C912 Gebruikershandleiding Maart 2003 www.lexmark.
Informatie over deze uitgave Maart 2003 De volgende alinea is niet van toepassing in landen en regio's waar dergelijke bepalingen in strijd zijn met de lokale wetgeving:LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoudsopgave Kennisgevingen ..................................................................................1 Handelsmerken .................................................................................................... 1 Kennisgeving over licentie .................................................................................... 2 Waarschuwingen en veiligheidsadviezen ............................................................. 3 Veiligheidsinformatie ............................................
Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor media ............................................. 43 Papier ................................................................................................................. 44 Transparanten .................................................................................................... 46 Enveloppen ........................................................................................................ 46 Etiketten ........................................................
Hoofdstuk 7: Onderhoud .............................................................. 144 Status van supplies vaststellen ........................................................................ 144 Zuinig omgaan met supplies ............................................................................ 145 Supplies bestellen ............................................................................................ 146 Supplies vervangen ......................................................................
Kennisgevingen Handelsmerken Lexmark, Lexmark met het diamantlogo, FontVision en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. ImageQuick en OptraImage zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc. Operation ReSource is een onderhoudsmerk van Lexmark International, Inc. PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Helvetica Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen Hoefler Jonathan Hoefler Type Foundry ITC Avant Garde Gothic International Typeface Corporation ITC Bookman International Typeface Corporation ITC Lubalin Graph International Typeface Corporation ITC Mona Lisa International Typeface Corporation ITC Zapf Chancery International Typeface Corporation Joanna The Monotype Corporation plc Marigold Arthur Baker Monaco Apple Computer, Inc. New York Apple Computer, Inc.
Aangezien de door GNU in licentie gegeven software waarop de Lexmark aanpassingen zijn gebaseerd, expliciet zonder garantie wordt geleverd, wordt ook de door Lexmark aangepaste versie zonder garantie geleverd. Raadpleeg voor meer informatie de verklaringen over beperkte garantie in de genoemde licenties. De broncodebestanden voor de door Lexmark aangepaste en door GNU in licentie gegeven software kunt u ophalen door de cd Drivers die bij de printer wordt geleverd te starten en op Contact Lexmark te klikken.
De FCC-normen voor apparaten van klasse A zijn ontworpen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Dit apparaat genereert en gebruikt radiogolven en kan radiogolven uitzenden die, bij installatie en gebruik anders dan in de instructiehandleiding is aangegeven, communicatie via radiogolven kunnen verstoren.
Japanese VCCI notice The United Kingdom Telecommunications Act 1984 This apparatus is approved under the approval number NS/G/1234/J/100003 for the indirect connections to the public telecommunications systems in the United Kingdom. Geluidsniveaus De volgende maatregelen zijn genomen overeenkomstig ISO 7779 en zijn gerapporteerd conform ISO 9296.
1 Printeroverzicht In de volgende afbeeldingen ziet u een standaardconfiguratie van het model en een volledig geconfigureerde netwerkprinter (zonder de optionele finisher voor nieten en perforatie). Als u opties voor papierverwerking hebt geïnstalleerd, lijkt uw printer meer op het volledig geconfigureerde model. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor informatie over andere mogelijke configuraties.
Printeroverzicht De printer biedt tevens een grote flexibiliteit op het gebied van papierverwerking. De printer ondersteunt een groot scala aan papierformaten, van A5 tot A3, Banner (297 x 914 mm) en 304 x 457 mm, en is voorzien van een universeellader waarmee eenvoudig op enveloppen, transparanten, etiketten, karton, glossy papier en papier van afwijkend formaat kan worden afgedrukt. U kunt maximaal drie optionele laders toevoegen, waardoor de totale papiercapaciteit kan worden uitgebreid tot 2300 vel.
2 Afdrukken Dit gedeelte van de handleiding bevat informatie over het bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en over de menu's van het bedieningspaneel. U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen in de toepassing waarmee u werkt of in het printerstuurprogramma. Instellingen die u wijzigt in de toepassing of in het printerstuurprogramma, zijn alleen van toepassing op de afdruktaak die u voorbereidt.
Afdrukken Informatie over het bedieningspaneel Op het bedieningspaneel van de printer bevindt zich een LCD (liquid crystal display) waarop twee regels tekst van maximaal 16 tekens kunnen worden weergegeven. Daarnaast bevinden zich op het bedieningspaneel vijf knoppen en een indicatorlampje. Gereed LCD 1 Menu 2 Selecteren 3 Start 5 Terug 4 Stop 6 Indicatorlampje Indicatorlampje Het indicatorlampje geeft informatie over de status van de printer.
Afdrukken Hieronder wordt de functie van elke knop beschreven. Opmerking: De knoppen zijn van invloed op de informatie die wordt weergegeven op de tweede regel van de display. Met de knop Start (Go) kunt u: Start • terugkeren naar de werkstand Gereed als de printer off line is (het bericht Gereed wordt niet weergegeven op de display); • printermenu's afsluiten en de printer terugzetten in de werkstand Gereed; • foutberichten op het bedieningspaneel wissen.
Afdrukken U selecteert als volgt een nieuwe waarde als instelling: 1 Terwijl het statusbericht Gereed wordt weergegeven, drukt u op Menu. De menunamen worden weergegeven. 2 Druk nog enkele malen op Menu totdat het gewenste menu wordt weergegeven. 3 Druk op Selecteren (Select) om het menu of menu-item te selecteren dat op de tweede regel van de display wordt weergegeven. • • Als een menu is geselecteerd, wordt dit menu geopend en wordt de eerste printerinstelling van het menu weergegeven.
Afdrukken 3 Druk enkele malen op Menu totdat u Menu's afdrukken ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). Het bericht Menu-instellingen worden afgedrukt wordt weergegeven. Dit bericht blijft op de display staan tot de pagina is afgedrukt. De printer keert terug in de werkstand Gereed zodra het afdrukken van de pagina('s) is voltooid. Als een foutbericht wordt weergegeven, kunt u Printerberichten raadplegen voor meer informatie.
Afdrukken Afdruktaak naar printer sturen 1 Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2 Kies Afdrukken in het menu Bestand. 3 Controleer of in het dialoogvenster de juiste printer is geselecteerd. 4 Pas de printerinstellingen naar behoefte aan. Welke printerinstellingen beschikbaar zijn, wordt bepaald door de toepassing waarin het bestand wordt geopend. Opmerking: Klik op Eigenschappen of Instellen om printerinstellingen aan te passen die niet op het eerste scherm beschikbaar zijn, en klik vervolgens op OK.
Afdrukken Papier laden U vult als volgt de standaardladen of optionele laden met afdrukmedia. 1 Trek de papierlade zo ver mogelijk naar buiten. 2 Druk de metalen plaat omlaag totdat deze is vergrendeld. 3 Druk de linkergeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het papierformaat dat u wilt laden.
Afdrukken Opmerking: Aan de hand van de positie van de linkerpapiergeleider bepaalt de printer welk formaat papier zich in de lade bevindt. Als de linkerpapiergeleider niet goed staat, kunnen er problemen optreden met de invoer van papier of kunnen de pagina's niet goed worden opgemaakt. 4 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
Afdrukken 5 Plaats het papier in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Opmerking: Maak de stapel niet hoger dan voor aanbevolen media wordt aangegeven in de tabel met stapelhoogten op de Naslagkaart en in Richtlijnen voor media. Bij een te volle lade kunnen vellen afdrukmedia vastlopen. 6 Druk de hendel van de voorste papiergeleider in en verschuif de geleider totdat deze de stapel papier raakt. Controleer of de linkergeleider stevig tegen de papierstapel drukt.
Afdrukken 7 Draai de knop voor het instellen van papierformaat zo dat het formaat van het papier in de lade wordt aangegeven. Opmerking: Deze instelling dient alleen als visueel geheugensteuntje en heeft geen effect op de werking van de printer. 8 Duw de lade naar binnen.
Afdrukken Papier van andere formaten laden Zie Universeellader vullen voor instructies voor het laden van briefpapier in de universeellader. Opmerking: Etiketten en Lexmark transparanten (artikelnummer 12A5940 voor Letter-formaat en artikelnummer 12A5941 voor A4-formaat) kunnen alleen worden ingevoerd via de optionele lade voor zware afdrukmedia. Glossy papier kan vanuit elke lade worden ingevoerd.
Afdrukken Papierafmetingen U kunt in de universeellader papier van de volgende afmetingen gebruiken: • • Breedte – 90 mm tot 305 mm Lengte – 148 mm tot 914 mm Probleemloos afdrukken • • • • • • Laad nooit papier of enveloppen van verschillende formaten tegelijk in de universeellader. U bereikt de beste resultaten als u hoogwaardige afdrukmedia gebruikt die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Raadpleeg Richtlijnen voor media voor meer richtlijnen met betrekking tot papier.
Afdrukken U plaatst als volgt afdrukmedia in de universeellader: 1 Open de universeellader en trek de verzonken lade naar buiten, zodat u het papier dat u wilt gebruiken, kunt plaatsen. 2 Schuif de breedtegeleiders voor het papier in de juiste positie. 3 Druk de bodemplaat omlaag, totdat deze vastklikt.
Afdrukken 4 Bereid de afdrukmedia voor: • Buig het papier enkele malen of waaier de enveloppen uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel. • Houd transparanten bij de randen vast en raak de afdrukzijde niet aan. Waaier de stapel transparanten uit om vastlopen in de printer te voorkomen. Pas op dat u geen vingerafdrukken of krassen op de transparanten achterlaat. 5 Laad slechts één soort afdrukmedia in de universeellader. Gebruik nooit meerdere soorten tegelijk.
Afdrukken a Plaats het papier, de transparanten, de etiketten of het karton in het midden van de lade, met de aanbevolen afdrukzijde omhoog. b Ga door met stap 6. Enveloppen laden a Laad enveloppen met de klep naar beneden en dichtgevouwen en de ruimte voor de postzegel aan de linkerkant. Plaats de enveloppen zo dat de rand met de ruimte voor de postzegel als laatste in de universeellader wordt gevoerd.
Afdrukken Papier met briefhoofd laden a Als u enkelzijdig of dubbelzijdig wilt afdrukken op papier met briefhoofd, plaatst u de zijde waarop het briefhoofd is gedrukt omhoog. b Ga door met stap 6. 6 Schuif de afdrukmedia voorzichtig in de universeellader. Opmerking: Als u te veel kracht gebruikt, kan zich een storing voordoen. 7 Verschuif de breedtegeleiders zodanig dat ze licht tegen de randen van de afdrukmedia drukken. Let op dat de afdrukmedia niet buigen.
Afdrukken 9 Selecteer de papierbron, het papierformaat en de papiersoort in uw toepassing en selecteer het papierformaat en de papiersoort vanaf het bedieningspaneel. a Zorg ervoor dat papierformaat en papiersoort voor de universeellader (Formaat MF-lader en Papsrt MF-lader) zijn ingesteld op de juiste waarde voor de afdrukmedia die u gaat gebruiken. (Zie Papier en Papiersoort voor meer informatie over deze instellingen.) b Druk op Start (Go) om terug te keren naar de werkstand Gereed.
