CX410 Series Gebruikershandleiding September 2014 Machinetype(n): 7527 Model(len): 415, 436 www.lexmark.
Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Informatie over veiligheid............................................................................7 Omgaan met de printer................................................................................9 Informatie zoeken over de printer............................................................................................................9 Een plaats voor de printer bepalen................................................................................................
Inhoudsopgave 3 Instellingen voor Universal papier configureren.....................................................................................41 Papier plaatsen in de lade voor 250 en 550 vel.......................................................................................41 papier in de handmatige invoer plaatsen................................................................................................44 Papier in de lade voor 650 vel plaatsen..............................................
Inhoudsopgave 4 Faxen.........................................................................................................90 Printer instellen voor faxen.....................................................................................................................90 Een fax verzenden.................................................................................................................................106 Snelkoppelingen maken..............................................................
Inhoudsopgave 5 Printer onderhouden................................................................................202 Supplies bewaren..................................................................................................................................202 De printer reinigen................................................................................................................................202 De status van de onderdelen en supplies controleren.......................................
Inhoudsopgave 6 Problemen bij het faxen oplossen.........................................................................................................303 Problemen met de scanner oplossen....................................................................................................308 Probleem met toepassingen van het startscherm oplossen.................................................................312 Embedded Web Server wordt niet geopend.......................................................
Informatie over veiligheid 7 Informatie over veiligheid Sluit het netsnoer rechtstreeks aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. LET OP—KANS OP LETSEL: U mag dit product niet gebruiken met verlengsnoeren, stekkerdozen, verdelers of andere typen stroom- of UPS-apparaten.
Informatie over veiligheid 8 LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten, zoals een meubelstuk en een muur. Als een van deze dingen gebeurt, is er een kans op brand of elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op dergelijke problemen.
Omgaan met de printer 9 Omgaan met de printer Informatie zoeken over de printer Gewenste informatie Bron Eerste installatie-instructies: Installatiedocumentatie: de installatiedocumentatie wordt bij de printer geleverd en is tevens verkrijgbaar op de website van Lexmark op http://support.lexmark.com. • De printer aansluiten op • De printersoftware installeren Extra installatieopties en instructies voor Gebruikershandleiding en Naslagkaart: de handleidingen zijn beschikbaar op http://support.lexmark.
Omgaan met de printer 10 Gewenste informatie Bron De nieuwste aanvullende informatie, updates en klantenondersteuning: Ondersteuningswebsite van Lexmark—http://support.lexmark.com • • • • • Documentatie Stuurprogramma's downloaden Ondersteuning via live-chat Ondersteuning per e-mail Telefonische ondersteuning Opmerking: Selecteer uw land of regio en selecteer vervolgens uw product om de juiste ondersteuningssite weer te geven.
Omgaan met de printer 11 1 Rechterkant 304,8 mm (12 inch) 2 Voorkant 508 mm (20 inch) 3 Linkerkant 76,2 mm (3 inch) 4 Achterkant 101,6 mm (4 inch) 5 Bovenkant 291,7 mm (11,5 inch) Printerconfiguraties LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit. Als u meerdere invoeropties gebruikt, dient u een printerstandaard of een printerbasis te gebruiken.
Omgaan met de printer Basismodellen 1 Bedieningspaneel van de printer 2 Automatische documentinvoer (ADI) 3 Standaarduitvoerlade 4 Bovenklep 5 Rechterzijklep 6 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 7 Handmatige invoer 8 Optionele duolade voor 650 vel met een geïntegreerde multifunctionele invoer (lade 2) 9 Optionele lade voor 550 vel (lade 3) Informatie over de standaardfuncties van de printer • • • • • Snel kopieën maken of de printer instellen voor specifieke kopieertaken.
Omgaan met de printer 13 De ADF en de glasplaat gebruiken Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de glasplaat voor documenten van één pagina of boekpaGebruik de ADI als u documenten met meerdere pagina's wilt gina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, scannen, inclusief dubbelzijdig afgedrukte (duplex) pagina's. fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Informatie over het bedieningspaneel 14 Informatie over het bedieningspaneel Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Onderdeel Tot 1 Display 2 Startscherm (knop) Naar het startscherm gaan. 3 Help (knop) Ga naar de Help-menu's. 4 Knop Alles wissen / Opnieuw instellen De standaardinstellingen opnieuw instellen van een functie, zoals afdrukken, kopiëren of emailen. 5 Toetsenblok Nummers, letters of symbolen invoeren. 6 Slaapknop De slaapstand of sluimerstand inschakelen.
Informatie over het bedieningspaneel Aanraken 15 Functie 1 Kopiëren De kopieermenu's openen en kopieën maken. 2 Faxen De faxmenu's openen en faxen verzenden. 3 E-mail De e-mailmenu's openen en e-mails verzenden. 4 FTP De FTP-menu's (File Transfer Protocol) openen en documenten rechtstreeks naar een FTP-server scannen. 5 Menupictogram Printermenu's openen. Opmerking: De menu's zijn alleen beschikbaar als de printer in de stand Gereed staat.
Informatie over het bedieningspaneel 16 Functies Functie Beschrijving Waarschuwing interventiebericht Als een interventiebericht van invloed is op een functie, wordt dit pictogram weergegeven en gaat het lampje rood knipperen. Als er een foutconditie optreedt, wordt dit pictogram weergegeven. Waarschuwing IP-adres printer U vindt het IP-adres van uw printer in de linkerbovenhoek van het startscherm. Het adres Voorbeeld: 123.123.123.
Informatie over het bedieningspaneel 17 1 7 6 5 4 3 2 Aanraken Resultaat 1 Pijlen Een lijst met opties weergeven. 2 Kopiëren Een kopie afdrukken. 3 Geavanceerde opties Een kopieeroptie selecteren. 4 Startpagina Naar het startscherm gaan. 5 Verhogen Een hogere waarde selecteren. 6 Verlagen Een lagere waarde selecteren. 7 Tips Dialoogvenster met contextafhankelijke Help-informatie openen.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 18 Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken Opmerkingen: • Het startscherm van uw apparaat kan er anders uitzien, afhankelijk van de aangepaste instellingen, beheerdersinstellingen en actieve ingesloten toepassingen. Sommige toepassingen worden alleen ondersteund op bepaalde printermodellen. • Het kan zijn dat er andere oplossingen en toepassingen verkrijgbaar zijn. Ga voor meer informatie naar www.lexmark.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 19 • Door een netwerkconfiguratiepagina of pagina met menu-instellingen af te drukken of en het gedeelte TCP/IP te controleren Opmerking: Een IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld 123.123.123.123. 2 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. 3 Druk op Enter.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 20 Optie Resultaat Scannen naar FTP Scan documenten rechtstreeks naar een FTP-server (File Transfer Protocol). Zie “Scannen naar een FTP-adres” op pagina 115 voor meer informatie. Scannen naar netwerk Scan een document en verstuur het naar een gedeelde netwerkmap. Zie “Scannen via een netwerk instellen” op pagina 23 voor meer informatie.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 21 • Voer op de plaats van de bladwijzer het juiste IP-adres van de hostcomputer in om er zeker van te zijn dat de locatie-instellingen van de bladwijzer correct zijn. Ga voor meer informatie over het verkrijgen van het IPadres van de hostcomputer naar: “Het IP-adres van de computer zoeken” op pagina 18. • Contoleer of de printer beschikt over de juiste toegangsrechten voor de map waar de bladwijzer is ingevoegd. 4 Klik op Toepassen.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 22 – Wanneer u meerdere passen scant, zorg er dan voor dat de scanresolutie voor kleur niet meer dan 150 dpi is en voor zwart-wit niet meer dan 300 dpi. • Paginaranden—Selecteer het selectievakje om de gescande afbeelding te printen met een rand eromheen. 4 Klik op Toepassen. Als u de toepassing wilt gebruiken, raakt u Pas kopiëren in het beginscherm aan en volgt u de aanwijzingen.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 23 Ga voor meer informatie over het verkrijgen van het IP-adres van de hostcomputer naar: “Het IP-adres van de computer zoeken” op pagina 18. 4 Klik op Toepassen. Als u de toepassing wilt gebruiken, raakt u Meerdere items verzenden in het beginscherm aan en volgt u de aanwijzingen op het display van de printer.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 24 Het externe bedieningspaneel instellen Met deze toepassing kunt u het bedieningspaneel van de printer bedienen, zelfs als u niet in de buurt van de netwerkprinter bent. U kunt vanaf uw computer de printerstatus bekijken, taken in de wacht vrijgeven, bladwijzers maken en andere aan afdrukken gerelateerde taken uitvoeren. 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Extra printer instellen 25 Extra printer instellen Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Extra printer instellen 26 Toegang verkrijgen tot de controllerkaart. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer. 1 Zoek de controllerkaart aan de achterkant van de printer.
Extra printer instellen 27 1 2 1 Connector voor geheugenkaart 2 Connector voor optionele kaart 5 Plaats de klep terug.
Extra printer instellen 28 6 Draai de schroeven rechtsom om de klep te vergrendelen. Geheugenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Extra printer instellen 29 3 Breng de uitsparing (1) op de geheugenkaart op één lijn met de ribbel (2) op de connector. 1 2 4 Plaats de geheugenkaart recht in de connector en druk de kaart in de controllerkaart tot de geheugenkaart vastklikt. 1 2 5 Sluit de toegangsklep van de controllerkaart.
Extra printer instellen 30 Een optionele kaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitschakelen en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
Extra printer instellen 31 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats zoals op de afbeelding te zien is. Let op—Kans op beschadiging: Een onjuiste installatie van de kaart kan schade veroorzaken aan de kaart en de controllerkaart. Opmerking: De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de controllerkaart. 5 Sluit de toegangsklep van de controllerkaart.
Extra printer instellen 32 LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Extra printer instellen 4 Breng de printer op gelijke hoogte met de duolade voor 650 vel en laat de printer op zijn plaats zakken. 5 Bevestig de stofkappen.
Extra printer instellen 34 Opmerking: Nadat de printersoftware en eventuele hardwareopties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie “Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen” op pagina 35 voor meer informatie. Kabels aansluiten LET OP—KANS OP LETSEL: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
Extra printer instellen 5 35 Onderdeel Tot EXT-poort Extra apparaten (telefoon of antwoordapparaat) aansluiten op de printer en de telefoonlijn. Gebruik deze poort als u geen aparte faxlijn hebt voor de printer en als deze verbindingmethode wordt ondersteund in uw land of regio. Opmerking: verwijder de afdekplug als u de poort wilt gebruiken. 6 USB-printerpoort De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel. 7 Ethernetpoort Sluit de printer aan op een Ethernet-netwerk.
Extra printer instellen 36 Voor Macintosh-gebruikers 1 Navigeer via Systeemvoorkeuren in het Apple-menu naar uw printer en selecteer vervolgens Opties en benodigdheden. 2 Navigeer naar de lijst met hardwareopties en voeg vervolgens eventuele geïnstalleerde opties toe. 3 Pas de wijzigingen toe. Netwerkfunctionaliteit Opmerkingen: • Koop voor u de printer op een draadloos netwerk aansluit een MarkNetTM draadloze N8352-netwerkadapter.
Extra printer instellen 37 • Kanaal (voor ad-hocnetwerken): het kanaal wordt standaard ingesteld op automatisch voor infrastructuurnetwerken. Voor sommige ad-hocnetwerken is de instelling Automatisch ook vereist. Raadpleeg de systeembeheerder als u niet zeker bent over het kanaal dat u moet selecteren. • Beveiligingsmethode: er zijn vier opties voor de beveiligingsmethode: – WEP-sleutel Als uw netwerk meerdere WEP-sleutels gebruikt, kunt u maximaal vier sleutels opgeven in de daarvoor bestemde plaatsen.
Extra printer instellen 38 1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: >Netwerk/poorten >Netwerk [x] >Netwerk [x] instellen >Draadloos >Draadloze verbinding instellen 2 Selecteer een instelmethode voor draadloze verbindingen. Optie Functie Netwerken zoeken Beschikbare draadloze verbindingen weergeven. Opmerking: met dit menu geeft u de SSID's voor alle beveiligde en onbeveiligde netwerken weer. Netwerknaam invoeren Handmatig de SSID invoeren. Opmerking: zorg dat u de juiste SSID invoert.
Extra printer instellen 39 De printer verbinden met een draadloos netwerk met de Embedded Web Server Controleer het volgende voor u begint: • De printer is tijdelijk aangesloten op een Ethernet-netwerk. • Op uw printer is een draadloze netwerkadapter geïnstalleerd en deze werkt correct. Raadpleeg voor meer informatie de instructies die bij de draadloze netwerkadapter zijn geleverd. 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Extra printer instellen 40 Netwerkconfiguratiepagina afdrukken Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 41 Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen Als u het juiste materiaal selecteert en dit correct plaatst, verbetert u de betrouwbaarheid van het afdrukken. Raadpleeg “Papierstoringen voorkomen” op pagina 233 en “Papier bewaren” op pagina 58 voor meer informatie.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 42 2 Als het papier langer is dan het Letter-formaat, drukt u op de lengtegeleider aan de achterkant van de lade en verschuift u deze om hem groter te maken. 1 2 3 Druk op het nokje van de lengtegeleider en schuif de geleider vervolgens naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. 1 2 Opmerking: Stel de geleider in op de juiste positie met behulp van de aanduiding voor papierformaat onder in de lade.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 43 4 Druk op het nokje van de lengtegeleider en schuif de geleider vervolgens naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. 1 2 Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met de aanduiding voor papierformaat onder in de lade. 5 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 6 Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 44 8 Plaats de lade terug. 9 Geef de soort en het formaat van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Opmerking: Als u verschillende soorten of formaten papier in een papierlade gebruikt, kan dit leiden tot storingen. papier in de handmatige invoer plaatsen De standaardlade voor 250 vel heeft een geïntegreerde handmatige invoer die kan worden gebruikt om vel na vel af te drukken op verschillende soorten papier.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 45 Papier in de lade voor 650 vel plaatsen De duolade voor 650 vel (Lade 2) bestaat uit een lade voor 550 vel en een geïntegreerde universeellader voor 100 vel. De lade wordt op dezelfde manier gevuld als de lade voor 250 vel en de optionele lade voor 550 vel en ondersteunt dezelfde papiersoorten en -formaten. De enige verschillen zijn het uiterlijk van de papiergeleiders en de locatie van de papierformaatindicatoren.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen De universeellader vullen 1 Druk de hendel van de universeellader naar links. 2 Open de universeellader. 3 Trek het verlengstuk van de universeellader uit. Opmerking: trek voorzichtig aan het verlengstuk tot de universeellader volledig is uitgetrokken en geopend.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 47 4 Zorg dat het papier klaar is om geplaatst te worden. • Buig de vellen papier enkele malen om deze los te maken. Waaier de vellen vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. • Houd transparanten bij de randen vast en waaier ze vervolgens uit. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. Opmerking: Raak de afdrukbare zijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op komen.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 4 Verlengstuk van de lader 5 Aanduiding voor papierformaat 48 6 Plaats het papier en verstel de breedtegeleider zodat deze licht tegen de rand van de stapel papier drukt. • Plaats papier, karton en transparanten met de aanbevolen afdrukbare zijde naar beneden en met de bovenrand naar voren in de printer. • Plaats enveloppen met de klepzijde omhoog en tegen de rechterkant van de papiergeleider.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 49 Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen >Menu Papier. 3 De instellingen voor het papierformaat en de papiersoort wijzigen voor de laden die u wilt koppelen.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 50 Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen Embedded Web Server gebruiken Wijs een aangepaste papiersoortnaam aan een lade toe bij het koppelen of ontkoppelen van laden. 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 51 Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Blader in het beginscherm naar: >Menu Papier >Aangepaste soorten 2 Selecteer de aangepaste naam die u wilt configureren en raak aan.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 52 Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Opmerkingen: • Controleer of de instellingen voor papierformaat, -soort en -gewicht correct zijn ingesteld op de computer of het bedieningspaneel. • Buig het speciale afdrukmateriaal, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het materiaal in de printer plaatst. • De printer kan mogelijk langzamer werken om schade aan het verhittingsstation te voorkomen.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 53 Bron Bezig met afdrukken van Afdrukbare zijde Papierafdrukstand Laden Dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde omlaag Plaats het vel met de onderzijde naar voren in de printer. Enkelzijdig Plaats het vel met de bovenzijde naar voren in de printer. C AB Handinvoer Afdrukzijde omlaag C AB Handinvoer Dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde omhoog Plaats het vel met de onderzijde naar voren in de printer.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 54 Bron Bezig met afdrukken van Afdrukbare zijde Papierafdrukstand Universeellader Dubbelzijdig afdrukken Afdrukzijde omhoog Plaats het vel met de onderzijde naar voren in de printer. Opmerking: Informeer bij de fabrikant of leverancier of het gewenste voorbedrukte briefhoofdpapier geschikt is voor gebruik in laserprinters. Tips voor het gebruik van transparanten Maak eerst een testpagina voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal – – – – 55 postzegels bevatten een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt; gebogen hoeken hebben; een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben. • Pas de breedtegeleiders aan zodat deze overeenkomen met de breedte van de enveloppen. • Buig de enveloppen en waaier ze uit om ze van elkaar los te maken voordat u ze in de lade plaatst. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 56 Richtlijnen voor papier Selecteer het juiste papier of speciale materiaal om het aantal afdrukproblemen te verminderen. Voor optimale afdrukkwaliteit kunt u het beste eerst een proefafdruk maken op het papier of het speciale afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voordat u hier grote hoeveelheden van aanschaft. Papiereigenschappen De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 57 Glasvezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Dit gehalte aan houtcellulose voorziet het papier van een grote mate van stabiliteit, waardoor er minder invoerproblemen optreden en de afdrukkwaliteit verbetert. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 58 Gebruik geen inkt die wordt beïnvloed door de hars in de toner. Inktsoorten op basis van water of olie zouden aan deze vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren. Neem in geval van twijfel contact op met uw papierleverancier.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 59 Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten In de volgende tabellen vindt u informatie over standaardladen en optionele papierbronnen en over de papierformaten, -soorten en -gewichten die deze bronnen ondersteunen. Opmerking: Voor een papierformaat dat is niet geregistreerd, selecteert u het volgende, grotere formaat in de lijst.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Papierformaat en afmeting Standaardlade voor 250 vel Folio 216 x 330 mm (8,5 x 13 inch) Duolade voor 650 vel 550 vel, ADF Glasplaat lade 550 vel, Multifuncvoor lade tionele voor invoer 1 Statement 140 x 216 mm (5,5 x 8,5 inch) X Universal 76 x 127 mm (3 x 5 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) X Universal 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) Handmatige invoer 60 1,2 1 1,3 1 Modus voor dubbelzijdig afdrukken X
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Papierformaat en afmeting Standaardlade voor 250 vel Andere envelop 98 x 162 mm (3,9 x 6,3 inch) tot 176 x 250 mm (6,9 x 9,8 inch) X 1 61 Handmatige invoer Duolade voor 650 vel 550 vel, ADF Glasplaat lade 550 vel, Multifuncvoor lade tionele voor invoer X X 1 X Modus voor dubbelzijdig afdrukken X X De papierbron ondersteunt papierformaat zonder formaatdetectie.
