Operation Manual

Table Of Contents
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken
beïnvloeden. Raadpleeg
“Papierstoringen voorkomen” op pagina 132 en “Papier bewaren” op pagina 49 voor meer
informatie.
Papierformaat en papiersoort instellen
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Instellingen > >Menu Papier > >Papierformaat/-soort >
2 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar het formaat van de lade of invoerlade en druk op .
3 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar het papierformaat en druk op .
4 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar het type van de lade of invoerlade en druk op .
5 Blader met de pijl omhoog of omlaag naar de papiersoort en druk op .
Instellingen voor universeel papierformaat configureren
Het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling waarmee u kunt afdrukken op
papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's.
Opmerkingen:
Het kleinste ondersteunde formaat is 76 x 127 mm (3 x 5 inch) en kan alleen in de universeellader en handinvoer
worden geplaatst.
Het grootste ondersteunde formaat is 215,9 x 359,9 mm (8,5 x 14,17 inch) en kan alleen in de universeellader en
handmatige invoer worden geplaatst.
1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen > > Menu Papier > > Universele instelling > > Maateenheden > > selecteer
een maateenheid >
2 Druk op de pijl omhoog of omlaag tot Staand hoogte of Staand breedte wordt weergegeven en druk op
.
3 Voer de voorkeursinstellingen in met het toetsenblok op druk op de pijl naar links of rechts om het gewenste formaat
handmatig te selecteren en druk op
.
4 Druk op .
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 31