Lexmark Forms Printer 2400 Series Gebruikershandleiding
Uitgave: juni 2000 De volgende alinea is niet van toepassing in enig land waar dergelijke bepalingen in strijd zijn met de lokale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. STELT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG TER BESCHIKKING, ZONDER ENIGE GARANTIE, NADRUKKELIJK OF IMPLICIET, WAARONDER BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoud Inhoud Hoofdstuk 1: Deze printer .............................................................. 1 Functies ........................................................................................................... 2 Printerbeschrijving ......................................................................................... 7 Testvoorbeeld afdrukken ............................................................................. 10 Printer op de computer aansluiten ...................................
Inhoud Formulieren met losse vellen of enveloppen laden .................................. Linkermarge uitlijnen .................................................................................. Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel instellen) ................................... Afscheurrand gebruiken ............................................................................. 76 81 86 93 Hoofdstuk 5: Modus Setup (Instellingen) ..................................
1 Deze printer Printermodellen Carriage-breedte Losse formulieren Kettingformulieren Smal Breed 297 mm 254 mm 419 mm 406 mm 1 Deze printer De Lexmark™ Forms Printer 2400 Series is beschikbaar in de volgende modellen: 9- en 24-draads narrow-carriage (2480 en 2490) en 9- en 24-draads wide-carriage (2481 en 2491). Uw printer kan er anders uitzien dan de printer die wordt afgebeeld in deze handleiding.
Functies Printerfuncties zijn afhankelijk van het model Functie 2480/2481 2490/2491 Afdrukken op meerdere snelheden FastDft (Snel concept) Deze printer • 10 tekens per inch (cpi) • 409 cps • 12 cpi • 438 tekens per seconde (cps) 510 cps Draft (Concept) 309 cps 274 cps Courier en Gothic 77 cps (Bijna-correspondentiekwaliteitmodus) 91 cps (Correspondentiekwaliteitmodus) Prestige, Presentor, Orator en Script Niet beschikbaar op deze modellen.
Printerfuncties zijn afhankelijk van het model (vervolg) Functie 2480/2481 2490/2491 Mogelijkheid tot accentueren: Beschikbaar via printeropdrachten.
Functies Functies Alle modellen Functieknoppen voor Laden/Ontladen, Afscheuren, Lettertypen, Instellingen, Papierverschuiving, Pitch en Macro's. De lampjes op het bedieningspaneel geven de huidige status aan. Lettertype- en pitchvergrendeling • Hiermee vergrendelt u de geselecteerde lettertype- en pitchinstellingen die u hebt geselecteerd vanaf het bedieningspaneel zodat deze niet vanuit de software kunnen worden gewijzigd.
Functies (vervolg) Functies Alle modellen • Helpt u bij het verwijderen van afgedrukt kettingpapier bij de perforatie. Tear Off (Afscheuren) • Vermindert de kosten door minder papier te gebruiken • Tractorlader in duwpositie • Tractorlader in trekpositie Bedieningspaneel gedeeltelijk uitschakelen Het bedieningspaneel is gedeeltelijk uitgeschakeld. U kunt alleen de knoppen Start/Stop, FormFeed, Tear Off en Load/Unload gebruiken. Lintcassette Bevat de lintcassette.
Functies (vervolg) Functies Alle modellen Codepagina's 437, 437G, 813, 850, 851, 853T, 857, 858, 860, 861, 863, 865, 869, 920, 1004 en 1053. Deze codepagina's bevatten de tekens en symbolen die behoren bij verschillende talen. Barcodefunctie De volgende barcodes zijn in de printer opgeslagen: • 3 of 9 • Code 128 Deze printer • Interleaved 2 of 5 • UPC-A • EAN 8 • EAN 13 • PostNet Raadpleeg voor meer informatie over de barcodefunctie de Technical Reference (www.lexmark.com) voor meer informatie.
Printerbeschrijving Klepje voor lintcassette Formulierdiktehendel Papiergeleiders Bedieningspaneel Klep van de handmatige invoer Hendel voor papierselectie Printeronderdelen en bijbehorende functies Artikelnummer Functie Formulierdiktehendel Hiermee kunt u de printkop aanpassen aan de dikte van de formulieren die worden afgedrukt. Klepje voor lintcassette Bedekt de lintcassette en interne printeronderdelen. Aan/uit-schakelaar Hiermee zet u de printer aan en uit.
Printeronderdelen en bijbehorende functies (vervolg) Artikelnummer Functie Bedieningspaneel Geeft de printerstatus aan en maakt de bediening van de printer eenvoudig en handig. Papiergeleiders Hiermee lijnt u de marges van een los vel uit.
Printeronderdelen en bijbehorende functies Functie Vergrendelingen Bevestigt het klepje voor de lintcassette aan de printer. Geluidswerende klep Vermindert het geluid tijdens het afdrukken. Afscheurrand De rand waarop kettingformulieren worden afgescheurd wanneer Tear Off (Afscheuren) is ingeschakeld. Afdekplaatje van aansluiting voor seriële interface Als u het afdekplaatje verwijdert kunt u een optionele seriële interfacekabel aansluiten.
Testvoorbeeld afdrukken In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een enkel vel papier laadt zodat u een demonstratievoorbeeld kunt afdrukken. Raadpleeg voor informatie over het laden van kettingformulieren "Kettingformulieren laden" op pagina 50. Zet de formulierdiktehendel in stand 1. 2 Zet de printer aan. Deze printer 1 Het aan/uit-lampje brandt, het lampje Paper Out (Papier op) knippert en het lampje van het huidige standaardlettertype brandt.
3 4 Open de klep van de handmatige invoer. Plaats de hendel voor papierselectie in de stand voor formulieren met losse vellen . Aan/uitschakelaar 5 6 Schuif de linkerpapiergeleider zover mogelijk naar rechts. Laad een enkel vel papier aan de voorkant van de printer en pas de rechterpapiergeleider aan zodat het papier is uitgelijnd.
7 Plaats papier in de printer totdat het lampje Paper Out (Papier op) niet langer knippert. • Als Auto Cut Sheet Load (Losse vellen automatisch laden) is ingesteld op On (Aan), wordt het papier automatisch geladen tot de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel). • Als Auto Cut Sheet Load (Losse vellen Deze printer automatisch laden) is ingesteld op Off (Uit), drukt u op FormFeed (Papierdoorvoer).
8 9 Zet de printer uit. Houd Font (Lettertype) ingedrukt terwijl u de printer aan zet. Houd Font (Lettertype) ingedrukt totdat alle lampjes op het bedieningspaneel knipperen. 10 Laat de knop Font (Lettertype) los. Het aan/uit-lampje en het lampje Ready (Gereed) blijven branden en de demonstratiepagina wordt afgedrukt.
Deze printer Printer op de computer aansluiten Deze kabels worden niet bij de printer geleverd. Raadpleeg voor bestelinformatie "Toebehoren" op pagina 115. • Raadpleeg als u een parallelle kabel gebruikt "Parallelle kabel aansluiten" op pagina 14. • Raadpleeg als u een USB-kabel gebruikt "USB-kabel aansluiten" op pagina 16. • Raadpleeg als u een optionele seriële interface gebruikt "Seriële kabel aansluiten" op pagina 17. Parallelle kabel aansluiten 1 2 Zet de printer en de computer uit.
Bevestig de klemdraden aan de parallelle kabel zoals weergegeven. 4 Sluit het andere uiteinde van de parallelle kabel aan op de computer. Zet de printer en de computer aan. Ga door met "Windows- en DOS-software installeren" op pagina 17.
USB-kabel aansluiten 1 2 Zet de printer en de computer uit. Sluit de USB-kabel aan op de achterkant van de printer. Deze printer Deze kabel wordt niet bij de printer geleverd. Bestel de Lexmark USB-kabel met artikelnummer 12A2405. 3 4 5 Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer. Zet de printer en de computer aan. Ga door met "Windows- en DOS-software installeren" op pagina 17.
Seriële kabel aansluiten Raadpleeg voor installatie- en aansluitingsinstructies de handleiding van de optionele seriële interface. Deze printer Windows- en DOS-software installeren Windows-toepassingen Als u een Windows-programma gebruikt, kunt u het printerstuurprogramma voor de Windows Forms Printer 2400 Series gebruikten, Deze is beschikbaar vanaf de Lexmark weblocatie op www.lexmark.com. Opmerking: Instructies voor de installatie van de stuurprogramma's vindt u in het bestand readme.1st.
DOS-toepassingen Deze printer Volg de instructies die bij de DOS-toepassing zijn geleverd voor informatie over printerstuurprogramma's die u bij het specifieke programma kunt gebruiken. In de meeste programma's kunt u het type printer dat u gebruikt opgeven zodat het programma alle functies van de printer ten volle kan benutten. IBM-emulatiemodus Als uw printer gebruikmaakt van IBM-modus (fabrieksinstellingen), selecteert u een printer in de toepassing in de volgende voorkeursvolgorde.