Afdrukken 4 Sluit de universeellader. Afdruk- en wachtstandtaken Wanneer u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de taak in het printergeheugen in de wachtstand moet worden gezet. Als u de afdruktaak daadwerkelijk wilt uitvoeren, moet u op de printer via de menu's van het bedieningspaneel opgeven welke wachtstandtaak (dit kan een bewaarde opdracht of een vertrouwelijke/beveiligde opdracht zijn) u wilt uitvoeren.
Afdrukken Toegang tot taken in de wachtstand via het bedieningspaneel 1 U krijgt als volgt via het bedieningspaneel toegang tot taken in de wachtstand: • • Als de printer in de werkstand Bezig staat, drukt u op Menu om het menu Taak weer te geven. Als de printer in de werkstand Gereed staat, gaat u verder met stap 2. 2 Druk enkele malen op Menu totdat u, afhankelijk van de gewenste optie, Taken in wacht of Opdr. vertrouwel op de display van het bedieningspaneel ziet. 3 Druk op Selecteren (Select).
Afdrukken Herhaalde afdruktaak Als u een herhaalde afdruktaak naar de printer stuurt, worden alle door u opgegeven exemplaren afgedrukt en wordt de afdruktaak in het printergeheugen opgeslagen, zodat u er later nog meer exemplaren van kunt afdrukken. Zolang de afdruktaak in het geheugen staat, kunt u extra exemplaren blijven afdrukken. Opmerking: Herhaalde afdruktaken worden automatisch uit het geheugen verwijderd als de printer extra geheugen nodig heeft om andere afdruktaken te verwerken.
Afdrukken Voer de viercijferige PIN-code voor de beveiligde taak in met de knoppen op het bedieningspaneel. De cijfers (1–6) die u met de knoppen kunt invoeren, worden weergegeven naast de knopnamen. Tijdens het invoeren van de PIN-code worden op de display sterretjes weergegeven, zodat niemand de code kan aflezen. Voer PIN in =**** 1 Menu 2 Start 5 Selecteren 3 Terug 4 Stop 6 Als u een ongeldige PIN-code invoert, wordt het bericht Geen opdr. Opnieuw? weergegeven.
Afdrukken Afdrukken op speciale media met speciale formaten De printer ondersteunt vele papierformaten en -soorten, die niet allemaal kunnen worden geladen in de standaardladen van de printer. Als u gaat afdrukken op media met een speciaal formaat, moet u daarom eerst de printer en het printerstuurprogramma aanpassen. Stap 1: Universeellader gebruiken Sommige mediaformaten passen niet in de gewone papierladen van de printer.
Afdrukken U stelt als volgt de maateenheid in: 1 Terwijl Universal-instelling wordt weergegeven, drukt u enkele malen op Menu totdat u Maateenheden ziet. Druk vervolgens op Selecteren (Select). 2 Druk op Menu totdat de gewenste maateenheid wordt weergegeven. Als er al een asterisk naast de gewenste maateenheid staat, drukt u op Terug (Return) om terug te keren naar Universal-instelling. Als dat niet het geval is, drukt u op Selecteren (Select) om de maateenheid te wijzigen.
Afdrukken Stap 3: Printerstuurprogramma configureren Wanneer u het bedieningspaneel van de printer hebt geconfigureerd, moet u het printerstuurprogramma op de computer configureren. Voor Windows 95/98/Me: • • Als u een PostScript-stuurprogramma gebruikt, gaat u als volgt te werk: 1 Selecteer op de computer Start Instellingen Configuratiescherm. 2 Dubbelklik op de map Printers en markeer de printer in de lijst door er één keer op te klikken. Selecteer vervolgens Bestand Eigenschappen.
Afdrukken Voor Windows NT, Windows 2000 en Windows XP: 1 Selecteer op de computer Start Instellingen Configuratiescherm. Als u Windows XP of Windows XP Professional gebruikt, selecteert u Start Configuratiescherm. 2 Ga naar de map Printers en selecteer Bestand Eigenschappen voor server. Als u Windows XP of Windows XP Professional gebruikt, selecteert u Printers en andere hardware en vervolgens Printers en faxapparaten. Selecteer Bestand Eigenschappen voor server.
Afdrukken Voor Mac OS 8.6-9.x: 1 Controleer of de bureaubladprinter de standaardprinter is. 2 Selecteer vanuit het programma Bestand Pagina-instelling. 3 Klik op het menu Pagina-instelling en selecteer Speciaal papierformaat. Klik op Nieuw. 4 Geef een naam op voor het aangepaste formaat onder het vak Naam speciaal papierformaat. 5 Geef onder Papierformaat de afmetingen op. Geef onder Marges de grootte van de marges op. 6 Geef de gebruikte maateenheid op. 7 Klik op OK.
Afdrukken Afdruktips Afdrukmedia bewaren Als u de media op de juiste manier bewaart, voorkomt u afdrukproblemen. Houd u aan volgende richtlijnen: • • • • U kunt de media het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van rond de 21°C en een relatieve vochtigheid van 40%. Bewaar dozen met media bij voorkeur op een pallet of een plank en niet op de vloer.
Afdrukken Lettertypen Interne lettertypen De printer is uitgerust met interne lettertypen die permanent zijn opgeslagen in het printergeheugen. In PCL 6- en PostScript 3-emulatie zijn verschillende lettertypen beschikbaar. Enkele van de meest gebruikte letterbeelden, zoals Courier en Times New Roman, zijn voor alle printertalen beschikbaar.
Afdrukken PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Coronet Coronet-Regular CourierPS Courier CourierPS Oblique Courier-Oblique CourierPS Bold Courier-Bold CourierPS Bold Oblique Courier-BoldOblique CG Omega CG Omega Bold CG Omega Italic CG Omega Bold Italic Garamond Antiqua Garamond-Antiqua Garamond Halbfett Garamond-Halbfett Garamond Kursiv Garamond-Kursiv Garamond Kursiv Halbfett Garamond-KursivHalbfett Helvetica Light Helvetica-Light Helvetica Light Oblique Helvetica-LightOblique Hel
Afdrukken PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Courier Italic Intl-Courier-Oblique Courier Bold Intl-Courier-Bold Courier Bold Italic Intl-Courier-BoldOblique Letter Gothic LetterGothic Letter Gothic Italic LetterGothic-Slanted Letter Gothic Bold LetterGothic-Bold LetterGothic-BoldSlanted Marigold Marigold Century Schoolbook Roman NewCenturySchlbk-Roman Century Schoolbook Italic NewCenturySchlbk-Italic Century Schoolbook Bold NewCenturySchlbk-Bold Century Schoolbook Bold Italic NewCe
Afdrukken PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Univers Condensed Medium Univers-Condensed Univers Condensed Medium Italic Univers-CondensedOblique Univers Condensed Bold Univers-CondensedBold Univers Condensed Bold Italic Univers-CondensedBoldOblique Wingdings Wingdings-Regular ITC Zapf Chancery Medium Italic ZapfChancery-MediumItalic ITC Zapf Dingbats ZapfDingbats Univers-Extended Univers-ExtendedObl Univers-BoldExt Univers-BoldExtObl Univers-Light Univers-LightOblique Clarendon Clarendon-L
Afdrukken PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Bodoni-Italic Bodoni-Bold Bodoni-BoldItalic Bodoni-Poster Bodoni-PosterCompressed CooperBlack CooperBlack-Italic Copperplate-ThirtyTwoBC Copperplate-ThirtyThreeBC Eurostile Eurostile-Bold Eurostile-ExtendedTwo Eurostile-BoldExtendedTwo GillSans GillSans-Italic GillSans-Bold GillSans-BoldItalic GillSans-Condensed GillSans-BoldCondensed GillSans-Light GillSans-LightItalic GillSans-ExtraBold Goudy Goudy-Italic Goudy-Bold Goudy-BoldItalic Goudy-ExtraBold HoeflerT
Afdrukken PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie JoannaMT-Bold JoannaMT-BoldItalic LubalinGraph-Book LubalinGraph-BookOblique LubalinGraph-Demi LubalinGraph-DemiOblique Interne bitmaplettertypen PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Line Printer 16 POSTNET Bar code Tekensets Een tekenset is een gecodeerde verzameling alfanumerieke tekens, interpunctie en speciale tekens die beschikbaar zijn in het geselecteerde lettertype.
Afdrukken Laadbare lettertypen ABICOMP Brazil/Portugal Wingdings ISO 25: Français ABICOMP International POSTNET Bar code ISO 57: Chinese DeskTop ISO : Deutsch ISO 60: Norwegian version 1 Legal ISO : Español ISO 61: Norwegian version 2 MC Text ISO 2: IRV (Int'l Ref Version) ISO 69: Français Microsoft Publishing ISO 4: Verenigd Koninkrijk ISO 84: Português Russian-GOST ISO 6: ASCII ISO 85: Español Ukrainian ISO 10: Svenska ISO 8859-1 Latin 1 (ECMA-94) PCL ITC Zapf Dingbats ISO 11: Sw
Afdrukken Euro-ondersteuning Ondersteuning voor het euroteken is opgenomen in alle van toepassing zijnde lettertypen voor zowel de PostScript- als de PCL-emulatie. Twaalf van de PCL-stekensets ondersteunen het euroteken, inclusief alle zeven Windows-tekensets. Hebreeuwse en Arabische lettertypen Op de cd die bij de printer wordt geleverd staat een groot aantal laadbare lettertypen voor het Hebreeuws en het Arabisch.
3 Richtlijnen voor media U voorkomt afdrukproblemen door aanbevolen media (papier, transparanten, enveloppen, karton en etiketten) te gebruiken. Meer informatie over de kenmerken van de media vindt u in de Card Stock & Label Guide op de Lexmark website op www.lexmark.com. Hieronder vindt u enkele beknopte richtlijnen voor de keuze van papier en andere media.
Richtlijnen voor media De printer ondersteunt een groot aantal verschillende papiersoorten, -formaten en -gewichten. De standaardlade (lade 1) en de optionele laden 2, 3 en 4 zijn gemarkeerd met de letters A, B en C die de stapelhoogte aangeven. De optionele lade voor zware afdrukmedia is hiervoor gemarkeerd met D, E en F. Meer informatie over de kenmerken van de media vindt u in de Card Stock and Label Guide op de Lexmark website: www.lexmark.com.
Richtlijnen voor media Let bij het laden van papier op de aanbevolen afdrukzijde zoals aangegeven op de verpakking. Plaats het papier met de aanbevolen afdrukzijde naar beneden in de papierladen. Zie Papierlade vullen voor instructies voor het laden van papier.
Richtlijnen voor media Transparanten Gebruik voor de beste resultaten alleen de volgende Lexmark transparanten in de printer: Beschrijving Formaat Artikelnummer Professionele kleurenlasertransparanten Letter 12A5940 A4 12A5941 Deze transparanten zijn ontworpen voor een optimale afdrukkwaliteit. Als u andere transparanten gebruikt die zijn bestemd voor laserprinters, kan dit leiden tot onvoorspelbare resultaten en mogelijk zelfs tot schade aan de printer.