Afdrukken 62 Afdrukken Formulieren afdrukken U kunt de toepassing Forms and Favorites (Formulieren en favorieten) gebruiken om snel en eenvoudig toegang te krijgen tot veelgebruikte formulieren of andere informatie die regelmatig wordt afgedrukt. Voordat u de toepassing kunt gebruiken, moet u deze eerst configureren op de printer. Zie “Formulieren en favorieten instellen” op pagina 20 voor meer informatie.
Afdrukken 63 Afdrukken in zwart-wit Blader in het beginscherm naar: > Instellingen > Afdrukinstellingen > Menu Kwaliteit > Afdrukmodus > Alleen zwart > Tonerintensiteit aanpassen Embedded Web Server gebruiken 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
Afdrukken • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen >Afdrukinstellingen >Menu Instellen. 3 Selecteer Max. snelheid of Max. rendement in de lijst Printergebruik. 4 Klik op Verzenden. Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Blader in het beginscherm naar: >Instellingen >Afdrukinstellingen >Menu Instellen 2 Selecteer in de lijst voor printergebruik Max Speed (Max. snelheid) of Max Yield (Max. rendement).
Afdrukken 65 Opmerkingen: • Als er een flashstation wordt geplaatst, verschijnt er in het startscherm van de printer een flashstationpictogram. • De printer negeert het flashstation als u het aansluit terwijl de printer een probleem heeft, zoals een storing. • Wanneer u het flash-station aansluit terwijl de printer bezig is met het verwerken van andere afdruktaken, verschijnt het bericht Printer is bezig op het display van de printer.
Afdrukken 66 • USB-flashstations moeten het FAT-systeem (File Allocation Tables) ondersteunen. Apparaten die zijn geformatteerd met NTFS (New Technology File System) of een ander bestandssysteem worden niet ondersteund. Aanbevolen flashstations Bestandstype • Lexar JumpDrive FireFly (512 MB en 1 GB) Documenten: • .pdf • SanDisk Cruzer Micro (512 MB en 1 GB) • Sony Micro Vault Classic (512 MB en 1 GB) • .xps Afbeeldingen: • • • • • • • • .dcx .gif .jpeg of .jpg .bmp .pcx .tiff of .tif .png .
Afdrukken 67 Optie Tot Max. ongeldige PIN Het aantal keren beperken dat een ongeldige PIN-code kan worden ingevoerd. Opmerking: Wanneer de limiet is bereikt, worden de afdruktaken voor de betreffende gebruikersnaam en PIN verwijderd. Vervaltijd beveiligde taak Hiermee kunt u afdruktaken vasthouden op de computer tot u de pincode invoert op het bedieningspaneel. Opmerking: De pincode is ingesteld vanaf de computer. De pincode moet bestaan uit vier cijfers tussen 0 en 9.
Afdrukken 68 Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een document en kies Archief >Druk af. Klik zo nodig op het driehoekje om meer opties weer te geven. 2 Selecteer in het voorgrondmenu met afdrukopties of het voorgrondmenu Aantal en pagina's de optie Taken doorsturen. 3 Selecteer de soort afdruktaak (Vertrouwelijk, Herhaald, Gereserveerd of Gecontroleerd) en wijs vervolgens een gebruikersnaam toe. Voor een vertrouwelijke afdruktaak moet u tevens een viercijferige pincode invoeren. 4 Klik op OK of Druk af.
Afdrukken 69 Een directorylijst afdrukken Een directorylijst is een overzicht van alle bronnen die zijn opgeslagen in het flashgeheugen of op de vaste schijf van de printer. Blader in het beginscherm naar: > Rapporten > Directory afdrukken Afdruktaak annuleren Afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de printer 1 Raak in het startscherm Taken annuleren aan of druk op 2 Raak de taak aan die u wilt annuleren en raak 3 Druk op op het toetsenblok. aan.
Bezig met kopiëren 70 Bezig met kopiëren Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's, maar ook dubbelzijdig afgedrukte pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's of boekpagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Bezig met kopiëren 71 • Het ADF-indicatielampje begint te branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Pas de papiergeleiders aan. 3 Blader in het beginscherm naar: Kopiëren > geef de kopieerinstellingen op >Kopiëren Kopiëren met de glasplaat 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Bezig met kopiëren 72 3 Ga naar: Kopiëren naar > selecteer de lade met de transparanten >Kopiëren Als er geen laden zijn die transparanten ondersteunen, gaat u naar: Handmatige invoer > selecteer het gewenste formaat van de transparanten >Transparanten 4 Plaats transparanten in de universeellader en raak Kopiëren aan.
Bezig met kopiëren 73 Kopieerinstellingen aanpassen Kopiëren op een ander formaat 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
Bezig met kopiëren 74 Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. • Het lampje van de ADI gaat branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Bezig met kopiëren 75 Kopieën verkleinen of vergroten U kunt kopieën verkleinen tot 25% van het originele formaat of vergroten tot 400% van het originele formaat. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI.
Bezig met kopiëren 76 6 Raak de knop aan die het beste de inhoudsbron beschrijft van het document dat u wilt kopiëren. • Kleurenlaser: het originele document is afgedrukt met een kleurenlaserprinter. • Inkjet: het originele document is afgedrukt met een inkjetprinter. • Tijdschrift: het originele document is afkomstig uit een tijdschrift. • Drukpers: het originele document is afgedrukt met een drukpers. • Zwart-witlaser: het originele document is afgedrukt met een zwart-witlaserprinter.
Bezig met kopiëren 77 3 Blader in het beginscherm naar: Kopiëren >Scheidingsvellen Opmerking: Stel Sorteren in op 1,2,3 ‑ 1,2,3 om scheidingsvellen tussen exemplaren in te voegen. Als Sorteren is ingesteld op 1,1,1 ‑ 2,2,2, worden de scheidingsvellen aan het eind van de kopieertaak ingevoegd. Zie “Exemplaren sorteren” op pagina 76 voor meer informatie. 4 Selecteer een van de volgende opties: • Tussen exemplaren • Tussen taken • Tussen pagina's • Uit 5 Raak >Kopiëren aan.
Bezig met kopiëren 78 Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. • Het lampje van de ADI gaat branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen. 3 Blader in het beginscherm naar: Kopiëren >Koptekst/voettekst 4 Selecteer Koptekst of Voettekst en raak aan.
Bezig met kopiëren 79 Op de display wordt Annuleren weergegeven. Wanneer de taak is geannuleerd, wordt het kopieerscherm weergegeven. Een kopieertaak annuleren terwijl de pagina's worden afgedrukt 1 Druk op op het bedieningspaneel. 2 Raak de taak aan die u wilt annuleren en raak 3 Druk op aan. om terug te keren naar het startscherm. Informatie over de kopieeropties Kopiëren van Met deze optie kunt u het papierformaat van het originele document selecteren.
Bezig met kopiëren 80 Intensiteit Met deze optie kunt u aangeven hoeveel lichter of donkerder de kopieën moeten worden ten opzichte van het originele document. Zijden (duplex) Met deze optie kunt u enkel- of dubbelzijdige kopieën maken van enkel- of dubbelzijdige originele documenten. Sorteren Met deze optie houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren van het document afdrukt. Exemplaren Met deze optie kunt u het aantal exemplaren instellen dat u wilt afdrukken.
Bezig met kopiëren 81 Duplex geavanceerd Met deze optie kunt u de afdrukstand van het document opgeven, opgeven of documenten op één zijde of beide zijden bedrukt zijn en opgeven hoe documenten zijn gebonden. Opslaan als snelkoppeling Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan door een snelkoppelingsnaam toe te wijzen. Opmerking: Door deze optie te selecteren, wordt het volgende beschikbare snelkoppelingsnummer automatisch toegewezen.
Bezig met kopiëren 82 • Datum-/tijd• Paginanummer Papierbesparing Met deze optie kunt u twee of meer pagina's van een origineel document op dezelfde pagina afdrukken. Papierbesparing wordt ook N per vel afdrukken genoemd, waarbij N staat voor het aantalpagina's. Bij de instelling 2 per vel worden bijvoorbeeld twee pagina's van uw document op één pagina afgedrukt. Bij de instelling 4 per vel worden vier pagina's van uw document op één pagina afgedrukt.
E-mailen 83 E-mailen Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's, maar ook dubbelzijdig afgedrukte pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's of boekpagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de printer gebruiken om gescande documenten via e-mail naar één of meerdere ontvangers te verzenden.
E-mailen 84 Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen. 3 Klik bij Overige instellingen op Snelkoppelingen beheren > Instellingen e-mailsnelkoppeling.
E-mailen 85 Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. • Het lampje van de ADI gaat branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
E-mailen 86 3 Blader in het beginscherm naar: E-mail >Ontvanger(s) > > geef de naam van de ontvanger op > 4 Raak de naam van de ontvanger aan. Als u wilt zoeken naar extra ontvangers, raakt u Nieuwe zoekactie aan en voert u de naam van de volgende ontvanger in. 5 Raak >E-mailen aan.
E-mailen 87 Informatie over de e-mailopties Ontvanger(s) Met deze optie kunt u de ontvanger van uw e-mailbericht opgeven. U kunt meerdere e‑mailadressen invoeren. Onderwerp Met deze optie kunt u een onderwerpregel toevoegen aan uw e-mail. Bericht Met deze optie voert u een bericht in dat met de gescande bijlage wordt verzonden. Bestandsnaam Met deze optie kunt u de bestandsnaam van de e-mailbijlage aanpassen.
E-mailen 88 Verzenden als Met deze optie kunt u het soort uitvoer voor de scanafbeelding instellen. Selecteer een van de volgende opties: • PDF: hiermee kunt u één bestand met meerdere pagina's maken. Dit kan worden verzonden als een beveiligd of gecomprimeerd bestand. • TIFF: hiermee kunt u meerdere bestanden of één bestand maken. Als u TIFF met meerdere pagina's uitschakelt in het menu Instellingen van de Embedded Web Server, wordt met TIFF elke pagina opgeslagen in een afzonderlijk bestand.
E-mailen 89 Aangepaste taak Met deze optie kunt u meerdere scantaken in één taak combineren en wordt alleen weergegeven wanneer er een vaste schijf in de printer is geplaatst. Scanvoorbeeld Met deze optie kunt u de eerste pagina van de afbeelding bekijken voordat deze in de e-mailbijlage wordt opgenomen. Als de eerste pagina is gescand, volgt er een korte pauze en vervolgens wordt het voorbeeld weergegeven.
Faxen 90 Faxen Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's, maar ook dubbelzijdig afgedrukte pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's of boekpagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Printer instellen voor faxen LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
Faxen 91 Eerste faxconfiguratie In veel landen en regio's is het verplicht dat uitgaande faxen de volgende informatie bevatten boven of onder aan elke verzonden pagina, of op de eerste pagina van de verzending: faxnaam (identificatie van afzender: een bedrijf of andere entiteit, of een persoon) en faxnummer (telefoonnummer van het verzendende faxapparaat, een bedrijf of andere entiteit, of een persoon).
Faxen 3 Typ in het veld Faxnaam de naam die moet worden afgedrukt op alle uitgaande faxen. 4 Geef in het veld Faxnummer het faxnummer van de printer op. 5 Klik op Verzenden. Een faxverbinding kiezen Scenario 1: standaardtelefoonlijn Configuratie 1: printer is aangesloten op een aparte faxlijn Verbinding instellen: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos.
Faxen 93 Tips voor deze configuratie: • U kunt de printer instellen om faxen automatisch (Automatisch beantwoorden: Aan) of handmatig (Automatisch beantwoorden: Uit) te beantwoorden. • Als u faxen automatisch wilt ontvangen (Automatisch beantwoorden: Aan), kunt u elk gewenst aantal belsignalen instellen waarna de printer de oproep aanneemt.
Faxen 94 Aangesloten op verschillende wandaansluitingen PHONE LINE Verbinding instellen: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos. Tips voor deze configuratie: • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het automatisch ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Aan).
Faxen 95 Configuratie 3: printer deelt de lijn met een telefoon met een abonnement op een voicemaildienst Verbinding instellen: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos. 3 Sluit de telefoon aan op de -poort van de printer. Tips voor deze configuratie: • Deze configuratie is het meest geschikt als u een abonnement op een speciaal belsignaal hebt.
Faxen 96 Scenario 2: Digital Subscriber Line (DSL) Een DSL splitst een gewone telefoonlijn in twee kanalen: spraakoproepen en internet. Telefoon- en faxsignalen worden beide via het spraakkanaal verzonden, terwijl internetsignalen via het andere kanaal worden verzonden. Zo kunt u dezelfde lijn tegelijkertijd gebruiken voor analoge spraakoproepen (waaronder faxen) en digitale internettoegang.
Faxen 97 U installeert als volgt een filter voor de printer: 1 Sluit de LINE-poort van het DSL-filter aan op de wandcontactdoos. 2 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. Sluit het andere uiteinde aan op de telefoonpoort op het DSL-filter. 3 Als u een telefoon wilt aansluiten op de printer, moet u eventueel geïnstalleerde adapterstekkers verwijderen uit de -poort van de printer en de telefoon aansluiten op deze poort.