Als u in de toepassing geen van deze printers kunt selecteren, is het mogelijk nodig dat u de printer instelt op Epson-emulatiemodus. Het printerstuurprogramma dat u selecteert in de toepassing moet overeenkomen met de emulatiemodus die u selecteert voor de printer. Overige printerstuurprogramma's ondersteunen de meeste, maar niet alle, mogelijkheden van de printer. Raadpleeg "Opties in het menu Emulation (Emulatie)" op pagina 111 voor meer informatie.
20 Deze printer
2 Bedieningspaneel Vanaf het bedieningspaneel kunt u basistaken uitvoeren zoals het invoeren van formulieren, de printer offline zetten en standaardinstellingen instellen in de modus Setup (Instellingen).
Lagen van het bedieningspaneel Het bedieningspaneel heeft twee lagen met verschillende functies. • Laag 1, de klep van het bedieningspaneel is dan gesloten, bevat basisfuncties zoals LineFeed (Regeldoorvoer), FormFeed (Papierdoorvoer) en Tear Off (Afscheuren). U kunt ook de printer on- of offline zetten. • Laag 2, de klep van het bedieningspaneel is geopend, bevat geavanceerde functionaliteit.
2490/2491-bedieningspaneel 1 Power Power Ready Tractor2 Paper out Start/Stop LineFeed FormFeed Tear Off Font Lock Load/Unload Courier Prestige Gothic Presentor Set TOF Micro Tractor ↑ Pitch Orator Script Draft FastDft Lock 2 3 Macro 4 LineFeed Macro ↓ Setup Micro 10 12 15 17 20 24 PS Laag 1 Laag 2 Bedieningspaneel 23
Knoppen op het bedieningspaneel Met de knoppen op het bedieningspaneel kunt u printertaken uitvoeren en printerinstellingen wijzigen. Knoppen in laag 1 van het bedieningspaneel Knop: Functie Start/Stop Printer schakelen tussen online (lampje Ready (Gereed) brandt) en offline (lampje Ready (Gereed) brandt niet). Bedieningspaneel Opmerking: De printer moet online staan om gegevens te kunnen ontvangen. LineFeed (Regeldoorvoer) Papier een regel vooruitschuiven.
Knoppen in laag 1 van het bedieningspaneel (vervolg) Knop: Functie Font (Lettertype) Opmerkingen: Een van de volgende interne tekenstijlen selecteren: 2480/2481 • Als u meerdere malen op de knop Font (Lettertype) drukt worden de verschillende lettertypemogelijkheden van de printer weergegeven. Als u op de knop Font (Lettertype) blijft drukken en de verschillende lettertypen worden een tweede keer weergegeven, vergrendelt u hiermee de lettertypeselecties.
Knoppen in laag 2 van het bedieningspaneel Knop: Functie Set TOF Set Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel instellen). Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) is de positie op de pagina waar de eerste regel wordt afgedrukt. Papier een regel vooruitschuiven. LineFeed (Regeldoorvoer) Als u op de knop LineFeed (Regeldoorvoer) drukt en deze ingedrukt houdt, schuift het papier eerst 5 kleine stappen vooruit en schuift het vervolgens automatisch door. Documentindeling selecteren (vier opties).
Knoppen in laag 2 van het bedieningspaneel (vervolg) Knop: Functie Micro ↓ Papier naar beneden laden: • In stappen van 1/72 (2480/2481modellen) • In stappen van 1/90 inch (2490/2491-modellen) Als u op de knop Micro ↓ drukt en deze ingedrukt houdt, schuift het papier eerst in zeer kleine stappen vooruit en schuift het vervolgens automatisch door. Gebruik Micro ↓ om de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) aan te passen.
Knoppen in laag 2 van het bedieningspaneel (vervolg) Knop: Functie Pitch U kunt de tekenpitch instellen op: 10, 12, 15, 17, 20 cpi of proportionele tekenafstand. Opmerkingen: Bedieningspaneel • Als u meerdere malen op de knop Pitch drukt, worden de verschillende pitchmogelijkheden van de printer weergegeven. Als u op de knop Pitch blijft drukken en de verschillende lettertypen een tweede keer worden weergegeven, vergrendelt u hiermee de pitchselecties.
Lampjes op het bedieningspaneel In de volgende tabel wordt de betekenis van de verschillende lampjes op het bedieningspaneel uitgelegd. Lampjes in laag 1 van het bedieningspaneel Status van lampje Lampje Betekenis Aan De printer is aan. Ready (Gereed) Aan De printer is online en gereed om af te drukken. Knippert De printer is bezig met het ontvangen van gegevens. Uit De printer is offline. Tractor 2 Aan Tractor 2 is geactiveerd. (De optionele Tractor 2-lader moet zijn geïnstalleerd.
Lampjes in laag 1 van het bedieningspaneel (vervolg) Status van lampje Lampje Betekenis Font Lock (Lettertypevergrendeling) Aan Font Lock is actief en voorkomt dat de toepassing het lettertype wijzigt dat u hebt geselecteerd vanaf het bedieningspaneel. Raadpleeg voor meer informatie "Lettertype selecteren of vergrendelen" op pagina 34. Lampjes in laag 2 van het bedieningspaneel Status van lampje Lampje Betekenis Aan De opgegeven macro-functie is geactiveerd.
Printer on- of offline zetten De printer moet online staan om gegevens te kunnen ontvangen. U zet de printer als volgt: • online: Druk op Start/Stop totdat het lampje Ready (Gereed) brandt. Als er geen papier is geladen, knippert het lampje Paper Out (Papier op). Wanneer de printer online is, is deze gereed is om afdruktaken te ontvangen. • offline: Druk op Start/Stop totdat het lampje Ready (Gereed) niet meer brandt. De printer voltooit de huidige regel en stopt met afdrukken.
Tear Off (Afscheuren) Tear Off (Afscheuren) werkt alleen als de tractorlader in de duwpositie staat. Opmerking: De functie Tear Off (Afscheuren) werkt alleen juist als de juiste paginahoogte is ingesteld in het menu Setup (Instellingen) of in de toepassing. Bedieningspaneel Met de functie Tear Off (Afscheuren) wordt de perforatie van een kettingformulier naar afscheurrandpositie geschoven.
Bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen U kunt het bedieningspaneel vergrendelen. U kunt dan alleen de knoppen Start/Stop, FormFeed, Tear Off en Load/Unload gebruiken. Wanneer het bedieningspaneel is vergrendeld, brandt het hangslotlampje. 1 2 Zet de printer uit. Druk op Load/Unload (Laden/Ontladen) en Tractor, houdt beide knoppen ingedrukt en zet vervolgens de printer aan. Als u het bedieningspaneel wilt ontgrendelen, herhaalt u stap 1 en 2.
Lettertype selecteren of vergrendelen 1 Druk meerdere malen op Font (Lettertype) totdat het lettertypelampje naast de gewenste selectie brandt. Laag 1 Power Ready Tractor2 Paper out Start/Stop LineFeed FormFeed Tear Off Load/Unload Tractor Font Lock Bedieningspaneel 2 FastDraft Draft Gothic Courier U kunt een lettertype vergrendelen, zodat een toepassing de lettertypeselectie niet kan wijzigen.
4 Raadpleeg voor informatie over het instellen van een Lettertype en hoe u Font Lock instelt als standaardinstelling in het menu Setup (Instellingen) "Printerinstellingen wijzigen in modus Setup (Instellingen)" op pagina 95. Pitch selecteren of vergrendelen 1 2 Open als u een pitch wilt selecteren de klep van het bedieningspaneel zodat laag 2 zichtbaar wordt. Druk meerdere malen op Pitch totdat het pitchlampje naast de gewenste selectie brandt.
4 5 U kunt de pitchvergrendeling uitschakelen door meerdere malen op Pitch te drukken totdat het pitchvergrendelinglampje niet meer brandt en de gewenste pitch is geselecteerd. Sluit het bedieningspaneel. Als de printer offline is, drukt u op Start/Stop. Als het lampje Ready (Gereed) brandt, kunt u afdrukken.
3 Tractorposities wijzigen In dit hoofdstuk wordt kort aandacht besteed aan hoe de positie van de tractorlader wordt gewijzigd. Dit is een tractorlader. Tractorvergrendeling links Pen Tractorklepvergrendeling links Rubberen tractorstop Tractorklep links U kunt de tractorlader in de duwpositie of in de trekpositie plaatsen. Zie “Papierbanen voor duwpositie” op pagina 51 voor een afbeelding van de beschikbare tractorladerposities en papierbanen.
Tractorlader in duwpositie De printer wordt standaard geleverd met de tractorlader in de duwpositie aan de voorkant van het aparaat. In deze positie kunt u afgedrukt papier gemakkelijk losscheuren.