Richtlijnen voor media Etiketten Gebruik alleen etiketten die zijn ontworpen voor laserprinters. Gebruik alleen etikettenvellen waarop geen ruimte is tussen de etiketten, zoals in de afbeelding hieronder. Maak altijd een paar proefafdrukken voordat u een grote hoeveelheid van een bepaalde soort etiketten aanschaft. Geschikte etiketten Ongeschikte etiketten Etiketten moeten temperaturen van 180ºC kunnen weerstaan zonder te smelten, te verkleuren, om te krullen of gevaarlijke stoffen af te geven.
4 Printermenu's Selecteer voor verdere informatie een menu of menu-item.. Menu Kleur Kleurcorrectie Handmatige kleur Afdrukmodus Tonerzwarting Menu Afwerking Exemplaren Dubbelzijdig Bindz dubbelz Lege Pagina's Sorteren Scheidingspags Bron scheid.pags Perforeren Verschven pags Taak nieten Papier uit bron N/vel afdrukken N/vel: volgorde N/vel: beeld N/vel: rand Menu Infrarood Infraroodpoort PCL SmartSwitch PS SmartSwitch NPA-modus Infraroodbuffer Taken in buffer Venstergrootte Vertr bij overdr Max.
Printermenu's Menu's op het bedieningspaneel uitschakelen Als u wilt voorkomen dat standaardinstellingen kunnen worden gewijzigd, schakelt u de menu's op het bedieningspaneel als volgt uit: 1 Zet de printer uit. Opmerking: Als u de menu's op het bedieningspaneel uitschakelt, hebt u nog wel toegang tot het menu Taak en de functie Afdruk-/wachtstandtaken. 2 Druk op Selecteren (Select) en Terug (Return), houd beide knoppen ingedrukt en zet vervolgens de printer aan.
Printermenu's Menu Kleur Met het menu Kleur wordt de afdrukkwaliteit voor kleuren aangepast. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Kleurcorrectie De afgedrukte kleur aanpassen zodat deze meer overeenkomt met de kleuren van andere afdrukapparaten of standaardkleursystemen. Opmerking: Door de verschillen tussen additieve en subtractieve kleuren is het niet mogelijk om bepaalde kleuren op het beeldscherm te dupliceren op de printer.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Handmatige kleur De RGB- of CMYK-kleurconversies die worden toegepast op de objecten op de afgedrukte pagina, aanpassen. De kleurconversie van gegevens die is gespecificeerd met RGB-combinaties kan per type object (tekst, afbeeldingen en veelden) worden aangepast. RGB-beeld • sRGB-beeld*: er wordt kleurconversie toegepast om afdrukken te produceren die de kleuren op een computerbeeldscherm benaderen.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Tonerzwarting Afgedrukte uitvoer lichter of donkerder maken, of toner besparen. 5 Als Afdrukmodus is ingesteld op Zwart/wit, wordt met de waarde 5 de tonerdichtheid en tonerzwarting verhoogd voor alle afdruktaken (PCL en PostScript). Als Afdrukmodus is ingesteld op Kleur, heeft 5 hetzelfde effect als 4. 4* Standaardinstelling voor tonerzwarting. 3 Vermindering van het tonerverbruik. 2 Verdere vermindering van het tonerverbruik.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Exemplaren Het aantal exemplaren instellen dat u als standaardwaarde wilt gebruiken. (U stelt het aantal exemplaren voor een specifieke afdruktaak in met het printerstuurprogramma. Waarden die in het stuurprogramma zijn opgegeven, hebben altijd voorrang boven de waarden die via het bedieningspaneel zijn ingesteld.) 1...999 (1*) Dubbelzijdig Dubbelzijdig afdrukken instellen als de standaardmodus voor alle afdruktaken.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden N/vel: volgorde De positie van afgebeelde pagina’s bepalen bij het afdrukken van meerdere pagina's op één vel. De positie hangt af van het aantal afbeeldingen en de afdrukstand van de afbeeldingen (staand of liggend). Horizontaal* Verticaal Omgekeerd hor. Omgekeerd ver.
Printermenu's Menu-item Doel Verschven pags De uitvoer van elke afdruktaak of Geen* elk exemplaar van een afdruktaak verschuiven, zodat de documenten Tussen die in de uitvoerlade zijn exempl. gestapeld, eenvoudiger te scheiden zijn. Tussen taken Stapelt alle vellen recht boven op elkaar. Lege scheidingspagina's invoegen tussen afdruktaken, tussen meerdere exemplaren van een taak of tussen de pagina's van een taak. Geen* Voegt geen scheidingspagina's in. Tussen exempl.
Printermenu's Menu Infrarood Het menu Infrarood wordt alleen weergegeven als er ten minste één infraroodinterface in de printer aanwezig is. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Infraroodpoort Wanneer de waarde voor NPA-modus, Infraroodpoort of Taken in buffer wordt gewijzigd via het bedieningspaneel, wordt de printer automatisch opnieuw gestart zodra de menu's worden afgesloten, om het geheugen opnieuw te configureren.
Printermenu's Menu-item Doel Taken in buffer Wanneer de waarde voor NPA-modus, Infraroodpoort of Taken in buffer wordt gewijzigd via het bedieningspaneel, wordt de printer automatisch opnieuw gestart zodra de menu's worden afgesloten, om het geheugen opnieuw te configureren. Opmerking: Deze optie wordt alleen weergegeven als Infraroodpoort niet is ingesteld op Uitgeschakeld. Opmerking: Deze optie wordt alleen weergegeven als een geformatteerde schijf is geïnstalleerd.
Printermenu's Menu Taak Het menu Taak is alleen beschikbaar als de printer bezig is met het verwerken of uitvoeren van een taak, als op de display een ander bericht dan Gereed wordt weergegeven of als de printer zich in de werkstand Hex Trace bevindt. Druk op Menu om het menu Taak te openen. Menu-item Doel Waarden Fax annuleren Uitgaande faxen annuleren voordat ze worden verzonden of binnenkomende faxen annuleren voordat deze volledig zijn afgedrukt. R Annuleert een binnenkomende fax.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Opdr. vertrouwel Vertrouwelijke afdruktaken (ook wel beveiligde afdruktaken genoemd) afdrukken die zijn opgeslagen in het printergeheugen. Opmerking: Als een beveiligde taak is afgedrukt, wordt deze automatisch uit het printergeheugen verwijderd. 1 Voer de PIN-code in die aan de beveiligde taak is toegewezen. Voer PIN in Voer de PIN-code van de vertrouwelijke taak in met de knoppen op het bedieningspaneel.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Taken in wacht Gereserveerde, herhaalde of gecontroleerde afdruktaken die in het printergeheugen zijn opgeslagen, afdrukken. Alle opdr.afdr. Drukt alle taken in de wachtstand af. Opdr.afdrukk Drukt een specifieke taak in de wachtstand af. Druk op Menu om en door de lijst met afdruktaken te bladeren. Druk op Selecteren (Select) om een afdruktaak te kiezen en af te drukken. Alle opdr. verw. Verwijdert alle taken die in de wachtstand staan. Opdracht verw.
Printermenu's Menu Netwerk Met het menu Netwerk kunt u de instellingen wijzigen voor taken die via een netwerkpoort worden verstuurd (Standaardnetwerk of Netwerkoptie ). Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Taken in buffer Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voordat zij worden afgedrukt. Uit* Slaat geen taken op in de buffer op de vaste schijf. Aan Slaat afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Netwerkinst Een interne printerserver configureren. Waarden voor dit menu-item worden door de specifieke printerserver geleverd. Selecteer het menu-item als u de beschikbare waarden wilt bekijken. Opmerking: Raadpleeg de cd Drivers voor meer informatie. NPA-modus Uit De printer past geen NPAverwerking toe. Auto* De printer controleert welke indeling de gegevens hebben en past de verwerking aan.
Printermenu's Menu Parallel Met het menu Parallel kunt u de instellingen wijzigen voor taken die via een parallelle poort worden verstuurd (Standaard parallelle poort of Parallel optie ). Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Uitgebr. status Bidirectionele communicatie via een parallelle poort inschakelen. Uit Schakelt de onderhandeling op de parallelle poort uit.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden NPA-modus Aangeven of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het Network Printing Alliance Protocol (NPA). Aan De printer past NPA-verwerking toe. Als de gegevens niet in de NPA-indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd. Uit De printer past geen NPAverwerking toe.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden PCL SmartSwitch De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL emulatie als dit voor een afdruktaak vereist is. Het gaat hierbij om afdruktaken die worden ontvangen via de parallelle poort en de instelling van de standaard printertaal doet niet ter zake. Aan* De printer controleert de gegevens op de parallelle interface en selecteert PCL- emulatie als dit de vereiste printertaal is. Uit De printer controleert de binnenkomende gegevens niet.
Printermenu's Menu PCL Emul In het menu PCL Emul wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PCL-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden A4-breedte De breedte van de logische pagina selecteren voor A4-papier. 198 mm* Maakt de logische pagina compatibel met de HewlettPackard LaserJet 5 printer.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Regels/ pagina Het aantal regels instellen dat per pagina wordt afgedrukt. 1...255 60* (land/regiospecifieke fabriekswaarden) 64* (land/regiospecifieke fabriekswaarden) Afdrukstand Pitch Bepalen in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. De lettertypepitch opgeven voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd).
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Tekenset Een tekenset kiezen voor een geselecteerde lettertypenaam. 10U PC-8* (land/regiospecifieke fabriekswaarden) 12U PC-850* (land/regiospecifieke fabriekswaarden) Lade-nr wijzigen Een tekenset is een set alfabetische en numerieke tekens, interpunctietekens en speciale tekens die worden gebruikt als u in een bepaald lettertype afdrukt.
Printermenu's Menu Papier In het menu Papier kunt u de papiersoort in de laden instellen en de standaard papierbron en uitvoerlade aangeven. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Ken type/vak toe Afdruktaken naar een specifieke uitvoerlade sturen op basis van de verzochte papiersoort. Vak gewoon pap. Opmerking: Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Lade aangepast . De naam wordt na 14 tekens afgekapt.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden MF config. Bepalen wanneer de printer papier selecteert dat in de universeellader (ook wel de multifunctionele lader genoemd) is geplaatst. Cassette* De printer behandelt de universeellader op dezelfde manier als elke andere papierlade. Als voor een afdruktaak om een papierformaat of papiersoort wordt gevraagd die alleen in de universeellader is geladen, haalt de printer voor die afdruktaak papier uit de universeellader.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Papier laden Voorbedrukt papier in de lade juist verwerken, ongeacht of het een dubbelzijdige of enkelzijdige afdruktaak betreft. 1 Selecteer een papiersoort. Kaarten laden Opmerking: Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Aangepast laden. De naam wordt na 14 tekens afgekapt. Glossy laden Gekleurd laden Aangepast laden Briefhfd laden Voorbedr Laden Bankpost laden 2 Selecteer een waarde.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Papierformaat Het standaardpapierformaat voor iedere papierbron vaststellen. Voor laden met automatische detectie van het formaat wordt alleen de waarde die is gedetecteerd door de hardware weergegeven. 1 Selecteer een papierbron. Lade formaat Formaat handinv. Formaat MF-lader Form env (hand) 2 Selecteer een waarde.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Papiersoort De papiersoort in iedere papierbron bepalen. U gebruikt dit menu-item voor het volgende: • De afdrukkwaliteit voor de opgegeven papiersoort optimaliseren. • Papierbronnen selecteren vanuit de softwaretoepassing door de soort en het formaat te selecteren. • Papierbronnen automatisch koppelen.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Papiergewicht Het relatieve gewicht bepalen van het papier in een specifieke bron om te zorgen dat de toner goed aan het papier hecht. 1 Selecteer een papiersoort. Gewicht stndrd Opmerking: Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Gewicht aangep . De naam wordt na 14 tekens afgekapt. Gewicht karton Gewicht transp. Gewicht voorbedr Gewicht kleurpap Gewicht aangep Gewicht bankpost Gewicht envelop Gewicht glossy Gewicht etiket.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Universle install Het standaardformaat bepalen wanneer de instelling Papierformaat voor een lade of lader de waarde Universal heeft. 1 Selecteer een maateenheid. Inches* (*geeft in de fabriek ingestelde land/regiospecifieke waarde aan): 2 Selecteer de waarden: Millimeters* Staand breedte =76–360 mm (216 mm*) Staand hoogte =76–360 mm (360 mm*) Richting invoer =Korte zijde* =3,00–14,17 in. (8,5 in.*) =3,00–14,17 in. (14,17 in.