Faxen 98 Tips voor deze configuratie: • Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de VoIP-adapter actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief. • Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken.
Faxen 99 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de poort met het label Phone Line 1 (telefoonlijn 1) of Phone Port (telefoonpoort) op het kabelmodem. Opmerking: De poort met het label Phone Line 2 (telefoonlijn 2) of Fax Port (faxpoort) is niet altijd actief. VoIPaanbieders kunnen u extra geld in rekening brengen voor het activeren van een tweede telefoonpoort.
Faxen 100 Configuratie 2: De printer is aangesloten op een wandaansluiting; kabelmodem bevindt zich ergens anders in het gebouw 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge telefoonwandcontactdoos. 3 Sluit uw analoge telefoon aan op de -poort van de printer.
Faxen 101 Wanneer de wandcontactdoos of de apparatuur in uw gebouw niet compatibel is met dit soort aansluitingen, dient u een telefoonadapter te gebruiken. Wanneer er in uw land of regio geen adapter bij de printer wordt geleverd, kunt u deze los aanschaffen. Er kan een plug zijn geïnstalleerd in de -poort van de printer.
Faxen 102 Printer aansluiten op een niet-RJ-11-wandaansluiting LINE EXT 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ-11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op de wandaansluiting. 3 Als u een ander apparaat (telefoon of antwoordapparaat) op deze wandaansluiting wilt aansluiten, moet u dit apparaat rechtstreeks aansluiten op de telefoonadapter als het apparaat een niet-RJ-11-connector heeft.
Faxen 103 De printer aansluiten op een wandaansluiting in Duitsland De Duitse wandaansluiting heeft twee soorten poorten. De N-poorten zijn voor faxapparaten, modems en antwoordapparaten. De F-poort is voor telefoons. N F N Sluit de printer aan op een van de N-poorten.
Faxen 104 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de RJ‑11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op een N-poort. 3 Als u een telefoon en een antwoordapparaat wilt aansluiten op dezelfde wandaansluiting, moet u de apparaten aansluiten zoals aangegeven. Opmerking: Verwijder de adapterstekker niet uit de of cascade-geschakeld telefoonsysteem.
Faxen 105 • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen >Faxinstellingen >Analoge faxinstellingen. 3 Geef in het veld Faxnaam de naam op die moet worden afgedrukt op alle uitgaande faxen. 4 Geef in het veld Faxnummer het faxnummer van de printer op. 5 Klik op Verzenden. De datum en tijd instellen U kunt de datum en tijd instellen zodat op elke fax die u verzendt, de datum en tijd wordt afgedrukt.
Faxen 106 Een fax verzenden Fax verzenden met het bedieningspaneel van de printer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
Faxen 107 Een fax versturen door een snelkoppelingsnummer te gebruiken Faxsnelkoppelingen werken zoals de nummers onder sneltoetsen op een telefoon of faxapparaat. Een snelkoppelingsnummer (1 – 999) kan één of meerdere ontvangers bevatten. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Faxen 108 3 Blader in het beginscherm naar: Faxen > voer het faxnummer >Vertraagd verzenden Opmerking: Als de Faxmodus op Faxserver staat ingesteld, wordt de knop Vertraagd verzenden niet weergegeven. Faxen die wachten op verzending, staan vermeld in de faxwachtrij. 4 Geef de tijd op waarop u de fax wilt verzenden en raak aan. De tijd wordt verhoogd of verlaagd met stappen van 30 minuten. 5 Raak Faxen aan. Opmerking: Het document wordt op het geplande tijdstip gescand en gefaxt.
Faxen 109 Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met het bedieningspaneel van de printer 1 Raak in het startscherm Fax aan en voer het faxnummer in. Als u een groep met faxnummers wilt maken, raakt u 2 Raak aan en geeft u nog een faxnummer op. aan. 3 Typ een unieke naam voor de snelkoppeling en raak aan. 4 Controleer of de naam van de snelkoppeling juist is en raak vervolgens OK aan. Als de naam niet juist is, raakt u Annuleren aan en voert u de gegevens opnieuw in.
Faxen 110 4 Raak in het gedeelte Intensiteit of aan om de intensiteit van de fax aan te passen. 5 Raak Faxen aan. Een faxlog bekijken 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
Faxen 111 Een fax annuleren nadat de originelen naar het geheugen zijn gescand 1 Raak Taken annuleren aan op het beginscherm. Het scherm Taken annuleren wordt weergegeven. 2 Raak de taak of taken aan die u wilt annuleren. Er worden slechts drie taken weergegeven op het scherm. Raak de pijl omlaag aan totdat de door u gewenste taak wordt weergegeven en raak vervolgens de taak aan die u wilt annuleren. 3 Raak Geselecteerde taken verwijderen aan.
Faxen 112 Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen >Faxinstellingen. 3 Selecteer in het menu Fax doorsturen de optie Afdrukken, Afdrukken en doorsturen of Doorsturen. 4 Selecteer in het menu Doorsturen Fax, E‑mail, FTP, LDSS of eSF.
Faxen 113 Maak een keuze uit de volgende inhoudstypen: • Afbeeldingen: het originele document bestaat vooral uit zakelijke illustraties zoals cirkeldiagrammen, staafdiagrammen en animaties. • Foto: het originele document bestaat vooral uit foto's of afbeeldingen. • Tekst: de inhoud van het originele document bestaat vooral uit tekst en lijnillustraties. • Tekst/foto: het originele document bestaat uit een combinatie van tekst, afbeeldingen en foto's.
Faxen 114 Opmerking: Deze optie wordt alleen weergegeven als er een werkende vaste schijf voor de printer is geïnstalleerd. Vertraagd verzenden Met deze optie kunt u een fax op een later tijdstip of op een latere datum verzenden. Geavanc. beeldverwerking Met deze optie kunt u instellingen voor Achtergrond verwijderen, Kleurbalans, Weggevallen kleur, Contrast, Spiegelafbeelding, Negatiefafbeelding, Rand tot rand scannen, Schaduwdetail en Scherpte opgeven of aanpassen voor u het document faxt.
Bezig met scannen 115 Bezig met scannen Scannen naar netwerk gebruiken Met Scannen naar netwerk kunt u documenten naar door uw systeembeheerder opgegeven netwerklocaties scannen. Nadat de bestemmingen (gedeelde netwerkmappen) zijn ingesteld op het netwerk, moet de toepassing worden geïnstalleerd en geconfigureerd op de betreffende printer(s) met de Embedded Web Server. Zie “Scannen via een netwerk instellen” op pagina 23 voor meer informatie.
Bezig met scannen 116 Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Ga naar: Instellingen > gebied Overige instellingen >Snelkoppelingen beheren >Instellingen FTP-snelkoppeling 3 Voer de juiste gegevens in.
Bezig met scannen 117 Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. • Het lampje van de ADI gaat branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen. 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op # op het toetsenblok en voer het FTP-snelkoppelingsnummer in.
Bezig met scannen 118 5 Typ een scannaam en een gebruikersnaam. Opmerking: De scannaam is de naam die wordt weergegeven in de lijst Scanprofiel op de display. 6 Klik op Verzenden. Opmerking: Wanneer u op Verzenden klikt, wordt er automatisch een snelkoppelingsnummer toegewezen. Als u klaar bent om uw documenten te scannen, kunt u dit snelkoppelingsnummer gebruiken. 7 Bekijk de aanwijzingen op het scherm Scanprofiel.
Bezig met scannen 119 • Het ADF-indicatielampje begint te branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen. 3 Plaats het flashstation in de USB-poort aan de voorkant van de printer. Opmerking: Het beginscherm voor het USB-station wordt weergegeven. 4 Selecteer de doelmap en raak Scannen naar USB-station aan. Opmerking: De printer gaat terug naar het beginscherm na 30 seconden inactiviteit.
Bezig met scannen 120 Kleur Met deze optie kunt u selecteren of de gescande afbeelding zwart-wit of in kleur moet zijn. Verzenden als Met deze optie kunt u het soort uitvoer voor de scanafbeelding instellen. Selecteer een van de volgende opties: • PDF: hiermee kunt u één bestand met meerdere pagina's maken. Het PDF-bestand kan worden verzonden als een beveiligd of gecomprimeerd bestand. • TIFF: hiermee kunt u meerdere bestanden of één bestand maken.
Bezig met scannen 121 Transmissielog Met deze optie drukt u het transmissielog of het transmissiefoutenlog af. Scanvoorbeeld Met deze optie kunt u de eerste pagina van de afbeelding bekijken voordat deze in het bestand wordt opgenomen. Als de eerste pagina is gescand, volgt er een korte pauze en vervolgens wordt het voorbeeld weergegeven. Opmerking: Deze optie wordt alleen weergegeven als er een geformatteerde, werkende vaste schijf voor de printer is geïnstalleerd.
Printermenu's 122 Printermenu's Menuoverzicht Accessoires, menu Menu Papier Rapporten Netwerk/poorten Cyaan cartridge Magenta cartridge Gele cartridge Zwarte cartridge Standaardbron Papierformaat/-soort Ander formaat Papierstructuur Pagina Menu-instellingen Apparaatstatistieken Pag. Netwerkinstell.
Printermenu's 123 Supplies, menu Optie Tot Cyaan cartridge Bekijk de status van de tonercartridges. Deze kan als volgt luiden: Eerste waarschuwing Matig Ongeldig Bijna versleten Vervangen Ontbreekt Beschadigd OK Niet-onderst. Magenta cartridge Gele cartridge Zwarte cartridge Toneroverloopfles Bijna vol Vervangen Ontbreekt OK Status van de toneroverloopfles weergeven. Beeldverwerkingskit Bekijk de status van de beeldverwerkingskit.
Printermenu's 124 Menu Papierformaat/-soort Optie Tot Formaat lade [x] A4 A5 JIS‑B5 Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Universal Het formaat van het papier in de afzonderlijke papierladen opgeven. Soort lade [x] Normaal papier Karton Transparantie Kringloop Etiketten Glossy Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast [x] De soort van het papier in de afzonderlijke papierladen opgeven.
Printermenu's 125 Optie Tot Soort U-lader Normaal papier Karton Transparantie Kringloop Glossy Etiketten Bankpost Envelop Briefhoofd Voorbedrukt Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast [x] Het papierformaat in de multifunctionele invoer opgeven. Papierformaat handm. invoer A4 A5 A6 JIS B5 Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Statement Universal Het formaat opgeven van het papier dat u handmatig plaatst. Papiersoort handm.
Printermenu's 126 Optie Tot Envelopformaat handm. invoer Het envelopformaat aangeven dat u handmatig plaatst. 7 3/4‑envelop Opmerking: 10-envelop is de standaardinstelling in de VS. "DL‑envelop" is de internationale 9-envelope standaardinstelling. 10-envelop DL-envelop C5-envelop B5-envelop Andere envelop Envelopsoort handm. invoer Envelop Aangepast [x] De soort envelop opgeven die u handmatig plaatst. Opmerking: "Envelop" is de standaardinstelling.
Printermenu's 127 Optie Functie Structuur glossy Glad Normaal Ruw De relatieve structuur van het geplaatste glossy papier opgeven. Struct etiketten Glad Normaal Ruw De relatieve structuur van de geplaatste etiketten opgeven. Structuur bankpost Glad Normaal Ruw De relatieve structuur van het geplaatste bankpostpapier opgeven. Structuur envelop Glad Normaal Ruw De relatieve structuur van de geplaatste enveloppen opgeven.
Printermenu's 128 Menu Papiergewicht Optie Tot Gewicht normaal Licht Normaal Zwaar Het relatieve gewicht van het geplaatste normale papier opgeven. Gewicht karton Licht Normaal Zwaar Het relatieve gewicht van het geplaatste karton opgeven. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Gewicht transparanten Het relatieve gewicht van de geplaatste transparanten opgeven. Licht Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Printermenu's 129 Optie Tot Gewicht gekleurd Licht Normaal Zwaar Het relatieve gewicht van het geplaatste gekleurde papier opgeven. Gewicht licht Licht Opgeven dat het relatieve gewicht van het geplaatste papier laag is. Gewicht zwaar Zwaar Opgeven dat het relatieve gewicht van het geplaatste papier hoog is. Gewicht ruw/katoen Licht Normaal Zwaar Het relatieve gewicht van het geplaatste ruwe of katoenpapier opgeven.
Printermenu's 130 Optie Tot Licht papier plaatsen Dubbelzijdig Uit Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Licht als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Zwaar papier plaatsen Dubbelzijdig Uit Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Zwaar als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Aangepast [x] plaatsen Dubbelzijdig Uit Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Aangepast [x] als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Printermenu's 131 Menu Aangepaste scanformaten Optie Tot Aangepast scanformaat [x] Een naam, formaat en afdrukstand opgeven voor het aangepaste scanformaat. Naam scanformaat Opmerkingen: Breedte • 8,5 inch is de standaardinstelling de standaardinstelling voor breedte. 216 mm is de AmeriHoogte kaanse standaardinstelling voor de breedte. Afdrukstand • 14 inch is de standaardinstelling de standaardinstelling voor hoogte. 356 mm is de Ameri2 scans per kant kaanse standaardinstelling voor de hoogte.
Printermenu's 132 Rapporten, menu Rapporten, menu Optie Tot Pagina Menu-instellingen Druk een rapport af met de huidige printermenu-instellingen. Het rapport bevat ook informatie over de status van de supplies en een lijst met geïnstalleerde hardwareopties. Apparaatstatistieken Een rapport afdrukken met printerstatistieken, zoals gegevens over supplies en het aantal afgedrukte pagina's. Test nietapparaat Een rapport afdrukken waarmee wordt gecontroleerd of de nietfinisher correct werkt.
Printermenu's 133 Optie Tot Directory afdrukken Hiermee drukt u een lijst af van alle bronnen die zijn opgeslagen op een optionele flashgeheugenkaart of vaste schijf. Opmerkingen: • De buffergrootte moet zijn ingesteld op 100%. • Controleer of het flashgeheugen of de vaste schijf correct is geïnstalleerd en goed werkt. Activarapport Een rapport afdrukken met activagegevens, waaronder het serienummer en de modelnaam van de printer.
Printermenu's 134 Optie Tot NPA-modus Uit Automatisch Instellen of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie moet uitvoeren, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol. Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling. • De printer wordt automatisch opnieuw opgestart als de instelling wordt gewijzigd met het bedieningspaneel. Netwerkbuffer De grootte van de netwerkinvoerbuffer instellen.
Printermenu's 135 Netwerkkaart, menu Blader op een van de volgende manieren naar het menu: • Netwerk/poorten >Standaardnetwerk >Standaardnetwerkinstelling >Netwerkkaart • Netwerk/poorten >Netwerk [x] >Netwerk [x] -instelling >Netwerkkaart Optie Tot Kaartstatus weergeven De verbindingsstatus van de draadloze netwerkadapter weergeven. Verbonden Verbinding verbroken Kaartsnelheid weergeven De snelheid van een actieve draadloze netwerkadapter weergeven. Netwerkadres UAA LAA De netwerkadressen weergeven.
Printermenu's 136 Optie Tot RARP inschakelen Aan Uit De instelling voor de toewijzing van het RARP-adres opgeven. BOOTP inschakelen Aan Uit De instelling voor de toewijzing van het BOOTP-adres opgeven. AutoIP inschakelen Ja Nee De netwerkinstelling voor nulconfiguratie opgeven. FTP/TFTP inschakelen Ja Nee De ingebouwde FTP-server inschakelen, waarmee u bestanden naar de printer kunt sturen via het bestandsoverdrachtprotocol.
Printermenu's 137 Optie Functie Autom. configuratie Aan Uit Instellen of de netwerkadapter de door een router automatisch geconfigureerde IPv6-adressen accepteert. Hostnaam instellen De hostnaam instellen. Adres weergeven Opmerking: deze instellingen kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Routeradres weergeven Schakel DHCPv6 in Aan Uit DHCPv6 inschakelen op de printer. Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Printermenu's 138 AppleTalk, menu U kunt als volgt het menu openen: • Netwerk/poorten >Standaardnetwerk >Standaardnetwerkinstelling >AppleTalk • Netwerk/Poorten >Netwerk [x] >Netwerk [x] Instellingen >AppleTalk Optie Tot Inschakelen Ja Nee Ondersteuning voor AppleTalk in- of uitschakelen. Naam weergeven De toegewezen AppleTalk-naam weergeven. Opmerking: "Nee" is de standaardinstelling. Opmerking: U kunt de AppleTalk-naam alleen wijzigen via de Embedded Web Server.
