Genesis S800 Series Gebruikershandleiding september 2010 Machinetype(n): 4310 Model(len): VW1, VW2, VW3 www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie........................................................................6 Over de printer....................................................................................7 Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen..........................................................................................................7 Impact van uw printer op het milieu minimaliseren.................................................................................................
Kleine materialen op de glasplaat plaatsen...............................................................................................................34 Dikke materialen op de glasplaat plaatsen................................................................................................................35 Standaardinstellingen voor papier opslaan...............................................................................................................35 Afdrukken...................................
E-mailen..............................................................................................71 Printer instellen om e-mailberichten te verzenden................................................................................................71 Lijst met contactpersonen voor e-mail maken.........................................................................................................72 E-mail verzenden............................................................................................
E-mailproblemen oplossen...........................................................................................................................................152 Problemen met faxen oplossen...................................................................................................................................152 Problemen met geheugenkaarten oplossen..........................................................................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of door de fabrikant goedgekeurde vervangende onderdelen.
Over de printer Bedankt dat u voor deze printer hebt gekozen We hebben er hard aan gewerkt om de printer te laten voldoen aan uw wensen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gaan gebruiken, moet u de installatiehandleidingen gebruiken die bij de printer zijn geleverd en de Gebruikershandleiding doorbladeren voor informatie over het uitvoeren van standaardtaken.
Inkt besparen • Gebruik de modus Snel afdrukken of Concept. Deze modi kunnen worden gebruikt om documenten af te drukken met minder inkt dan normaal en worden aanbevolen voor het afdrukken van documenten die grotendeels uit tekst bestaan. • Gebruik cartridges met hoog rendement. Dankzij de cartridges met hoog rendement kunt u meer pagina's afdrukken met minder cartridges. • Reinig de printerkop.
Gewenste informatie Locatie Aanvullende installatie-instructies voor het gebruik van de printer. Gebruikershandleiding • Papier en speciaal materiaal selecteren en De Gebruikershandleiding is beschikbaar op de cd met installatiesoftware. bewaren • Papier in de printer plaatsen • Afdruk-, kopieer-, scan- en faxtaken uitvoeren, afhankelijk van het printermodel • Printerinstellingen configureren • Documenten en foto's weergeven en afdrukken Bezoek voor updates onze website op http://support.lexmark.
Gewenste informatie Locatie Telefonische ondersteuning In de VS belt u met: 1-800-332-4120 Maandag–vrijdag(8:00 a.m.–11:00 p.m. ET), zaterdag en zondag (11:00 a.m.–8:00 p.m. ET) Telefoonnummers en openingstijden voor uw land of regio kunt u vinden op de ondersteuningssite (http://support.lexmark.com) of op de gedrukte garantie die bij de printer is geleverd. Garantie-informatie • In de VS: raadpleeg de beperkte garantieverklaring bij deze printer of op http://support.lexmark.com.
Onderdeel Functie 10 Voorklep Toegang krijgen tot de inktcartridges. 11 Papieruitvoerlade Het papier opvangen dat wordt uitgevoerd. Onderdeel Functie 1 Label voor klantenondersteuning Bevat het modelnummer van de printer, het telefoonnummer voor klantenondersteuning, informatie over inktcartridges en het MAC-adres. 2 Voorklep 3 Toegangsklep voor printerkop 4 Opbergzakje voor doekje Doekje voor het aanraakscherm opbergen.
Onderdeel 11 Duplexeenheid Functie • Afdrukken op beide zijden van een vel papier. • Toegang krijgen tot vastgelopen papier. 12 Duplexknop De duplexeenheid ontgrendelen. 13 USB-poort De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel. Let op—Kans op beschadiging: raak het aangegeven gedeelte niet aan, tenzij u een USB- of installatiekabel aansluit of losmaakt. 1 Onderdeel Functie Netvoedingsaansluiting Printer aansluiten op of losmaken van een voedingsbron.
Supplies bestellen en vervangen Inktcartridges bestellen Lexmark S800 Series modellen Onderdeel Cartridge in retourneerprogramma1 Normale cartridge2 Zwarte inktcartridge 100 100A Zwarte inktcartridge met hoog rendement 100XL 100XLA Gele inktcartridge 100 100A Gele inktcartridge met hoog rendement 100XL 100XLA Cyaan inktcartridge 100 100A Cyaan inktcartridge met hoog rendement 100XL 100XLA Magenta inktcartridge 100 100A Magenta inktcartridge met hoog rendement 100XL 100XLA 1 Met lic
Inktcartridges vervangen Zorg dat u over nieuwe cartridges beschikt voordat u begint. U moet nieuwe cartridges meteen installeren nadat u de oude cartridges hebt verwijderd omdat anders de resterende inkt in de printerkop kan uitdrogen. 1 Zet de printer aan. 2 Open de printer. Opmerking: De printerkop wordt naar de positie voor cartridge-installatie verplaatst. 3 Druk op het ontgrendelingslipje en verwijder de gebruikte inktcartridge of -cartridges.
Als de cartridge wordt geleverd met een draaidopje, draait u het dopje en verwijdert u het. 5 Installeer de afzonderlijke cartridges. Gebruik twee handen om de zwarte inktcartridge te installeren. Opmerking: installeer de nieuwe inktcartridges direct nadat u de beschermende dop hebt verwijderd om te voorkomen dat de inkt wordt blootgesteld aan lucht. 6 Sluit de printer. Papier en andere supplies bestellen Bezoek onze website op www.lexmark.
