit klep D en sluit vervolgens klep A.
230 Vastgelopen papier 1 Laat de universeellader zakken en open vervolgens klep B. 1 2 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit klep B. 4 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer. 231 papierstoring 1 Open klep A door de ontgrendelingshendel op te tillen en vervolgens de klep omlaag te trekken.
1 2 2 Trek de groene hendel omlaag. 2 1 Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer.
4 Duw de groene hendel terug. 5 Sluit klep A. 6 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer. 24x papier vast Opmerking: Zorg ervoor dat u alle papierresten verwijdert wanneer u vastgelopen papier verwijdert.
Papier vast in lade 1 1 Open lade 1. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 3 Sluit lade 1. 4 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
Papier is vastgelopen in een van de optionele laden (laden 2 - 4) 1 Controleer klep C, pak het vastgelopen papier stevig vast en trek het er voorzichtig uit. 2 Open de betreffende lade. 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 4 Sluit de lade. 5 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
Papier is vastgelopen in lade 5 (invoerlade met hoge capaciteit) Er is papier vastgelopen in de lade 1 Trek de lade zo ver mogelijk naar buiten. Let op—Kans op beschadiging: Trek de lade niet met te veel kracht naar buiten. U kunt dan met de lade tegen uw knieën komen en geblesseerd raken. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 3 Duw de lade naar binnen tot deze niet verder kan.
Er is papier vastgelopen in de lade-uitvoer 1 Beweeg de lade voorzichtig naar links tot deze niet verdergaat. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 3 Breng de lade voorzichtig terug in de oorspronkelijke positie. 4 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer. Er is papier vastgelopen in de bovenklep 1 Beweeg de lade voorzichtig naar links tot deze niet verdergaat.
2 Open de bovenklep. 1 2 2 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer.
4 Sluit de bovenklep. 5 Breng de lade voorzichtig terug in de oorspronkelijke positie. 6 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer. 250: papierstoring 1 Verwijder eventuele vastgelopen pagina's uit de universeellader. 2 Plaats papier in de universeellader. 3 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
281 papierstoring Papier vast in klep A 1 Open klep A. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Bepaal waar het papier is vastgelopen en verwijder vervolgens het vastgelopen papier: a Als het papier zichtbaar is onder het verhittingsstation, pakt u het aan beide kanten stevig vast en trekt u het naar buiten. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Opmerkingen: • zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. • Als het papier zich in het verhittingsstation bevindt, brengt u de ontgrendelingshendel van het verhittingsstation omlaag en schakelt u deze op de envelopstand in. • Zet de hendel weer in de juiste stand nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd. 4 Lijn het verhittingsstation uit met de handgrepen aan beide kanten ervan en plaats het terug in de printer. 2 2 1 3 Sluit klep A.
3 Sluit klep F. 4 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer. 4yy.xx vastgelopen papier Als u het vastgelopen papier kunt zien in een van de laden van de finisher, pakt u het papier stevig aan beide zijden vast en trekt u het voorzichtig uit de printer. 1 Standaardfinisherlade 2 Finisherlade 1 3 Finisherlade 2 Opmerking: Finisherlade 2 is alleen beschikbaar als de finisher voor boekjes is geïnstalleerd. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
3 Sluit klep H. 4 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer. Papier vast in klep G 1 Open klep G.
Gebied Naam van klep, knop of hendel 3 Knop G3 4 Klep G4 5 Klep G7 6 Knop G8 7 Hendel G9 2 Til de hendel van klep G1 op. 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Verwijder ook alle papierstukjes nadat u het vastgelopen papier in klep G voorzichtig eruit hebt gehaald. 4 Duw klep G2 naar rechts en verwijder vastgelopen papier volledig. Opmerking: Als het papier is vastgelopen in de rollen, draait u knop G3 naar links.