Printermenu's 139 Selecteren Functie USB-buffer Uitgeschakeld Automatisch 3 kB tot [maximum toegestane grootte] De grootte van de USB-invoerbuffer instellen. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Met de waarde Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. • De instelling van de waarde voor de USB-buffergrootte kan in stappen van 1 kB worden aangepast.
Printermenu's 140 Optie Functie SSL gebruiken Uitgeschakeld Onderhandelen Vereist Printer instellen op het gebruik van SSL voor extra veiligheid bij het maken van een verbinding met de SMTP-server. Opmerkingen: • Uitgeschakeld is de standaardinstelling. • Wanneer de instelling Onderhandelen wordt gebruikt, bepaalt de SMTP-server of SSL wordt gebruikt.
Printermenu's 141 Security (Beveiliging), menu Menu Overige beveiligingsinstellingen Optie Tot Aanmeldbeperkingen Het aantal en tijdsbestek beperken voor mislukte aanmeldingspogingen vanaf het bedieningspaneel Mislukte aanmeldingen van de printer voordat alle gebruikers worden geblokkeerd. Tijdsbestek voor mislukte Opmerkingen: pogingen • 'Mislukte aanmeldingen' geeft het aantal mislukte aanmeldingen aan voordat gebruikers Vergrendelingstijd worden geblokkeerd. Instelbereik van 1–10 pogingen.
Printermenu's 142 Menu Beveiligd afdrukken Optie Functie Max. ongeldige PIN Uit 2–10 Het aantal keren beperken dat een ongeldige PIN-code kan worden ingevoerd. Opmerkingen: • Dit menu wordt alleen weergegeven als er een geformatteerde, niet-defecte vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. • Wanneer de limiet is bereikt, worden de afdruktaken voor de betreffende gebruikersnaam en PIN verwijderd.
Printermenu's 143 Selecteren Functie Wismodus Automatisch De modus opgeven voor het wissen van tijdelijke gegevensbestanden. Automatische methode Markeer alle schijfruimte die wordt gebruikt door een vorige afdruktaak. Deze methode staat niet toe dat het bestandssysteem die ruimte opnieuw gebruikt voordat deze is opgeschoond. Eén doorgang Meerdere doorgangen Opmerkingen: • Eén doorgang is de standaardinstelling.
Printermenu's 144 Optie Functie Handmatig datum en tijd instellen [datum/tijd invoeren] De datum en tijd opgeven. Opmerkingen: • Handmatige instelling van de datum en tijd zet de instellingen voor NTP inschakelen op Nee. • Met de wizard kunt u de datum en tijd instellen als JJJJ-MM-DD UU:MM. Tijdzone [lijst met tijdzones] De tijdzone selecteren.
Printermenu's 145 Instellingen, menu Algemene instellingen, menu Optie Tot Taal op display Engels Francais Deutsch Italiano Espanol Dansk Norsk Nederlands Zweeds Portugees Suomi Russisch Polski Grieks Magyar Turkce Cesky Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Koreaans Japans De taal van de tekst op het display selecteren.
Printermenu's 146 Optie Tot Toetsenbord Type toetsenbord Engels Francais Francais Canadien Deutsch Italiano Espanol Grieks Dansk Norsk Nederlands Zweeds Suomi Portugees Russisch Polski Zwitsers-Duits Zwitsers-Frans Koreaans Magyar Turks Tsjechisch Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Japans Aangepaste toets [x] Een taal en informatie voor de aangepaste toets opgeven voor het toetsenbord van de printer.
Printermenu's 147 Optie Tot Weergegeven informatie Linkerkant Rechterkant Aangepaste tekst [x] [tekstinvoer] Opgeven wat in de bovenste hoeken van het startscherm wordt weergegeven. Kies uit de volgende opties voor de linker- en rechterzijde: Geen IP-adres Hostnaam Contactpersoon Locatie Datum/tijd mDNS/DDNS-servicenaam Naam configuratieloos programma Modelnaam Aangepaste tekst [x] Opmerkingen: • Bij de standaardinstelling wordt aan de linkerkant het IP-adres weergegeven.
Printermenu's 148 Optie Tot Weergegeven informatie (vervolg) Toneroverloopfles Papier vast Plaats papier Fouten die onderhoud vereisen Hiermee kunt u de weergegeven informatie voor bepaalde menu's aanpassen.
Printermenu's 149 Optie Tot Kopie van één pagina Uit Aan Instellen dat er één pagina per keer via de glasplaat mag worden gekopieerd. Audiofeedback Knopfeedback Aan Uit Het geluidsvolume voor de knoppen instellen. Volume 1-10 Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling voor knopfeedback. • 5 is de standaardinstelling voor het volume. Bladwijzers weergeven Ja Nee Instellen bladwijzers worden weergegeven in het gedeelte met wachttaken.
Printermenu's 150 Optie Tot Alarmen Alarminstelling Cartridge-alarm Hiermee stelt u een alarmsignaal in dat wordt afgespeeld wanneer de gebruiker moet ingrijpen. Selecteer een van de volgende opties voor de afzonderlijke alarmen: • Uit • Eén keer • Continu Opmerkingen: • Eén is de standaardinstelling voor Alarminstelling en Cartridge-alarm. Als dit is ingesteld, laat de printer drie korte alarmtonen horen. • Als "Continu" is ingesteld, herhaalt de printer de drie alarmtonen elke tien seconden.
Printermenu's 151 Optie Tot Time-outs Afdruktime-out Uitgeschakeld 1–255 Hiermee wordt de tijd in seconden ingesteld die de printer wacht om een melding voor einde taak te ontvangen voordat de rest van de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: • 90 is de standaardinstelling. • Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt een gedeeltelijk afgedrukte pagina die zich nog steeds in de printer bevindt, afgedrukt en controleert de printer of er nog nieuwe afdruktaken in de wachtrij staan.
Printermenu's 152 Optie Tot Afdrukherstel Paginabeveiliging Uit Aan Een pagina afdrukken die anders mogelijk niet zou worden afgedrukt. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. Hiermee wordt een pagina gedeeltelijk afgedrukt wanneer er niet genoeg geheugen is om de hele pagina af te drukken. • Met de instelling "Aan" verwerkt de printer de hele pagina zodat de volledige pagina wordt afgedrukt.
Printermenu's 153 Optie Tot Kleur Aan Uit Opgeven of kopieën worden afgedrukt in kleur. Kleurkopieën toestaan Aan Uit Kleur in kopieën inschakelen. Zijden (duplex) 1-zijdig naar 1-zijdig 1-zijdig naar 2-zijdig 2-zijdig naar 1-zijdig 2-zijdig naar 2-zijdig Opgeven of een origineel document dubbelzijdig of enkelzijdig is bedrukt en vervolgens instellen of dit dubbelzijdig of enkelzijdig moet worden gekopieerd.
Printermenu's 154 Optie Tot Kopiëren naar bron Lade [x] Handmatige invoer Universeellader De papierbron voor kopieertaken opgeven. Scheidingsvellen transparanten Aan Uit Een vel papier tussen transparanten plaatsen. Scheidingsvellen Uit Tussen kopieën Tussen taken Tussen pagina's Een vel papier tussen pagina's, kopieën of taken plaatsen. Bron scheidingsblad Lade [x] Universeellader De papierbron voor het scheidingsvel opgeven. Intensiteit 1–9 Afdrukken lichter of donkerder maken.
Printermenu's 155 Optie Tot Aangepaste taak scannen Aan Uit Een document met verschillende papierformaten scannen met één kopieertaak. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een flashgeheugenkaart of vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. Opslaan als snelkoppeling toestaan De aangepaste kopieerinstellingen opslaan als snelkoppelingen. Aan Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Printermenu's 156 Optie Tot Scheve items in ADI aanpassen Automatisch Uit Aan Items in de gescande afbeelding enigszins corrigeren. Rand tot rand scannen Uit Aan Hiermee stelt u in dat het originele document van rand tot rand wordt gescand. Scherpte 1-5 De scherpte van een kopie instellen. Temperatuur ‑4 tot 4 Warmere of koelere uitvoer specificeren. Koele uitvoer bevat meer blauw dan de standaarduitvoer en warme uitvoer bevat meer rood dan de standaarduitvoer.
Printermenu's 157 Optie Tot Geheugengebruik Alles ontvangen Meestal ontvangen Gelijk Voornamelijk verzonden Alles verzenden De toewijzing definiëren van de relatieve hoeveelheid niet-vluchtig geheugen die wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van faxtaken. Faxen annuleren Toestaan Niet toestaan Opgeven of het annuleren van faxopdrachten is toegestaan. Nummerweergave Uit Primair Alternatief Opgeven welk type nummerweergave wordt gebruikt.
Printermenu's 158 Faxverzendinstellingen Optie Tot Resolutie Standaard Fijn 200 dpi Superfijn 300 dpi Ultrafijn 600 dpi De kwaliteit opgeven in dpi (dots per inch). Een hogere resolutie biedt een betere afdrukkwaliteit, maar leidt bij uitgaande faxen tevens tot een langere verzendtijd.
Printermenu's 159 Optie Tot Kiesvoorvoegsel Een kiesvoorvoegsel invoeren, bijvoorbeeld 99. Er is een numeriek invoerveld. Regels kiesvoorvoegsel Regels voorvoegsel [x] Een regel voor het kiesvoorvoegsel instellen. Automatisch opnieuw kiezen 0–9 Opgeven hoe vaak de printer moet proberen een fax naar het opgegeven nummer te verzenden. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. Aantal keren opnieuw kiezen 1–200 Het aantal minuten tussen elke kiespoging opgeven.
Printermenu's 160 Optie Tot Achtergrond verwijderen ‑4 tot 4 Instellen hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een gescande afbeelding. Kleurbalans Cyaan - Rood Magenta - Groen Geel - Blauw Kleurbalans inschakelen voor de kleuren in de gescande afbeelding.
Printermenu's 161 Optie Tot Kleurenscans fax inschakelen Standaard uitgeschakeld Standaard ingeschakeld Nooit gebruiken Altijd gebruiken Kleurenfaxen inschakelen. Kleurenfaxen automatisch converteren naar zwart-witfaxen Aan Uit Alle uitgaande faxen converteren naar zwart-witfaxen. Opmerking: Standaard uitgeschakeld is de standaardinstelling. Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Printermenu's 162 Optie Tot Zijden (duplex) Uit Aan Dubbelzijdig afdrukken inschakelen voor inkomende faxtaken. Scheidingsvellen Uit Voor taak Na taak Inschakelen dat scheidingspagina's kunnen worden ingevoegd in inkomende faxtaken. Bron scheidingsblad Lade [x] Universeellader De papierbron voor het scheidingsvel opgeven. Voettekst fax Aan Uit De transmissie-informatie onder aan elke pagina van een ontvangen fax afdrukken. Max.
Printermenu's 163 Optie Tot Kleurenfaxen ontvangen inschakelen Hiermee wordt ingesteld dat de printer ontvangen kleurenfaxen met grijswaarden afdrukt. Aan Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Uit Faxloginstellingen Optie Tot Transmissielog Instellen dat na elke faxtaak een transmissielogbestand wordt afgedrukt. Log afdrukken Opmerking: "Log afdrukken" is de standaardinstelling.
Printermenu's 164 Beantwoorden na Optie Tot Alle belsignalen De belpatronen opgeven die worden gebruikt wanneer de printer oproepen beantwoordt. Alleen één belsignaal Opmerking: De standaardinstelling is Alle belsignalen. Alleen twee belsignalen Alleen drie belsignalen Alleen één of twee belsignalen Alleen één of drie belsignalen Alleen twee of drie belsignalen Faxmodus (Faxserverinstellingen), menu In de faxmodus wordt de faxtaak naar een faxserver verzonden voor transmissie.
Printermenu's 165 Optie Tot Intensiteit 1–9 Afdrukken lichter of donkerder maken. Afdrukstand Staand Liggend De afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. Opmerking: "Staand" is de standaardinstelling. Origineel Het formaat van het originele document opgeven. Letter Opmerking: Gemengde formaten is de standaardinstelling. "A4" is de internationale Legal standaardinstelling.
Printermenu's 166 Optie Tot Instellingen e-mailserver Stuur mij een kopie Wordt nooit weergegeven Standaard ingeschakeld Standaard uitgeschakeld Altijd aan Een kopie van een e-mailbericht verzenden naar de afzender. Instellingen e-mailserver Max. e-mailgrootte 0 – 65535 kB De maximumgrootte voor een e-mailbericht opgeven. Instellingen e-mailserver Wrsch bij max bestandsgroot. Een bericht verzenden wanneer een e-mailbericht groter is dan de geconfigureerde limiet.
Printermenu's 167 Optie Tot Inhoudsbron Zwart-wit laser Kleurenlaser Inkjet Foto/film Tijdschrift Krant Drukwerk Anders Opgeven hoe het originele document is geproduceerd. Kleur Uit Aan Bepalen of de printer inhoud in kleur vastlegt en verzendt. Resolutie 75 dpi 150 dpi 200 dpi 300 dpi 400 dpi 600 dpi De resolutie van de scan opgeven in dpi (dots per inch). Intensiteit 1–9 Afdrukken lichter of donkerder maken. Afdrukstand Staand Liggend De afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven.
Printermenu's 168 Optie Tot Zijden (duplex) Uit Lange zijde Korte zijde De afdrukstand opgeven voor het originele document dat is geladen in de automatische documentinvoer voor dubbelzijdig scannen. JPEG-kwaliteit Beste instelling voor inhoud 5–90 De kwaliteit instellen van een JPEG-afbeelding voor een foto op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding.
Printermenu's 169 Optie Tot Scanvoorbeeld Aan Uit Opgeven of er op het display een voorbeeld wordt weergegeven bij scantaken. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een flashgeheugenkaart of vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. Opslaan als snelkoppeling toestaan E-mailadressen opslaan als snelkoppelingen. Aan Opmerkingen: Uit • Aan is de standaardinstelling.
Printermenu's 170 Optie Tot Rand tot rand scannen Uit Aan Instellen of het originele document van rand tot rand wordt gescand. Scherpte 1-5 De scherpte van een gescande afbeelding instellen. Temperatuur ‑4 tot 4 Warmere of koelere uitvoer specificeren. Koele uitvoer bevat meer blauw dan de standaarduitvoer en warme uitvoer bevat meer rood dan de standaarduitvoer. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerking: 3 is de standaardinstelling. Opmerking: 0 is de standaardinstelling.
Printermenu's 171 Optie Tot Inhoudsbron Zwart-wit laser Kleurenlaser Inkjet Foto/film Tijdschrift Krant Drukwerk Anders Opgeven hoe het originele document is geproduceerd. Kleur Uit Aan Bepalen of de printer inhoud in kleur vastlegt en verzendt. Resolutie 75 dpi 150 dpi 200 dpi 300 dpi 400 dpi 600 dpi De resolutie van de scan opgeven in dpi (dots per inch). Intensiteit 1–9 Afdrukken lichter of donkerder maken. Afdrukstand Staand Liggend De afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven.
Printermenu's 172 Optie Tot Zijden (duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u de afdrukstand op voor de originele documenten die zijn geladen in de automatische documentinvoer voor dubbelzijdig scannen. JPEG-kwaliteit Beste instelling voor inhoud 5–90 De kwaliteit van een JPEG-afbeelding voor foto instellen op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling.