Printermenu's Menu-item Faxlogs Doel Waarde • Verzendlog afdr • Ontvngstlog afdr • Logs auto-afdruk =Nee =Ja* • Log wissen =Ja • Transmissielog =Altijd afdrukken =Nooit afdrukken =Afdrkkn bij fout * • Logpapierformaat Opmerking: Alleen geïnstalleerde papierformaten worden weergegeven.
Printermenu's Menu-item Faxlogs (vervolg) Doel Waarde • Logpapiersoort Opmerking: Alleen geïnstalleerde papiersoorten worden weergegeven. Als u zelf een naam hebt gedefinieerd voor Aangepast, wordt die naam weergegeven in plaats van “Aangepast x”. De naam wordt na 14 tekens afgekapt.
Printermenu's Menu-item Fax verzenden Doel Waarde • Auto opn bellen =0 ... 14 (5*) Opmerking: Met de waarde 0 wordt aangegeven dat Automatisch opnieuw bellen uitgeschakeld is. • Tijd opn bellen =1 ...
Printermenu's Menu-item Faxen ontvangen Doel Waarde • Faxopslag =Uit =Aan* • Faxpapierformaat Opmerking: Alleen geïnstalleerde papierformaten worden weergegeven. =A4* (buiten Amerika) =A5 =JIS B5 =Letter* (Amerika) =Legal =Executive =JIS B4 =A3 =11x17 =Folio =Statement =Universal • Faxpapiersoort Opmerking: Alleen geïnstalleerde papiersoorten worden weergegeven. Als u zelf een naam hebt gedefinieerd voor een van de waarden "Aangepast x", wordt die naam weergegeven in plaats van "Aangepast x".
Printermenu's Menu-item Faxen ontvangen (vervolg) Doel Waarde • Faxuitvoerlade Opmerking: Alleen geïnstalleerde uitvoerladen worden weergegeven. Als u zelf een naam hebt gedefinieerd voor een uitvoerlade, wordt die naam weergegeven in plaats van "Lade x". De naam wordt na 14 tekens afgekapt. Opmerking: Als twee of meer uitvoerladen dezelfde naam hebben, verschijnt deze naam slechts één keer in de lijst van waarden voor Faxuitvoerlade.
Printermenu's Menu PostScript In het menu PostScript wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PostScript-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Voorkeurlettertype Bepalen waar de printer het eerst naar het gewenste lettertype zoekt. Intern* De printer zoekt eerst in het geheugen naar het gewenste lettertype en daarna in het flashgeheugen of op de vaste schijf.
Printermenu's Menu Serieel Met het menu Serieel kunt u de instellingen wijzigen van taken die via een seriële poort naar de printer worden gestuurd (Standaard serieel of Serieel optie ). Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Baud Opgeven met welke snelheid gegevens op de seriële poort kunnen worden ontvangen.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Taken in buffer Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voordat zij worden afgedrukt. Uit* Slaat geen afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf. Aan Slaat afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf. Auto Slaat afdruktaken alleen op in de buffer als de printer bezig is met de verwerking van gegevens uit een andere invoerpoort. Aan De printer past NPA-verwerking toe.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden PCL SmartSwitch De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit voor een afdruktaak op de seriële poort vereist is, ongeacht de standaard printertaal. Aan* De printer controleert de gegevens op de seriële interface en selecteert PCL-emulatie als dit de vereiste printertaal is. Uit De printer controleert de binnenkomende gegevens niet.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Serieel protocol De waarden selecteren van de hardware- en softwarehandshaking voor de seriële interface. DTR* Hardwarehandshaking DTR/DSR Hardwarehandshaking XON/XOFF Softwarehandshaking XON/XOFF/ DTR Gecombineerde hardware- en softwarehandshaking XONXOFF/ DTRDSR Gecombineerde hardware- en softwarehandshaking Menu Instelling Met het menu Instelling kunt u een groot aantal printerfuncties configureren.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Taal op display Bepalen in welke taal de tekst op de display van het bedieningspaneel wordt weergegeven. English Français Opmerking: Mogelijk zijn niet alle waarden beschikbaar. Deutsch Italiano Español Dansk Norsk Nederlands Svenska Português Suomi Japanese Russian Polski Magyar Türkçe Czech Laden naar De opslaglocatie bepalen voor geladen bronnen.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Sgnl perforator Opgeven hoe de printer moet reageren wanneer het opvangbakje van de perforator vol raakt. Uit* Het bericht Perforatiebak vol wordt weergegeven totdat iemand de opvangbak van de perforator leegt. Als in het menu Instelling de waarde Auto doorgaan is geselecteerd, gaat de printer na de opgegeven time-outperiode verder met afdrukken.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Pagbeveiliging Een pagina afdrukken die anders de fout Pagina is te complex zou veroorzaken. Uit* Drukt een pagina gedeeltelijk af als er onvoldoende geheugen beschikbaar is om de pagina geheel af te drukken. Aan Zorgt ervoor dat de gehele pagina wordt verwerkt voordat deze wordt afgedrukt. Uitgeschakeld Deze waarde wordt alleen weergegeven als Energiebesparing is ingesteld op Uit. 1...
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Afdrukgebied Het logisch en fysiek afdrukbare gebied aanpassen. Normaal* Passend Hele pagina Afdruktimeout Printertaal Met het menu-item Afdruktimeout bepaalt u hoeveel seconden de printer wacht met het afdrukken van de laatste pagina van een afdruktaak die niet eindigt met een opdracht om de pagina af te drukken. De timeout begint pas op het moment dat het bericht Wachten op de display wordt weergegeven.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Bronnen opslaan Bepalen wat u met in het geheugen geladen bronnen, zoals lettertypen en macro's, wilt doen als voor een afdruktaak niet voldoende geheugen beschikbaar is. Uit* De printer bewaart de geladen bronnen tot het geheugen nodig is voor andere taken. Zodra de printer meer geheugenruimte nodig heeft, worden de bronnen voor de inactieve printertaal verwijderd.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Wachttimeout Bepalen hoeveel seconden de printer wacht totdat er meer gegevens van de computer zijn ontvangen. Als de timeout is verstreken, wordt de afdruktaak geannuleerd. Uitgeschakeld Schakelt de wachttimeout uit. 15...65535 (40*) Specificeert de tijd die de printer wacht op verdere gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd. Het menu-item Wachttimeout is alleen beschikbaar als u gebruik maakt van PostScript-emulatie.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Lvnsdr toebehrn De status van alle printersupplies bekijken. Opmerking: De opties Nietjes en Perforatiebak worden alleen in dit menu weergegeven als een finisher is geïnstalleerd op de printer. Opmerking: Dit is een menu met twee niveaus. • • • • Cyaan toner Gele toner Magenta toner Zwarte toner =Laag =Leeg =xxx% • • • • Ph.cond. kleur Ph.cond.
Printermenu's Menu USB Met het menu USB kunt u de printerinstellingen wijzigen voor een Universal Serial Bus-poort (USB optie ). Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Menu-item Doel Waarden Taken in buffer Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voordat zij worden afgedrukt. Uit* Slaat geen afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf. Aan Slaat afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden PCL SmartSwitch De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit voor een afdruktaak op de USB-poort vereist is, ongeacht de standaard printertaal. Aan* De printer controleert de gegevens op de USB-interface en selecteert PCL-emulatie als dit de vereiste printertaal is. Uit De printer controleert de binnenkomende gegevens niet.
Printermenu's Menu Extra Met het menu Extra kunt u verschillende lijsten afdrukken met informatie over printerbronnen, printerinstellingen en afdruktaken. Daarnaast bevat dit menu items waarmee u de printerhardware kunt instellen en printerproblemen kunt oplossen. Menu-item Doel Waarden Flash defrag. Opslagruimte herstellen als die verloren is gegaan bij het verwijderen van bronnen uit het flashgeheugen.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Schijf formatt De vaste schijf in de printer formatteren. Ja Waarschuwing: Zet de printer niet uit tijdens het formatteren van de vaste schijf. Verwijdert alle gegevens op de vaste schijf en maakt deze gereed voor ontvangst van nieuwe bronnen. Nee Annuleert het verzoek om de vaste schijf te formatteren. De huidige bronnen blijven op de schijf staan. Het flashgeheugen formatteren.
Printermenu's Menu-item Doel Waarden Kleurvoorbeelden Pagina's met kleurvoorbeelden afdrukken, met gebruikmaking van dezelfde papier- en printerinstellingen als worden gebruikt voor het afdrukken van demonstratiebestanden, met uitzondering van de afdrukmodus. Voor deze pagina's wordt de afdrukmodus altijd ingesteld op Kleur. U kunt deze pagina's met kleurvoorbeelden gebruiken als hulpmiddel bij het selecteren van kleuren in toepassingen.