8 Til de binnenklep op. Als het papier is vastgelopen in de rollen, draait u knop G8 naar links en verwijdert u vervolgens het vastgelopen papier. 9 Sluit klep G. 10 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer. Papier vast in klep F (papiertransport) 1 Open klep F. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Opmerking: Als het vastgelopen papier aan de rechterkant moeilijk te verwijderen is, dient u de knop naar links te draaien. 3 Sluit klep F. 4 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer. 455 nietjes vast 1 Open klep G. 2 Open de klep van de nietjeshouder door op de ontgrendelingshendel te drukken. Opmerking: De klep van de nietjeshouder bevindt zich achter de finisher.
3 Druk de ontgrendelingshendel van de nietjeshouder naar beneden en trek de nietjeshouder uit de printer. 4 Til de nietbeschermer aan het metalen nokje omhoog en verwijder alle vastgelopen of losse nietjes. 5 Sluit de nietbeschermer. 6 Druk de nietbeschermer omlaag tot deze vastklikt.
7 Druk de nietjeshouder stevig in het nietapparaat tot de houder vastklikt. 8 Sluit de klep van het nietapparaat. 9 Sluit klep G. 10 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
Problemen oplossen Eenvoudige printerproblemen oplossen Als er algemene printerproblemen zijn of als de printer niet reageert, controleert u het volgende: • • • • • • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. het stopcontact niet is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker; De printer niet is aangesloten op een spanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer. Andere elektrische apparatuur die op het stopcontact is aangesloten, werkt.
Wijzig [papierbron] in [naam aangepaste soort] plaatsen [afdrukstand] Probeer een of meer van de volgende oplossingen • Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken. • Plaats het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de lade, controleer de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier gewijzigd, Doorgaan aan.
Controleer afdrukstand of geleiders [bron] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Schuif de papiergeleiders in de lade in de juiste positie voor het papierformaat in de lade. • Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer de instelling voor papierformaat in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer.
Plaats nietcassette Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats een nietcassette. • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en af te drukken zonder de nietjesfinisher te gebruiken. Plaats perforatiebak Plaats de perforatiebak in de finisher en raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Plaats invoerlade [x] Plaats de aangegeven in de printer.
Vul [bron] met [formaat] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer. • Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit de standaardpapierbron gebruikt.
• Raak Automatisch papier selecteren aan om het papier in de lade te gebruiken. • Annuleer de afdruktaak. Vul handmatige invoer met [papiersoort] [papierformaat] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vul de handmatige invoer met de opgegeven papiersoort. • Raak Vragen bij elke pagina, papier is geplaatst of Niet vragen, papier is geplaatst aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. • Raak Automatisch papier selecteren aan om het papier in de lade te gebruiken.
Verwijder papier uit alle uitvoerladen Verwijder het papier uit alle uitvoerladen. De printer detecteert automatisch dat het papier is verwijderd en gaat door met afdrukken. Raak Continue (Doorgaan) aan als het bericht niet wordt gewist nadat u het papier hebt verwijderd. Verwijder papier uit [gekoppelde ladensetnaam] Verwijder het papier uit de aangegeven lade. De printer stelt automatisch vast dat het papier is verwijderd en gaat door met afdrukken.
Schijf wordt niet ondersteund Er is een niet-ondersteunde schijf geplaatst. Verwijder de niet-ondersteunde schijf en installeer een schijf die wordt ondersteund. 31.xx Cartridge [kleur] ontbreekt of is defect Probeer een of meer van de volgende oplossingen: 1 Verwijder de aangegeven cartridge uit de printer en installeer deze opnieuw. Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het verwijderen van een cartridge. 2 Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.
• Controleer of de papiersoort correct is ingesteld. Als Soort U-lader bijvoorbeeld is ingesteld op Universal, dient u ervoor te zorgen dat het papier groot genoeg is voor de gegevens die u wilt afdrukken. • Annuleer de afdruktaak. 35 Onvoldoende geheugen voor ondersteuning van functie voor bronnenopslag Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om Bronnen opslaan uit te schakelen en door te gaan met afdrukken.
39 Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Annuleer de huidige afdruktaak. • Installeer extra printergeheugen. 40 [kleur] onjuist gevuld, vervang cartridge Vervang de aangegeven cartridge om door te gaan met afdrukken.