Printermenu's 173 Optie Tot Scanvoorbeeld Aan Uit Opgeven of er op het display een voorbeeld wordt weergegeven bij scantaken. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een flashgeheugenkaart of vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. Opslaan als snelkoppeling toestaan Instellen dat snelkoppelingen voor FTP-adressen kunnen worden gemaakt. Aan Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Printermenu's 174 Optie Tot Rand tot rand scannen Uit Aan Instellen of het originele document van rand tot rand wordt gescand. Scherpte 1-5 De scherpte van de gescande afbeelding aanpassen. Temperatuur ‑4 tot 4 Instellen dat gebruikers de kleurtemperatuur van de uitvoer warmer of kouder kunnen maken. Koele uitvoer bevat meer blauw dan de standaarduitvoer en warme uitvoer bevat meer rood dan de standaarduitvoer. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerking: 3 is de standaardinstelling.
Printermenu's 175 Optie Tot Inhoudsbron Zwart-wit laser Kleurenlaser Inkjet Foto/film Tijdschrift Krant Drukwerk Anders Opgeven hoe het originele document is geproduceerd. Kleur Aan Uit Bepalen of de printer inhoud in kleur vastlegt en verzendt. Resolutie 75 dpi 150 dpi 200 dpi 300 dpi 400 dpi 600 dpi De resolutie van de scan opgeven in dpi (dots per inch). Intensiteit 1–9 Afdrukken lichter of donkerder maken. Afdrukstand Staand Liggend De afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven.
Printermenu's 176 Optie Tot Zijden (duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u de afdrukstand op voor de originele documenten die zijn geladen in de automatische documentinvoer voor dubbelzijdig scannen. JPEG-kwaliteit Beste instelling voor inhoud 5–90 De kwaliteit van een JPEG-afbeelding voor een foto instellen op basis van de bestandsgrootte. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling.
Printermenu's 177 Optie Tot Kleurbalans Cyaan - Rood Magenta - Groen Geel - Blauw Kleurbalans inschakelen voor de uitvoer. Kleur wegfilteren Opgeven welke kleur wordt weggefilterd en in de filterinstelling aanpassen voor elke kleurdrempel. Kleur wegfilteren Geen Opmerkingen: Rood • Geen is de standaardinstelling voor Kleur wegfilteren. Groen • 128 is de standaardinstelling voor elke drempelwaarde voor kleur.
Printermenu's 178 Afdrukinstellingen Exemplaren 1-999 Een standaardaantal exemplaren opgeven voor elke afdruktaak. Opmerking: 1 is de standaardinstelling. Papierbron Een standaardpapierbron instellen voor alle afdruktaken. Lade [x] Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling. Universeellader Handmatige papierinvoer Handmatige envelopinvoer Kleur Kleur Alleen zwart Opgeven of het document in kleur moet worden afgedrukt.
Printermenu's 179 Scheidingsvellen Uit Tussen kopieën Tussen taken Tussen pagina's Instellen of er lege scheidingsvellen moeten worden ingevoegd. Bron scheidingsblad Lade [x] Universeellader De papierbron voor de scheidingsvellen opgeven. Lege pagina's Niet afdrukken Afdrukken Instellen of er lege pagina's in een afdruktaak moeten worden ingevoegd. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling.
Printermenu's 180 Optie Tot Modus Alleen zwart Aan Uit De printer zo instellen dat tekst en afbeeldingen alleen met de zwarte tonercartridge worden afgedrukt. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Downloadbestemming De opslaglocatie voor downloads instellen. RAM Opmerkingen: Flashgeheugen • "RAM" is de standaardinstelling. Downloads die in het RAM worden opgeslagen, worden tijdelijk Schijf opgeslagen.
Printermenu's 181 Optie Functie Dubbelzijdig inbinden Lange zijde Korte zijde Inbinden voor dubbelzijdige pagina's opgeven op basis van de afdrukstand van de pagina. Opmerkingen: • Lange zijde is de standaardinstelling. Hiermee worden pagina's ingebonden langs de lange zijde van de pagina (linkerrand voor staand, bovenrand voor liggend). • Met Korte zijde worden pagina's ingebonden langs de korte zijde van de pagina (bovenrand voor staand, linkerrand voor liggend).
Printermenu's 182 Optie Functie Stand papierbesparing Automatisch Liggend Staand De afdrukstand opgeven waarin pagina's worden afgedrukt op één vel. Rand papierbesparing Geen Effen Een rand afdrukken wanneer Papierbesparing wordt gebruikt. Opmerking: Automatisch is de standaardinstelling. De printer kiest tussen de afdrukstanden Staand en Liggend. Opmerking: Geen is de standaardinstelling.
Printermenu's 183 Optie Tot Kleurbalans Cyaan ‑5 tot 5 Magenta ‑5 tot 5 Geel ‑5 tot 5 Zwart-wit ‑5 tot 5 Reset std.instellingen Kleurbalans inschakelen voor de uitvoer. Kleurvoorbeelden sRGB-display sRGB Levendig Display - Echt zwart Levendig Uit—RGB CMYK-VS CMYK-Euro CMYK-levendig Uit—CMYK Voorbeeldpagina's afdrukken voor elk van de RGB- en CMYK-kleurconversietabellen die in de printer worden gebruikt. Aangepaste kleur RGB-kleurbeeld RGB-tekst RGB-illustraties RGB-kleurconversies aanpassen.
Printermenu's 184 Taakadministratie, menu Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf van de printer is geïnstalleerd. Zorg dat de vaste schijf niet is beveiligd tegen lezen/schrijven of schrijven. Optie Tot Logbestand voor taakadministratie Uit Aan Hiermee stelt u in of de printer een logbestand maakt voor de ontvangen afdruktaken. Hulpprogramma's voor taakadministratie Logbestanden afdrukken en verwijderen of exporteren naar een flashstation.
Printermenu's 185 Optie Tot E-mailadres voor verzenden logbestanden Het e‑mailadres opgeven waarnaar de logbestanden voor taakadministratie worden verzonden. Voorvoegsel logbestand Het gewenste voorvoegsel voor de naam van het logbestand opgeven. Opmerking: Het huidige hostnaam die is opgegeven in het menu TCP/IP, wordt gebruikt als standaardvoorvoegsel voor het logbestand. Menu Hulpprogramma's Optie Functie Wachttaken verwijd.
Printermenu's 186 Optie Functie Dekkingsindicatie Uit Aan Een schatting geven van het dekkingspercentage voor toner op een pagina. De schatting wordt afgedrukt op een aparte pagina aan het einde van elke afdruktaak. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Menu XPS Optie Functie Foutpagina's afdrukken Een pagina afdrukken met informatie over fouten, waaronder XML-markupfouten. Uit Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Printermenu's 187 Optie Functie Afbeelding gladmaken Aan Uit Contrast en scherpte verbeteren van afbeeldingen met een lage resolutie en kleurovergangen vloeiender maken. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • De instelling Afbeelding gladmaken is niet van invloed op afbeeldingen met een resolutie van 300 dpi of hoger. Menu PCL Emul Optie Functie Lettertypebron Intern Schijf Downloaden Flash Alles De lettertypeset instellen die wordt gebruikt in het menu-item Lettertypenaam.
Printermenu's 188 Optie Functie Instell. PCL-emulatie Pitch 0.08–100.00 Lettertypepitch instellen voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd). Opmerkingen: • 10 is de standaardinstelling. • Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (cpi). Pitch kan worden aangepast in stappen van 0,01 cpi. • Voor niet-schaalbare, monogespatieerde lettertypen wordt de pitch wel weergegeven, maar kunt u deze niet wijzigen. Instell.
Printermenu's 189 Optie Functie Lade-nr. wijzigen Waarde U-lader Uit Geen 0–199 Waarde lade [x] Uit Geen 0–199 Waarde handm. invoer Uit Geen 0–199 Waarde envelop (handm.) Uit Geen 0–199 Printer configureren voor gebruik met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Lade-nr. wijzigen Fabrieksinst. weerg. U-lader standaard inst. = 8 T1 Std.inst. = 1 T2 Std.inst. = 4 T3 Std.inst. = 5 Std. inst. T4 = 20 T5 Std.inst. = 21 Std.inst. env. = 6 Std.inst. hnd. inv.
Printermenu's 190 Menu HTML Optie Lettertypenaam Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text Intl CG Times Intl Courier Intl Univers Functie Joanna MT Het standaardlettertype voor HTML-documenten instellen. Letter Gothic Opmerking: Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTML-documenten waarin Lubalin Graph geen lettertype wordt opgegeven.
Printermenu's Optie 191 Functie Achtergronden Instellen of achtergronden in HTML-documenten worden afgedrukt. Niet afdrukken Opmerking: Afdrukken is de standaardinstelling. Afdrukken Menu Afbeelding Optie Functie Autom. aanpassen. Aan Uit Optimale waarden selecteren voor papierformaat, schaal en afdrukstand. Omkeren Aan Uit Tweekleurige zwart-witafbeeldingen omkeren. Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Geld besparen en het milieu een handje helpen 192 Geld besparen en het milieu een handje helpen Lexmark streeft naar duurzaamheid en is doorlopend bezig printers zo te ontwikkelen dat de milieubelasting van de printers wordt verminderd. We ontwerpen met het milieu in gedachten en bedenken verpakkingen waarvoor zo min mogelijk grondstoffen nodig zijn en we bieden inzamel- en recyclingprogramma's aan.
Geld besparen en het milieu een handje helpen 193 Uw eerste ontwerp op fouten controleren Voordat u een document afdrukt of meerdere malen kopieert. • Gebruik de functie voor afdrukvoorbeelden om te bekijken hoe het document eruitziet voordat u het afdrukt. • Druk één exemplaar van het document af om de inhoud en indeling op fouten te controleren. Vermijd papierstoringen Stel de papiersoort en het formaat correct in om te voorkomen dat het papier vastloopt.
Geld besparen en het milieu een handje helpen 194 • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen >Algemene instellingen >Stille modus > selecteer een instelling Optie Tot Uit Beperk het geluid van de printer. Opmerkingen: • De verwerking van afdruktaken duurt langer. • Motoren van de printer starten niet tot een document gereed is om te worden afgedrukt.
Geld besparen en het milieu een handje helpen 195 Time-out sluimerstand instellen Met de time-out voor de sluimerstand kunt u instellen na hoeveel minuten de spaarstand wordt ingeschakeld nadat een afdruktaak is verwerkt. Embedded Web Server gebruiken 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
Geld besparen en het milieu een handje helpen 196 5 Selecteer de dag of dagen in het menu Dag(en). 6 Klik op Toevoegen. De helderheid van het printerdisplay aanpassen Als u energie wilt besparen of als u het display niet goed kunt lezen, kunt u de helderheid van het display aanpassen. Embedded Web Server gebruiken 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Het IP-adres bevindt zich in het bovenste gedeelte van het beginscherm.
Geld besparen en het milieu een handje helpen 197 Opmerking: Printersupplies en -hardware die niet zijn opgenomen in het inzamelingsprogramma van Lexmark kunt u recyclen via uw plaatselijke recyclingcentrum. Neem contact op met uw plaatselijke recyclingcentrum voor informatie over de artikelen die hier worden geaccepteerd. Lexmark verpakkingsmateriaal recyclen Lexmark streeft voortdurend naar het minimaliseren van het verpakkingsmateriaal.
Printer beveiligen 198 Printer beveiligen De vergrendelingsfunctie gebruiken De printer heeft een vergrendelingsfunctie. Bevestig op de aangegeven locatie een beveiligingsslot dat compatibel is met de meeste laptops om de printer op zijn plaats te vergrendelen. Kennisgeving van vluchtigheid De printer bevat verschillende soorten geheugens waarin apparaat- en netwerkinstellingen en gebruikersgegevens kunnen worden opgeslagen.
Printer beveiligen 199 • Er moet onderhoud aan de printer worden uitgevoerd door iemand buiten uw organisatie. • De printer moet voor onderhoud worden vervoerd naar een locatie buiten uw bedrijf. • De printer wordt verkocht aan een ander bedrijf. Vaste schijf van de printer weggooien Opmerking: In sommige printermodellen is mogelijk geen vaste schijf geïnstalleerd.
Printer beveiligen 200 Geheugen op de vaste schijf wissen Opmerkingen: • in sommige printermodellen is mogelijk geen vaste schijf geïnstalleerd. • Als u Tijdelijke gegevensbestanden wissen instelt in de printermenu's, kunt u resterende vertrouwelijke informatie die achterblijft na het afdrukken verwijderen door veilig bestanden te overschrijven die zijn gemarkeerd voor verwijderen. Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Zet de printer uit.
Printer beveiligen 201 • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen >Beveiliging >Schijfcodering. Opmerking: Schijfcodering wordt alleen weergegeven in het menu Beveiliging als een geformatteerde, nietdefecte vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. 3 Selecteer Inschakelen in het menu Schijfcodering.
Printer onderhouden 202 Printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt. Stel de printersupplies niet bloot aan: • • • • • • direct zonlicht; temperaturen boven 35 °C; hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof.
Printer onderhouden 203 De glasplaat reinigen Reinig de glasplaat als er problemen zijn met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld als er strepen worden weergegeven op gekopieerde of gescande afbeeldingen. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje enigszins vochtig met water. 2 Open de klep van de scanner. 3 Maak de aangegeven gedeelten schoon en laat ze drogen.
Printer onderhouden 204 De status van de onderdelen en supplies controleren De status van onderdelen en supplies controleren op het bedieningspaneel van de printer Blader in het beginscherm naar: Status/Supplies >Supplies weergeven De status van onderdelen en supplies controleren vanuit de Embedded Web Server Opmerking: Controleer of de computer en printer beide met hetzelfde netwerk zijn verbonden. 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Printer onderhouden 205 Supplies bestellen In de V.S. belt u voor het bestellen van supplies +1-800-539-6275 voor informatie over erkende dealers van Lexmark supplies in uw omgeving. In andere landen of regio's kunt u terecht op de website van Lexmark, www.lexmark.com, of neemt u contact op met de winkel waar u de printer hebt gekocht. Opmerking: de geschatte resterende levensduur van de printersupplies is gebaseerd op normaal papier van Letterof A4-formaat.
Printer onderhouden Item 206 Verenigde Staten en Canada Europese Unie (EU), Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland Rest van de wereld Zwart 801HK 802HK 808HK Cyaan 801HC 802HC 808HC Magenta 801HM 802HM 808HM Geel 802HY 808HY 801HY Bezoek www.lexmark.com/regions voor meer informatie over landen in de afzonderlijke regio´s.
Printer onderhouden 207 Toneroverloopfles bestellen Onderdeel Alle landen en regio's Toneroverloopfles C540X75G Supplies vervangen Overloopfles vervangen 1 Bovenklep 2 Toneroverloopfles 3 Rechterzijklep 4 Voorklep 1 Haal de nieuwe toneroverloopfles uit de verpakking. 2 Open de voorklep. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
Printer onderhouden 3 Open de bovenklep. 4 Verwijder de rechterzijklep.
Printer onderhouden 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de toneroverloopfles. 6 Plaats de gebruikte toneroverloopfles in de meegeleverde verpakking en sluit de verpakking af. Zie “Lexmark-producten recyclen” op pagina 196 voor meer informatie. 7 Plaats de nieuwe toneroverloopfles.
Printer onderhouden 210 8 Plaats de rechterzijklep. 9 Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en houd deze vast. Sluit vervolgens voorzichtig de bovenklep. 10 Sluit de voorklep.
Printer onderhouden 211 Een zwart/wit- en kleurenkit vervangen 1 Open de voorklep. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Open de bovenklep.
Printer onderhouden 3 Verwijder de tonercartridges door de hendels op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken. 4 Verwijder de rechterzijklep.
Printer onderhouden 213 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de toneroverloopfles. 6 Til de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar voren tot deze niet verder kan. 7 Druk de blauwe hendels omlaag, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten.
Printer onderhouden 214 8 Haal de vervangende zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit uit de verpakking. Opmerkingen: • De kleurenbeeldverwerkingskit bevat de beeldverwerkingskit en de cyaan, magenta, gele en zwarte developer-eenheden. • De zwarte beeldverwerkingskit bevat de beeldverwerkingskit en de zwarte developer-eenheid. 9 Plaats de gebruikte beeldverwerkingskit in de zak waarin de vervangende beeldverwerkingskit was verpakt en sluit de zak af.
