Operation Manual
145
45
Printerproblemen oplossen
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u met de voorgestelde oplossing het probleem
niet verhelpt.
Probleem Actie
Taak is niet afgedrukt of de
verkeerde tekens zijn afgedrukt.
Controleer of Gereed wordt weergegeven op het bedieningspaneel voordat u
een taak doorgeeft om af te drukken. Druk op
Start (Go) om terug te keren in
de werkstand Gereed.
Controleer of er afdrukmedia is geladen. Druk op Start (Go) om terug te
keren in de werkstand Gereed.
Controleer of de printer de juiste printertaal gebruikt.
Controleer of u het juiste printerstuurprogramma gebruikt.
Controleer of de parallelle, seriële, Ethernet- of USB-kabel goed is
aangesloten aan de achterkant van de printer. Controleer of de juiste kabel
wordt gebruikt. Gebruik een IEEE 1284-compatibele parallelle kabel.
Geadviseerd worden de Lexmark-producten met artikelnummer 1329605 (3
meter) en 1427498 (6 meter). Controleer of een null modemkabel wordt
gebruikt als u serieel RS-232 gebruikt.
Probeer een rechtstreekse verbinding als de printer is verbonden via een
schakelapparaat.
Controleer of het juiste papierformaat is ingesteld met behulp van het
bedieningspaneel, het printerstuurprogramma of in de toepassing.
Controleer of PCL SmartSwitch en PS SmartSwitch zijn ingeschakeld (Aan).
Taak is niet afgedrukt of de
verkeerde tekens zijn afgedrukt
(vervolg).
Als u een afdrukspooler gebruikt, controleer dan of deze niet is blijven steken.
Raadpleeg Netwerkprinterproblemen oplossen als u afdrukt via een
netwerk of op een Macintosh.
Controleer de printerinterface vanuit het INSTELLINGMENU.
Bepaal welke hostinterface wordt gebruikt. Druk een pagina met menu-
instellingen af om te controleren of de interface-instellingen juist zijn. Zie
Pagina met menu-instellingen afdrukken.
Als u een seriële interface gebruikt:
• Controleer of DSR honoreren is ingesteld op Uit.
• Controleer de instellingen voor protocol, baud, pariteit en databits. De
instellingen in de printer en in de hostcomputer moeten overeenkomen.