Operation Manual
150
Afgedrukt materiaal dat met de
post wordt bezorgd bevat
'spook'- of spiegelafbeeldingen
van de tekst op de pagina.
U verzendt als volgt afgedrukt materiaal met de post:
• Gebruik papier van 90 g/m
2
.
• Gebruik bij voorkeur geen ruw papier; kies papier met een zachtheid van
100 tot 150 Sheffield.
• Vouw het papier met de tekst naar buiten.
• Frankeer de enveloppen (eventueel machinaal).
• Leg enveloppen in bakken en lever ze af bij het postkantoor; gooi
enveloppen niet in brievenbussen.
Kwaliteit van afgedrukte
transparanten is onvoldoende.
Controleer of u de door Lexmark aanbevolen transparanten gebruikt. Zie
Transparanten.
Controleer of de transparanten goed zijn geplaatst. Zie Transparanten
laden.
Stel de papiersoort altijd in op Transparant als u transparanten afdrukt. Zie
Papiersoort.
Stel het menu-item Kleurcorrectie in op Levendig. Zie Kleurcorrectie.
Vermijd vingerafdrukken op de transparanten.
Kwaliteit van afgedrukte
afbeeldingen is onvoldoende.
Stel Tonerzwarting in op 4 in het Kleurmenu.
Er is witruimte zichtbaar tussen
kleurenvullingen.
Zet de printer uit en weer aan. De printer kalibreert de photoconductor-
eenheden en het aandrijvingsmechanisme. Dit kan de registratie verbeteren.
Zie Afdruk uitlijnen voor meer informatie.
Kleuren worden niet zo
afgedrukt als verwacht.
Controleer of u voor de afdruktaak de juiste waarden voor de opties
Kleurcorrectie en Afdrukmodus hebt ingesteld. Raadpleeg Kleurmenu voor
meer informatie.
Probleem Actie