Tractorlader in trekpositie Als de tractorlader op de printer is geïnstalleerd, wordt het papier beneden aan de voorkant van het apparaat ingevoerd en vervolgens de printer ingetrokken.
Van duwpositie naar trekpositie Tractorlader uit duwpositie verwijderen 1 2 Zorg dat er geen afdrukmateriaal is geladen in de printer. Klap de voorklep naar boven zodat deze niet in de weg zit.
3 Druk de hendels van de tractorladervergrendeling omlaag en trek de tractorlader uit de printer.
Tractorlader in trekpositie plaatsen 1 2 Tractorposities 3 Verwijder het klepje voor de toegangscassette. Draai de tractorlader zo dat u de tractorvergrendeling aan de voorkant van de lader ziet. Plaats de tractorlader tegen de geleiders aan de schuinaflopende achterkant van de printer.
4 U schuift als volgt de tractorlader in de printer: a Druk de hendels van de tractorvergrendeling omlaag en duw de tractorlader zo ver mogelijk in de printer. b Houd de hendels omlaag gedrukt en kantel de tractorlader vervolgens naar de voorkant van de printer zodat de uiteinden van de vergrendeling om de stiftjes aan de printerkast worden gehaakt. Vergrendelingshaakje tractorlader c Laat de hendels van de tractorvergrendeling los.
Van trekpositie naar duwpositie 1 2 3 Tractorposities 4 Zet de printer uit. Zorg dat er geen afdrukmateriaal is geladen in de printer. Druk de hendels van de tractorvergrendeling omlaag en trek de tractorlader uit de printer. Klap de voorklep naar boven zodat deze niet in de weg zit.
Zorg dat de hendel voor papierselectie in de positie voor kettingformulieren staat. 6 Houd de vergrendelingshendels omlaag en plaats de beide haakjes om de stiftjes in de printer. 7 Laat de hendels van de tractorvergrendeling los. Sluit de voorklep.
Tractorposities 46
Papier laden 4 Papier laden In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe een formulier met losse vellen, kettingformulieren, etiketten en een envelop in de printer worden geladen.
Papier laden Formulierdiktehendel instellen Met de formulierdiktehendel stelt u de papierdikte in van de verschillende formulieren waarop kan worden afgedrukt. Raadpleeg de onderstaande tabel bij het instellen van deze hendel. Formulierdikte voor 2480/2481 Papiersoort Papierdikte Papiergewicht Instelling formulierdiktehendel Enkelvoudige formulieren (los of ketting) Dun 56 g/m² 1 65 g/m² Opmerkingen: • De afdrukkwaliteit is afhankelijk van de papierkwaliteit en de werkomgeving.
Papiersoort Papierdikte Papiergewicht Instelling formulierdiktehendel Enkelvoudige formulieren (los of ketting) Normaal 68 g/m² 1 of 2 75 g/m² Dik Meervoudige formulieren 90 g/m² 2 2-voudig formulier 2 of 3 3-voudig formulier 3 of 4 4-voudig formulier 4 of 5 5-voudig formulier 5 of 6 6-voudig formulier 5, 6 of 7 Enveloppen 4, 5 of 6 Opmerkingen: • De afdrukkwaliteit is afhankelijk van de papierkwaliteit en de werkomgeving.
Papier laden Formulierdikte voor 2490/2491 Papiersoort Papierdikte Papiergewicht Instelling formulierdiktehendel Enkelvoudige formulieren (los of ketting) Dun 56 g/m² 1 65 g/m² Enkelvoudige Normaal formulieren (los of ketting) Dik 68 g/m² 1 of 2 Meervoudige formulieren 2-voudig formulier 2 of 3 75 g/m² 90 g/m² 2 3-voudig formulier 3 of 4 4-voudig formulier 4, 5, 6 of 7 Enveloppen 4, 5 of 6 Opmerking: De afdrukkwaliteit is afhankelijk van de papierkwaliteit en de werkomgeving.
In deze voorbeelden duwt de tractorlader het papier vanaf de voorkant of de achterkant in de printer. Duwpositie tractorlader Tractorlader Tractorlader Papier laden aan voorkant Papier laden aan achterkant Papierbanen voor trekpositie In deze voorbeelden trekt de tractorlader het papier vanaf de voorkant of de onderkant de printer in.
Papier laden Kettingformulieren laden met de tractorlader in duwpositie De tractorlader wordt in de fabriek standaard in de duwpositie geïnstalleerd. Zie "Van trekpositie naar duwpositie" op pagina 44 als u de tractorlader niet in deze positie aantreft. 1 Zet de printer aan. 2 Controleer of de papierbaan vrij is. Als er een los formulier of een envelop in de printer is geladen, verwijder deze dan door op FormFeed (Papierdoorvoer) te drukken.
Zet de formulierdiktehendel in een geschikte stand. Raadpleeg "Formulierdiktehendel instellen" op pagina 48.
Papier laden 4 Klap de voorklep naar boven zodat deze niet in de weg zit. Voorklep 5 Plaats de hendel voor papierselectie in de stand voor kettingformulieren .
Trek de grendels voor de linker- en de rechtertractor omhoog zodat deze worden ontgrendeld.
Papier laden 7 8 Open de linker- en de rechtertractorklep. Plaats de tweede en derde pen van de tractorlader in de geleidegaatjes van het papier. Verschuif zonodig een van de tractors als deze te ver uit elkaar staan voor het papier. Houd de linkertractor links van de rubberen tractorstop zodat het papier in het papiersensorgebied blijft. 9 Sluit de linker- en de rechtertractorklep.
Verschuif de tractor zo dat de linkermarge op het papier is uitgelijnd met het symbool [A dat op de achterplaat is aangebracht. Zie "Linkermarge uitlijnen" op pagina 81 voor hulp hierbij. Margegeleider – afdrukken begint bij het symbool [A. De afstand tussen het symbool [A en de linkerrand van het papier bepaalt de linkermarge. 57 Papier laden 10 Stel de linkermarge in.
Papier laden 11 Druk de vergrendeling van de linkertractor omlaag zodat de tractor wordt vastgezet. 12 Trek het papier strak en vergrendel de rechtertractor.
Voorklep 14 Druk op Load/Unload (Laden/Ontladen). Het papier wordt geladen tot de bovenkant van het eerste formulier. 15 Druk op Start/Stop om de printer online te zetten. Als Auto Tear Off (Auto-afscheuren) op On (Aan) of One second (Een seconde) is ingesteld, verplaatst de printer het papier naar de afscheurrand. Opmerking: Als u kettingformulieren afdrukt met de tractorlader in duwpositie, kan het zijn dat de regelafstand in de eerste 3,8 cm van het eerste formulier niet gelijk is.
Papier laden Kettingformulieren aan de voorkant laden met de tractorlader in duwpositie Zorg dat de tractorlader in de trekpositie staat. Zie "Van duwpositie naar trekpositie" op pagina 40 als u de tractorlader niet in deze positie aantreft. 1 Zet de printer aan. 2 Controleer of de papierbaan vrij is. Als er een los formulier of een envelop in de printer is geladen, verwijdert u deze door op FormFeed (Papierdoorvoer) te drukken.
Zet de formulierdiktehendel in stand 7 bij het laden van het papier.
Papier laden 4 5 Plaats de hendel voor papierselectie in de stand voor kettingformulieren . Verwijder het klepje voor de lintcassette. Klepje voor lintcassette Hendel voor papierselectie 6 Trek de grendels voor de linker- en de rechtertractor omhoog zodat deze worden ontgrendeld.
Open de linker- en de rechtertractorklep.
Papier laden 8 Klap de voorklep naar boven zodat deze niet in de weg zit.
Plaats papier tussen de metalen en plastic platen aan de voorkant van de printer. Duw of trek het papier door de papierbaan tot het de printkop passeert.
Papier laden 10 Sluit de voorklep. Voorklep 11 Plaats het papier zo dat de tractorpennen in de geleidegaatjes passen. Verschuif zonodig een van de tractors als deze te ver uit elkaar staan voor het papier. Opmerking: Als het moeite kost om de rechtertractor aan te passen aan de papierbreedte, kunt u de rubber tractorstop uit de vaste positie rollen. Pas de positie van de tractor aan aan de papierbreedte, laad het papier en vergrendel de rechtertractor.
Verschuif de tractor zo dat de linkermarge op het papier is uitgelijnd met het symbool [A dat op het klepje voor de lintcassette is aangebracht. Zie "Linkermarge uitlijnen" op pagina 81 voor hulp hierbij. Margegeleider – afdrukken begint bij het symbool [A. De afstand tussen het symbool [A en de linkerrand van het papier bepaalt de linkermarge. 67 Papier laden 12 Sluit de linker- en de rechtertractorklep. 13 Plaats het klepje voor de lintcassette weer terug. 14 Stel de linkermarge in.
