Operation Manual

Informatie over het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
1
6
2
4
5
3
7
8
Onderdeel Tot
1 Display
Afdruk-, kopieer-, e-mail-, fax- en scanopties weergeven.
Printerstatus en foutmeldingen weergeven.
2 Startscherm (knop) Naar het startscherm gaan.
3 Slaapknop De slaapstand of sluimerstand inschakelen.
4 Toetsenblok Nummers, letters of symbolen invoeren.
5 indicatielampje De status van de printer controleren.
6 Start Een taak starten afhankelijk van de geselecteerde modus.
7 Stoppen of Annuleren (knop) Hiermee wordt elke activiteit van de printer geannuleerd.
8 Knop Alles wissen / Opnieuw
instellen
De standaardinstellingen instellen van een functie, zoals afdrukken, kopiëren of e-mailen.
Informatie over het beginscherm
Als de printer wordt ingeschakeld, wordt op het display een basisscherm weergegeven. Dit wordt het beginscherm
genoemd. Raak de knoppen en pictogrammen in het beginscherm aan als u een handeling wilt uitvoeren zoals kopiëren,
faxen, scannen, het openen van het menuscherm of het beantwoorden van berichten.
Opmerking: Het startscherm van uw apparaat kan er anders uitzien, afhankelijk van de aangepaste instellingen,
beheerdersinstellingen en actieve ingesloten oplossingen.
Informatie over het bedieningspaneel 14