Lexmark producten hergebruiken U retourneert als volgt Lexmark producten voor hergebruik: 1 Bezoek onze website op www.lexmark.com/recycle. 2 Zoek het producttype dat u wilt recyclen op en selecteer vervolgens uw land of regio in de lijst. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking: Printersupplies en -hardware die niet zijn opgenomen in het inzamelingsprogramma van Lexmark kunt u recyclen via uw plaatselijke recyclingcentrum.
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken Bedieningspaneel van de printer gebruiken Opmerking: De pictogrammen worden weergegeven als u ze kunt selecteren in het huidige scherm. Als een pictogram niet wordt weergegeven, is de functie niet beschikbaar. Optie 1 Functie Vorige • Terugkeren naar het vorige venster. • Een menuniveau sluiten en naar een hoger niveau gaan. 2 Aanraakscherm • Bladeren door de printer menu's. • Instellingen wijzigen.
Optie Functie 5 Annuleren De huidige opdracht of taak annuleren. 6 Starten Een taak starten afhankelijk van de geselecteerde modus. 7 Aan/uit • De printer in- en uitschakelen. • Overschakelen naar de spaarstand. Opmerking: Als de printer is ingeschakeld, drukt u op om over te schakelen naar de spaarstand. Houd de knop drie seconden ingedrukt om de printer uit te schakelen.
Item in display Beschrijving 3 Faxen Het faxmenu openen en faxen verzenden. 4 Opslagapparaat Foto's en documenten weergeven, selecteren, afdrukken of e-mailen. Opmerking: dit pictogram wordt alleen weergegeven als u terugkeert naar het startscherm terwijl een flashstation of geheugenkaart is aangesloten op de printer. PictBridge Foto's weergeven, selecteren of afdrukken.
Bladeren door menu's met het aanraakscherm Onderdeel Functie 1 Pijl naar links Naar links bladeren. 2 Pijl naar rechts Naar rechts bladeren. 3 Accepteren De instelling opslaan. 4 Pijl omhoog Omhoog bladeren. 5 Schuifbalk Omhoog en omlaag bladeren in een menulijst. 6 pijl omlaag Omlaag bladeren. U bladert als volgt met het aanraakscherm: • Gebruik uw vingers om door het scherm te bladeren. Het aanraakscherm werkt niet als u voor het bladeren andere hulpmiddelen of apparaten gebruikt.
• Navigeer door het scherm door met uw vinger omhoog of omlaag te vegen en uw vinger van het scherm te halen. Veeg met uw vinger opzij om naar het vorige of volgende scherm te gaan. Dit is gelijk aan het selecteren van de pijl naar links of rechts. • Raak zo nodig Accepteren of OK aan nadat u een selectie hebt gemaakt of een instelling hebt gewijzigd. U kunt bijvoorbeeld als volgt naar Papiersoort bladeren en de standaardinstelling voor papiersoort wijzigen: 1 Raak aan.
Fabrieksinstellingen herstellen Als u de standaardfabrieksinstellingen herstelt, worden alle printerinstellingen verwijderd die u eerder hebt geselecteerd. 1 Blader in het startscherm naar: > Fabrieksinstellingen > Ja 2 Als u wordt gevraagd de eerste instellingen voor de printer op te geven, geeft u de opties op met het aanraakscherm. De printer start automatisch opnieuw op nadat de fabrieksinstellingen van de printer zijn hersteld.
Printersoftware gebruiken Minimale systeemvereisten Voor de printersoftware is maximaal 500 MB vrije schijfruimte vereist. Ondersteunde besturingssystemen • • • • • • • • • • • Microsoft Windows 7 Microsoft Windows Vista (SP2) Microsoft Windows XP (SP3) Macintosh Intel OS X 10.6.0 of later Macintosh Intel OS X 10.5.0 of later Macintosh Intel OS X versie 10.4.4 of later Macintosh PowerPC OS X versie 10.5.0 of later Macintosh PowerPC OS X versie 10.4.0 of later Linux Ubuntu 10.04, 9.10 en 9.
Printersoftware Onderdeel Functie LexmarkTM printerstartpagina • • • • • • • • • • • (wordt de printerstartpagina genoemd) Lexmark EzPrint Toepassingen of programma's starten. Fax Solutions Software openen. Foto of document scannen of e-mailen. Gescande documenten bewerken. Documenten scannen naar PDF. Instellingen aanpassen voor de printer. Supplies bestellen. Inktcartridges onderhouden. Een testpagina afdrukken. De printer registreren. Contact opnemen met technische ondersteuning.
Onderdeel Functie Lexmark Servicecentrum • Problemen met de printer oplossen. • Onderhoudsfuncties van de printer weergeven. • Contact opnemen met technische ondersteuning. (wordt Servicecentrum genoemd) Opmerkingen: • Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • U wordt wellicht gevraagd dit programma te installeren vanaf het web, afhankelijk van uw printermodel.
Onderdeel Functie Scan Center • Documenten en foto's scannen. • Instellingen voor scantaken aanpassen. Printerinstellingen • Instellingen voor faxtaken aanpassen. • De lijst Contactpersonen maken en bewerken. Netwerkkaartlezer • Inhoud weergeven van een opslagapparaat dat in een netwerkprinter is geplaatst. • Foto's en documenten van een opslagapparaat overdragen naar de computer via een netwerk. Assistent voor draadloze configuratie Printer installeren op een draadloos netwerk.
3 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer > tabblad Ondersteuning > Online ondersteuning 4 Selecteer uw printer op de website en download het stuurprogramma. 5 Installeer aanvullende of optionele software. Voor Macintosh-gebruikers 1 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer de printermap > Webkoppelingen > Software-updates van Lexmark 2 Selecteer uw printer op de website en download het stuurprogramma. 3 Installeer aanvullende of optionele software.