Papier laden 15 Druk de vergrendeling van de linkertractor omlaag zodat de tractor wordt vastgezet. 16 Trek het papier strak en vergrendel de rechtertractor. Opmerking: Als het moeite kost om de rechtertractor aan te passen aan de papierbreedte, kunt u de rubber tractorstop uit de vaste positie rollen. Pas de positie van de tractor aan aan de papierbreedte, laad het papier en vergrendel de rechtertractor. Zie "Tractorposities wijzigen" op pagina 37 als u wilt zien waar de rubber tractorstop zich bevindt.
Zie "Formulierdiktehendel instellen" op pagina 48 voor hulp hierbij. 18 Open de klep van het bedieningspaneel zodat laag 2 zichtbaar wordt. 19 Druk op Micro ↑, Micro ↓, of op LineFeed (Regeldoorvoer) om het papier te verplaatsen naar de bovenkant van het formulier dat u als eerste wilt gebruiken. Opmerking: • Gebruik het tweede formulier om de uitlijning van de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) in te stellen.
Papier laden Kettingformulieren aan de onderkant laden met de tractorlader in trekpositie Zorg dat de tractorlader in de trekpositie staat. Zie "Van duwpositie naar trekpositie" op pagina 40 als u de tractorlader niet in deze positie aantreft. 1 Zet de printer aan. 2 Controleer of de papierbaan vrij is. Als er een los formulier of een envelop in de printer is geladen, verwijder deze dan door op FormFeed (Papierdoorvoer) te drukken.
Zet de formulierdiktehendel in stand 7 tijdens het laden van het papier.
Papier laden 4 5 Plaats de hendel voor papierselectie in de stand voor kettingformulieren . Verwijder het klepje voor de lintcassette. Klepje voor lintcassette Hendel voor papierselectie 6 Trek de grendels voor de linker- en de rechtertractor omhoog zodat deze worden ontgrendeld.
Open de linker- en de rechtertractorklep. 8 Laad het papier via de sleuf van de onderkant van de printer. Duw of trek het papier door de papierbaan tot het de printkop passeert. 9 Plaats het papier zo dat de tractorpennen in de geleidegaatjes passen. Verschuif zonodig een van de tractors als deze te ver uit elkaar staan voor het papier. Opmerking: Als het moeite kost om de rechtertractor aan te passen aan de papierbreedte, kunt u de rubber tractorstop uit de vaste positie rollen.
Papier laden aan aan de papierbreedte, laad het papier en vergrendel de rechtertractor. Zie "Tractorposities wijzigen" op pagina 37 als u wilt zien waar de rubber tractorstop zich bevindt. 10 Sluit de linker- en de rechtertractorklep. 11 Plaats het klepje voor de lintcassette weer terug. 12 Stel de linkermarge in. Verschuif de tractor zo dat de linkermarge op het papier is uitgelijnd met het symbool [A dat op het klepje voor de lintcassette is aangebracht.
15 Zet de formulierdiktehendel in een stand die geschikt is voor de papiersoort die u gebruikt. Zie "Formulierdiktehendel instellen" op pagina 48 voor hulp hierbij. 75 Papier laden 13 Druk de vergrendeling van de linkertractor omlaag zodat de tractor wordt vastgezet. 14 Trek het papier strak en vergrendel de rechtertractor.
Papier laden 16 Open de klep van het bedieningspaneel zodat laag 2 zichtbaar wordt. 17 Druk op LineFeed (Regeldoorvoer), Micro ↑ of op Micro ↓ om het papier in de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) te plaatsen. 18 Druk op Set TOF om de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) in te stellen en op te slaan. De Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) wordt niet opgeslagen als de printer wordt uit gezet of wanneer het papier opraakt terwijl de tractorlader in de trekpositie wordt gebruikt.
1 Zet de printer aan. 2 3 Controleer of de papierbaan vrij is. Als er kettingformulieren zijn geladen, scheurt u het kettingformulier bij de voorrand af en drukt u op Load/Unload (Laden/Ontladen) om de kettingformulieren te parkeren. Het lampje Paper Out (Papier op) knippert. 4 Zet de formulierdiktehendel in een stand die geschikt is voor de papiersoort die u gebruikt. Raadpleeg "Formulierdiktehendel instellen" op pagina 48 voor meer informatie.
Papier laden 5 Plaats de hendel voor papierselectie in de stand voor formulieren met losse vellen . Hendel voor papierselectie 6 Open de klep van de handmatige invoer.
Stel de linkermarge in. Verschuif de linkerpapiergeleider zo dat de gewenste startpositie voor afdrukken zich op een lijn bevindt met het symbool [A op de margegeleider. Zie "Linkermarge uitlijnen" op pagina 81 voor hulp hierbij. Margegeleider – afdrukken begint bij het symbool [A. Linkerpapiergeleider Papier De afstand tussen de linkerpapiergeleider en het symbool [A bepaalt de breedte van de linkermarge.
Papier laden 8 Plaats een formulier met losse vellen of een envelop tegen de linkerpapiergeleider. Plaats voorbedrukte formulieren of enveloppen met de bovenrand eerst en de bedrukte zijde naar boven. 9 Schuif de rechterpapiergeleider tegen de rechterrand van het papier.
• Als Auto Cut Sheet Load (Losse vellen automatisch laden) is ingesteld op Off (Uit), drukt u op FormFeed (Papierdoorvoer). 11 Zorg dat de printer online staat (lampje Ready (Gereed) brandt continu). Indien dit niet het geval is, drukt u op Start/Stop tot het lampje Ready (Gereed) continu brandt. Linkermarge uitlijnen Het is mogelijk om de eerste afdrukpositie bij de linkermarge handmatig te wijzigen. De eerste afdrukpositie wordt aangegeven met het symbool [A.
Papier laden De linkermarge uitlijnen voor kettingformulieren Als u de linkermarge voor kettingformulieren wilt instellen, begint u met vast te stellen waar op de printer zich het symbool [A bevindt. De positie van dit symbool is afhankelijk van de positie van de tractorlader.
Tractorvergrendeling Tractorlader in trekpositie 1 2 3 Trek de grendels voor de linker- en de rechtertractor omhoog zodat deze worden ontgrendeld. Verplaats de linkertractor naar een positie links of rechts van het symbool [A. Druk de vergrendeling van de linkertractor omlaag zodat de tractor wordt vastgezet.
Papier laden 4 Trek het papier strak en vergrendel de rechtertractor. Opmerking: Als het moeite kost om de rechtertractor aan te passen aan de papierbreedte, kunt u de rubber tractorstop uit de vaste positie rollen. Pas de positie van de tractor aan aan de papierbreedte, laad het papier en vergrendel de rechtertractor. Zie "Tractorposities wijzigen" op pagina 37 als u wilt zien waar de rubber tractorstop zich bevindt.
U stelt de linkermarge in voor een envelop of een formulier met losse vellen door de linkerpapiergeleider te verplaatsen naar een positie links van het symbool [A. Dit symbool bevindt zich boven de linkerpapiergeleider. Beginpositie afdrukken Linkerpapiergeleider Papier Het is mogelijk dat u de rechterpapiergeleider tegen de rechterrand van de pagina moet plaatsen.
Papier laden Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel instellen) Met Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) wordt ingesteld op welke regel met afdrukken wordt begonnen. Sla via het bedieningspaneel de instellingen van Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) voor kettingformulieren, een formulier met losse vellen en voor alle ingeschakelde macro's op.
3 Zorg dat de hendel voor papierselectie in de positie voor kettingformulieren staat. Laad kettingpapier op de tractorpennen (of de invoerpennen van Tractor 2 als u de optionele Tractor 2-lader gebruikt). Zie "Kettingformulieren laden met de tractorlader in duwpositie" op pagina 52 voor hulp bij het laden van papier. 4 5 Verwijder het klepje voor de lintcassette. Druk op Load/Unload (Laden/Ontladen). Het papier wordt geladen tot de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel).
Papier laden 7 Lijn de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) uit met de horizontale lijnen (op de platen) door op de papierverschuivingsknoppen te drukken (LineFeed (Regeldoorvoer), Micro ↑, Micro ↓). Zie de afbeelding op pagina 88. Opmerking: Als u op een van de papierverschuivingsknoppen drukt en deze ingedrukt houdt, schuift het papier eerst in zeer kleine stappen vooruit en schuift het vervolgens automatisch door.
Druk op Set TOF om de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) in te stellen en op te slaan. 9 Sluit de klep van het bedieningspaneel. 10 Controleer de nieuwe Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) door op Load/Unload (Laden/Ontladen) te drukken om de kettingformulieren te ontladen en opnieuw op Load/Unload (Laden/Ontladen) om de formulieren opnieuw te laden. De kettingformulieren worden geladen tot de huidige Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel). 11 Druk op Start/Stop om de printer online te zetten.
