Operation Manual

Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
60
Problemen oplossen
De opties op het bedieningspaneel van het menu Kwaliteit kunnen worden aangepast om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Daarnaast kunt u de opties Fine Lines-verbet. en Grijscorrectie inschakelen om de afdrukkwaliteit te verbeteren. Deze
instellingen kunt u maken in het stuurprogramma en de EWS-interface (Embedded Web Server) op de printer. Raadpleeg
de Help van het stuurprogramma voor meer informatie over deze opties.
Een deel van de afdruk wordt
afgesneden aan de zijkant,
bovenkant of onderkant van
het afdrukmateriaal.
Pas de papiergeleiders aan om de juiste posities in te stellen voor het geplaatste formaat
afdrukmateriaal.
Het beeld is scheef afgedrukt
of vervormd.
Afdrukkwaliteit van
transparant is laag.
Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen.
Selecteer bij Papiersoort in het menu Papier de optie Transparanten.
Menuselectie Doel Waarden
Afdrukresolutie Hiermee selecteert u de resolutie van
afgedrukte uitvoer.
600 dpi
1200 dpi
Beeldkwaliteit 2400*
Tonerintensiteit Hiermee maakt u afdrukken lichter of
donkerder, en u kunt er ook toner mee
besparen.
1–10 8* is de standaardinstelling.
Selecteer een lager cijfer om de afdruk
lichter te maken of om toner te
besparen.
Helderheid Hiermee past u de grijswaarden van
de afgedrukte objecten aan.
-6 – +6 0* is de standaardinstelling.
Contrast Hiermee past u het contrast van de
afgedrukte objecten aan.
0–5 0* is de standaardinstelling.
Stuurprogrammaoptie Doel Waarden
Fine Lines-verbet. Hiermee schakelt u een afdrukmodus
in die speciaal bedoeld is voor
bestanden met nauwkeurige details,
zoals bouwkundige tekeningen,
kaarten, stroomcircuitschema's en
flow charts.
Uit Schakel het selectievakje in het
stuurprogramma in.
Uit* Schakel het selectievakje in het
stuurprogramma uit.
Grijscorrectie Hiermee past u automatisch de
contrastverbetering aan die is
toegepast op de afgedrukte beelden.
Auto Schakel het selectievakje in het
stuurprogramma in.
Uit* Schakel het selectievakje in het
stuurprogramma uit.
De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*).
Probleem Actie