54 Softwarefout in standaardnetwerk Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om door te gaan met afdrukken. • Stel de printer opnieuw in door de printer uit en weer in te schakelen. • Upgrade (flash) de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver. 54 Netwerk [x] softwarefout Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan om door te gaan met afdrukken. • Schakel de printer uit en schakel de printer na 10 seconden weer in.
56 Standaard USB-poort uitgeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld. 56 Standaard parallelle poort uitgeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de parallelle poort worden ontvangen.
58 Te veel flashopties geïnstalleerd 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder het flashgeheugen dat u niet gebruikt. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 58 Te veel laden geplaatst 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de extra laden. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan.
80 Vervang papierinvoerrollen in [papierbron], gebruik onderdelen en instructies in het vakje van lade 1 Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan en later vervangen aan om het bericht te negeren en door te gaan met afdrukken. Opmerking: Versleten of defecte papierinvoerrollen kunnen papierstoringen veroorzaken. • Vervang de versleten of defecte papierinvoerrollen en raak Rollen vervangen aan om het bericht te negeren en door te gaan met afdrukken. 82.
84.xx Vervang [kleur] fotoconductor 1 Vervang de fotoconductor aan de hand van de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn meegeleverd. 2 Raak op het bedieningspaneel van de printer Doorgaan aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. 88.xx Cartridge [kleur] leeg 1 Verwijder de aangegeven cartridge. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.
Problemen met de printer oplossen Meertalige PDF-bestanden worden niet afgedrukt De PDF-bestanden bevatten mogelijk lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram > Geavanceerd > Afdrukken als afbeelding > OK > OK. Display op het bedieningspaneel van de printer is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven De zelftest van de printer is mislukt.
CONTROLEER OF DE JUISTE PRINTERSOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD • Controleer of u de juiste printersoftware gebruikt. • Als de printer is aangesloten op uw computer via een USB-poort, controleert u of u werkt met een ondersteund besturingssysteem en compatibele printersoftware. CONTROLEER OF DE INTERNE AFDRUKSERVER CORRECT WERKT • Controleer of de interne afdrukserver juist is geïnstalleerd en of de printer is verbonden met het netwerk.
Afdruktaak duurt langer dan verwacht Probeer een of meer van de volgende oplossingen: VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK. Beperk het aantal lettertypen en -grootten, het aantal afbeeldingen en de complexiteit ervan en het aantal pagina's in de afdruktaak.
GEBRUIK DEZELFDE INSTELLINGEN VOOR PAPIERFORMAAT EN PAPIERSOORT • Druk een pagina met menu-instellingen af en vergelijk de instellingen voor iedere lade. • Pas de instellingen indien nodig aan in het menu Papierformaat/-soort. Opmerking: De standaardlade van 550 vel en de universeellader detecteren het papierformaat niet automatisch. U moet het papierformaat instellen in het menu Papierformaat/-soort. Grote afdruktaken worden niet gesorteerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Als u het IP-adres of de hostnaam van de printer niet weet, kunt u: • deze informatie vinden op het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer of in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • Een pagina met de netwerkconfiguratie of de menu-instellingen afdrukken en de gegevens in het gedeelte TCP/IP zoeken. 2 Klik op Instellingen of Configuratie. 3 Klik op Device Solutions > Solutions (eSF) > tabblad Systeem > Log. 4 Selecteer een toepassingsstatus in het menu Filter.
Een netwerkbestemming werkt niet meer of is ongeldig CONTROLEER OF DE PRINTERVERIFICATIE IS GECONFIGUREERD Als de toepassing is geconfigureerd om de MFP-verificatiereferenties te gebruiken, moeten de instellingen voor printerverificatie worden geconfigureerd met de Embedded Web Server. Raadpleeg de beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server op www.lexmark.com voor meer informatie over het configureren van instellingen voor printerverificatie.