Printersoftware opnieuw installeren Als u de printer hebt ingesteld met de cd met installatiesoftware, is alle benodigde software geïnstalleerd. Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of als de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de printer verwijderen en opnieuw installeren. Printersoftware verwijderen Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer. Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, klikt u op het cd-pictogram op het bureaublad. 3 Dubbelklik op Installeer. 4 Volg de aanwijzingen in het installatievenster. Internet gebruiken 1 Ga naar de Lexmark website op www.lexmark.com.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de printer plaatsen 1 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. 2 Plaats het papier in het midden van de papiersteun. 3 Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het papier. Opmerking: Duw het papier niet te ver in de printer. Het papier moet vlak in de papiersteun liggen en de randen moeten langs beide papiergeleiders liggen.
Richtlijnen voor papier en special afdrukmateriaal Maximumaantal: Controleer het volgende: 100 vellen normaal papier • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven. • Het briefhoofdpapier wordt met de afdrukzijde naar boven en met de bovenkant naar voren in de printer ingevoerd. 25 vellen extra zwaar, mat papier • De afdrukzijde van het papier is naar boven geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven.
Maximumaantal: Controleer het volgende: 10 enveloppen • De afdrukzijde van de envelop is naar boven geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van de enveloppen geschoven. • U drukt de enveloppen af met de afdrukstand Liggend. Opmerking: Als u post verstuurt binnen Japan, kan de envelop in de staande afdrukstand worden afgedrukt met de locatie voor de postzegel in de rechterbenedenhoek of in de liggende afdrukstand met de locatie voor de postzegel in de linkerbenedenhoek.
Maximumaantal: Controleer het volgende: 25 vellen glossy of fotopapier • De afdrukzijde van het papier is naar boven geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven. • De afdrukkwaliteit Automatisch, Normaal of Foto is geselecteerd. Opmerking: de modus Concept is beschikbaar, maar wordt niet aanbevolen voor gebruik met duur papier zoals extra, zwaar mat papier, etiketten, fotokaarten en glossy papier.
2 Sluit de scannerklep. Het scherm voor afdrukvoorbeeld wordt weergegeven. Kleine materialen op de glasplaat plaatsen 1 Open de scannerklep. 2 Plaats het kleine item met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Plaats extra foto's, kaarten en andere kleine materialen onder het clipje in de bovenhoek van de glasplaat. Sluit de scannerklep. Het scherm voor afdrukvoorbeeld wordt weergegeven.
Dikke materialen op de glasplaat plaatsen 1 Open de scannerklep. 2 Plaats het dikke item met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Sluit de scannerklep. 3 Raak Voorbeeld aan. Het scherm voor afdrukvoorbeeld wordt weergegeven. Let op—Kans op beschadiging: Als u afdrukmateriaal plaatst dat dikker is dan 10 mm, kan de scannerklep beschadigd raken. Standaardinstellingen voor papier opslaan U kunt standaardpapierinstellingen opgeven voor de documenten en foto's die u afdrukt.
Afdrukken Tips voor afdrukken • • • • • Gebruikt het juiste papier voor uw afdruktaak. Selecteer een hogere afdrukkwaliteit voor betere afdrukken. Controleer of de inktcartridges voldoende inkt bevatten Verwijder elk vel zodra het is afgedrukt als u foto's afdrukt of speciaal papier gebruikt. Selecteer de instelling voor afdrukken zonder rand bij het afdrukken van foto's. Standaarddocumenten afdrukken Documenten afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken.
Afgedrukte exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Opmerkingen: • De optie Sorteren is alleen beschikbaar als u meerdere exemplaren afdrukt. • Verwijder de afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt.
3 Ga naar: Tabblad Printerinstelling > gedeelte Exemplaren 4 Selecteer een paginavolgorde: • Schakel het selectievakje Laatste pagina eerst afdrukken uit als u de eerste pagina als eerste wilt afdrukken. • Schakel het selectievakje Laatste pagina eerst afdrukken in als u de laatste pagina als eerste wilt afdrukken. 5 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 6 Klik op OK of Afdrukken.
4 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af. 5 Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. 6 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties. 7 Geef in het voorgrondmenu Pagina's per vel het aantal pagina's op dat op één vel papier moet worden afgedrukt. 8 Pas de overige instellingen indien nodig aan. 9 Klik op Druk af.
Op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) De automatische duplexeenheid, alleen beschikbaar op geselecteerde printermodellen, ondersteunt A4- en Letterpapier. Als u een model zonder automatische duplexeenheid hebt aangeschaft, of als u dubbelzijdig wilt afdrukken op andere papierformaten, kunt u de instructies gebruiken voor het handmatig afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig) van het papier.
9 Selecteer Inbinden aan lange zijde of Inbinden aan korte zijde in het menu Dubbelzijdig. • Voor Inbinden aan lange zijde worden pagina's ingebonden langs de lange zijde van de pagina (linkerrand voor staand, bovenrand voor liggend). Staand Liggend • Voor Inbinden aan korte zijde worden pagina's ingebonden langs de korte zijde van de pagina (bovenrand voor staand, linkerrand voor liggend). Staand Liggend 10 Klik op Druk af.
4 Klik met de rechtermuisknop op de printer en blader naar: Voorkeursinstellingen voor afdrukken > tabblad Geavanceerd > selecteer een instelling voor droogtijd Opmerking: bij hoge luchtvochtigheid, of als de normale droogtijd niet lang genoeg is om de inkt volledig te laten drogen, kunt u het beste de optie Langer gebruiken. 5 Klik op OK.