5 Printerberichten Het bedieningspaneel geeft berichten weer over de huidige status van de printer en geeft waarschuwingen als er mogelijke problemen opgelost moeten worden. In dit onderdeel krijgt u een overzicht van alle printerberichten, wat ze betekenen en hoe u ze kunt wissen. Voor foutberichten van de finisher raadpleegt u de handleiding bij de finisher.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie Vervang De printer geeft aan dat een andere papiersoort moet worden geladen in een van de papierbronnen. Wijzig de papiersoort in de bron die wordt vermeld. Zie ook: Papierlade vullen; Installatiehandleiding Contr. verb. Het aangegeven apparaat is niet • Breng opnieuw communicatie tot volledig aangesloten op de stand door het aangegeven printer of heeft een hardwarefout. apparaat te verwijderen en weer op de printer aan te sluiten.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie Taken worden verwijderd De printer verwijdert een of meer Wachten tot het bericht is wachtstandtaken. verdwenen. Band vervangen? U hebt de printer ingeschakeld terwijl een waarschuwing voor de overdrachtband van kracht is en de band moet worden vervangen. • Druk op Selecteren (Select) om de teller van de overdrachtband in de beginstand te zetten. • Druk op Stop om door te gaan.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie Schijf repareren x/5 yyy% De printer probeert de gegevens op de vaste schijf te herstellen. Het repareren van een schijf vindt plaats in vijf fasen; op de tweede regel van de display van het bedieningspaneel wordt het voortgangspercentage van de huidige fase weergegeven. Wachten tot het bericht is verdwenen. Menu's worden ingeschakeld De printer verwerkt een aanvraag om de menu's voor alle gebruikers beschikbaar te stellen.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie Taken in wacht mogelk verloren Er is onvoldoende • Druk op Start (Go) om het bericht printergeheugen beschikbaar om te wissen en verder te gaan met de afdruktaken verder te afdrukken. De printer maakt verwerken. geheugen vrij door de oudste wachtstandtaak te verwijderen en gaat hiermee verder tot voldoende printergeheugen beschikbaar is voor de verwerking van de afdruktaak. • Druk op Stop om het bericht te wissen zonder wachtstandtaken te verwijderen.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie Ongeldige engine-code De engine-code van de printer is niet geprogrammeerd of is ongeldig. Neem contact op met de technische dienst. Zie ook: Contact opnemen met serviceafdeling Ongeldige netwerk -code of Ongeldige std-netwerk-code Laad De code in een interne printerserver is ongeldig. De printer kan geen taken ontvangen of verwerken tot geldige code in de interne printerserver is geprogrammeerd.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie LocalTalk De actieve communicatieverbinding is een LocalTalk-interface. Menu's uitgeschakeld De printermenu's zijn uitgeschakeld. U kunt de printerinstellingen niet wijzigen vanaf het bedieningspaneel. U kunt nog steeds het menu Taak gebruiken om een taak te annuleren die wordt afgedrukt of om een beveiligde (vertrouwelijke) of bewaarde taak te selecteren om af te drukken.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie Spaarstand De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken. Als de printer geen taken uitvoert, wordt het energiegebruik verlaagd. Als de printer niet actief is gedurende de periode die is opgegeven in het menu-item Spaarstand (de fabrieksinstelling is twintig minuten), wordt het bericht Spaarstand weergegeven in plaats van het bericht Gereed. • Stuur een afdruktaak naar de printer.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie Prg. Systeemcode De printer is bezig met het programmeren van nieuwe systeemcode. Wachten tot het bericht is verdwenen en de printer opnieuw is ingesteld. De printer is bezig met het opslaan van bronnen, zoals lettertypen en macro's, in het flashgeheugen. Wachten tot het bericht is verdwenen. De printer is bezig met het opslaan van bronnen, zoals lettertypen en macro's, op de vaste schijf. Wachten tot het bericht is verdwenen.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie Gereed De printer is gereed om afdruktaken te ontvangen en te verwerken. Stuur een afdruktaak naar de printer. Gereed Hex De printer staat in de Hex Tracemodus en is gereed om afdruktaken te ontvangen en te verwerken. • Stuur een afdruktaak naar de printer. Alle gegevens die naar de printer worden gestuurd, worden zowel in hexadecimale als normale weergave afgedrukt. Besturingscodes worden niet uitgevoerd maar afgedrukt.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie Fabrieksinstell. worden hersteld De printer stelt de standaardfabrieksinstellingen opnieuw in. Bij het opnieuw instellen van de fabrieksinstellingen gebeurt het volgende: Wachten tot het bericht is verdwenen. • Alle bronnen (lettertypen, macro's, tekensets) die in het printergeheugen zijn geladen, worden verwijderd.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie Lade afwezig De aangegeven lade is niet of onjuist in de printer geplaatst. Schuif de lade volledig in de printer. De printer heeft een schijf gevonden die niet wordt ondersteund. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen. • Formatteer de schijf. Schijf niet ondersteund Zie ook: Papierlade vullen Opmerking: Zolang de schijf niet is geformatteerd, worden er geen schijfbewerkingen uitgevoerd.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 34 Onjuiste media De printer heeft in de aangegeven bron afdrukmedia van een verkeerd type aangetroffen. Plaats de juiste media in de aangegeven bron en druk op Start (Go). 34 Papier te kort De printer heeft vastgesteld dat de lengte van het papier in de bron die wordt vermeld op de tweede regel van de display onvoldoende is om de opgemaakte gegevens af te drukken. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 37 Onvold geheug voor defrag De printer kan het flashgeheugen niet defragmenteren, omdat het geheugen voor het opslaan van niet-verwijderde flashbronnen vol is. • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het RAMgeheugen van de printer. • Installeer extra printergeheugen. 37 Onvoldoende geheugen Het printergeheugen is vol en de huidige afdruktaken kunnen niet verder worden verwerkt.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 38 Geheugen vol De printer verwerkt gegevens, maar het geheugen dat wordt gebruikt voor het opslaan van pagina's is vol. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de huidige taak. Het is mogelijk dat de opdracht niet goed wordt afgedrukt. • Druk op Menu om het menu Taak te openen en de huidige taak te annuleren.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 40 Lade formaat detectiefout De hoge-capaciteitsinvoerlader heeft een fout in het foutdetectiemechanisme geconstateerd. • Zet de printer uit en controleer of de connectoren van de hogecapaciteitslader correct zijn geïnstalleerd. • Laat de formaatsensor van de hoge-capaciteitslader door een medewerker van de serviceafdeling controleren. 41 Open Uitvoer lade 1 De printer wil papier naar uitvoerlade 1 zenden, maar deze is gesloten.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 54 Seriële optie-fout De printer heeft op een seriële poort een fout in een seriële interface gedetecteerd. • Controleer of de seriële kabel correct is aangebracht en of u de juiste kabel gebruikt. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Het is mogelijk dat de opdracht niet goed wordt afgedrukt. • Druk op Menu om het menu Taak te openen en de printer opnieuw in te stellen.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 56 USB-poort uitgeschakeld Er zijn gegevens doorgegeven aan de printer via een USBpoort, maar de USB-poort is uitgeschakeld. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item USBbuffer in het menu USB niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 58 Te veel Flash-opties Er zijn te veel flashgeheugenopties in de printer geïnstalleerd. Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder het flashgeheugen dat u niet gebruikt. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan. Opmerking: Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact op een niet-geaard stroomonderbrekingscircuit.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 64 Schijfindeling niet ondersteund De printer heeft een schijfindeling gevonden die niet wordt ondersteund. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen. • Formatteer de schijf. Opmerking: Zolang de schijf niet is geformatteerd, worden er geen schijfbewerkingen uitgevoerd. 80 Band versleten De overdrachtband heeft het Vervang de overdrachtband. einde van zijn levensduur bereikt. Zie ook: Overdrachtband vervangen 80 Band bijna op 80 Verh.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 81 CRC-fout in enginecode Een systeemcontrole van de microcode in de flashcodemodule van de engine is mislukt. Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en de code te wissen. Verzend de microcodegegevens opnieuw vanaf de hostcomputer. 84 Alle photocond op Alle photodeveloper units hebben het eind van hun levensduur bereikt. • Vervang alle photodeveloper units.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 84 Alle ph.cond kleur op De photodeveloper units voor kleuren hebben het einde van hun levensduur bereikt. • Vervang de photodeveloper units voor kleuren. Let er op dat u alle drie de eenheden (Cyaan, Magenta en Geel) tegelijk vervangt. • Als de afdrukkwaliteit nog steeds bevredigend is en u de photodeveloper units nog niet wilt vervangen, drukt u op Start (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. 84 Ph.
Printerberichten Bericht Betekenis Mogelijke actie 88 Toner bijna op De printer heeft geconstateerd dat de tonervoorraad in de aangegeven cartridge bijna op is. Als u nog geen vervangend exemplaar van de aangegeven tonercartridge hebt, moet u deze nu bestellen. U kunt nog circa 250 pagina's afdrukken voordat de cartridge leeg is. • Vervang de aangegeven tonercartridge. • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
6 Papierstoringen verhelpen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig de afdrukmedia te kiezen en deze media op de juiste manier te laden. Mocht het papier toch vastlopen, voer dan de stappen uit die in dit gedeelte worden beschreven. U verwijdert de berichten dat papier is vastgelopen, door het papier uit het betreffende gedeelte te verwijderen en vervolgens op Start (Go) te drukken. Het bericht verdwijnt en de printer drukt de rest van de opdracht af.
Papierstoringen verhelpen Klik op een van de onderstaande berichten voor meer informatie.
Papierstoringen verhelpen Controleer gebieden A,B Dit bericht geeft aan dat er een papierstoring is in de overdrachtband, het verhittingsstation of bij de uitvoerrollers. U verwijdert als volgt papier uit gebieden A-B: 1 Voer de procedure uit om de bovenklep te openen. Opmerking: Raadpleeg Bovenklep openen als u instructies voor het openen van de bovenklep nodig hebt. Photodeveloper unit Waarschuwing: U mag de trommel van de photodeveloper unit aan de onderkant van de tonercartridge niet aanraken.
Papierstoringen verhelpen 2 Verwijder het papier op de overdrachtband. Als het papier afkomstig is uit de universeellader, controleert u het gebied tussen de universeellader en de overdrachtband. Overdrachtband Waarschuwing: Verwijder het papier niet met scherpe voorwerpen. Hierdoor kan de overdrachtband blijvend worden beschadigd. 3 Controleer of er nog meer papier is vastgelopen in de buurt van het verhittingsstation en de bovenklep.
Papierstoringen verhelpen 5 Trek het papier langzaam uit het verhittingsstation naar de binnenkant van de printer. 6 Draai de vergrendelingshendel van het verhittingsstation omlaag. Opmerking: De hendel moet in de neerwaartse stand staan om de bovenklep te kunnen sluiten. 7 Controleer of er ook in de bovenklep papier is vastgelopen. Sluit de bovenklep en de voorklep als er geen papier is vastgelopen in de bovenklep. Als er wel papier is vastgelopen, gaat u verder met stap 8.
Papierstoringen verhelpen 8 Verwijder het vastgelopen papier bij de bovenklep. 9 Sluit de bovenklep en de voorklep. 10 Open de klep voor het verhelpen van storingen aan de linkerzijde van de printer. 11 Verwijder papier dat zich in de printer bevindt.
Papierstoringen verhelpen 12 Sluit de klep die toegang geeft tot het storingsgebied. U kunt voorkomen dat er weer papier vastloopt door ervoor te zorgen dat de klep aan beide kanten is gesloten. 13 Druk op Start (Go).
Papierstoringen verhelpen Controleer gebied C Bij papierstoringen die het bericht Controleer gebied C genereren, moet u de klep voor het verhelpen van storingen bij het dubbelzijdig afdrukken openen. Als u op papier van een klein formaat afdrukt, kan het zijn dat de papierstoring niet met de volgende stappen wordt verholpen. Zie Papier van klein formaat uit de duplexeenheid verwijderen. 1 Open de klep voor het verhelpen van storingen bij dubbelzijdig afdrukken, aan de rechterzijde van de printer.
Papierstoringen verhelpen Controleer gebied D Dit bericht geeft aan dat er papier is vastgelopen in het gebied rond de duplexeenheid. U verwijdert als volgt vastgelopen papier uit gebied D: 1 Open de klep voor het verhelpen van storingen bij dubbelzijdig afdrukken, aan de rechterzijde van de printer. 2 Trek de duplexeenheid voorzichtig naar buiten.