Problemen met accessoires oplossen Optie functioneert niet goed of helemaal niet meer nadat deze is geïnstalleerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen: STEL DE PRINTER IN OP DE BEGINWAARDEN. Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer weer in. CONTROLEER OF DE OPTIE IS VERBONDEN MET DE PRINTER. 1 Schakel de printer uit met de aan-uitschakelaar. 2 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak het netsnoer los van de printer.
CONTROLEER OF DE PAPIERLADE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD. Als de papierlade wel voorkomt op de pagina met menu-instellingen, maar het papier vastloopt rond het punt waar het de lade in- of uitgaat, is de lade mogelijk niet goed geïnstalleerd. Installeer de papierlade opnieuw. Raadpleeg de bij de papierlade geleverde documentatie over de hardware-installatie voor meer informatie of ga naar http://support.lexmark.com om het instructievel voor de papierlade weer te geven.
Internal Solutions Port werkt niet correct Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE VERBINDINGEN VAN DE INTERNAL SOLUTIONS PORT (ISP) Controleer of de ISP goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer. CONTROLEER DE KABEL Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze goed is aangesloten op de ISP.
Problemen met de papierinvoer Papier loopt regelmatig vast Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER HET PAPIER Gebruik het aanbevolen papier of het speciale afdrukmateriaal. Raadpleeg het hoofdsstuk over richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal voor meer informatie.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Neem contact op met onze klantenservice als het probleem door deze suggesties niet wordt opgelost. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen. Printer drukt lege pagina's af Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF U HET VERPAKKINGSMATERIAAL VAN DE TONER- OF INKTCARTRIDGE HEBT VERWIJDERD Verwijder de cartridge en controleer of het verpakkingsmateriaal op de juiste manier is verwijderd. Plaats de cartridge terug.
Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma. Onvolledige afbeeldingen Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS Schuif de breedte- en lengtegeleiders in de juiste positie voor het papier dat in de printer is geplaatst.
CONTROLEER OF DE FOTOCONDUCTOR NIET DEFECT IS Vervang de defecte fotoconductoreenheid. CONTROLEER OF DE TONERCARTRIDGE VOLDOENDE TONER BEVAT Als het bericht 88.xx [kleur] cartridge bijna leeg wordt weergegeven, moet u controleren of de toner gelijkmatig is verdeeld over de tonercartridge. 1 Verwijder de tonercartridge. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.
Onjuiste marges Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS. Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer via het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.
CONTROLEER OF DE OVERDRACHTSMODULE NIET DEFECT IS Vervang de beschadigde overdrachtsmodule. REINIG DE LENZEN VAN DE PRINTKOP. 1 Open de voorklep en vervolgens de binnenklep. 2 Zoek de printkopreinigers. 3 Trek de printkopreiniger voorzichtig naar buiten totdat deze stopt, en schuif deze weer langzaam terug in positie. 4 Reinig de drie overige lenzen van de printkop.
CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR PAPIERSOORT EN PAPIERGEWICHT Zorg dat de papiersoort en het papiergewicht overeenkomen met het papier dat in de lade of de invoer is geplaatst: 1 Controleer de instellingen voor papiersoort en papiergewicht in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. 2 Geef de juiste papiersoort op voordat u de afdruktaak verzendt: • Windows-gebruikers: geef de papiersoort op via Printereigenschappen.
GEBRUIK PAPIER UIT EEN NIEUW PAK. Het papier bevond zich eerder mogelijk in een vochtige omgeving en heeft daardoor vocht opgenomen. Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Controleer of de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade of invoer is geplaatst: • Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier. • Windows-gebruikers moeten deze instellingen controleren via Printereigenschappen. • Voor Macintosh-gebruikers moeten deze instelling controleren via het afdrukdialoogvenster.
3 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water. Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen schoonmaak- of wasmiddelen. Hiermee kunt u de afwerking van de printer beschadigen. 4 Veeg alleen de buitenkant van de printer schoon, inclusief de standaarduitvoerlade. Let op—Kans op beschadiging: Als u de binnenkant van de printer reinigt met een vochtige doek, kunt u de printer beschadigen. 5 Controleer of de papiersteun en standaarduitvoerlade droog zijn voor u een nieuwe afdruktaak start.