5 Draai het papier om en plaats het terug in de printer en volg hierbij de aanwijzingen op het instructievel om de afdruktaak te voltooien. Als u weer op één zijde van het papier wilt afdrukken, gaat u naar: Tabblad Geavanceerd > gedeelte Dubbelzijdig afdrukken > selecteer Uit Voor Macintosh-gebruikers 1 Open het gewenste bestand en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Stel in het dialoogvenster Pagina-instelling de printer, het papierformaat en de afdrukstand in. 3 Klik op OK.
9 Draai het papier om en plaats het terug in de printer. 10 Herhaal stap 4 tot en met 6. 11 Selecteer in het voorgrondmenu Afdrukken of Pagina's voor afdrukken de optie voor het afdrukken van even pagina's. 12 Klik op Druk af. Speciale documenten afdrukken Enveloppen afdrukken Voor Windows-gebruikers 1 Open een document en klik op Bestand > Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
3 Kies in het voorgrondmenu Papierformaat het formaat van de enveloppen in de printer. Stel een aangepast envelopformaat in als er geen passend envelopformaat is. 4 Selecteer een richting en klik op OK. 5 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af. 6 Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers. 7 Klik op Druk af. Opmerkingen: • Voor de meeste enveloppen wordt de afdrukstand Liggend gebruikt. • Zorg dat u in de toepassing dezelfde afdrukstand hebt geselecteerd.
Tips voor het plaatsen van etiketvellen • • • • Zorg dat de bovenkant van het etiketvel als eerste in de printer wordt ingevoerd. Zorg dat er een marge van minimaal 1 mm tussen de plakrand en de rand van het etiketvel zit. Controleer of de papiergeleider of papiergeleiders tegen de zijkanten van het papier zijn geplaatst. Gebruik volledige etiketvellen. Bij gedeeltelijke vellen (met ontbrekende etiketten) kunnen de etiketten tijdens het afdrukken losraken, waardoor het papier kan vastlopen.
Werken met foto's Geheugenkaart of flashstation gebruiken met de printer Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf of flashstation in de USB-poort Geheugenkaart in de printer plaatsen Flashstation in de printer plaatsen Opmerkingen: Opmerkingen: • Plaats de kaart met het naamlabel naar boven. • Controleer of eventuele pijlen op de kaart in de richting van de printer zijn gericht. • Het flashstation gebruikt de poort die ook wordt gebruikt voor de kabel van een PictBridge-camera.
Ondersteunde geheugenkaarten en bestandstypen Geheugenkaart • • • • • • • • • • • • • • Bestandstype Documenten: Secure Digital (SD) • • • • • • • • • Secure Digital High Capacity (SDHC) Micro Secure Digital (met adapter) (Micro SD) Mini Secure Digital (met adapter) (Mini SD) MultiMedia Card (MMC) RS-MMC-kaart (met adapter) (Reduced Size MultiMedia) MultiMedia Card mobile (met adapter) (MMCmobile) Memory Stick Memory Stick PRO Memory Stick Duo (met adapter) .doc (Microsoft Word) .
Foto's bewerken met het bedieningspaneel van de printer 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. Het venster Geheugenapparaat wordt op de display weergegeven. 3 Raak Foto's weergeven aan. Het scherm Foto's selecteren wordt weergegeven. 4 Raak de foto aan die u wilt bewerken. 5 Raak aan om de geselecteerde foto weer te geven. Tips: • Als u de geselecteerde foto wilt verwijderen, raakt u aan.
Als de printer een USB-verbinding gebruikt • Voor Windows-gebruikers EzPrint wordt automatisch gestart wanneer u het opslagapparaat plaatst. Volg de aanwijzingen op het scherm om de foto's over te dragen naar de computer of om af te drukken. • Voor Macintosh-gebruikers Als u een toepassing hebt ingesteld zodat deze wordt gestart wanneer een opslagapparaat wordt aangesloten op de computer, wordt de toepassing automatisch gestart.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, de aansluiting, geheugenkaart of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar het opslagapparaat. Er kunnen anders gegevens verloren gaan. 3 Als de PictBridge-verbinding tot stand is gebracht, wordt het volgende bericht op de display weergegeven: Camera is aangesloten.
5 Volg de aanwijzingen op het controlevel om op te geven welke foto's u wilt afdrukken en om het aantal exemplaren, de rode-ogenreductie, de kleureffecten, de pagina-indeling, afdrukopties en het papierformaat te selecteren. Opmerking: zorg dat u de cirkels volledig invult. 6 Plaats fotopapier in de printer. Opmerking: controleer of het papier overeenkomt met het formaat dat u hebt geselecteerd op het controlevel. 7 Plaats het controlevel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Afdruktaken beheren Stel de printer in als standaardprinter De printer moet automatisch worden geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken wanneer u een afdruktaak verzendt. Als u de printer handmatig moet selecteren, is het niet de standaardprinter. De standaardprinter instellen: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. De map Printers wordt geopend.
Afdrukmodus wijzigen Als u inkt wilt besparen, kunt u voor alle afdruktaken de standaardafdrukmodus wijzigen in Snel afdrukken. In deze modus wordt minder inkt gebruikt en de modus is ideaal voor het afdrukken van documenten met alleen tekst. Als u een andere afdrukmodus wilt instellen om foto's of andere documenten van hoge kwaliteit af te drukken, kunt u een andere modus selecteren in het dialoogvenster Afdrukken voordat u de afdruktaak verzendt.