Papierstoringen verhelpen 3 Draai de knop voor papierdoorvoer tegen de klok in. Als het papier uit de duplexeenheid wordt geschoven, verwijdert u al het vastgelopen papier en gaat u verder met stap 7. Als het papier vast blijft zitten, gaat u naar stap 4. 4 Open de bovenkleppen van de duplexeenheid. 5 Verwijder het vastgelopen papier.
Papierstoringen verhelpen 6 Sluit de kleppen van de duplexeenheid. 7 Druk de duplexeenheid zo ver mogelijk naar binnen. 8 Sluit de toegangsklep.
Papierstoringen verhelpen 9 Druk op Start (Go). Controleer de papierbaan en verwijder alle papier uit de papierbaan als de berichten blijven verschijnen. Papier van klein formaat uit de duplexeenheid verwijderen Als u op beide zijden van A5-papier of ander papier van klein formaat afdrukt, is het mogelijk dat u de duplexeenheid gedeeltelijk moet verwijderen om de papierstoring te verhelpen. 1 Zet de printer uit. 2 Open de klep voor de duplexeenheid.
Papierstoringen verhelpen 3 Draai de twee hieronder aangegeven schroeven los. 4 Trek de duplexeenheid zo ver naar buiten dat u de ingang van de eenheid kunt zien.
Papierstoringen verhelpen 5 Verwijder het vastgelopen papier uit de ingang van de duplexeenheid. 6 Duw de duplexeenheid naar binnen.
Papierstoringen verhelpen 7 Lijn de duimschroeven op de duplexeenheid uit met de gaatjes op de printer. 8 Zet de duplexeenheid vast door de duimschroeven aan te draaien. 9 Sluit de klep voor de duplexeenheid.
Papierstoringen verhelpen Controleer gebied E Dit bericht geeft aan dat er papier uit een optionele lader is vastgelopen in het bovenste, middelste of onderste gedeelte van de papierbaan. Opmerking: Als u een hoge-capaciteitslader hebt, trekt u deze weg bij de printer. 1 Open de klep op de bovenste optionele lader. De klep biedt toegang tot het vastgelopen papier. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit de klep die toegang geeft tot het storingsgebied.
Papierstoringen verhelpen Controleer gebied F 1 Trek de hoge-capaciteitslader weg bij de printer. 2 Open de klep op de bovenste optionele lader. De klep biedt toegang tot het vastgelopen papier.
Papierstoringen verhelpen 3 Verwijder het vastgelopen papier. 4 Sluit de klep die toegang geeft tot het storingsgebied. 5 Schuif de hoge-capaciteitslader naar de printer totdat de lader aan het bevestigingsframe is vergrendeld. U hoort een klik wanneer de lader zich in de juiste positie bevindt. 6 Druk op Start (Go). Controleer de papierbaan en verwijder alle papier uit de papierbaan als de berichten blijven verschijnen.
Papierstoringen verhelpen 240 Papier vast MF-ladercontrol. 1 Trek het vastgelopen papier langzaam uit de universeellader, tenzij u banerpapier (296 X 914 mm) gebruikt. U moet banerpapier verwijderen in de richting waarin het papier wordt ingevoerd . Als het papier niet naar buiten komt, gaat u verder met stap 2. 2 Open de bovenklep. 3 Verwijder het papier op de overdrachtband. Waarschuwing: Raak de overdrachtband niet aan, plaats geen voorwerpen op de band en laat er niets op vallen.
Papierstoringen verhelpen 24Papier vast Controleer lade Papierstoringen in vijf gebieden resulteren in een bericht 24 Papier vast, waarbij x staat voor het nummer van de lade waarin het papier is vastgelopen. Papierstoringsberichten 241–244 geven aan dat er in een van de papierladen papier is vastgelopen. Een bericht van het type 249 Papier vast Controleer lade geeft aan dat er papier is vastgelopen in de hoge-capaciteitslader.
Papierstoringen verhelpen 3 Druk het resterende papier in de lade omlaag totdat de bodemplaat vastklikt. 4 Sluit de lade. 5 Druk op Start (Go). Controleer de papierbaan en verwijder alle papier uit de papierbaan als de berichten blijven verschijnen.
Papierstoringen verhelpen 249 Papier vast Controleer lade Een bericht van het type 249 Papier vast Controleer lade geeft aan dat er papier is vastgelopen in de hoge-capaciteitslader. Opmerking: Als u over een optionele printerkast beschikt, wordt de hoge-capaciteitslader aangemerkt als lade 3. 1 Open de bovenklep. 2 Verwijder het vastgelopen papier.
Papierstoringen verhelpen 3 Sluit de bovenklep. 4 Druk op Start (Go).
7 Onderhoud Status van supplies vaststellen U controleert de status van de verschillende printersupplies door de pagina met menu-instellingen af te drukken. Zie Pagina met menu-instellingen afdrukken voor meer informatie. Afhankelijk van het aantal menu-instellingen, worden er één of twee pagina's afgedrukt. Zoek op de pagina naar "Accessoires" waarin per item de resterende levensduur wordt aangegeven. U kunt de status van de printersupplies ook op het bedieningspaneel controleren.
Onderhoud Zuinig omgaan met supplies In de toepassing op de computer of op de display zijn diverse instellingen beschikbaar waarmee u toner en papier kunt besparen: Voor meer informatie, zie... Supply Instelling Functie van de instelling Toner Tonerzwarting in het menu Kleur De hoeveelheid toner instellen die aan een vel papier wordt afgegeven. De waarden variëren van 1 (lichtst) tot 5 (donkerst).
Onderhoud Supplies bestellen In de VS of Canada belt u 1-800-438-2468 voor informatie over geautoriseerde dealers van Lexmark supplies in uw omgeving. In andere landen neemt u contact op met de winkel waar u de printer hebt gekocht. Als u supplies wilt bestellen, kunt u ook de on line winkel van Lexmark bezoeken op www.lexmark.com. Een tijdige vervanging van printeronderdelen draagt bij tot een optimaal prestatieniveau, een uitstekende afdrukkwaliteit en het voorkomen van afdrukproblemen.
Onderhoud Bestel de juiste tonercartridge: Artikelnummer Tonercartridge Schatting van rendement Dekking (bij benadering) 12N0771 Zwarte-tonercartridge 14.000 pagina's 5% 12N0770 Gele-tonercartridge 12N0768 Cyaan-tonercartridge 12N0769 Magenta-tonercartridge Supplies vervangen De printer berekent het aantal afbeeldingen dat is afgedrukt en slaat deze informatie op.
Onderhoud De printer blijft het statusbericht Accessoires weergeven tot u de supplies vervangt. Nadat het statusbericht Accessoires wordt weergegeven, blijft de printer de status van de betreffende onderdelen controleren totdat het onderdeel leeg of versleten is. De printer geeft het bericht Bijna leeg, Leeg, Bijna op of Versleten weer. Om schade aan de printer of printeronderdelen te voorkomen, zal de werking van de printer worden onderbroken als bepaalde onderdelen versleten of leeg zijn.
Onderhoud Als er geen portovrij vervoersetiket beschikbaar is voor uw land, neemt u contact op met de leverancier van de printer voor meer informatie over hergebruik. Waarschuwing: Het is niet raadzaam om gebruikte cartridges opnieuw te vullen of elders opnieuw gevulde cartridges te kopen. De afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer kunnen in dat geval niet worden gegarandeerd. Schade die is veroorzaakt door het gebruik van opnieuw gevulde cartridges, valt niet onder de garantie van de printer.
Onderhoud Photodeveloper unit verwijderen Opmerking: Raadpleeg Bovenklep openen als u instructies voor het openen van de bovenklep nodig hebt. 1 Voer de stappen uit voor het openen van de bovenklep. Opmerking: De overtollige toner op de photodeveloper units kan vlekken op uw kleding veroorzaken. Reinig tonervlekken niet met heet water, omdat de toner zich hierdoor permanent aan de kleding hecht. Verwijder de toner met koud water. 2 Draai de arm van de overloopfles weg van de photodeveloper unit.
Onderhoud 3 Trek de photodeveloper unit aan het nokje voor ongeveer de helft uit de printer. U moet eerst enige kracht uitoefenen om de photodeveloper unit voorbij het vergrendelingsveertje te trekken. 4 Pak de handgreep van de photodeveloper unit en trek de eenheid verder naar buiten. Photodeveloper unit installeren Opmerking: De printer is uitgerust met vier kleurgecodeerde photodeveloper units. Elke photodeveloper unit heeft een eigen kleurgecodeerde positie.
Onderhoud 2 Verwijder de tape van de photodeveloper unit en de bescherming om de unit. Opmerking: De photodeveloper units hebben een kleur die hoort bij een specifieke tonerkleur en moeten op een bepaalde positie in de printer worden geplaatst. 3 Lijn de photodeveloper unit uit met de sleuf in de printer onder het label met de juiste kleur.
Onderhoud 4 Schuif de photodeveloper unit in de sleuf totdat de unit stevig vastzit. Houd hierbij de unit met uw linkerhand en de bescherming van de unit met uw rechterhand vast. Terwijl de photodeveloper unit naar binnen wordt geschoven, schuift u de bescherming van de unit af. Bescherming van photodeveloper unit 5 Druk de arm van de overloopfles omlaag zodat deze verbinding maakt met de photodeveloper unit en op zijn plaats klikt.
Onderhoud 7 Sluit de bovenklep en de voorklep. Opmerking: Raadpleeg Bovenklep sluiten als u instructies voor het sluiten van de bovenklep nodig hebt. Klik op een van de volgende onderwerpen voor instructies over het vervangen van andere supplies: Duplexeenheid verwijderen Overdrachtband vervangen Verhittingsstation vervangen De levensduur van het verhittingsstation wordt constant gecontroleerd door de printer. Als het verhittingsstation bijna is versleten, geeft de printer het bericht 80 Verh.
Onderhoud Printer gereedmaken voor onderhoud 1 Schakel de printer in. 2 Volg de instructies voor het bericht dat de printer weergeeft. De instructies staan in de volgende tabel. Primair bericht Secundair bericht 80 Verh.station bijna op SELECT = Vervang START = Doorgaan Actie Druk op Selecteren (Select) als u het verhittingsstation nu wilt vervangen. Druk op Start (Go) als u het verhittingsstation nu nog niet wilt vervangen. 80 Verh.
Onderhoud 3 Zet alle optionele apparaten die op de printer zijn aangesloten uit of koppel ze los. Waarschuwing: Raak de overdrachtband niet aan, plaats geen voorwerpen op de band en laat er niets op vallen. Als u het oppervlak van de overdrachtband aanraakt of iets op de overdrachtband neerzet, kan deze beschadigd raken. 4 Voer de procedure uit om de bovenklep te openen.
Onderhoud 5 Til de ontgrendelingshendel van het verhittingsstation op. Waarschuwing: Als u het verhittingsstation verwijdert terwijl de ontgrendelingshendel in de neerwaartse positie staat, beschadigt u de grendel. LET OP: Het verhittingsstation kan heet zijn! Laat het verhittingsstation afkoelen voordat u het aanraakt. 6 Pak de handgrepen van het verhittingsstation en druk op de beide vergrendelingsknoppen van het verhittingsstation.