Papier laden Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) instellen voor kettingpapier met tractorlader in duwpositie 1 Zet de printer aan. Als er geen papier is geladen, knippert het lampje Paper Out (Papier op). 2 3 Plaats de hendel voor papierselectie in de stand voor kettingformulieren . Laad het kettingpapier door de tractorpennen in de geleidegaatjes te plaatsen. De tractorlader moet in de trekpositie staan.
De Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) kan variëren van 2,54 cm boven tot 55,88 cm onder de bovenkant van losse formulieren. U stelt als volgt de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) in en slaat deze op: 1 Verwijder eventueel papier uit de papierbaan. Als er geen papier is geladen, knippert het lampje Paper Out (Papier op). Als het lampje Paper Out (Papier op) niet brandt, scheurt u de ongebruikte formulieren af en drukt u op Load/Unload (Laden/Ontladen).
Papier laden 4 5 Open de klep van het bedieningspaneel zodat laag 2 zichtbaar wordt. Lijn de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) uit met de horizontale lijnen (op de platen) door op de papierverschuivingsknoppen te drukken (LineFeed (Regeldoorvoer), Micro ↑, Micro ↓) . Zie de afbeelding op pagina 88. Opmerking: Als u op een van de papierverschuivingsknoppen drukt en deze ingedrukt houdt, schuift het papier eerst in zeer kleine stappen vooruit en schuift het vervolgens automatisch door.
• "Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) instellen voor kettingpapier met tractorlader in duwpositie" op pagina 86. • "Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) instellen voor kettingpapier met tractorlader in duwpositie" op pagina 90. • "Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) instellen voor een formulier met losse vellen of een envelop" op pagina 91.
Papier laden Volg de onderstaande stappen als u de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) hebt ingesteld en de afscheurpositie wilt wijzigen: 1 2 3 4 5 Druk op Stop om de printer offline te zetten. Houd Tear Off (Afscheuren) ingedrukt tot de printer een geluidssignaal laat horen. Open de klep van het bedieningspaneel zodat laag 2 zichtbaar wordt. Druk op Micro ↑ of Micro ↓ om het papier in de juiste positie op de afscheurrand te plaatsen. Sluit de klep van het bedieningspaneel.
5 Modus Setup (Instellingen) Printerinstellingen wijzigen in modus Setup (Instellingen) In deze menugestuurde modus kunt u de printer naar wens aanpassen aan uw zakelijke behoeften. Eenmaal in de modus Setup (Instellingen) volgt u de afgedrukte menupagina om het gedeelte te selecteren dat u wilt wijzigen. Opmerking: Zorg dat er kettingformulieren in de printer zijn geladen wanneer u de modus Setup (Instellingen) gebruikt. Raadpleeg voor hulp "Kettingformulieren laden" op pagina 50.
Modus Setup (Instellingen) openen 1 Open de klep van het bedieningspaneel zodat laag 2 zichtbaar wordt. 2480/2481 1 Power Instellingenmodus Set TOF Micro Pitch Lock 2 ↑ 2 2490/2491 3 Macro 4 1 LineFeed Macro Set TOF ↓ Setup Micro Micro 10 12 15 17 2 3 Macro Power 20 PS Pitch Lock ↑ 4 LineFeed Macro ↓ Setup Micro 10 12 15 17 20 24 PS Als u op Setup drukt wordt de modus Setup (Instellingen) geactiveerd en wordt het hoofdmenu (Main Menu) afgedrukt.
3 Druk LineFeed om een overzicht af te drukken van de beschikbare opties die u kunt wijzigen. Printer Setup mode - Main Menu -------------------------------------------------Press To Select --------------------Set TOF Print All LineFeed Forms Macro Options Macro Data Options Micro ↑ Control Options Micro ↓ Emulation Options Setup Interface Options Pitch Selecteer een van de opties uit het hoofdmenu (Main Menu) door op de bijbehorende knop te drukken.
Voorbeeld: Taalinstelling voor menu's wijzigen 1 Instellingenmodus 2 3 4 Druk terwijl de printer in de modus Setup (Instellingen) staat op Micro ↓ om het menu Control Options (Besturingsopties) af te drukken. Druk op Pitch om meer besturingsopties af te drukken.
5 Druk ter illustratie op Macro om Frans te selecteren. Menu Language ------------------------Press -------- No Change Set TOF English LineFeed French Macro German Micro ↑ Italian Micro ↓ (More) Setup Return to Main Menu Pitch De printermenu's worden nu in het Frans afgedrukt.
7 Druk als u terugbent in het hoofdmenu op Set TOF om de modus Setup (Instellingen) af te sluiten en de nieuwe instelling op te slaan. Instellingenmodus afsluiten Instellingenmodus 1 2 Druk op Set TOF (Positie eerste afdrukregel instellen) totdat de printer teruggaat naar het hoofdmenu of druk op Pitch in elk menu met de selectie Return to Main Menu (Terug naar hoofdmenu). Druk op Set TOF om de Instellingenmodus af te sluiten.
Opties van het menu Setup (Instellingenmenu) Gebruik de modus Setup (Instellingen) om de printer aan uw zakelijke behoeften aan te passen. In deze tabel worden de verschillende opties en instellingen die u kunt selecteren voor uw printer. Menuopties Menu's Functie Forms Macro options (Opties voor Hierin kunt macro's aanpassen formuliermacro's) om een scala aan formulieren af te drukken. Raadpleeg "Opties in het menu Forms Macro (Formuliermacro)" op pagina 103.
Menuopties (vervolg) Menu's Emulation options (Emulatieopties) Functie Hierin kunt u bepalen hoe de printer communiceert met de toepassing. Instellingenmodus Raadpleeg "Opties in het menu Emulation (Emulatie)" op pagina 111. Interface options (Interfaceopties) Hierin kunt u aangeven hoe informatie van de computer naar de printer wordt verzonden. Raadpleeg "Opties in het menu Emulation (Emulatie)" op pagina 111.
Opties in het menu Forms Macro (Formuliermacro) Macro-opties Menu-optie Functie Selecteer de macro die u wilt instellen als standaardmacro wanneer de printer wordt ingeschakeld of selecteer Disable (Uitschakelen) als u geen standaardmacro wilt instellen. Character options (Tekenopties) Default font (Standaardlettertype) Selecteer het gewenste lettertype in de lijst met beschikbare lettertypen.
Macro-opties (vervolg) Menu-optie Functie Character options (Tekenopties) (vervolg) Instellingenmodus Opmerking: Alleen beschikbaar voor de 2480/2481-printers. 20-Pitch Met deze optie kunt u de 20-pitch-modus in- of uitschakelen. De 20-pitch-modus biedt compatibiliteit met IBM-printers. • Als u overschakelt van 12 cpi naar gecondenseerd (Dec 15, Hex 0F) terwijl deze optie is ingeschakeld, wordt de pitch gewijzigd in 20 cpi.
Macro-opties (vervolg) Menu-optie Functie Paper handling options (Opties voor papierverwerking) (vervolg) Form Length (Formulierlengte) U kunt de formulierlengte instellen (in regels per pagina) van een regel tot maximaal 22 inches. Linkermarge aanpassen met de printermargeschaal. U kunt een van de volgende mogelijkheden selecteren: • 0” • 2” • 3” Rechtermarge U kunt een van de volgende mogelijkheden selecteren: • 4” • 5” • 6” • 7” • 8” • 13.
Macro-opties (vervolg) Menu-optie Functie Instellingenmodus Paper handling options (Opties voor papierverwerking) (vervolg) Eject by FF (Uitwerpen door papierdoorvoer) Met deze optie bepaalt u hoe FormFeed (Papierdoorvoer) functioneert. • Als FormFeed (Papierdoorvoer) is ingeschakeld functioneert deze optie als uitwerpprocedure voor losse formulieren. • Als FormFeed (Papierdoorvoer) is uitgeschakeld, wordt het papier naar de volgende Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) vooruitgeschoven.
Opties in het menu Data (Gegevens) Gegevensopties Menu-optie Buffer Functie • Selecteer Minimum om de buffergrootte voor ontvangst op nul in te stellen. • Selecteer Maximum voor 2490/2491-printers om de buffergrootte op 28 of 60 KB in te stellen, afhankelijk of Download (Laden) is ingeschakeld. Auto LF (Automatisch nieuwe regel) Hiermee voegt u een nieuwe regel in. • Als deze optie is ingeschakeld wordt na elke harde return een nieuwe regel ingevoegd.