Er worden zwarte of witte strepen weergegeven op de transparanten of het papier Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET JUISTE VULPATROON WORDT GEBRUIKT Als het verkeerde vulpatroon wordt gebruikt, selecteert u een ander vulpatroon in de software. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT • Gebruik alleen aanbevolen transparanten. • Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met de papiersoort die in de lade of lader is geplaatst.
Horizontale strepen op afdrukken ABCDE ABCDE ABCDE Probeer een of meer van de volgende oplossingen: SELECTEER EEN ANDERE LADE OF INVOER • Kies Standaardbron in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. • Windows-gebruikers: selecteer de papierbron via Printereigenschappen. • Macintosh-gebruikers: selecteer de papierbron via het afdrukdialoogvenster en de voorgrondmenu's.
CONTROLEER OF DE PAPIERBAAN GEEN TONER BEVAT Neem contact op met de klantenondersteuning. Toner laat los Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR PAPIERSOORT EN PAPIERGEWICHT Zorg dat de papiersoort en het papiergewicht overeenkomen met het papier dat in de lade of de invoer is geplaatst: 1 Controleer de instellingen voor papiersoort en papiergewicht in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de papiersoort is ingesteld op Transparanten: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voordat u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen. • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.
Waarom komt de kleur op de afdruk niet overeen met de kleur op mijn beeldscherm? De kleurconversietabellen in de modus Automatische kleurcorrectie zijn meestal een benadering van de kleuren van een standaardcomputerbeeldscherm. Door technische verschillen tussen printers en beeldschermen zijn er veel kleuren die kunnen worden beïnvloed door verschillen in beeldschermen en lichtomstandigheden.
Kleurconversietabel Instellingen CMGZ • • • • VS CMYK Euro CMYK Levendig CMYK Uit Opmerking: De instelling Aangepaste kleurcorrectie heeft geen zin als de toepassing kleuren niet specificeert met RGB-of CMYK-combinaties. De instelling heeft ook geen invloed als de toepassing of het besturingssysteem de kleuren aanpast.
Kleurspecificatie en object dat moet worden afgedrukt Instelling voor Kleurcorrectie Te gebruiken voorbeeldpagina's CMYK-tekst Automatisch US CMYK of Euro CMYK Handmatig Instelling CMYK-tekst van Aangepaste kleur Automatisch VS CMYK Handmatig Instelling CMYK-afbeelding van Aangepaste kleur Automatisch VS CMYK Handmatig Instelling CMYK-afbeelding van Aangepaste kleur CMYK-afbeelding CMYK-afbeelding Wat zijn gedetailleerde kleurvoorbeelden en hoe krijg ik toegang tot deze voorbeelden? Voor de
SCHAKEL WEBPROXYSERVERS TIJDELIJK UIT Proxyservers kunnen toegang tot bepaalde websites, waaronder de Embedded Web Server, blokkeren of beperken. Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie. Contact opnemen met de klantenondersteuning Als u voor klantenondersteuning belt, moet u het volgende bij de hand hebben: een beschrijving van het probleem, het bericht op de display en een beschrijving van wat u al hebt gedaan om een oplossing te vinden.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark C950 Apparaattype: 5058 Model(len): 030 Informatie over deze editie Juni 2011 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC., LEVERT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Trademarks Lexmark, Lexmark met het diamantlogo, MarkNet en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. PrintCryption is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Mac en het Mac-logo zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. PCL(r) is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Univers Linotype-Hell AG and/or its subsidiaries All other trademarks are the property of their respective owners.
Kennisgeving over gevoeligheid voor statische elektriciteit dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit. Raak eerst het metalen frame van de printer aan, voordat u iets aanraakt in gebieden die met dit symbool zijn gemarkeerd.
Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Uit Het product is aangesloten op een stopcontact, maar het apparaat is uitgeschakeld. 0,35 W De stroomverbruikniveaus in de vorige tabel zijn metingen op basis van tijdgemiddelden. Stroompieken kunnen aanzienlijk hoger zijn dan het gemiddelde. Waarden kunnen gewijzigd worden. Ga naar www.lexmark.com voor de huidige waarden. Spaarstand Dit product werd ontworpen met een energiebesparende modus, genaamd Spaarstand.
Kennisgeving over radiostoring Waarschuwing Dit product voldoet aan de emissievereisten van of EN55022 met betrekking tot limieten klasse A-producten en de immuniteitsvereisten van EN55024. Dit product is niet bedoeld voor gebruik in woonomgevingen. Dit is een klasse A-product. In een thuisomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken, in welk geval de gebruiker mogelijk passende maatregelen moet nemen.
Het CE-teken geeft aan dat een apparaat voldoet aan de veiligheidsvoorschriften. Het product mag worden gebruikt in alle landen van de EU en de Europese Vrijhandelsassociatie, maar mag alleen binnenshuis worden gebruikt. De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550, Verenigde Staten. De erkende vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft., 8 Lechner Ödön fasor, Millennium Tower III, 1095 Budapest HONGARIJE.
Latviski Ar šo Lexmark International, Inc. deklarē, ka šis izstrādājums atbilst Direktīvas 1999/5/EK būtiskajām prasībām un citiem ar to saistītajiem noteikumiem. Lietuvių Šiuo Lexmark International, Inc. deklaruoja, kad šis produktas atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/EB direktyvos nuostatas. Malti Bil-preżenti, Lexmark International, Inc., jiddikjara li dan il-prodott huwa konformi mal-ħtiġijiet essenzjali u ma dispożizzjonijiet oħrajn relevanti li jinsabu fid-Direttiva 1999/5/KE.
2 AFWIJZING EN BEPERKING VAN GARANTIES. LEXMARK EN HAAR LEVERANCIERS LEVEREN DE SOFTWARE IN DE HUIDIGE STAAT EN WIJZEN HIERBIJ, TENZIJ IN DE LICENTIEOVEREENKOMST VAN DEZE SOFTWARE GENOEMD EN VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN, ALLE OVERIGE GARANTIES EN VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT DE SOFTWARE AF, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT GARANTIES EN VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT TITELS, NIET-INBREUKMAKENDHEID, VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, EN AFWEZIGHEID VAN VIRUSSEN.
6 7 8 9 10 11 12 dan een computer U gaat ermee akkoord dat u de Software niet zult Gebruiken, in zijn geheel of gedeeltelijk, op enige manier die effect heeft op het overschrijven, bewerken, weghalen, verbergen, wijzigen of vervagen van de visuele weergave van enig handelsmerk, handelsnaam, imago-uiting of kennisgeving over intellectuele eigendomsrechten die wordt weergeven op enig computerschermen en wordt gegenereerd door of als gevolg van de Software. b Kopiëren.
13 TOEPASSELIJK RECHT. Deze Overeenkomst valt onder de wetten van de Commonwealth of Kentucky in de VS. Regels 14 15 16 17 18 19 ten aanzien van forumkeuze van welk rechtsgebied dan ook worden uitgesloten. De VN-conventie over contracten voor de internationale handel is niet van toepassing. BEPERKTE RECHTEN MET BETREKKING TOT DE OVERHEID VAN DE VERENIGDE STATEN. De Software is uitsluitend voor eigen kosten ontwikkeld.