Onderhoud 7 Trek het verhittingsstation omhoog en naar buiten. Opmerking: Gooi het oude verhittingsstation nog niet weg. De oliecoatingrol wordt in het nieuwe verhittingsstation geïnstalleerd.
Onderhoud Verhittingsstation installeren 1 Haal het nieuwe verhittingsstation uit de verpakking en verwijder alle verpakkingsmateriaal. 2 Lijn het verhittingsstation uit met de opening van de printer.
Onderhoud 3 Laat het verhittingsstation zakken tot het in positie klikt.
Onderhoud 4 Verwijder de oliecoatingrol uit het oude verhittingsstation. LET OP: De oliecoatingrol kan heet zijn! Laat de oliecoatingrol afkoelen voordat u deze aanraakt. a Trek het vergrendelingsnokje omhoog om de oliecoatingrol te ontgrendelen. Vergrendelingsnokje Oliecoatingrol b Trek de oliecoatingrol naar buiten. Hier vasthouden Houd de oliecoatingrol aan de bovenkant vast zoals wordt aangegeven met de donkere gebieden in de afbeelding.
Onderhoud 5 Installeer de oliecoatingrol. Zorg ervoor dat de oliecoatingrol op zijn plaats valt. De rol moet op zijn plaats klikken en er mag geen ruimte tussen de rol en het verhittingsstation zijn. LET OP: Zorg ervoor dat niemand zich vlak bij de printer bevindt wanneer u de klep sluit en dat zich geen objecten (zoals iemands hand of een kledingstuk) onder de klep bevinden. 6 Sluit de bovenklep en de voorklep. 7 Sluit alle optionele apparaten opnieuw op de printer aan. 8 Zet de optionele apparaten aan.
Onderhoud 9 Schakel de printer in. Het bericht Verh.station vervangen? wordt weergegeven. 10 Druk op Start (Go) om de teller van het verhittingsstation in de beginstand te zetten. Opmerking: Als u het verhittingsstation hebt vervangen nadat u de berichten 80 Verh.station/band bijna op of 80 Verh.station/band versleten hebt ontvangen, raadpleegt u nu Overdrachtband vervangen voor instructies over het vervangen van de overdrachtband.
Onderhoud Oliecoatingrol verwijderen 1 Zet de printer uit. 2 Zet alle optionele apparaten die op de printer zijn aangesloten uit of koppel ze los. Waarschuwing: Raak de overdrachtband niet aan, plaats geen voorwerpen op de band en laat er niets op vallen. Als u het oppervlak van de overdrachtband aanraakt of iets op de overdrachtband neerzet, kan deze beschadigd raken. 3 Voer de procedure uit om de bovenklep te openen.
Onderhoud 4 Trek het vergrendelingsnokje omhoog om de oliecoatingrol te ontgrendelen. Vergrendelingsnokje Oliecoatingrol 5 Schuif de oliecoatingrol uit het verhittingsstation. Hier vasthouden Houd de oliecoatingrol aan de bovenkant vast zoals wordt aangegeven door de donkere gebieden in de afbeelding. 6 Haal de nieuwe oliecoatingrol uit de verpakking.
Onderhoud 7 Schuif de oliecoatingrol in het verhittingsstation. Zorg ervoor dat de oliecoatingrol op zijn plaats valt. De rol moet op zijn plaats klikken en er mag geen ruimte tussen de rol en het verhittingsstation zijn. LET OP: Zorg ervoor dat niemand zich vlak bij de printer bevindt wanneer u de klep sluit en dat zich geen objecten (zoals iemands hand of een kledingstuk) onder de klep bevinden. 8 Sluit de bovenklep en de voorklep. 9 Sluit alle optionele apparaten opnieuw op de printer aan.
Onderhoud 11 Zet de printer aan. Klik op een van de volgende onderwerpen voor instructies voor het vervangen van andere supplies: Verhittingsstation vervangen Overdrachtband vervangen Overdrachtband vervangen De levensduur van de overdrachtband wordt constant gecontroleerd door de printer. Als de overdrachtband bijna is versleten, geeft de printer het bericht 80 Band versleten weer. Dit bericht geeft aan dat u de overdrachtband moet vervangen.
Onderhoud Printer gereedmaken voor onderhoud 1 Schakel de printer in. 2 Volg de instructies voor het bericht dat de printer weergeeft. De instructies staan in de volgende tabel. Primair bericht Secundair bericht Actie 80 Band bijna op SELECT = Vervang Druk op Selecteren (Select) als u de overdrachtband nu wilt vervangen. START = Doorgaan Druk op Start (Go) als u de overdrachtband nu nog niet wilt vervangen.
Onderhoud 3 Zet alle optionele apparaten die op de printer zijn aangesloten uit of koppel ze los. Waarschuwing: Raak de overdrachtband niet aan, plaats geen voorwerpen op de band en laat er niets op vallen. Als u het oppervlak van de overdrachtband aanraakt of iets op de overdrachtband neerzet, kan deze beschadigd raken. 4 Voer de procedure uit om de bovenklep te openen. Overdrachtband LET OP: Binnenin de printer kan het heet zijn! Laat de printer afkoelen voordat u deze aanraakt.
Onderhoud 5 Draai de duimschroeven aan beide kanten van de klep van de overdrachtband los. 6 Verwijder de klep van de overdrachtband.
Onderhoud 7 Draai de duimschroeven aan beide kanten van de overdrachtband los. 8 Trek de overdrachtband naar buiten.
Onderhoud Overdrachtband installeren 1 Haal de nieuwe overdrachtband uit de verpakking. 2 Lijn de overdrachtband uit met de opening van de printer.
Onderhoud 3 Schuif de overdrachtband naar binnen totdat deze volledig op zijn plaats zit. 4 Draai de schroeven van de overdrachtband aan.
Onderhoud 5 Lijn de overdrachtband uit en breng deze aan zoals in de illustratie wordt weergegeven. 6 Draai de schroeven van de klep van de overdrachtband aan. Waarschuwing: Raak de overdrachtband niet aan, plaats geen voorwerpen op de band en laat er niets op vallen. Als u het oppervlak van de overdrachtband aanraakt of iets op de overdrachtband neerzet, kan deze beschadigd raken.
Onderhoud 7 Haal de vier opvulblokjes van de overdrachtband. Opmerking: Verwijder de vier opvulblokjes van de overdrachtband zodat u de bovenklep kunt sluiten. Overdrachtband LET OP: Zorg ervoor dat niemand zich vlak bij de printer bevindt wanneer u de klep sluit en dat zich geen objecten (zoals iemands hand of een kledingstuk) onder de klep bevinden. 8 Sluit de bovenklep en de voorklep. 9 Sluit alle optionele apparaten opnieuw op de printer aan. 10 Zet de optionele apparaten aan.
Onderhoud 11 Schakel de printer in. Het bericht Band vervangen? wordt weergegeven. 12 Druk op Start (Go) om de teller van de overdrachtband in de beginstand te zetten. Nadat de teller in de beginstand is gezet, verschijnt het bericht Uitlijningspag. wordt afgedrukt en wordt er een testpagina afgedrukt. Nadat de testpagina is afgedrukt, moet u voor elke instelling uitlijningswaarden opgeven. 13 Druk op Menu om de uitlijningswaarde te kiezen.
Onderhoud Tonercartridge vervangen Het tonerniveau van de cartridges wordt constant gecontroleerd door de printer. Als de tonervoorraad in de cartridge afneemt, verschijnt het bericht 88 Toner bijna op. Dit betekent dat u een of meer aangegeven cartridges moet vervangen. Druk op Start (Go) om het interventiebericht te wissen. Het statusbericht Accessoires verschijnt op de tweede regel van de display om u eraan te herinneren dat bepaalde supplies moeten worden gecontroleerd.
Onderhoud 2 Draai de arm van de overloopfles weg van de photodeveloper unit. 3 Trek de tonercartridge half uit de printer. 4 Pak de handgreep van de tonercartridge en trek de tonercartridge verder naar buiten.
Onderhoud Tonercartridge installeren 1 Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking. 2 Schud de tonercartridge zachtjes heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen. 3 Verwijder de tape en ander verpakkingsmateriaal.
Onderhoud 4 Lijn de tonercartridge uit met de bijbehorende sleuf van de printer. De tonercartridge wordt rechts van het overeenkomstige gekleurde label geplaatst. Gekleurd label 5 Schuif de tonercartridge in de printer totdat de cartridge stevig vastzit.
Onderhoud 6 Draai de arm van de overloopfles totdat deze boven de photodeveloper unit op zijn plaats klikt. 7 Herhaal stap 2 tot en met 5 om andere tonercartridges te installeren. LET OP: Zorg ervoor dat niemand zich vlak bij de printer bevindt wanneer u de klep sluit en dat zich geen objecten (zoals iemands hand of een kledingstuk) onder de klep bevinden. 8 Sluit de bovenklep en de voorklep. Opmerking: Raadpleeg Bovenklep openen als u instructies voor het sluiten van de bovenklep nodig hebt.
Onderhoud Onderhoudsteller op nul zetten Nadat u het verhittingsstation of de overdrachtband hebt vervangen, moet u de onderhoudsteller in de beginstand zetten. Als het bericht Verh.station vervangen? of Band vervangen? wordt weergegeven, drukt u op Start (Go). Volg anders de volgende stappen om de tellers van het verhittingsstation of de overdrachtband in de beginstand te zetten. Opmerking: Hoewel het verhittingsstation wordt weergegeven, geldt deze procedure ook voor de overdrachtband.
Onderhoud 5 Druk enkele malen op Menu tot u op de tweede regel van de display Verh.station leest. Toebhrn vervngn Verh.station 1 Menu 2 Selecteren 3 Terug 4 Start 5 Stop 6 6 Druk op Selecteren (Select) om de menuoptie Verh.station te openen. 7 Druk enkele malen op Menu tot u op de tweede regel van de display =Vervangen ziet. Verh.station =Vervangen 1 Menu 2 Selecteren 3 Terug 4 Start 5 Stop 6 8 Druk op Start (Go) om de teller van het verhittingsstation op nul te zetten. 9 Druk op Start (Go).
Onderhoud LED's schoonmaken Als er problemen met de afdrukkwaliteit optreden, zoals lege plekken, lichte strepen of een te lichte afdruk, moet u wellicht de LED's aan de binnenkant van de bovenklep schoonmaken. Opmerking: Zie Bovenklep openen voor instructies voor het openen van de bovenklep. 1 Voer de stappen uit voor het openen van de bovenklep. 2 Verwijder alle tonercartridges. Zie Tonercartridge verwijderen voor meer informatie.
Onderhoud Waarschuwing: De toner in de tonercartridges kan vlekken op uw kleding veroorzaken. Reinig tonervlekken niet met heet water, omdat de toner zich hierdoor permanent aan de kleding hecht. Verwijder tonervlekken altijd met koud water uit kleding. 3 Veeg de glazen lenzen van alle vier LED-koppen schoon met een schone droge doek of een stuk zacht papier (bijvoorbeeld een papieren zakdoekje). 4 Plaats de tonercartridges terug. Zie Tonercartridge installeren voor meer informatie.