Gegevensopties (vervolg) Menu-optie Functie Download (Laden) Printerbuffer toewijzen. Opmerking: Alleen beschikbaar voor 2490/2491-printers. • Selecteer Enable (Inschakelen) om een gedeelte van de ontvangstbuffer te reserveren voor het laden van lettertypen. De standaardinstelling is Enable (Inschakelen). Instellingenmodus • Selecteer Disable (Uitschakelen) als u de volledige buffer als ontvangstbuffer wilt gebruiken. FF Enable (Papierdoorvoer Papierdoorvoeropdrachten beheren.
Opties in het menu Control (Besturing) Besturingsopties Menu-optie Uni-Dir Printing (Unidirectioneel afdrukken) Functie Afdrukrichting aanpassen. • Als deze optie is ingeschakeld en de printer in de NLQmodus (bijna-correspondentiekwaliteit) staat, drukt de printer in een richting per regel af. • De standaardinstelling is Off (Uit). Auto Ready Cut Sheet Wijze aanpassen waarop printer overschakelt op status Ready (Automatisch Gereed na (Gereed) na het laden van een los vel.
Besturingsopties (vervolg) Menu-optie Functie TOF Read (Positie eerste Laat de printer Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) afdrukregel lezen) verifiëren voordat kettingformulieren worden afgedrukt. Raadpleeg voor hulp "Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel instellen)" op pagina 86. Geluidsniveau van de printer wijzigen met behulp van de modus Quiet (Stil). De printer drukt trager af in deze modus.
Opties in het menu Emulation (Emulatie) Emulatie-opties Menu-optie Functie Emulation Selection (Emulatieselectie) Tussen IBM-modus en Epson-modus selecteren. Als u een OKI-optie hebt geïnstalleerd, wordt OKI ook in deze lijst genoemd. IBM mode (IBM-modus) Pro-III-modus • wanneer deze optie is ingeschakeld, emuleert de printer een Proprinter III. • Als deze optie is uitgeschakeld, heeft de printer extra mogelijkheden.
Emulatie-opties (vervolg) Menu-optie Functie Epson-modus (vervolg) Internationale tekenset De ondersteunde internationale tekensets voor de Epsonmodus zijn: • U.S.A. (standaard) • France (Frankrijk) • Germany (Duitsland) Instellingenmodus • U.K.
Opties in het menu Interface De computer en printerinstellingen moeten overeenkomen. Interface-opties Menu-optie Interface Functie Printerinterface automatisch selecteren Parallelle kabel gebruiken Seriële kabel gebruiken (wordt alleen weergegeven als de optionele seriële interface is geïnstalleerd). Honor Init (INIT honoreren) • Honoreren van init-signaal op de parallelle poort inschakelen. • Negeren van init-signaal op de parallelle poort uitschakelen.
114 Instellingenmodus
6 Toebehoren In dit hoofdstuk wordt voor de printers uit de Lexmark Forms Printer 2400 Series beschreven welke toebehoren u nodig hebt en hoe u deze kunt bestellen. Ook treft u in dit hoofdstuk de papierspecificaties aan. De enige toebehoren die u voor de printer nodig hebt zijn een printerkabel, een lintcassette en papier. Toebehoren bestellen Voor meer informatie over de beschikbare toebehoren kunt u de Lexmark weblocatie bezoeken op www.Lexmark.nl. Op www.Lexmark.
Parallelle kabel Bestel een parallelle kabel van 3 of van 6 meter met dit artikelnummer: • 1329605 (3 meter) • 1427498 (6 meter ) USB-kabel Bestel de Lexmark USB-kabel met artikelnummer 12A2405. Seriële adapter en kabel Bestel een seriële interface-optie met artikelnummer 12T0154.
Papierspecificaties In de volgende tabel treft u de papierspecificaties aan voor een apparaat waarop geen optionele lader is geïnstalleerd. Als u een optionele Automatische papierlader of een Tractor 2-lader hebt geïnstalleerd, raadpleeg dan de documentatie die bij deze optionele papierladers is geleverd.
Papierspecificaties voor losse en kettingformulieren (vervolg) Losse formulieren Kettingformulieren PapierMeerEnkelMeerafmetingen EnkelEnveloppen voudig voudig voudig voudig Dikte - meervoudige formulieren met papiergewicht 45 g/m². Minimum 0,058 mm Zie Opmerking 0,058mm Zie Opmerking Maximum 0,114 mm Zie Opmerking 0,114mm Zie Opmerking 0,42 mm Opmerking: Dikte maximaal 0,512 mm voor 2480/2481-printers; maximaal 0,36 mm voor 2490/2491-printers. Afdrukgebied (losse formulieren) 6,4 mm min.
7 Problemen oplossen en onderhoud In dit hoofdstuk leert u omstandigheden en problemen met de printer herkennen die u vaak zelf kunt verhelpen. Als u op een probleem stuit, moet u allereerst vaststellen waar dit zich voordoet: in de printer, in de toepassing of in een optionele uitbreiding. Uw servicevertegenwoordiger kan u extra hulp verschaffen en uw vragen beantwoorden. Zie "Checklist voor veelvoorkomende problemen" op pagina 120 wanneer u de aard van een probleem wilt bepalen.
Checklist voor veelvoorkomende problemen Voor het oplossen van de meeste basisproblemen begint u met de volgende stappen: 1 Is de printer aangesloten op de netvoeding? Controleer het volgende: • Is het netsnoer aangesloten in een goed geaard stopcontact en in de printer? • Werken de apparaten die op dezelfde voedingsbron zijn aangesloten wel? • Kan de netvoeding worden uitgeschakeld door middel van een wandschakelaar? 2 Is de afdruk te licht? De draaiknop voor inktlintdichtheid is standaard ingesteld o
3 Zit er papier vast in de printer? Zie "Vastgelopen papier verwijderen" op pagina 134 voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier. 4 Blijven formulieren haken aan bijvoorbeeld de kartonnen doos of de printerstelling? Plaats de kettingformulierhouder zo dat het papier onbelemmerd vanuit de houder in de printer wordt gevoerd. 5 Is er een onderdeel beschadigd? Neem contact op met de technische dienst. 6 7 Wordt het probleem veroorzaakt door opties? a Voer de printertest uit.
Als u een extern lettertype moet gebruiken, verwissel dan in de toepassing van lettertype. Opmerking: Bedenk als u Windowsprogramma's gebruikt, dat deze programma's veel gebruikmaken van bitmaplettertypen (afbeeldingen) die de Font Lock en Pitch Lock (lettertype- en pitchvergrendeling) van de printer opheffen. Selecteer op het bedieningspaneel een intern lettertype dat moet worden vervangen. 8 Bevindt zich het probleem buiten de printer? a Zet de printer uit.
10 Voldoen de afdrukresultaten niet aan uw verwachting? Controleer het volgende: • Is het geselecteerde printerstuurprogamma compatibel met de toepassing? Zie voor meer informatie "Windows- en DOSsoftware installeren" op pagina 17. • Is de juiste emulatiemodus voor de printer geselecteerd? Zie voor meer informatie "IBM-emulatiemodus" op pagina 18.
Printertests uitvoeren Telkens als u de aan/uit-schakelaar aanzet, voert de printer ter controle een interne zelftest uit. De printertest levert een testafdruk op waarop eventuele problemen met de printer zichtbaar worden. Voor het uitvoeren van de printertest hoeft de printer niet te zijn aangesloten op de computer. Printertest uitvoeren 1 2 3 4 Zorg dat er papier is geladen en dat de lintcassette is geïnstalleerd. Zet de printer uit . Houd LineFeed (regeldoorvoer) ingedrukt terwijl u de printer aanzet.
De printertest onderbreken of stoppen U onderbreekt als volgt de printertest: 1 Druk op Start/Stop. De test wordt gestopt nadat er een volledige regel met tekens is afgedrukt. 2 Druk op Start/Stop om de test te vervolgen. Zet de printer uit als u de test wilt stoppen.
Printerstatus controleren Controleer de status van de lampjes op het bedieningspaneel aan de hand van de onderstaande tabel. De verschillende patronen en combinaties van lampjes verschaffen u informatie over de status van de printer zodat u weet of u in actie moet komen. Printerstatus Lampjes/status bedieningspaneel Actie Power (Aan) Ready (Gereed) Paper Out (Papier op) Aan Aan Uit Normale werkstand. Geen actie nodig. Power Ready Paper Out Aan Uit Uit Normale offline stand.
Printerstatus (vervolg) Lampjes/status bedieningspaneel Power Ready Paper Out Panel Lock Font Lock Aan Knippert Knippert Knippert Knippert Actie 1 2 3 4 5 6 7 Controleer of het lint of papier is vastgelopen. Zet de printer uit. Verwijder de lintcassette. Zie voor instructies "Lintcassette verwijderen" op pagina 152. Contoleer op de aanwezigheid van stof of papierresten. Controleer of het verpakkingstape is verwijderd. Zorg dat de printer aanstaat en voer de printertest uit.