Printer onderhouden 215 11 Verwijder de rode verpakkingsstrip en de stoffen bescherming van de developer-eenheden. 12 Plaats voorzichtig de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden. Opmerking: Zorg ervoor dat u elke developer-eenheid in de juiste sleuf voor de betreffende kleur plaatst. 13 Verwijder de rode verpakkingsstrip van de beeldverwerkingskit. Let op—Kans op beschadiging: Raak de glanzende fotoconductortrommel onder de beeldverwerkingskit niet aan.
Printer onderhouden 14 Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer. 15 Duw de blauwe hendels voorzichtig maar stevig omlaag totdat de beeldverwerkingskit vastklikt. Opmerking: Controleer of de beeldverwerkingskit goed vastzit. 16 Plaats de toneroverloopfles.
Printer onderhouden 217 17 Plaats de rechterzijklep. 18 Plaats de tonercartridges. 19 Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en houd deze vast. Sluit vervolgens voorzichtig de bovenklep.
Printer onderhouden 218 20 Sluit de voorklep. Tonercartridges vervangen Let op—Kans op beschadiging: Schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van een tonercartridge die niet van het merk Lexmark is, valt niet onder de garantie. Opmerking: Als u tonercartridges gebruikt die niet van het merk Lexmark zijn, kan dit resulteren in verminderde afdrukkwaliteit. 1 Open de bovenklep.
Printer onderhouden 2 Verwijder de tonercartridge door de hendel omhoog te drukken en de cartridge voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken. 3 Pak de nieuwe tonercartridge uit en verwijder het verpakkingsmateriaal. 4 Lijn de nieuwe tonercartridge uit en druk deze vervolgens omlaag totdat de cartridge op zijn plaats zit.
Printer onderhouden 220 5 Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en houd deze vast. Sluit vervolgens voorzichtig de bovenklep. 6 Plaats de gebruikte tonercartridge in de zak waarin de vervangende tonercartridge was verpakt en sluit de zak af. Zie “Lexmark-producten recyclen” op pagina 196 voor meer informatie. Een developer-eenheid vervangen Vervang een developer-eenheid als er een probleem met de afdrukkwaliteit optreedt of als de printer is beschadigd. 1 Open de voorklep.
Printer onderhouden 2 Open de bovenklep. 3 Til de hendel van de tonercartridge op en trek de cartridge voorzichtig uit de beeldverwerkingskit.
Printer onderhouden 222 4 Verwijder de rechterzijklep. 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de toneroverloopfles. 6 Til de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar voren tot deze niet verder kan. 7 Druk de blauwe hendels omlaag, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten.
Printer onderhouden 223 Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen. 8 Verwijder de gebruikte developer-eenheid. 9 Schud de vervangende developer-eenheid voorzichtig heen en weer voor u de eenheid uit de verpakking haalt.
Printer onderhouden 10 Verwijder de rode transportbescherming van de developer-eenheid. 11 Plaats de developer-eenheid. 12 Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.
Printer onderhouden 13 Duw de blauwe hendels voorzichtig maar stevig omlaag totdat de beeldverwerkingskit vastklikt. Opmerking: Controleer of de beeldverwerkingskit goed vastzit. 14 Vervang de toneroverloopfles. 15 Plaats de rechterzijklep.
Printer onderhouden 226 16 Plaats de tonercartridges. 17 Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en houd deze vast. Sluit vervolgens voorzichtig de bovenklep.
Printer onderhouden 227 18 Sluit de voorklep. 19 Plaats de gebruikte developer-eenheid in de zak waarin de vervangende developer-eenheid was verpakt en sluit de zak af. Zie “Lexmark-producten recyclen” op pagina 196 voor meer informatie. Help bij transport Voordat u de printer verplaatst LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg (40 lb) en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild.
Printer onderhouden De printer vervoeren. Wanneer u de printer verstuurt, moet u de originele verpakking gebruiken.
Printer beheren 229 Printer beheren Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden algemene ondersteunende beheertaken beschreven die worden uitgevoerd met de Embedded Web Server. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie of de Beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken op de ondersteuningswebsite van Lexmark op http://support.lexmark.com.
Printer beheren 230 Rapporten weergeven U kunt een aantal rapporten bekijken vanuit de Embedded Web Server. Deze rapporten zijn handig voor het bepalen van de status van de printer, het netwerk en de supplies. 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123.
Printer beheren 231 Berichten Beschrijving Stoppen, kan door1 De printer stopt met het verwerken van taken als de status van de supply bereikt is. De gebruiker moet op een knop drukken om verder te gaan met afdrukken. Stoppen, kan niet door1,2 De printer stopt als de status van de supply bereikt is. De supply moet worden vervangen voordat u kunt doorgaan met afdrukken. 1 De printer genereert een e-mail over de status van de supply wanneer de supplymelding is ingeschakeld.
Printer beheren 232 4 Klik op Printer Settings (Printerinstellingen). 5 Typ het IP-adres van de bron- en doelprinter in de daarvoor bestemde velden. Opmerking: Als u een doelprinter wilt toevoegen of verwijderen, klikt u op Doel-IP toevoegen of Doel-IP verwijderen. 6 Klik op Copy Printer Settings (Printerinstellingen kopiëren).
Papierstoringen verhelpen 233 Papierstoringen verhelpen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig het papier en speciale afdrukmateriaal te kiezen en dit op de juiste wijze te plaatsen. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit hoofdstuk worden beschreven. Let op—Kans op beschadiging: gebruik nooit gereedschap om een papierstoring te verhelpen. Hiermee kunt u het verhittingsstation permanent beschadigen.
Papierstoringen verhelpen 234 • Schuif het papier niet in de lade. Plaats het papier zoals in de afbeelding is aangegeven. • Zorg ervoor dat de geleiders in de papierlade of de universeellader op de juiste wijze zijn ingesteld en niet strak tegen het papier of de enveloppen zijn geplaatst. • Duw de lade stevig in de printer nadat u het papier hebt geplaatst. Gebruik aanbevolen papier • Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal.
Papierstoringen verhelpen 235 Opmerking: Als Herstel na storing op Aan of Automatisch staat, drukt de printer de vastgelopen pagina's opnieuw af. Met de instelling Automatisch is het echter niet zeker dat de pagina kan worden afgedrukt. Storingslocatie Bericht op de display Oplossing 1 Automatische documentinvoer (ADI) [x] pagina's vastgelopen, open bovenklep van automatische invoer [28y.xx] Verwijder al het papier uit de ADI-lade en verwijder het vastgelopen papier.
Papierstoringen verhelpen [x] pagina's vastgelopen, maak standaardlade leeg [203.xx] 1 Open de bovenklep. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Papierstoringen verhelpen 237 3 Open de voorklep. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. a Als papier is vastgelopen onder het verhittingsstation, pakt u het papier stevig vast aan beide zijden en trekt u het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Papierstoringen verhelpen 238 b Trek aan de groene hendel om de klep van het verhittingsstation te openen. c Als papier is vastgelopen onder het verhittingsstation, houdt u de klep van het verhittingsstation omlaag gedrukt en verwijdert u het papier. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Papierstoringen verhelpen 239 4 Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en sluit voorzichtig de bovenklep. 5 Sluit de voorklep. 6 Raak op het bedieningspaneel van de printer aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Selecteer bij modellen zonder aanraakscherm de opties Volgende >Verhelp de storing, druk op OK en druk op om te bevestigen. [x] pagina's vastgelopen, open voorklep om verhittingsstation vrij te maken [202.xx] 1 Open de voorklep.
Papierstoringen verhelpen 2 Open de bovenklep.
Papierstoringen verhelpen 3 Trek aan de groene hendel om de klep van het verhittingsstation te openen. 4 Houd de klep naar beneden gedrukt en verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Papierstoringen verhelpen 242 5 Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en houd deze vast. Open vervolgens voorzichtig de bovenklep. 6 Sluit de voorklep. 7 Raak op het bedieningspaneel van de printer aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Selecteer bij modellen zonder aanraakscherm de opties Volgende >Verhelp de storing, druk op OK en druk op om te bevestigen. [x] pagina's vastgelopen, open voorklep [20y.xx] 1 Open de voorklep.
Papierstoringen verhelpen 243 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de voorklep. 4 Raak op het bedieningspaneel van de printer aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Selecteer bij modellen zonder aanraakscherm de opties Volgende >Verhelp de storing, druk op OK en druk op om te bevestigen. [x] pagina's vastgelopen, open voorklep om duplex vrij te maken [23y.
Papierstoringen verhelpen 244 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de voorklep. 4 Raak op het bedieningspaneel van de printer aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Selecteer bij modellen zonder aanraakscherm de opties Volgende >Verhelp de storing, druk op OK en druk op om te bevestigen. [x] pagina's vastgelopen, open lade [x] [24y.
Papierstoringen verhelpen 245 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Plaats de lade terug. 4 Raak op het bedieningspaneel van de printer aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Selecteer bij modellen zonder aanraakscherm de opties Volgende >Verhelp de storing, druk op OK en druk op om te bevestigen.
Papierstoringen verhelpen 246 [x] pagina's vastgelopen, maak handmatige invoer vrij [251.xx] 1 Trek de standaardlade voor 250 vel (lade 1) en de handmatige invoer naar buiten. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Plaats de lade terug. 4 Raak op het bedieningspaneel van de printer aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Papierstoringen verhelpen 247 2 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 3 Plaats opnieuw papier in de multifunctionele invoer.
Papierstoringen verhelpen 248 4 Schuif de papiergeleider voorzichtig tegen de linkerzijde van de papierstapel. 1 2 5 Raak op het bedieningspaneel van de printer aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Voor printermodellen zonder aanraakscherm selecteert u Volgende > OK > .
Papierstoringen verhelpen 249 [x] pagina's vastgelopen, open bovenklep van automatische invoer. [28y.xx] 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADF-lade. Opmerking: Deze melding verdwijnt als de pagina’s zijn verwijderd uit de ADF-lade. 2 Open de klep van de ADF. 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4 Sluit de ADF-klep.
Problemen oplossen 250 Problemen oplossen Printerberichten Kleur aanpassen Wacht tot het proces is voltooid. Wijzig [papierbron] in [aangepaste soortnaam] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de lade en raak vervolgens Papier vervangen voltooid aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Druk bij modellen zonder aanraakscherm op om dit te bevestigen.
Problemen oplossen 251 Sluit klep Zorg dat de rechterzijklep is geïnstalleerd en sluit de voor- en bovenklop om het bericht te wissen. Sluit klep van de flatbed en plaats originelen bij het opnieuw starten van taak [2yy.xx] Probeer op het bedieningspaneel van de printer een van de volgende opties: • Selecteer Scannen vanaf de automatische invoer en druk vervolgens op om direct na de laatst voltooide scantaak door te gaan met het scannen via de ADF.
Problemen oplossen 252 Complexe pagina, bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt [39] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Doorgaan om het bericht te negeren en verder te gaan met afdrukken. Druk bij modellen zonder aanraakscherm op om dit te bevestigen. • Annuleer de huidige afdruktaak. Druk bij modellen zonder aanraakscherm op • Installeer extra printergeheugen. om dit te bevestigen.
Problemen oplossen 253 Fout bij lezen van USB-station. Verwijder USB. Er is een niet-ondersteund USB-apparaat geplaatst. Verwijder het USB-apparaat en plaats daarna een ondersteund apparaat. Fout bij lezen USB-hub. Verwijder hub. Er is een niet-ondersteunde USB-hub geplaatst. Verwijder de USB-hub en installeer daarna een ondersteund apparaat. Incompatibele lade [x] [59] Verwijder de aangegeven lade en plaats deze terug om het bericht te wissen. Onjuist papierformaat.
Problemen oplossen 254 Selecteer Doorgaan om het bericht te sluiten. Druk bij modellen zonder aanraakscherm op om dit te bevestigen. Onvoldoende geheugen om de taak te sorteren [37] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Selecteer Doorgaan op het bedieningspaneel om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en om de rest van de afdruktaak te sorteren. Druk bij modellen zonder aanraakscherm op om dit te bevestigen. • Annuleer de huidige afdruktaak.
Problemen oplossen 255 • Annuleer de huidige taak. Vul [papierbron] met [papierformaat] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats papier van het juiste formaat in de lade of invoer. • Selecteer Papier geplaatst op het bedieningspaneel van de printer om de lade of invoer met papier van het juiste formaat te gebruiken. Druk bij modellen zonder aanraakscherm op om dit te bevestigen.
Problemen oplossen 256 Vul de handmatige invoer met [papierformaat] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats papier van het juiste formaat in de invoer. • Raak afhankelijk van uw printermodel Vragen bij elke pagina, papier is geplaatst aan of druk op op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Annuleer de huidige taak.
Problemen oplossen 257 Geheugen vol [38] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Selecteer Taak annuleren op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te sluiten. Druk bij modellen zonder aanraakscherm op om dit te bevestigen. • Installeer extra printergeheugen. Softwarefout netwerk [x] [54] Probeer een of meer van de oplossingen: • Selecteer Doorgaan op het bedieningspaneel van de printer om verder te gaan met afdrukken. Druk op printers zonder aanraakscherm op om te bevestigen.
Problemen oplossen 258 Als u deze risico's wilt aanvaarden en wilt doorgaan met het gebruik van niet-originele supplies of onderdelen in uw printer, houdt u en # op het bedieningspaneel van de printer gedurende 15 seconden ingedrukt. Als u deze risico's niet wilt aanvaarden, verwijder dan het supply of onderdeel van andere fabrikanten uit uw printer en vervang deze door een origineel supply of onderdeel van Lexmark.
Problemen oplossen 259 Verwijder papier uit standaarduitvoerlade Verwijder de papierstapel uit de standaardlade. Vervang cartridge [kleur]. Geschat aantal resterende pagina's is 0 [88.xy] Vervang de aangegeven tonercartridge om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Raadpleeg de instructies bij de supply voor meer informatie. Opmerking: Als u geen vervangende tonercartridge hebt, raadpleegt u het gedeelte “Supplies bestellen” van de Gebruikershandleiding of gaat u naar www.lexmark.com.
Problemen oplossen 260 Plaats alle originelen terug als u de taak opnieuw start. Probeer op het bedieningspaneel van de printer een van de volgende opties: • Selecteer Scannen vanaf de automatische invoer en druk vervolgens op om direct na de laatst voltooide scantaak door te gaan met het scannen via de ADF. • Selecteer Scannen vanaf de flatbed en druk vervolgens op om direct na de laatst voltooide scantaak door te gaan met het scannen via de glasplaat.
Problemen oplossen 261 • Selecteer Opdracht afmaken zonder nog te scannen en druk vervolgens op om de laatst voltooide scantaak te beëindigen. Opmerking: De scantaak wordt hiermee niet geannuleerd. Alle correct gescande pagina's worden verder verwerkt, zodat u deze kunt kopiëren of e-mailen. • Selecteer Taak opnieuw starten en druk vervolgens op om de scantaak opnieuw te starten met dezelfde instellingen als de vorige scantaak.
Problemen oplossen 262 Vervang toneroverloopfles [82.xy] Vervang de toneroverloopfles om het bericht te wissen. Wachttaken herstellen? Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Selecteer Herstellen op het bedieningspaneel van de printer om alle onderbroken taken te herstellen die zijn opgeslagen op de vaste schijf van de printer. Druk op printers zonder aanraakscherm op om te bevestigen. • Selecteer Niet herstellen als u niet wilt dat afdruktaken worden hersteld.
Problemen oplossen 263 Sommige taken in wacht zijn niet hersteld Selecteer Doorgaan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te sluiten. Druk bij modellen zonder aanraakscherm op om dit te bevestigen. Opmerking: Onderbroken taken die niet worden hersteld, blijven op de vaste schijf opgeslagen en zijn niet toegankelijk. SMTP-server is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder. Raak Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen.
Problemen oplossen 264 Te veel flashopties geïnstalleerd [58] 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder het extra flashgeheugen. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. Te veel laden aangesloten [58] 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de extra laden. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan.