3 Selecteer Kwaliteit & media in het voorgrondmenu met afdrukopties. 4 Selecteer in het menu Afdrukkwaliteit Automatisch, Snel afdrukken, Normaal, or Best. Opmerking: als u afdrukt in de modus Snel afdrukken wordt er minder inkt gebruikt. Deze modus wordt aanbevolen voor het afdrukken van documenten met alleen tekst. Afdruktaken onderbreken Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren.
5 Hervat de afdruktaak: • Als u een bepaalde afdruktaak wilt hervatten, klikt met de rechtermuisknop op de documentnaam en kiest u Doorgaan of Opnieuw starten. • Als u alle afdruktaken in de wachtrij wilt hervatten, klikt u op Printer en schakelt u de optie Afdrukken onderbreken uit. Voor Macintosh-gebruikers 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen > selecteer de printer 2 Klik op Open afdrukwachtrij of Printerconfiguratie. Het wachtrijvenster wordt weergegeven.
Kopiëren Glasplaat Plaats documenten of foto's met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Gebruik het scannerclipjes wanneer u kleine materialen op de glasplaat plaatst. Tips voor kopiëren • Als u de glasplaat gebruikt, moet u de scannerklep sluiten om te voorkomen dat er zwarte randen worden weergegeven op de gescande afbeelding. • Zoek naar de plaatsingsaanduiding in de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Gebruik deze aanduiding om het document correct te plaatsen.
2 Ga naar: Kopiëren > Meer opties > Aantal exemplaren 3 Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken en raak Accepteren aan. 4 Raak Kleur of Zwart-wit aan om een kleuren- of zwart-witkopie in te stellen. 5 Druk op . Foto's kopiëren 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Plaats de foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Het startscherm voor afdrukvoorbeeld wordt weergegeven.
4 Druk op . 5 Volg de aanwijzingen op de display. Afbeeldingen vergroten of verkleinen 1 Plaats het originele document in de printer. Het startscherm voor afdrukvoorbeeld wordt weergegeven. 2 Ga naar: Kopiëren > Meer opties > Formaat wijzigen 3 Selecteer de instelling voor formaat wijzigen en raak Accepteren aan. Opmerkingen: • Als u Passend op pagina selecteert, wordt de schaal van het document of de foto proportioneel aangepast aan het formaat van de pagina.
Exemplaren sorteren met het bedieningspaneel van de printer Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd 1 Plaats het originele document in de printer. Het startscherm voor afdrukvoorbeeld wordt weergegeven.
3 Selecteer het aantal pagina's dat u wilt kopiëren op een vel papier en raak Accepteren aan. U kunt maximaal vier pagina's afdrukken op één zijde van een vel papier. Opmerking: als u vier pagina's kopieert in liggende indeling, moet u eerst pagina 3 en 4 scannen en vervolgens pagina 1 en 2. 4 Druk op . Dubbelzijdige kopieën maken Automatisch een dubbelzijdige kopie maken De automatische duplexeenheid, alleen beschikbaar op geselecteerde printermodellen, ondersteunt A4- en Letterpapier.
5 Verwijder het papier uit de papieruitvoerlade en plaats het papier opnieuw om de andere zijde van het document af te drukken. 6 Druk op . Kopieertaken annuleren Als u een kopieertaak wilt annuleren, drukt u op . Het scannen wordt gestopt en de printer keert terug naar het vorige menu.
Scannen Glasplaat Plaats documenten of foto's met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Gebruik het scannerclipjes wanneer u kleine materialen op de glasplaat plaatst. Tips voor scannen • Als u de glasplaat gebruikt, moet u de scannerklep sluiten om te voorkomen dat er zwarte randen worden weergegeven op de gescande afbeelding. • Zoek naar de plaatsingsaanduiding in de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Gebruik deze aanduiding om het document correct te plaatsen.
Het scherm voor afdrukvoorbeeld wordt weergegeven. 2 Ga naar: Scannen > Scannen naar: Bestemming > Scannen naar computer 3 Raak Aangesloten met USB of de naam van de netwerkcomputer aan. De lokale of netwerkcomputer is de bestemming die de scan ontvangt. Opmerkingen: • Als de printer alleen is aangesloten op een lokale computer, wordt de lokale computer automatisch ingesteld als de standaardbestemming voor de scan.
Opmerkingen: • De printer leest per keer slechts één opslagmedium. • Als er een flashstation in de USB-poort is geplaatst en een geheugenkaart in de kaartsleuf, wordt op de display het bericht weergegeven dat u moet selecteren welk opslagapparaat u wilt gebruiken. 4 Selecteer het type uitvoerbestand dat u wilt maken. Opmerking: Selecteer het PDF-bestandstype voor meerdere pagina's als u meerdere pagina's wilt scannen en deze wilt opslaan als één bestand.
Als u wilt scannen vanaf een netwerkprinter, moet u de printer eerst toevoegen met de toepassing Apparaatlijst bewerken. a Kies Apparaten zoeken in het voorgrondmenu Apparaat. b Voeg de printer toe via het dialoogvenster Apparaatlijst bewerken. Klik op c Klik op OK. voor meer informatie. 4 Selecteer Foto in het gedeelte 'Wat wordt gescand?' van Scan Center. 5 Kies Voor afdrukken of Voor weergeven op een monitor/webpagina in het voorgrondmenu 'Waarvoor wordt gescand beeld gebruikt?'.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Plaats het originele document in de printer. Het scherm voor afdrukvoorbeeld wordt weergegeven. 2 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer de printermap 3 Dubbelklik op het pictogram Scan Center. Als u wilt scannen vanaf een netwerkprinter, moet u de printer eerst toevoegen met de toepassing Apparaatlijst bewerken. a Kies Apparaten zoeken in het voorgrondmenu Apparaat. b Voeg de printer toe via het dialoogvenster Apparaatlijst bewerken. Klik op c Klik op OK.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Plaats het originele document in de printer. Het scherm voor afdrukvoorbeeld wordt weergegeven. 2 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer de printermap 3 Dubbelklik op het pictogram Scan Center. Als u wilt scannen vanaf een netwerkprinter, moet u de printer eerst toevoegen met de toepassing Apparaatlijst bewerken. a Kies Apparaten zoeken in het voorgrondmenu Apparaat. b Voeg de printer toe via het dialoogvenster Apparaatlijst bewerken. Klik op c Klik op OK.