Printerstatus (vervolg) Lampjes/status bedieningspaneel Power Ready Paper Out Font Lock Aan Knippert Knippert Knippert Problemen oplossen Alle lampje Aan branden continu Panel Lock Knippert Power Ready Tractor 2 Paper Out Font Lock Aan Knippert Knippert Knippert Knippert Power Ready Paper Out Panel Lock Font Lock Aan Knippert Knippert Knippert Knippert Power Ready Tractor 2 Paper Out Panel Lock Font Lock Aan Knippert Knippert Knippert Knippert Knippert Power Ready Tractor 2 Paper Out Panel Lock
Standaardinstellingen herstellen U herstelt als volgt de fabrieksinstellingen van de printer: Printer instellen op Amerikaanse standaardwaarden Dit zijn de standaardinstellingen voor de Verenigde Staten: • Code page: 437 • Tekenset: 1 • Formulierlengte: 11” U wijzigt als volgt de standaardinstellingen: 1 2 3 4 5 6 7 Zorg dat er papier is geladen en dat de lintcassette is geïnstalleerd. Zet de printer uit. Open het klepje voor de lintcassette.
Printer instellen op Europese standaardwaarden Dit zijn de standaardinstellingen voor Europa: • Code page: 858 • Tekenset: 2 • Formulierlengte: 12” U wijzigt als volgt de standaardinstellingen: 1 2 3 4 5 6 7 Zorg dat er papier is geladen en dat de lintcassette is geïnstalleerd. Zet de printer uit. Open het toegangsklepje tot de lintcassette. Verplaats de printkop zover als mogelijk in de richting van het bedieningspaneel. Sluit het toegangsklepje tot de lintcassette.
Bidirectioneel uitlijnen aanpassen Het kan voorkomen dat de tekenuitlijning (ook wel bidirectionele uitlijning genoemd) moet worden aangepast. Voer de onderstaande stappen uit om de uitlijning van de afdrukdraden aan te passen. Opmerking: Zorg dat er kettingformulieren in de printer zijn geladen. 1 Zorg dat de standaardmacro is uitgeschakeld. Zie "Modus Setup (Instellingen) openen" op pagina 96 voor hulp hierbij. 2 3 4 Zet de printer uit.
5 Het conceptuitlijningspatroon wordt afgedrukt. De huidige waarde is het nummer dat onder de balken is afgedrukt. Conceptuitlijningspatroon Huidige waarde Problemen oplossen 6 01 U stelt Draft (Concept) in door in het uitlijningspatroon de beste rij uit de rijen 01-07 te kiezen. a Druk op Micro ↑ of Micro ↓ om het nummer van de beste uitlijning te kiezen of om de huidige waarde te behouden. b Druk op Set TOF om de selectie op te slaan.
c De printer drukt automatisch het uitlijningspatroon af voor NLQ (Near-LetterQuality: Bijna-correspondentiekwaliteit). NLQ-uitlijningspatroon Huidige 01 waarde De huidige waarde is het nummer dat onder de balken is afgedrukt.
7 U stelt NLQ (bijna-correspondentiekwaliteit) in door in het uitlijningspatroon de beste rij uit de rijen 01-07 te kiezen. De huidige waarde is het nummer dat onder de balken is afgedrukt. Druk op Micro ↑ of Micro ↓ om het nummer van de beste uitlijning te kiezen of om de huidige waarde te behouden. Nadat de selectie is gemaakt, drukt de printer één rij af waarmee wordt aangegeven wat de huidige instelling voor uitlijning is. 8 9 Druk op Set TOF om de selecties op te slaan.
5 6 7 Open het klepje voor de lintcassette en verwijder eventuele papierresten. Plaats de hendel voor papierselectie in de stand voor kettingformulieren . Zet de formulierdiktehendel in een stand die geschikt is voor de papiersoort die u gebruikt. Raadpleeg "Formulierdiktehendel instellen" op pagina 48. Kettingformulieren, vastgelopen 1 2 Zet de printer uit. Scheur reeds afgedrukte kettingformulieren los. 3 Zet de formulierdiktehendel in stand 7.
Problemen U kunt het probleem corrigeren door de bij het probleem vermelde stappen uit te voeren. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als het probleem niet wordt verholpen door de voorgestelde oplossing. Printerproblemen Probleem Mogelijke oorzaak Actie Printer gaat naar positie Tear Off (Afscheuren) voordat de afdruktaak is voltooid. Tear Off (Afscheuren) is ingesteld op One Second (Een seconde) en de toepassing of het netwerk zijn te traag bij het versturen van de gegevens.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Er ontbreken stippen of de Probleem met lint afdrukkwaliteit is slecht. (vervolg) Actie • Zorg dat het lint goed op de printkopwagen is vastgezet. • Verstel de draaiknop voor inktlintdichtheid. Raadpleeg "Is de afdruk te licht?" op pagina 120 voor meer informatie. • Lint is versleten. Vervang de lintcassette. Printkop werkt niet. • Voer de printertest uit. Zie "Printertests uitvoeren" op pagina 124. • Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Verkeerd aantal regels op een pagina. Tijdens afdrukken verschuift de linkermarge naar rechts. Actie Probleem bij toepassing. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de toepassing. De stapel kettingformulieren blijft ergens aan haken. Zorg dat papier vanuit de kartonnen doos in de printer kan worden ingevoerd zonder dat dit door bijvoorbeeld snoeren wordt belemmerd. Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) is te laag ingesteld.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Tijdens afdrukken verschuift de linkermarge naar rechts. (vervolg) Actie Formulierdiktehendel is niet goed ingesteld voor de papiersoort die u hebt geladen. Stel de formulierdiktehendel opnieuw in. Zie "Formulierdiktehendel instellen" op pagina 48. Probleem bij toepassing. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de toepassing. Regellengte is verkeerd; Probleem bij toepassing regels beginnen niet bij de linkermarge.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Opgegeven pitch of lettertype wordt niet afgedrukt of de instelling wordt niet vastgehouden. • De instelling in de toepassing heft de instelling op het bedieningspaneel op. • Uw toepassing maakt gebruik van bitmaplettertypen. Selecteer indien mogelijk interne lettertypen. Printer drukt af voorbij de zijkant van formulieren. Actie Gebruik Font Lock en Pitch Lock (lettertype- en pitchvergrendeling).
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Printer klinkt alsof er wordt afgedrukt maar drukt niet af, afdrukken zijn licht. Actie Formulierdiktehendel is te Zie "Formulierdiktehendel hoog ingesteld voor de instellen" op pagina 48. papiersoort die u gebruikt. • Lint zit vast, is verdraaid • Zorg dat de lintcassette of bevindt zich niet goed is geïnstalleerd en op tussen de printkop en de printkopwagen is het beschermkapje. vastgezet. • Lint bevat geen inkt meer.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Printer accepteert geen papierinvoer. Papier is vastgelopen. Actie • Verwijder alle formulieren en papierresten. Controleer op de aanwezigheid van strips met geleidegaatjes. Deze worden soms worden losgescheurd van het kettingformulier en blijven achter in de printer. • Het is mogelijk dat de rechtertractor verkeerd is ingesteld. Problemen oplossen • Blader nieuwe formulieren eerst los voordat u ze in de printer laadt.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Printer accepteert geen papierinvoer. (vervolg) De hendel voor papierselectie staat in de verkeerde stand. Actie • Als u een los formulier wilt afdrukken, moet de hendel voor papierselectie in de stand voor losse formulieren staan. • Als u kettingformulieren wilt afdrukken, moet de hendel voor papierselectie in de stand voor kettingformulieren staan. De rubber tractorstop is uit de vaste positie gedrukt. Verschuif de tractor en de rubber tractorstop.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Papierinvoer vanuit Automatische papierlader niet mogelijk. (vervolg) Problemen oplossen Papierstoring in de Automatische papierlader. Actie Het papier is te zwaar. Verwijder alle papier uit de papierlade en installeer lichter papier. Raadpleeg voor geadviseerde papiergewichten de gebruikershandleiding van de optionele Automatische papierlader. Het lijkt alsof papier aan de onderzijde aan elkaar kleeft.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Papier uit de Automatische papierinvoer raakt vast bij het binnengaan van de printer. Papier uit de Automatische papierlader is scheef in de printer getrokken. Actie De papierbaan is vuil of het lint is vastgelopen. Verwijder de Automatische papierlader. Verwijder papierresten uit de papierbaan. Plaats de Automatische papierlader terug. De Automatische papierlader is niet goed geïnstalleerd.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Problemen oplossen De Automatische papierlader voert meerdere vellen tegelijk in. Actie Papier is niet goed in de papierlade geplaatst. Haal het papier uit de papierlade. Plaats het papier op de juiste manier in de lade. Het papier is te licht. Verwijder alle papier uit de papierlade en plaats zwaarder papier. Raadpleeg voor geadviseerde papiergewichten de gebruikershandleiding van de optionele Automatische papierlader.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak De snelheid waarmee de Automatische papierlader papier invoert, is niet goed. De Automatische papierlader plaatst het papier op de verkeerde Top-Of-Form-positie (positie eerste afdrukregel). Actie Verwijder alle papier uit de papierlade en plaats lichter papier. Raadpleeg voor geadviseerde papiergewichten de gebruikershandleiding van de optionele Automatische papierlader. Papierstoring in de Automatische papierlader.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Problemen oplossen Papier uit de Tractor 2lader wordt niet in de printer ingevoerd. Actie Zet de hendel voor U probeert papierselectie in de stand kettingformulieren af te drukken, maar de hendel voor kettingformulieren voor papierselectie staat in de stand voor kettingformulieren. . Er is een tractorlader zonder papier geselecteerd. Druk op Tractor om de andere tractorlader te selecteren of laad papier voor de geselecteerde tractorlader.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak De printertest wordt met succes uitgevoerd maar er wordt niet afgedrukt als de printer op de computer is aangesloten. Actie Probleem met printerkabel. Schakel de printer en de computer uit. Zorg dat de printerkabel aan beide uiteinden correct is aangesloten. Zie "Toebehoren" op pagina 115 voor informatie over het gebruik van de juiste printerkabel. Probleem bij toepassing. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de toepassing.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Printer maakt lawaai De printer trilt. Actie • Zorg dat er geen voorwerpen tegen de printer aan staan. Problemen oplossen • Zorg dat de computer op een stevige, vlakke ondergrond staat. Klepje voor lintcassette of voorklep staat open. Sluit de openstaande klep. De aan/uit-schakelaar staat in de stand On (Aan) maar het Powerlampje (aan/uit-lampje) is uit. Printer ontvangt geen voeding.