Problemen oplossen 265 Flash niet geformatteerd [53] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Doorgaan om de defragmentatie te stoppen en verder te gaan met afdrukken. Druk bij modellen zonder aanraakscherm op om dit te bevestigen. • Formatteer het flashgeheugen. Opmerking: Als het foutbericht niet verdwijnt, is het flashgeheugen mogelijk beschadigd en moet het mogelijk worden vervangen. Toneroverloopfles bijna vol [82.
Problemen oplossen Actie 266 Ja Stap 3 Naar stap 4. Controleer of het ene uiteinde van het netsnoer is aangesloten op de printer en het andere uiteinde op een geaard stopcontact. Is het netsnoer aangesloten op de printer en een geaard stopcontact? Stap 4 Controleer de andere elektrische apparatuur die is aangesloten op het stopcontact. Werkt de andere elektrische apparatuur? Stap 5 Controleer of de kabels waarmee de printer is aangesloten op de computer in de correcte poorten zitten.
Problemen oplossen Actie 267 Ja Stap 10 Naar stap 11. Controleer of u in het printerstuurprogramma de correcte poortinstellingen hebt geselecteerd. Nee Gebruik in het printerstuurprogramma de correcte instellingen. Zijn de poortinstellingen correct? Stap 11 Naar stap 12. Controleer het geïnstalleerde printerstuurprogramma. Installeer het correcte printerstuurprogramma.
Problemen oplossen 268 Problemen met opties Kan interne optie niet vinden Handeling Ja Stap 1 Het probleem is Schakel de printer uit en schakel de printer na ongeveer tien seconden weer opgelost. in. Nee Naar stap 2. Werkt de interne optie correct? Naar stap 3. Stap 2 Controleer op de interne optie correct is geïnstalleerd in de controllerkaart. a Schakel de printer uit met de aan-uitschakelaar en trek de stekker uit het stopcontact.
Problemen oplossen 269 Problemen met laden Actie Ja Nee Stap 1 a Trek de lade naar buiten en voer een van de volgende stappen uit: Het probleem is opgelost. Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Naar stap 3. • Controleer op papierstoringen en verkeerd ingevoerd papier. • Controleer of de indicatoren voor papierformaat op de papiergeleiders zijn uitgelijnd met de indicatoren voor papierformaat in de lade.
Problemen oplossen 270 Problemen met de papierinvoer Vastgelopen pagina's worden niet opnieuw afgedrukt Actie Ja Nee Schakel Herstel na storing in. a Blader in het beginscherm naar: Het probleem is opgelost. Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen. Actie Ja Nee Stap 1 a Trek de lade naar buiten en voer een van de volgende stappen uit: Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Naar stap 3. Het probleem is opgelost.
Problemen oplossen 271 Actie Ja Nee Stap 3 a Lees de tips over het vermijden van storingen. Zie “Papierstoringen voorkomen” op pagina 233 voor meer informatie. b Volg de aanbevelingen op en verzend de verzend de afdruktaak opnieuw. Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen. Het probleem is opgelost.
Problemen oplossen 272 Problemen met afdrukken oplossen Afdrukproblemen Vertrouwelijke en andere taken in de wachtrij worden niet afgedrukt Opmerking: Vertrouwelijke, geverifieerde, gereserveerde en herhaalde afdruktaken kunnen worden verwijderd als de printer extra geheugen nodig heeft voor de verwerking van andere wachttaken. Handeling Ja Nee Stap 1 Open de map met onderbroken taken op de printerdisplay en controleer of uw afdruktaak wordt weergegeven. Naar stap 2.
Problemen oplossen 273 Er wordt een foutbericht over het lezen van het flashstation weergegeven Actie Ja Nee Stap 1 Controleer of het flashstation in de USB-poort aan de voorzijde is geplaatst. Naar stap 2. Plaats het flashstation in de USB-poort aan de voorzijde. Wacht tot de printer klaar is, bekijk vervolgens de lijst met wachttaken en druk de documenten af. Naar stap 3. Naar stap 4. Het probleem is opgelost. Naar stap 5. Het probleem is opgelost.
Problemen oplossen 274 Taak wordt afgedrukt vanuit de verkeerde lade of op het verkeerde papier Actie Ja Nee Stap 1 a Controleer of u afdrukt op papier dat wordt ondersteund door de lade. Het probleem is opgelost. Naar stap 2. Stap 2 Het probleem is a Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de instel- opgelost. lingen voor het papierformaat en de papiersoort zodanig in dat deze overeenkomen met het papier dat in de lade is geplaatst. b Verzend de afdruktaak opnieuw.
Problemen oplossen 275 Actie Ja Nee Stap 3 Het probleem is Maak de taak minder complex door het aantal verschillende lettertypen en opgelost. lettergrootten te reduceren, het aantal afbeeldingen te beperken en eenvoudigere afbeeldingen te gebruiken of door minder pagina's tegelijk te laten afdrukken. Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen.
Problemen oplossen 276 Afdruktaken worden niet afgedrukt Handeling Ja Stap 1 Het probleem is a Open het dialoogvenster voor afdrukken vanuit het document dat u wilt opgelost. afdrukken en controleer of u de juiste printer hebt geselecteerd. Nee Naar stap 2. Opmerking: Als de printer niet de standaardprinter is, moet u de printer selecteren voor elk document dat u wilt afdrukken. b Verzend de afdruktaak opnieuw.
Problemen oplossen 277 Afdruktaak duurt langer dan verwacht Actie Ja Nee Stap 1 De instellingen voor energiegebruik voor de printer wijzigen. a Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: Het probleem is opgelost. Naar stap 2. Stap 2 Het probleem is opgelost. Gebruik minder lettertypen en kleinere lettergrootten, beperk het aantal afbeeldingen en gebruik eenvoudige afbeeldingen en verlaag het aantal af te drukken pagina's in de taak en verstuur de taak opnieuw. Naar stap 3.
Problemen oplossen 278 • De universeellader detecteert niet automatisch het papierformaat. U moet het papierformaat instellen in het menu Papierformaat/-soort. Actie Ja Stap 1 Het probleem is a Open de laden en controleer of al het papier hetzelfde formaat heeft en opgelost. van hetzelfde type is. Nee Naar stap 2. • Controleer dat de papiergeleiders in de juiste positie staan voor het papierformaat dat in iedere lade is geplaatst.
Problemen oplossen 279 Handeling Ja Nee Stap 1 a De een lijst met lettertypevoorbeelden af om te controleren of de gebruikte lettertypen worden ondersteund door de printer. 1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: Naar stap 2. Selecteer een lettertype dat wordt ondersteund door de printer. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met klantenondersteuning. Ja Nee Menu's >Rapporten >Lettertypen afdrukken 2 Selecteer PCL-lettertypen of PostScript-lettertypen.
Problemen oplossen 280 Handeling Ja Stap 2 Naar stap 3. Geef de soort en het formaat van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Nee Voer een of meer van de volgende handelingen uit: • Wijzig het formaat van het papier in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer zodat dit overeenkomt met het papier in de lade.
Problemen oplossen 281 Handeling Ja Nee Stap 1 De ingestelde waarde voor tonerintensiteit verlagen. a Geef een lagere waarde op voor de dichtheid van de toner in het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer. Het probleem is opgelost. Naar stap 2. Opmerking: 4 is de standaardinstelling. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Zijn de grijze achtergronden verdwenen? Het probleem is Stap 2 a Verwijder de beeldverwerkingskit en installeer deze vervolgens opnieuw. opgelost.
Problemen oplossen Handeling 282 Ja Naar stap 4. Stap 3 a Verwijder de beeldverwerkingskit en installeer deze vervolgens opnieuw. Nee Het probleem is opgelost. Let op—Kans op beschadiging: De beeldverwerkingskit mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden. Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen.
Problemen oplossen 283 Handeling Ja Nee Stap 3 a Geef het papierformaat op via Voorkeursinstellingen voor afdrukken of het afdrukdialoogvenster, afhankelijk van het besturingssysteem. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met klantenondersteuning. Ja Nee Zijn de marges correct? Gekruld papier Handeling Stap 1 Naar stap 2. Stel de breedte- en lengtegeleiders in de lade in op de juiste positie voor het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst.
Problemen oplossen 284 Onregelmatigheden in de afdruk Leading edge ) ) ABCDE ABCDE ABCDE Trailing edge Handeling Ja Stap 1 Naar stap 2. a Stel de breedte- en lengtegeleiders in de lade in op de juiste positie voor het formaat van het papier dat in de lade is geplaatst. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Nee Het probleem is opgelost. Bevatten afdrukken nog steeds onregelmatigheden? Naar stap 3.
Problemen oplossen 285 Handeling Ja Nee Stap 5 a Laad papier uit een nieuw pak. Naar stap 6. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met klantenondersteuning. Het probleem is opgelost. Ja Nee Opmerking: Papier neemt vocht op in een vochtige omgeving. Bewaar papier altijd in de originele verpakking en haalt het pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken. b Verzend de afdruktaak opnieuw.
Problemen oplossen Handeling 286 Ja Stap 4 Naar stap 5. a Geef de instellingen voor papiersoort, -structuur en -gewicht op in Voorkeursinstellingen voor afdrukken of het afdrukdialoogvenster, afhankelijk van uw besturingssysteem. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Nee Het probleem is opgelost. Is de afdruk nog steeds te donker? Stap 5 Controleer of het papier in de lade een structuur of ruwe afwerking heeft. Drukt af op papier met structuur of ruwe afwerking? Stap 6 a Laad papier uit een nieuw pak.
Problemen oplossen 287 Handeling Ja Nee Stap 2 a Geef een hogere waarde op voor tonerintensiteit in het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer. Naar stap 3. Het probleem is opgelost. Opmerking: 4 is de standaardinstelling. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Is de afdruk nog steeds te licht? Stap 3 Naar stap 4. Geef de instellingen voor papiersoort, -structuur en -gewicht van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer.
Problemen oplossen 288 Printer drukt lege pagina's af Handeling Ja Nee Stap 1 a Controleer of alle verpakkingsmateriaal is verwijderd van de beeldverwerkingskit. 1 Verwijder de beeldverwerkingskit. Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met klantenondersteuning. Het probleem is opgelost. 2 Controleer of het verpakkingsmateriaal correct is verwijderd van de beeldverwerkingskit.
Problemen oplossen Handeling 289 Ja Nee Stap 1 Naar stap 2. a Verwijder de beeldverwerkingskit en installeer deze vervolgens opnieuw. Het probleem is opgelost. Let op—Kans op beschadiging: De beeldverwerkingskit mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden. Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen.
Problemen oplossen 290 Schaduwafbeeldingen op afdrukken Leading edge A AB BC CD D A B C D ABCD Trailing edge Handeling Ja Nee Stap 1 Controleer of het papier dat in de lade is geplaatst, de juiste papiersoort en het juiste gewicht heeft. Naar stap 2. Plaats papier van het juiste formaat en gewicht in de lade. Naar stap 3. Stel de papiersoort en het papiergewicht in op het papier dat in de lade is geplaatst.
Problemen oplossen Handeling 291 Ja Naar stap 2. Stap 1 a Stel de breedte- en lengtegeleiders in de lade in op de juiste positie voor het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Nee Het probleem is opgelost. Zijn afdrukken nog steeds scheef? Stap 2 a Controleer of u afdrukt op papier dat wordt ondersteund door de lade. Contact opnemen met klantenondersteuning. Het probleem is opgelost. Ja Nee b Verzend de afdruktaak opnieuw.
Problemen oplossen 292 Handeling Ja Nee Stap 3 a Laad papier uit een nieuw pak. Naar stap 4. Het probleem is opgelost. Naar stap 5. Stap 4 a Verwijder de beeldverwerkingskit en installeer deze vervolgens opnieuw. Het probleem is opgelost. Opmerking: Papier neemt vocht op in een vochtige omgeving. Bewaar papier altijd in de originele verpakking en haalt het pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken. b Verzend de afdruktaak opnieuw.
Problemen oplossen Handeling 293 Ja Stap 2 Naar stap 3. Geef de instellingen voor papierstructuur, -soort en gewicht van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Nee Voer een of meer van de volgende handelingen uit: • Geef bij de instellingen voor de lade de structuur, de soort en het gewicht op van het papier dat in de lade is geplaatst.
Problemen oplossen 294 Afdrukken bevatten lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond ABCDE ABCDE ABCDE Handeling Ja Stap 1 Het probleem is a Verwijder de beeldverwerkingskit en installeer deze vervolgens opnieuw. opgelost. Nee Naar stap 2. Let op—Kans op beschadiging: De beeldverwerkingskit mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
Problemen oplossen 295 Afdrukken bevatten tonervlekjes Handeling Ja Nee Vervang de beeldverwerkingskit en verzend de afdruktaak opnieuw. Contact opnemen met klantenondersteuning. Het probleem is opgelost. Ja Nee Bevatten de afdrukken tonervlekjes? Slechte afdrukkwaliteit op transparanten Handeling Stap 1 Naar stap 2. Geef de soort van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Stel de papiersoort in op Transparant.
Problemen oplossen 296 Handeling Ja Nee Stap 1 a Controleer of uw software het juiste vulpatroon gebruikt. Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Naar stap 3. Het probleem is opgelost. Naar stap 4. Het probleem is opgelost. Naar stap 5. Stap 4 a Verwijder de beeldverwerkingskit en installeer deze vervolgens opnieuw. Het probleem is opgelost. b Verzend de afdruktaak opnieuw.
Problemen oplossen 297 Wat zijn CMYK-kleuren? Cyaan, magenta, gele en zwarte inkt of toner kan worden afgedrukt in verschillende hoeveelheden om diverse waarneembare kleuren creëren. Cyaan en geel kunnen bijvoorbeeld in combinatie de kleur groen opleveren. Drukpersen, inkjetprinters en kleurenlaserprinters stellen kleuren volgens deze methode samen. Met de methode voor CMYK-kleuren worden kleuren beschreven als de hoeveelheid cyaan, magenta, geel en zwart die nodig is om een bepaalde kleur te verkrijgen.
Problemen oplossen Objecttype RGB-afbeelding RGB-tekst RGB-illustraties 298 Kleurconversietabellen • Levendig: geeft helderdere kleuren met een hogere verzadiging en kan worden toegepast op alle binnenkomende kleurformaten. • sRGB Display: geeft kleuren die de kleuruitvoer van een computerscherm benaderen. Opmerking: Het gebruik van zwarte toner wordt geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's. • Display—True Black: geeft kleuren die de kleuruitvoer van een computerscherm benaderen.
Problemen oplossen 299 Afdrukken op kleurentransparanten lijken donker wanneer ze worden geprojecteerd Opmerking: Dit probleem doet zich het vaakst voor wanneer transparanten worden geprojecteerd met een spiegelende overheadprojector. Voor de hoogst mogelijke kleurkwaliteit van projecties wordt aangeraden om overheadprojectors met een overdrachtfunctie te gebruiken. Handeling Ja Nee Stap 1 Naar stap 2. Stel de papiersoort in op Transparant. Het probleem is opgelost. Naar stap 3.
Problemen oplossen 300 Een kleur op de pagina is te overheersend Handeling Ja De kleurbalans aanpassen. Het probleem is a Verhoog of verlaag de waarde voor cyaan, magenta, geel en zwart in het opgelost. menu Kleurbalans op het bedieningspaneel van de printer. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Nee Contact opnemen met klantenondersteuning.
Problemen oplossen 301 Slechte kwaliteit van kopieën Handeling Ja Stap 1 Wis het fout- of statusControleer of er een fout- of statusbericht wordt weergegeven op de display. bericht. Nee Naar stap 2. Wordt er een fout- of statusbericht weergegeven? Stap 2 Controleer de kwaliteit van het originele document. Naar stap 3. Verhoog de instelling voor de scanresolutie voor een betere kwaliteit van de uitvoer. Naar stap 4. Raadpleeg “De glasplaat reinigen” op pagina 203. Naar stap 5.
Problemen oplossen 302 Handeling Ja Nee Stap 8 Controleer de afdrukken op ontbrekende of vage tekst. a Pas in het scherm Kopiëren de instellingen voor het volgende aan: Naar stap 9. Het probleem is opgelost. Contact klantenondersteuning. Het probleem is opgelost. • Scherpte: verhoog de instelling voor scherpte. • Contrast: verhoog de instelling voor contrast. b Verzend de kopieertaak opnieuw.
