Operation Manual

Opmerkingen:
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets
met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2 Klik op Instellingen >Faxinstellingen.
3 Selecteer in het menu Fax doorsturen de optie Afdrukken, Afdrukken en doorsturen of Doorsturen.
4 Selecteer in het menu Doorsturen Fax, Email, FTP, LDSS of eSF.
5 Geef in het veld 'Doorsturen naar snelkoppeling' het snelkoppelingsnummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen.
Opmerking: Het snelkoppelingsnummer moet een geldige waarde zijn voor de instelling die is geselecteerd in
het menu Doorsturen naar.
6 Klik op Verzenden.
Informatie over de faxopties
Intensiteit
Met deze optie kunt u aangeven hoeveel lichter of donkerder de faxen moeten worden ten opzichte van het originele
document.
Resolutie
Met deze optie kunt u de kwaliteit van de uitgevoerde fax aanpassen. Door een hogere afbeeldingsresolutie wordt het
bestand groter en duurt het langer om uw originele document te scannen. Door de afbeeldingsresolutie te verlagen,
wordt het bestand kleiner.
Selecteer een van de volgende opties:
Standaard: hiermee faxt u de meeste documenten.
Fijn 200 dpi: hiermee faxt u documenten met kleine letters.
Superfijn 300 dpi: hiermee faxt u documenten met kleine details.
Ultrafijn 600 dpi: hiermee faxt u documenten met afbeeldingen en foto's.
Kleur
Met deze optie kunt u selecteren of de gescande afbeelding zwart-wit of in kleur moet zijn.
Inhoud
Met deze optie kunt u het type materiaal en de bron van het origineel opgeven.
Faxen 112