Als u wilt scannen vanaf een netwerkprinter, moet u de printer eerst toevoegen met de toepassing Apparaatlijst bewerken. a Kies Apparaten zoeken in het voorgrondmenu Apparaat. b Voeg de printer toe via het dialoogvenster Apparaatlijst bewerken. Klik op c Klik op OK. voor meer informatie. 4 Selecteer een documenttype in het gedeelte 'Wat wordt gescand?' van Scan Center. 5 Pas de instellingen indien nodig aan. 6 Klik op Scannen. 7 Sla het document op als een PDF.
Scantaken annuleren Druk op op het bedieningspaneel van de printer of klik op Annuleren op het scherm.
E-mailen U kunt de printer gebruiken om een of meer ontvangers te e-mailen zonder dat u een computer nodig hebt. U kunt hiervoor een document of foto scannen en verzenden als e-mailbericht of u kunt een opgeslagen document of foto op een opslagapparaat bijvoegen bij een e-mailbericht. Voordat u e-mailberichten kunt verzenden via het bedieningspaneel van de printer, moet u eerst de emailinstellingen van de printer configureren.
• Wachtwoord: geef het wachtwoord voor uw e-mailaccount op. • Domein: geef het domein van uw e-mailaccount op. Opmerking: De instelling wordt alleen weergegeven als het verificatietype is ingesteld op NTLM. Neem contact op met uw e-mailprovider of uw systeembeheerder voor meer informatie. 3 Raak SMTP-instellingen aan om te controleren of de SMTP-serverinstellingen correct zijn.
Lijst met contactpersonen voor e-mail maken met de printersoftware Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer >tabblad Faxen > Lijst met contactpersonen bewerken > Selecteren uit telefoonboek 4 Selecteer een telefoonboek in het veld Telefoonboek. U kunt het telefoonboek van elke e-mailclient selecteren waarin u e-mailadressen hebt opgeslagen.
E-mail verzenden Glasplaat Plaats documenten of foto's met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Gebruik het scannerclipjes wanneer u kleine materialen op de glasplaat plaatst. Tips voor e-mailen • Als u de glasplaat gebruikt, moet u de scannerklep sluiten om te voorkomen dat er zwarte randen worden weergegeven op de gescande afbeelding. • Zoek naar de plaatsingsaanduiding in de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Gebruik deze aanduiding om het document correct te plaatsen.
Het scherm voor afdrukvoorbeeld wordt weergegeven. Opmerking: u kunt per e-mailbericht slechts één bestand toevoegen. 2 Ga naar: Scannen > Scannen naar: Bestemming > Scannen naar e-mail 3 Selecteer het type uitvoerbestand dat u wilt maken. Opmerking: Selecteer het PDF-bestandstype voor meerdere pagina's als u meerdere pagina's wilt scannen en deze wilt opslaan als één bestand.
Opmerkingen: • De printer leest per keer slechts één opslagmedium. • Als er een flashstation in de USB-poort is geplaatst en een geheugenkaart in de kaartsleuf, wordt op de display het bericht weergegeven dat u moet selecteren welk opslagapparaat u wilt gebruiken. 2 Raak Bestand toevoegen aan e-mail aan.
Faxen LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer. Printer instellen voor faxen Scenario 1: standaardtelefoonlijn Configuratie 1: printer is aangesloten op een aparte faxlijn Verbinding instellen: Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer.
Configuratie 2: printer deelt de lijn met een antwoordapparaat Aangesloten op dezelfde wandaansluiting voor telefoons Verbinding instellen: 1 Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. 2 Verwijder de afdekplug uit de -poort van de printer en sluit het antwoordapparaat aan op deze poort.
Aangesloten op verschillende wandaansluitingen Verbinding instellen: Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. Tips voor deze configuratie: • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het automatisch ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Aan). • Stel de printer zo in dat deze oproepen twee belsignalen na het antwoordapparaat aanneemt.
Configuratie 3: printer deelt de lijn met een telefoon met een abonnement op een voicemaildienst Verbinding instellen: 1 Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. 2 Verwijder de afdekplug uit de -poort van de printer en sluit de telefoon aan op deze poort. Tips voor deze configuratie: • Deze configuratie is het meest geschikt als u een abonnement op een speciaal belsignaal hebt.
Scenario 2: Digital Subscriber Line (DSL) DSL splitst een gewone telefoonlijn in twee kanalen: spraakoproepen en internet. Telefoon- en faxsignalen worden beide via het spraakkanaal verzonden terwijl internetsignalen via het andere kanaal worden verzonden. Zo kunt u dezelfde lijn tegelijkertijd gebruiken voor analoge spraakoproepen (waaronder faxen) en digitale internettoegang.
Scenario 3: VoIP-telefoondienst Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het ene uiteinde van de kabel aan op de poort met het label Phone Line 1 (telefoonlijn 1) of Phone Port (telefoonpoort) op de VoIP-adapter. De poort met het label Phone Line 2 (telefoonlijn 2) of Fax Port (faxpoort) is niet altijd actief. Mogelijk brengt uw VoIP-aanbieder u extra kosten in rekening voor het activeren van de tweede telefoonpoort.