Printerproblemen (vervolg) Probleem Mogelijke oorzaak Afdruksnelheid neemt af. De printer werkt langzamer. Actie • Controleer de stand van de formulierdiktehendel. De hendel moet in de juiste stand staan voor de dikte van uw formulieren. De afdruksnelheid neemt af bij stand 4 of hoger. • Uw toepassing maakt gebruik van bitmaplettertypen. Selecteer indien mogelijk interne lettertypen. Opmerking: Automatische thermische beveiliging beschermt de printkop tegen oververhitting.
Onderhoud In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de lintcassette verwijdert en de printer reinigt. Lintcassette verwijderen 1 2 3 4 Zet de printer uit. Verwijder het klepje voor de lintcassette. Zet de formulierdiktehendel in stand 7. Druk de grendels aan de linker- en rechtkant van de lintcassette in en til de cassette op. De cassette komt los van de printkopwagen. De printer reinigen Ga als volgt te werk bij het reinigen van de printer: 1 2 3 4 Zet de printer uit.
Rollen van de Automatische papierlader reinigen 1 Verwijder alle papier uit de printer. 2 Draai de Automatische papierlader om en leg de optie op een vlakke ondergrond. 3 Reinig de twee papiergeleiderwieltjes in de bodem van de Automatische papierlader met isopropylalcohol en een schone doek. U kunt de ene roller draaien terwijl u de andere roller met de doek reinigt.
Problemen oplossen 154
Voorschriften Verklaring van de Federal Communications Commission (FCC) Uit tests is gebleken dat de Lexmark Forms-printers typen 2480, 2481, 2490 en 2491, voldoen aan de normen voor een digitaal apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften.
Voorschriften De fabrikant is niet verantwoordelijk voor interferentie in de ontvangst van radio of televisie die wordt veroorzaakt door het gebruik van een andere dan de aanbevolen kabel of door ongeoorloofde wijzigingen of modificaties aan het apparaat. Ongeoorloofde wijzigingen of modificaties aan het apparaat kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet meer gerechtigd is het apparaat te gebruiken.
Energy Star Het programma EPA ENERGY STAR Computers is een samenwerkingsverband van computerfabrikanten met als doelstelling het bevorderen van het gebruik van energiebesparende producten en het beperken van luchtvervuiling die wordt veroorzaakt door het opwekken van energie. Lexmark International, Inc. heeft als Energy Star Partner vastgesteld dat dit product voldoet aan de Energy Star-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.
Veiligheidsvoorschriften • Zorg ervoor dat uw product is aangesloten op een geaard stopcontact als het product NIET is gemarkeerd met det symbool . • Het netsnoer moet worden aangesloten op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact in de buurt van het product. Voorschriften • Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de bij het product geleverde instructies beschreven worden.
Consignes de sécurité n'apparaît PAS sur votre produit, ce • Si le symbole dernier DOIT être branché sur une prise de courant mise à la terre. • Le câble d'alimentation doit être connecté à une prise de courant placée près du produit et facilement accessible. • L'entretien et les réparations autres que ceux décrits dans les instructions d'emploi doivent être effectués par le personnel de maintenance qualifié.
Sicherheitshinweise • Falls der Drucker nicht mit diesem Symbol markiert ist, muß er an eine ordnungsgemäß geerdete Steckdose angeschlossen werden. • Das Netzkabel muß an eine Steckdose angeschlossen werden, die sich in der Nähe des Geräts befindet und leicht zugänglich ist. • Wartungsarbeiten und Reparaturen, mit Ausnahme der in Voorschriften der Betriebsanleitung näher beschriebenen, sollten Fachleuten überlassen werden.
Sikkerhedsoplysninger • Hvis dit produkt IKKE er markeret med dette symbol , SKAL det sluttes til en stikkontakt med jordforbindelse. • Ledningen skal sluttes til en stikkontakt, der er tæt på produktet og som er let tilgængelig. • Service og reparationer, som ikke er beskrevet i brugsanvisningen, skal udføres af en kvalificeret tekniker.
Säkerhetsanvisningar • Om produkten INTE är märkt med denna symbol MÅSTE den anslutas till ett jordat vägguttag. • Nätkabeln måste anslutas till ett lättåtkomligt vägguttag i närheten av maskinen. • Låt endast utbildad servicepersonal utföra sådan service och sådana reparationer som inte beskrivs i handledningen. Voorschriften • Denna produkt är utformad, testad och godkänd för att uppfylla internationella säkerhetsbestämmelser när den används tillsammans med andra Lexmark-produkter.
Turvaohjeet • Jos tuotteessa ei ole tätä tunnusta, , sen saa kytkeä vain maadoitettuun pistorasiaan. • Tuotteen verkkojohto on kytkettävä sitä lähellä olevaan pistorasiaan. Varmista, että kulku pistorasian luo on esteetön. • Muut kuin käyttöohjeissa mainitut huolto- tai korjaustoimet on jätettävä huoltoedustajalle. • Tämä tuote on testattu ja hyväksytty.
Informações de Segurança • Se o produto NÃO estiver marcado com este símbolo, , ele DEVE SER conectado a uma tomada elétrica com ligação à terra. • O cabo de alimentação deve ser conectado a uma tomada elétrica localizada perto do produto e de fácil acesso. • Para todos os serviços ou reparações não descritos nas instruções de operação, entre em contato com um técnico dos serviços de assistência.
Voorschriften 165
166 Voorschriften
Index A Aan/uit, lampje 29 afdrukken envelop 77 formulier met losse vellen 77 op kettingformulieren 50 afdruksnelheid neemt af 151 Afscheurrand 9 Auto Tear Off (Auto Afscheuren) aanzetten 93 bedieningspaneel LineFeed (Regeldoorvoer) 26 Micro, knoppen omhoog/ omlaag 26 Pitch 28 Beschrijving van printeronderdelen 4 bidirectioneel uitlijnen aanpassen 131 Bovenklep 7 C B D duwpositie tractorlader 38 verwijderen uit 40 E Energy star 157 envelop afdrukstand 81 enveloppen laden 76 F fabrieksinstellingen terug
Index formulierdiktehendel instellen 86 formulieren enveloppen 47 etiketten 47 kettingformulieren 47 met losse vellen 47 Functies afscheuren 5 barcodefunctie 6 bedieningspaneel gedeeltelijk uitschakelen 5 codepagina's 6 Griekse en wiskundige symbolen 5 interface-aansluiting 6 lintcassette 5 losse vellen laden aan voorkant 4 macro-functie 4 printertests 5 softwarecompatibiliteit 6 tractor 5 vak- en lijntekeningen 5 functies 2 afbeeldingen afdrukken 3 afdrukstijlen 3 bedieningspaneel 4 carriage-formaat 1 int
O onderhoud reinigen 152 P S seriële interface, afdekplaatje 9 Set TOF (Positie eerste afdrukregel instellen), knop 26 Setup, modus (Instellingen) selecties voor papierverwerking 106 Software, installeren 17 standaardinstellingen 95 Standaardinstellingen E.U.
Standaardinstellingen V.S.