Problemen oplossen 303 Problemen bij het faxen oplossen Nummerweergave werkt niet. Actie Ja Neem contact op met uw telecommunicatiebedrijf om te verifiëren of u bent Het probleem is geabonneerd op de dienst Nummerweergave. opgelost. Opmerkingen: Nee Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen. • Als er in uw regio meerdere patronen voor beller-ID's worden ondersteund, dient u mogelijk de standaardinstelling te wijzigen.
Problemen oplossen Actie 304 Ja Naar stap 5. Stap 4 Controleer de aansluitingen van de printer. Indien van toepassing, controleer of de kabels van de volgende apparaten goed zijn aangesloten: Nee Zorg dat de kabels goed vastzitten. • Telefoon • Handset • Antwoordapparaat Zitten de kabels goed vast? Stap 5 a Controleer de wandaansluiting voor telefoons. 1 Sluit de telefoon aan op de wandcontactdoos. Het probleem is opgelost. Naar stap 6. 2 Luister of u een kiestoon hoort.
Problemen oplossen 305 Actie Ja Stap 7 Luister of u een kiestoon hoort. Naar stap 8. Nee • Probeer het faxnummer te bellen om te controleren dat het goed werkt. Hoorde u een kiestoon? • Als de telefoonlijn door een ander apparaat bezet is, wacht u met het verzenden van de fax totdat de lijn weer vrij is. • Als u de functie Kiezen met hoorn op haak gebruikt, verhoogt u het volume om te controleren of u een kiestoon hoort.
Problemen oplossen 306 Kan wel faxen verzenden, maar niet ontvangen Actie Ja Nee Stap 1 Controleer de lade of lader. Plaats papier in de lade of lader als deze leeg is. Het probleem is opgelost. Naar stap 2. Stap 2 Het probleem is opgelost. Controleer de instellingen voor het maximale aantal belsignalen. a Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Naar stap 3.
Problemen oplossen 307 Actie Ja Nee Stap 2 Plaats het originele document correct op de glasplaat. Plaats het document met de te verzenden zijde naar boven en de korte zijde naar voren in de ADF-lade, of linksboven op de glasplaat met de te verzenden zijde naar beneden. Het probleem is opgelost. Naar stap 3. Het probleem is opgelost. Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen.
Problemen oplossen 308 Ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit Actie Ja Nee Stap 1 Vraag de afzender van de fax om het volgende: a Controleer of het originele document van goede kwaliteit is. Het probleem is opgelost. Naar stap 2. Het probleem is Stap 2 opgelost. Verlaag de faxtransmissiesnelheid voor binnenkomende faxen. a Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Naar stap 3. b Verhoog de scanresolutie van de fax (indien mogelijk). c Verzend de fax opnieuw.
Problemen oplossen 309 • “Documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gescand” op pagina 312 • “Kan niet vanaf een computer scannen” op pagina 312 De scanner reageert niet Actie Ja Nee Stap 1 Controleer of de printer is ingeschakeld. Naar stap 2. Zet de printer aan. Naar stap 3. Sluit de printerkabel stevig aan op de printer en op de computer, afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat. Naar stap 4. Sluit het netsnoer aan op de printer en op een geaard stopcontact.
Problemen oplossen 310 Scantaak is mislukt Handeling Ja Naar stap 2. Stap 1 Controleer de kabelaansluiting. Zorg dat de Ethernet- of USB-kabel goed op de computer en op de printer is aangesloten. Nee Sluit de kabels op de juiste wijze aan. Zijn de kabels goed aangesloten? Stap 2 Controleer of de bestandsnaam al wordt gebruikt. Wijzig de bestandsnaam. Naar stap 3. Sluit het bestand dat u scant. Naar stap 4. Contact klantenondersteuning.
Problemen oplossen 311 Actie Ja Nee Stap 2 Selecteer een lagere scanresolutie. Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen. Het probleem is opgelost. Handeling Ja Nee Stap 1 Controleer of er een foutbericht wordt weergegeven op de display. Wis het foutbericht. Naar stap 2. Naar stap 3. Verhoog de instellingen voor de scanresolutie voor een betere kwaliteit van de uitvoer. Stap 3 Naar stap 4.
Problemen oplossen Handeling 312 Ja Stap 7 Probleem opgelost. Verhoog de instellingen voor de scanresolutie voor een betere kwaliteit van de uitvoer. Nee Contact klantenondersteuning. Heeft de verhoogde resolutie gezorgd voor een betere kwaliteit van de uitvoer? Documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gescand Actie Ja Controleer of het document of de foto op de juiste manier is geplaatst.
Problemen oplossen 313 Er is een toepassingsfout opgetreden Actie Ja Stap 1 Naar stap 2. Controleer het systeemlogbestand op relevante details. a Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: Nee Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen. • Controleer het IP-adres op het startscherm van de printer.
Problemen oplossen 314 Actie Ja Nee Stap 3 Controleer of het netwerk werkt. a Druk een pagina met netwerkinstellingen af. Het probleem is opgelost. Naar stap 4. Stap 4 Het probleem is Controleer of de kabelverbindingen met de printer en afdrukserver goed zijn opgelost. bevestigd. a Sluit de kabels op de juiste wijze aan. Raadpleeg de meegeleverde installatiedocumentatie van de printer voor meer informatie. b Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer. Naar stap 5.
Problemen oplossen Live chat 315 U kunt rechtstreeks chatten met een servicemedewerker. Ze kunnen u helpen uw printerprobleem op te lossen of ondersteuning op afstand leveren waarbij de servicemedewerker via internet verbinding maakt met uw computer om problemen op te lossen, updates te installeren of andere taken uit te voeren waarmee u uw Lexmark product optimaal kunt gebruiken. Telefonische ondersteuning is ook beschikbaar. Bel in de Verenigde Staten of Canada 1-800-539-6275. Ga naar http://support.
Kennisgevingen 316 Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark CX410e en CX410de Apparaattype: 7527 Model(len): 415, 436 Informatie over deze editie September 2014 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Kennisgevingen 317 Trademarks Lexmark, Lexmark met het diamantlogo, MarkNet en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. Mac en het Mac-logo zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. PCL(r) is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. PCL is Hewlett-Packard Company’s designation of a set of printer commands (language) and functions included in its printer products.
Kennisgevingen 318 AirPrint en het logo van AirPrint zijn handelsmerken van Apple, Inc. Geluidsniveaus De volgende metingen zijn uitgevoerd conform ISO 7779 en gerapporteerd conform ISO 9296. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Geluidsdruk gemiddeld 1 m, dBA Bezig met afdrukken van 51 Bezig met scannen 50 Bezig met kopiëren 50 Gereed 16 Waarden kunnen gewijzigd worden. Ga naar www.lexmark.com voor de huidige waarden.
Kennisgevingen 319 Kennisgeving over gevoeligheid voor statische elektriciteit dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit. Raak eerst het metalen frame van de printer aan, voordat u iets aanraakt in gebieden die met dit symbool zijn gemarkeerd.
Kennisgevingen 320 DANGER - Invisible laser radiation when cartridges are removed and interlock defeated. Avoid exposure to laser beam. PERIGO - Radiação a laser invisível será liberada se os cartuchos forem removidos e o lacre rompido. Evite a exposição aos feixes de laser. Opasnost - Nevidljivo lasersko zračenje kada su kasete uklonjene i poništena sigurnosna veza. Izbjegavati izlaganje zracima.
Kennisgevingen 321 Slaapstand Dit product heeft een energiebesparende modus die slaapstand wordt genoemd. In de slaapstand wordt energie bespaard door het stroomverbruik te verlagen tijdens langere perioden waarin het apparaat niet actief is. De slaapstand wordt automatisch ingeschakeld wanneer het product gedurende een vooraf ingestelde periode (time-out voor slaapstand) niet wordt gebruikt.
Kennisgevingen 322 Voorschriften van de Europese Gemeenschap (EG) Dit product voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van richtlijnen 2004/108/EG, 2006/95/EG, 2009/125/EG en 2011/65/EU van de Raad van de Europese Gemeenschap aangaande het harmoniseren van de wetten van de Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen bepaalde voltagegrenzen, de energiezuinigheid van producten die energie verbruiken en de beperk
Kennisgevingen 323 Kennisgevingen over regelgevingen voor draadloze producten Dit gedeelte bevat informatie over de regelgeving voor draadloze producten die zenders bevatten, zoals onder andere netwerkkaartlezers en smartcardlezers.
Kennisgevingen 324 Het CE-teken geeft aan dat een apparaat voldoet aan de veiligheidsvoorschriften. Het product mag worden gebruikt in alle landen van de EU en de Europese Vrijhandelsassociatie, maar mag alleen binnenshuis worden gebruikt. De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550, Verenigde Staten. De erkende vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft.
Kennisgevingen 325 Lietuvių Šiuo Lexmark International, Inc. deklaruoja, kad šis produktas atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/EB direktyvos nuostatas. Malti Bil-preżenti, Lexmark International, Inc., jiddikjara li dan il-prodott huwa konformi mal-ħtiġijiet essenzjali u ma dispożizzjonijiet oħrajn relevanti li jinsabu fid-Direttiva 1999/5/KE. Nederlands Hierbij verklaart Lexmark International, Inc.
Index 326 Index Cijfers 550 vel, lade voor installeren 32 plaatsen 41 [ [Kleur] cartridge bijna leeg. Geschat aantal resterende pagina's is [x] [88.xy] 251 [x] pagina's vastgelopen, maak handmatige invoer vrij [251.xx] 246 [x] pagina's vastgelopen, maak multifunctionele invoer vrij [250.xx] 246 [x] pagina's vastgelopen, maak standaardlade leeg [203.xx] 236 [x] pagina's vastgelopen, open bovenklep van automatische invoer. [28y.xx] 249 [x] pagina's vastgelopen, open lade [x] [24y.
Index horizontale strepen op afdrukken 291 lege pagina's 288 lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond van afdrukken 294 onregelmatigheden in afdruk 284 pagina´s of afbeeldingen worden niet volledig afgedrukt 279 printer drukt effen zwarte pagina's af 288 schaduwafbeeldingen op afdrukken 290 scheve afdruk 290 tekens hebben gekartelde randen 278 toner laat los 294 tonervlekjes, op afdrukken 295 verschillen in afdrukdichtheid 295 verticale onderbrekingen op afdrukken 295 verticale strepen op afdrukken
Index controleren, status van onderdelen en supplies 204 controleren, virtuele display met de Embedded Web Server 229 controllerkaart toegang 26 D Datum en tijd instellen, menu 143 datum en tijd, fax instelling 105 de Embedded Web Server openen 18 de scanner reageert niet 309 de vaste schijf van de printer wissen 200 developer-eenheid vervangen 211, 220 Digital Subscriber Line (DSL) faxinstellingen 96 digitale telefoondienst faxinstellingen 98 directorylijst afdrukken 69 display bedieningspaneel van de pr
Index F fabrieksinstellingen herstellen 232 fax verzenden met behulp van het adresboek 107 met behulp van snelkoppelingen 107 fax- en e-mailfuncties instellen 307 fax- en e-mailfuncties instellen 307 fax- en e-mailfuncties zijn niet ingesteld 307 faxen annuleren, faxtaak 110, 111 blokkeren van ongewenste faxen 110 de datum en tijd instellen 105 fax verzenden op een gepland tijdstip 107 faxen doorsturen 111 faxen in wachtrij 111 faxen lichter of donkerder maken 109 faxinstellingen 91 faxlog bekijken 110 het
Index reinigen 203 groene instellingen Eco‑modus 193 Planning stroomstand 195 Sluimerstand 194 Sluimerstand time-out 195 Stille modus 193 H Handleiding netwerken waar u die kunt vinden 229 handmatige invoer plaatsen 44 Handmatige invoer vullen met [aangepaste tekenreeks] 255 Handmatige invoer vullen met [naam aangepaste soort] 255 hardwareopties toevoegen printerstuurprogramma 35 herhaalde afdrukstoringen 289 herhaalde afdruktaken 66 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 67 afdrukken via Windows 67 herstel
Index kopieertaak annuleren 78, 79 lade selecteren 73 meerdere pagina's op één vel 77 op beide zijden van het papier (duplex/dubbelzijdig) 74 op briefhoofdpapier 72 op een ander formaat 73 op transparanten 71 overlay-bericht toevoegen 78 scheidingsvellen invoegen tussen exemplaren 76 snel kopiëren 70 snelkoppelingen maken met het bedieningspaneel van de printer 72 sorteren 76 vergroten 75 verkleinen 75 verschillende papierformaten 73 via de ADI 70 via de glasplaat 71 kopiëren op beide zijden van het papier
Index Mijn snelkoppeling info 22 milieu-instellingen Eco‑modus 193 helderheid van display aanpassen 196 Planning stroomstand 195 Slaapstand 194 Sluimerstand 194 Sluimerstand time-out 195 Stille modus 193 zuinig omgaan met supplies 192 mobiel apparaat afdrukken vanuit 66 multifunctionele invoer plaatsen 46 N naam aangepaste papiersoort toekennen 50 naam voor uitgaande fax instellen 104 Netwerk [x], menu 133 netwerkconfiguratiepagina afdrukken 40 netwerkinstellingen Embedded Web Server 229 Netwerkkaart, men
Index papierstoringen berichten 234 kleppen en laden zoeken 234 locaties 234 voorkomen 233 papierstoringen verhelpen [x] pagina's vastgelopen, open voorklep [20y.xx] 242 [x] pagina's vastgelopen, open voorklep om duplex vrij te maken [23y.xx] 243 [x] pagina's vastgelopen, open voorklep om verhittingsstation vrij te maken [202.
Index Onvoldoende vrije ruimte in flashgeheugen voor bronnen [52] 257 Plaats afgedrukte pagina's opnieuw in lade [x] 258 Plaats alle originelen terug als u de taak opnieuw start. 260 Plaats invoerlade [x] 253 Plaats ontbrekende of nietreagerende cartridge [kleur] terug [31.xy] 258 Plaats vastgelopen origin. terug bij opn. starten taak. 260 Scanner uitgeschakeld door beheerder [840.01] 262 Scanner uitgeschakeld. Neem contact op met de systeembeheerder als het probleem zich blijft voordoen. [840.
Index papier loopt regelmatig vast 270 taak wordt afgedrukt op verkeerd papier 274 taak wordt afgedrukt vanuit verkeerde lade 274 taken in wacht worden niet afgedrukt 272 taken worden niet afgedrukt 276 vastgelopen pagina's worden niet opnieuw afgedrukt 270 verkeerde marges op afdrukken 282 verkeerde tekens worden afgedrukt 273 problemen oplossen, afdrukkwaliteit afdruk is te donker 285 afdruk is te licht 286 afdrukkwaliteit op transparanten is slecht 295 grijze achtergrond op afdrukken 280 herhaalde afdru
Index Scannen naar netwerk gebruiken 115 instellen 23 scannen naar netwerklocaties 115 scannen, afbeelding bestandstype voor verzending 120 scannen, problemen oplossen documenten of foto's worden gedeeltelijk gescand 312 kan niet vanaf een computer scannen 312 klep scannereenheid sluit niet 300, 310 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens scannen 310 scantaak mislukt 310 scanner automatische documentinvoer (ADF) 13 functies 12 glasplaat 13 Scanner uitgeschakeld door beheerder [840.
Index tips briefhoofdpapier gebruiken 52 enveloppen gebruiken 54 etiketten, papier 55 karton 55 transparanten 54 tips voor het afdrukken op enveloppen 54 tips voor het gebruik van briefhoofdpapier 52 toepassingen beginscherm 20 uitleg 19 toetsenbord bedieningspaneel van de printer 14 tonercartridges bestellen 205 recycling 197 vervangen 218 tonerintensiteit aanpassen 63 Toneroverloopfles bijna vol [82.
Index Vul [papierbron] met [papiersoort] [papierformaat] 255 Vul handmatige invoer met [papierformaat] 256 Vul handmatige invoer met [papiersoort] [papierformaat] 256 W wachtstandtaken 66 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 67 afdrukken via Windows 67 Wachttaken herstellen? 262 Weblinkserver niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.