Scenario 4: digitale telefoondienst via een kabelaanbieder Configuratie 1: printer is rechtstreeks aangesloten op een kabelmodem Volg deze configuratie als u uw telefoon gewoonlijk aansluit op een kabelmodem. Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de poort met het label Phone Line 1 (telefoonlijn 1) of Phone Port (telefoonpoort) op de kabelmodem.
Configuratie 2: printer is aangesloten op een wandaansluiting; kabelmodem bevindt zich ergens anders in het huis Volg deze configuratie als uw kabelaanbieder de wandaansluitingen in uw huis heeft geactiveerd, zodat u uw apparaten niet hoeft aan te sluiten op de kabelmodem. De kabeltelefoondienst wordt geleverd via de wandaansluitingen. Verbinding instellen: 1 Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer.
De faxpoort op de achterzijde van de printer en de telefoonkabel die bij de printer zijn geleverd, beschikken over RJ-11-connectors. Als er een ander type aansluiting wordt gebruikt in uw land of regio, moet u mogelijk een RJ-11adapter gebruiken. Printer aansluiten op een niet-RJ-11-wandaansluiting Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer.
Als het extra apparaat (telefoon of antwoordapparaat) over een RJ-11-connector beschikt, kunt u de loopbackplug verwijderen en het apparaat aansluiten op de -poort van de printer. Printer aansluiten in landen of regio's die een seriële verbinding gebruiken In sommige landen of regio's moet u alle apparaten aansluiten op de wandaansluiting. U kunt een telefoon of een antwoordapparaat niet aansluiten op de -poort van de printer. Dit wordt een seriële verbinding genoemd.
Verbinding instellen: Sluit de kabel aan tussen de wandaansluiting voor telefoons en de -poort van de printer. De printer aansluiten op een wandaansluiting in Duitsland De Duitse wandaansluiting heeft twee soorten poorten. De N-poorten zijn voor faxapparaten, modems en antwoordapparaten. De F-poort is voor telefoons.
Sluit de printer aan op een van de N-poorten. Verbinding instellen: 1 Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ-11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op een Npoort. 3 Als u een telefoon en een antwoordapparaat wilt aansluiten op dezelfde wandaansluiting, moet u de apparaten aansluiten zoals aangegeven.
Voettekst voor fax instellen 1 Blader in het startscherm naar: > Faxinstellingen > Fax afdrukken > Voettekst fax 2 Raak Aan en vervolgens Accepteren aan. Faxinstellingen configureren U kunt de faxinstellingen configureren via het bedieningspaneel van de printer of de faxsoftware. Als u de faxinstellingen configureert met het bedieningspaneel van de printer, worden deze instellingen geïmporteerd met de faxsoftware. De volgende keer dat u de faxsoftware start, worden de wijzigingen weergegeven.
Locatie Handelingen Bellen en verzenden • Faxnummer en faxnaam instellen. • Belvolume aanpassen. • Kiesmethode, tijd voor opnieuw kiezen, aantal pogingen voor opnieuw kiezen, kiesvoorvoegsel en belvolume. Bepalen of de printer het originele document moet scannen voor of na het kiezen van het nummer van de ontvanger. Printer zo instellen dat het document wordt gescand voordat het nummer wordt gekozen zodat het document niet opnieuw hoeft worden gescand als het verzenden van de fax mislukt.
Klik op Help of om Help-informatie over de faxsoftware weer te geven. Een lijst met contactpersonen maken U kunt een lijst met contactpersonen maken met het adresboek op het bedieningspaneel van de printer of met het telefoonboek in de faxsoftware. Als u een lijst met contactpersonen maakt met het bedieningspaneel van de printer, worden de contactpersonen automatisch opgeslagen als snelkeuze-items in het telefoonboek.
3 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer >tabblad Faxen > Lijst met contactpersonen bewerken Het tabblad Contactpersonen van het Printerconfiguratieprogramma wordt geopend. 4 Klik op Selecteren uit telefoonboek > selecteer het telefoonboek. 5 Selecteer de contactpersoon die u wilt toevoegen en klik op Toevoegen aan de lijst of de lijst wijzigen om de contactpersoon toe te voegen.
Faxen verzenden Glasplaat Plaats documenten of foto's met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Gebruik het scannerclipjes wanneer u kleine materialen op de glasplaat plaatst. Tips voor het verzenden van faxen Voordat u een fax verzendt: • Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten op een werkende telefoon-, DSL- of VoIP-lijn. Als u een kiestoon hoort, werkt de lijn.
2 Raak Faxen aan. 3 De fax verzenden: Een fax naar één ontvanger verzenden: a Voer een faxnummer in of raak Adresboek of Geschiedenis aan om een contactpersoon te importeren. b Raak aan. Een fax naar meerdere ontvangers verzenden (groepsfax): a Raak Faxen naar meerdere aan en raak Een nummer toevoegen aan. b Voer een faxnummer in of raak Adresboek of Geschiedenis aan om een contactpersoon te importeren. Herhaal deze stap tot de nummers van alle ontvangers zijn ingevoerd.
3 Geef de naam en het nummer van de ontvanger op. 4 Klik op Faxen. Faxen ontvangen Tips voor het ontvangen van faxen Bij het ontvangen van faxen: • Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten op een werkende telefoon-, DSL- of VoIP-lijn. Als u een kiestoon hoort, werkt de lijn. • Als u de printer instelt op handmatig faxen ontvangen (Automatisch beantwoorden: Uit), moet u het beltoonvolume niet instellen op Uit.
