Operation Manual

Contact opnemen met serviceafdeling
201
Problemen oplossen
Taak is niet afgedrukt of de
verkeerde tekens zijn
afgedrukt (vervolg).
Als u een afdrukspooler gebruikt, controleer dan of deze niet is blijven
steken.
Controleer de printerinterface vanuit het menu Instelling.
Bepaal welke hostinterface wordt gebruikt. Druk een pagina met menu-
instellingen af om te controleren of de interface-instellingen juist zijn. Zie
Pagina met menu-instellingen afdrukken
.
Ga als volgt te werk als u een seriële interface gebruikt:
• Controleer of DSR honoreren is ingesteld op Uit.
• Controleer de instellingen voor protocol, baud, pariteit en databits. De
instellingen in de printer en in de hostcomputer moeten overeenkomen.
De printer drukt langzaam af. Controleer of u de juiste papiersoort hebt ingesteld voordat u een
afdruktaak verzendt.
Als u de papiersoort hebt ingesteld op Transparant, wordt de temperatuur
van het verhittingsstation aangepast en wordt de snelheid beperkt om de
afdrukkwaliteit te verbeteren. Als u vervolgens een andere papiersoort
instelt (bijvoorbeeld normaal papier of briefhoofdpapier), heeft de printer
extra tijd nodig om het verhittingsstation op te warmen.
Maak de afdruktaak minder complex. U kunt de afdruksnelheid verhogen
door minder en kleinere lettertypen te gebruiken, minder en eenvoudigere
afbeeldingen op te nemen en minder pagina's af te drukken.
Stel Paginabescherming in op
Uit
vanuit het
Menu Instelling
.
Onverwachte pagina-einden Controleer de instelling voor Afdruktimeout in het
Menu Instelling
.
Transparanten lopen vast. Als u de printer zojuist hebt ingeschakeld of als de printer gedurende enige
tijd niet actief is geweest, moet u eerst een paar afdrukken maken op
papier voordat u op transparanten afdrukt.
Door de spaarstand uit te schakelen, voorkomt u ook dat transparanten
vastlopen nadat de printer een tijd niet is gebruikt.
Papier is vastgelopen in het
verhittingsstation.
Draai de ontgrendelingshendel van het verhittingsstation omlaag en
verwijder het vast gelopen papier. Zie
Papierstoringen verhelpen
voor
meer informatie.
Een deel van de afgedrukte
pagina is afgescheurd.
Controleer of u papier van het juiste formaat in de papierlade hebt geladen
en of u het juiste papierformaat hebt ingesteld.
De printer is aangesloten op
de USB-poort, maar drukt
niet af.
Controleer of u Windows 98, Windows 2000, Windows Me of een ander
USB-compatibel besturingssysteem gebruikt dat wordt ondersteund door
de leverancier.
Het papier wordt niet goed
ingevoerd.
Gebruik alleen aanbevolen afdrukmedia. Gebruik geen papier van 60 g/m
2
of papier van meer dan 120 g/m
2
in de duplexeenheid.
Controleer of de papiergeleiders in de papierlade goed zijn ingesteld voor
de media die u hebt geladen.
Controleer of de stapel met media niet boven de maximumstapelhoogte
uitkomt die is aangegeven in de lade.
Probleem Actie