Onderhoud Bovenklep sluiten LET OP: Zorg ervoor dat niemand zich vlak bij de printer bevindt wanneer u de klep sluit en dat zich geen objecten (zoals iemands hand of een kledingstuk) onder de klep bevinden. 1 Plaats beide handen op de bovenklep, zoals in de afbeelding wordt aangegeven. 2 Druk stevig op de bovenklep tot deze op zijn plaats klikt. 3 Draai de vergrendelingshendel van de bovenklep naar rechts. Opmerking: Als u de vergrendelingshendel niet kunt draaien, is de klep niet helemaal gesloten.
Onderhoud 4 Sluit de voorklep.
Onderhoud Bovenklep openen U krijgt als volgt toegang tot de printersupplies en een aantal van de gebieden waar zich papierstoringen kunnen voordoen: 1 Open de voorklep. 2 Draai de vergrendelingshendel van de bovenklep naar links.
Onderhoud 3 Druk op de rechtervergrendelingsknop van de bovenklep en trek de bovenklep op de hieronder aangegeven plekken omhoog. 4 Til de bovenklep zo ver mogelijk omhoog. Klik hieronder op een onderwerp voor informatie over het vervangen van een afzonderlijke supply of over het verhelpen van papierstoringen.
Onderhoud Duplexeenheid verwijderen 1 Zet de printer uit. 2 Open de klep voor de duplexeenheid. 3 Draai de duimschroeven los waarmee de duplexeenheid vast is gezet.
Onderhoud 4 Trek de duplexeenheid uit het apparaat. 5 Sluit de klep voor de duplexeenheid.
Onderhoud Hoge-capaciteitslader verwijderen 1 Zet de printer uit. 2 Haal de voedingskabel van de hoge-capaciteitslader uit het stopcontact. 3 Ontkoppel de interfacekabel van de zijkant van de hoge-capaciteitslader. 4 Rol de hoge-capaciteitslader weg van de printer. 5 Haal de hoge-capaciteitslader van de geleiderail.
Onderhoud 6 Trek de geleiderail naar boven en trek deze weg van het bevestigingsframe. 7 Haal de schroefsleutel uit de houder in de hoge-capaciteitslader.
Onderhoud 8 Verwijder de vier schroeven waarmee het bevestigingsframe is bevestigd. 9 Duw de twee afdekplaatjes in de schroefgaten op de optionele lader totdat ze op hun plaats klikken.
Onderhoud Klep van systeemkaart verwijderen U moet de klep van een systeemkaart verwijderen als u geheugenkaarten, een firmwarekaart, een vaste schijf of een optiekaart wilt installeren. LET OP: Deze printer weegt 80,5 kg en moet door ten minste vier mensen worden opgetild. Zorg voor voldoende hulp wanneer u de printer optilt of verplaatst. Gebruik de handgrepen aan de zijkanten als u de printer optilt. 1 Zoek een plaats voor de printer waar u gemakkelijk de klep en onderdelen kunt verwijderen.
Onderhoud Plaats van geheugenkaarten en netwerkopties Op de volgende afbeelding ziet u de plaats van de verschillende connectoren.
Onderhoud Klep van systeemkaart installeren Nadat u de opties hebt verwijderd, plaatst u de klep en de systeemkaart als volgt terug: Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 2 als u de klep wilt installeren. 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en het netsnoer uit het stopcontact is gehaald. 2 Lijn de gaten op de klep uit met de schroeven.
Onderhoud 3 Plaats de klep tegen de printer en schuif deze omlaag. 4 Draai de acht schroeven aan. 5 Sluit de printerkabels en het netsnoer aan en schakel de printer in. Opmerking: Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact op een niet-geaard stroomonderbrekingscircuit. Optionele lader verwijderen 1 Zet de printer uit. 2 Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact. Opmerking: Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact op een niet-geaard stroomonderbrekingscircuit.
Onderhoud 4 Til de printer op en trek deze weg van de optionele lader. LET OP: Een optionele lader weegt 18,5 kg. Vraag iemand om u bij het tillen te helpen. 5 Til de optionele lader op.
8 Problemen oplossen Contact opnemen met serviceafdeling Wanneer u voor technische ondersteuning belt, zorg er dan voor dat u het probleem kunt omschrijven, dat u het foutbericht op het bedieningspaneel hebt genoteerd en dat u kunt vertellen welke stappen u reeds hebt ondernomen om het probleem op te lossen. Druk zo mogelijk ook een pagina met menu-instellingen af. Deze kan van pas komen bij het oplossen van problemen. U moet weten welk type printer u gebruikt en wat het serienummer is.
Problemen oplossen Probleem Actie Taak is niet afgedrukt of de verkeerde tekens zijn afgedrukt (vervolg). Als u een afdrukspooler gebruikt, controleer dan of deze niet is blijven steken. Controleer de printerinterface vanuit het menu Instelling. Bepaal welke hostinterface wordt gebruikt. Druk een pagina met menuinstellingen af om te controleren of de interface-instellingen juist zijn. Zie Pagina met menu-instellingen afdrukken.
Problemen oplossen Probleem Actie Afdrukmedia worden verkeerd ingevoerd of er worden meerdere vellen ingevoerd. Controleer of de afdrukmedia die u gebruikt, voldoen aan de specificaties voor de printer. Raadpleeg voor meer informatie de Card Stock & Label Guide. Buig de afdrukmedia voordat u ze in een van de papierbronnen laadt. Controleer of de afdrukmedia op de juiste wijze zijn geladen. Zorg dat de breedte- en lengtegeleiders voor het papier in de papierbronnen juist zijn afgesteld.
Index Symbolen installeren of Taak annuleren 102 Nummers 30 Coatingrol ontbreekt 109 33 Config-fout lade 109 40 Lade formaatdetectiefout 113 41 Open uitvoerlade 1 113 57 Configuratie gewijzigd 115 58 Te veel laden aangesl 115, 116 80 Band bijna op 117 80 Band versleten 117 80 Verh.station bijna op 117 80 Verh.station versleten 117 80 Verh.station/band bijna op 117 80 Verh.station/band versleten 117 81 CRC-fout in enginecode 118 84 Alle photocond. kleur op 119 84 Alle photocond.
58 Input Config Error 115 58 Te veel Flash-opties 116 58 Te veel laden aangesl 115, 116 58 Te veel schijven geïnst 115 61 Schijf beschadigd 116 62 Schijf vol 116 63 Schijf niet geformatteerd 116 64 Schijfindeling niet ondersteund 117 80 Band bijna op 117 80 Band versleten 117 80 Verh.station bijna op 117 80 Verh.station versleten 117 80 Verh.station/band bijna op 117 80 Verh.station/band versleten 117 81 CRC-fout in enginecode 118 84 Alle photocond. kleur op 119 84 Alle photocond. op 118 84 Ph.cond.
Taken worden verwijderd 100 Takenloggegevens worden afgedrukt 105 Takenloggegevens worden gewist 99 Terugzetten taak in wacht xxx/yyy 108 Uitlijningspag. wordt afgedrukt 105 USB 109 Verh.
Flash formatt. (menu Extra) 96 Flash wrdt gefrm. 101 flashgeheugen defragmenteren 95 formatteren 96 geladen bronnen afdrukken 96 instellen als doel voor laden 86 dubbelzijdig inbinden 53 inschakelen 53 Dubbelzijdig (menu Afwerking) 53 E Engine wordt opgewarmd 101 enveloppen laden 46 universeellader 22 etiketten gebruik 47 Exemplaren (menu Afwerking) 53 exemplaren, aantal opgeven 53 Extra, menu 95 Afdruk uitlijnen 96 Directory afdr. 96 Fabr.instelling 95 Flash defrag. 95 Flash formatt.
L infraroodpoort 56 INIT honoreren (menu Parallel) 63 installeren klep van systeemkaart 197 oliecoatingrol 163 overdrachtband 167 photodeveloper unit 149 tonercartridges 177 verhittingsstation 154 Instelling, menu 85 Afdruktimeout 89 Alarminstelling 85 Auto doorgaan 85 Bronnen opslaan 90 Corr na storing 87 Laden naar 86 Nietjesalarm 90 Pag-beveiliging 88 Printergebruik 89 Printertaal 89 Sgnl perforator 87 Spaarstand 88 Taal op display 86 Takenlog 87 Toneralarm 90 Wachttimeout 91 interfaces netwerk 61 paral
NPA-modus instellen netwerkpoort 62 parallelle poort 64 seriële poort 83 USB-poort 93 Ntwrk afdrukken (menu Extra) 97 Nwe actieve lade (menu Taak) 60 menu's pagina met menu-instellingen afdrukken 12 taal 86 Menu's afdrukken (menu Extra) 97 Menu's uitgeschakeld 104 Menu’s worden ingeschakeld 101 Menu’s worden uitgeschakeld 100 menu-instellingen afdrukken 12 menu-overzicht 48 Menuwijzigingen activeren 98 MF config. (menu Papier) 70 O oliecoatingrol bestellen 146 Onderhoud verh.
protocol 65 PS SmartSwitch 65 inschakelen weerstanden 64 Pariteit (menu Serieel) 83 PCL Emul, menu 66 A4 breedte 66 Afdrukstand 67 Auto HR bij NR 66 Auto NR bij HR 66 Lade-nr wijzigen 68 Lettertypebron 66 Lettertypenaam 66 Pitch 67 Puntformaat 67 Regels/pagina 67 Tekenset 68 PCL SmartSwitch 56 PCL SmartSwitch (menu Netwerk) 62 PCL SmartSwitch (menu Parallel) 65 PCL SmartSwitch (menu Serieel) 84 PCL SmartSwitch (menu USB) 94 PCL SmartSwitch instellen Zie ook Printertaal netwerkpoort 62 parallelle poort 65 se
PS-emulatie Zie PostScript-emulatie Puntformaat (menu PCL Emul) 67 Polarit.
Taak annuleren 58 Taken in wacht 60 Taal op display (menu Instelling) 86 Taken in buffer 57 Taken in buffer (menu Netwerk) 61 Taken in buffer (menu Parallel) 63 Taken in buffer (menu Serieel) 83 Taken in buffer (menu USB) 93 Taken in wacht (menu Taak) 60 Taken in wacht mogelk niet terug 102 Taken in wacht mogelk verloren 102 Taken worden verwijderd 100 Takenlog (menu Instelling) 87 Takenloggegevens (menu Extra) 96 Takenloggegevens worden gewist 99 Tekenset (menu PCL Emul) 68 tekensets, definitie 40 teller o
tonercartridges 177 verhittingsstation 154 verwijderen klep van systeemkaart 195 Voer PIN in =___ 101 Voorbeeld afdr 96 Voorkeurlettertype (menu PostScript) 81 enveloppen 21 laden 21 papier 21 transparanten 21 richtlijnen 18 sluiten 24 universeellader configureren 70 Universle install (menu Papier) 75 USB, menu 93 MAC binair PS 93 NPA-modus 93 PCL SmartSwitch 94 PS SmartSwitch 94 Taken in buffer 93 USB-buffer 94 USB-buffer (menu USB) 94 USB-poort configureren buffergrootte 94 NPA-modus 93 PCL SmartSwitch 9
Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. © 2003 Lexmark International, Inc.