Index Cijfers 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie 239 201–202: papierstoringen 203 203: papierstoring 205 230: papierstoring 207 231: papierstoring 207 24x papier vast 209 250: papierstoring 215 281: papierstoring 216 31.xx Cartridge [kleur] ontbreekt of is defect 232 32.xx Artikelnummer cartridge [kleur] wordt niet ondersteund door apparaat 232 34 Onjuist papierformaat. Controleer [papierbron] 232 34 Onjuiste papiersoort.
afdrukken, problemen oplossen afdruktaak duurt langer dan verwacht 242 er komen onverwachte paginaeinden voor 243 foutbericht lezen flashstation 240 gekruld papier 254 grote afdruktaken worden niet gesorteerd 243 laden koppelen lukt niet 242 meertalige PDF-bestanden worden niet afgedrukt 240 onjuiste marges 253 papier loopt regelmatig vast 249 taak wordt afgedrukt op verkeerd papier 242 taak wordt afgedrukt vanuit verkeerde lade 242 taken in wacht worden niet afgedrukt 241 taken worden niet afgedrukt 240 va
de Embedded Web Server openen 25 de vaste schijf van de printer wissen 166 directorylijst afdrukken 101 display, bedieningspaneel van de printer 20 helderheid aanpassen 66 displayproblemen oplossen display geeft alleen ruitjes weer 240 display is leeg 240 documenten afdrukken vanuit Windows 93 via Macintosh 93 draadloos netwerk configuratiegegevens 52 installatie, met Macintosh 54 installatie, onder Windows 52 Draadloos, menu 123 draadloze netwerkinstallatie in Windows 52 draadloze printerinstallatie in Mac
installeren, de module met 3 lade 45 installeren, de module met tandemlade 45 installeren, geheugenkaart 32 installeren, hoge-capaciteitslader voor 2000 vel 45 installeren, Internal Solutions Port 36 installeren, printer op een netwerk bedraad netwerk gebruiken 56 installeren, printersoftware 50 toevoegen, opties 51 installeren, vaste schijf van printer 39 instellen, e-mailmeldingen met de Embedded Web Server 200 instellen, papierformaat 68 instellen, papiersoort 68 instellen, printer op een bedraad netwerk
Taakadministratie 148 TCP/IP 121 Universal-instelling 115 Vertrouwelijk afdrukken 133 XPS 156 menu's, diagram 103 milieu-instellingen Eco‑modus 64 helderheid van display aanpassen 66 Slaapstand 65 Sluimerstand 66 Stille modus 64 zuinig omgaan met supplies 63 Module met 1 lade installeren 45 Module met 3 lade installeren 45 module met tandemlade installeren 45 N naam aangepaste papiersoort maken 80 Netwerk [x], menu 118 netwerkconfiguratiepagina afdrukken 50 Netwerkkaart, menu 121 netwerkopties 30 Netwerkra
papierstoringen locaties 202 nummers 202 storingsgebieden opsporen 202 voorkomen 201 papierstoringen verhelpen 201–202: papierstoringen 203 203: papierstoring 205 230: papierstoring 207 231: papierstoring 207 24x papier vast 209 250: papierstoring 215 281: papierstoring 216 455 nietjes vast 222 4yy.
Handinvoer vullen met [aangepaste tekenreeks] 229 Handinvoer vullen met [naam aangepaste soort] 229 Handmatige invoer verwacht [papierformaat].
toner laat los 261 volledig gekleurde pagina's 258 witte strepen op een pagina 259 zwarte strepen op een pagina 259 problemen oplossen, display display geeft alleen ruitjes weer 240 display is leeg 240 problemen oplossen, papierinvoer bericht blijft staan nadat storing is verholpen 249 problemen oplossen, printeropties geheugenkaart 247 Internal Solutions Port 248 interne afdrukserver 248 kan flashgeheugenkaart niet vinden 247 kan vaste schijf van de printer niet vinden 247 lader voor 2000 vel, problemen op
verplaatsen van printer 15, 198 vertrouwelijke afdruktaken 99 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 100 afdrukken via Windows 100 vervangen onderhoudskit 177 vervangen, nietcassette 190 vervangen, supplies nietcassette 190 overloopfles 185 tonercartridge 182 vervangen, tonercartridge 182 Verwijder papier uit [gekoppelde ladensetnaam] 231 Verwijder papier uit alle laden 231 Verwijder papier uit lade [x] 230 Verwijder papier uit uitvoerlade 230 Verwijder verpakkingsmateriaal, controleer [naam gebied] 231 verwi