Faxen handmatig ontvangen 1 Controleer of Automatisch beantwoorden is uitgeschakeld: a Blader in het startscherm naar: > Faxinstellingen > Bellen en antwoorden > Automatisch beantwoorden b Als Automatisch beantwoorden niet is uitgeschakeld, raakt u Uit en vervolgens Accepteren aan. 2 Als de telefoon overgaat en u hoort faxtonen wanneer u de telefoon opneemt, drukt u op op de printer of drukt u op *9* op de telefoon die is aangesloten op de printer.
Wat is een splitter en welk type splitter moet ik gebruiken? U kunt u een telefoonsplitter gebruiken als er in uw huis een beperkt aantal wandaansluitingen beschikbaar is of als de adapter een beperkt aantal poorten heeft. Een splitter splitst het telefoonsignaal waardoor u meerdere apparaten kunt aansluiten op de wandaansluiting. De splitter bevat twee of meer poorten waarop u de apparaten kunt aansluiten. Gebruik niet een lijnsplitter.
Als de printer zich op een aparte faxlijn bevindt, kunt u elk gewenst aantal belsignalen instellen voor de printer. Hoe kan ik het speciale belsignaal instellen voor de printer? Het is belangrijk om het juiste aantal belsignalen in te stellen als u bent geabonneerd op de functie Distinctive Ring Pattern Detection (DRPD) van telefoonbedrijven. U kunt met deze functie meerdere telefoonnummers op één telefoonlijn hebben.
Hoe kan ik het volume van de luidspreker op de printer aanpassen? Luister of u kiestoon hoort om na te gaan of de telefoonlijn werkt en controleer of alle kabels en apparaten goed zijn aangesloten op het telefoonnetwerk. Belvolume aanpassen Zorg ervoor dat het belvolume niet is ingesteld op Uit, vooral wanneer u een nummer kiest met de hoorn op de haak.
Hoe kan ik de resolutie wijzigen van de documenten die ik fax? De resolutie of faxkwaliteit van de documenten die u verzendt, kunnen van invloed zijn op de faxverzending. Het ontvangende faxapparaat ondersteunt mogelijk geen hoge resoluties, waardoor de fax mislukt. U kunt dit probleem oplossen door automatische faxconversie in te schakelen. Controleer of de originele documenten niet wazig zijn. Als uw kwaliteit van hoge kwaliteit niet wordt ontvangen, moet u een lagere kwaliteit selecteren.
Hoe weet ik of de fax correct is verzonden? U kunt de printer zo instellen dat er een bevestigingspagina, of verzendrapport, wordt afgedrukt wanneer u een fax verzendt. Dit rapport bevat de datum en tijd waarop de fax is verzonden. Als de fax niet correct is verzonden, bevat het rapport tevens de oorzaak van de fout.
3 Raak Accepteren aan. Hoe kan ik een fax doorsturen? Als u de optie inschakelt, worden alle ontvangen fax automatisch doorgestuurd tot u de optie uitschakelt. 1 Blader in het startscherm naar: > Faxinstellingen > Bellen en antwoorden > Fax doorsturen 2 Selecteer Doorsturen of Afdrukken en doorsturen en raak Accepteren aan. 3 Geef het nummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen en raak Accepteren aan.
Netwerk Printer installeren op een draadloos netwerk Compatibiliteit met draadloze netwerken De printer bevat een draadloze IEEE 802.11n-afdrukserver. De printer is compatibel met IEEE 802.11 b/g/n-routers die voldoen aan de Wi-Fi-norm. Ondersteunde netwerkbeveiligingsopties De printer ondersteunt drie draadloze beveiligingsopties: geen beveiliging, WEP en WPA/WPA2. Geen beveiliging Het wordt niet aanbevolen om geen beveiliging in te stellen op een thuisnetwerk.
Alle apparaten op het draadloze netwerk moeten hetzelfde WPA-wachtwoord gebruiken. WPA-beveiliging is alleen een optie voor infrastructuurnetwerken met toegangspunten (draadloze routers) en netwerkkaarten die WPA ondersteunen. De meeste nieuwere draadloze netwerkapparaten bieden ook WPA2-beveiliging als optie. Opmerking: Als uw netwerk WPA- of WPA2-beveiliging gebruikt, selecteert u WPA-Personal wanneer u wordt gevraagd het type beveiliging van uw netwerk te selecteren.
Printer installeren op een draadloos netwerk Voordat u de printer installeert op een draadloos netwerk, moet u het volgende controleren: • Uw draadloze netwerk is ingesteld en werkt correct. • De computer die u gebruikt, is aangesloten op hetzelfde draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren. Voor Windows-gebruikers 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer. Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, klikt u op het cd-pictogram op het bureaublad. 3 Dubbelklik op Installeer. 4 Selecteer De printer is al geconfigureerd. Ik installeer de printer op een nieuwe computer. 5 Klik op Doorgaan en volg de aanwijzingen op het scherm om een geconfigureerde printer te installeren op een nieuwe computer.
Printer toevoegen aan het draadloze netwerk 1 Volg de aanwijzingen om de printer in te stellen voor uw draadloze netwerk. Stop wanneer u wordt gevraagd een netwerk te selecteren. 2 Als de box over een knop voor koppeling/registratie beschikt op de achterkant, moet u op deze knop drukken voordat u een netwerk selecteert. Opmerking: nadat u op de knop hebt gedrukt, hebt u vijf minuten de tijd om de printerinstallatie te voltooien. 3 Ga nu verder met de aanwijzingen op het computerscherm.
Draadloze instellingen wijzigen na de installatie U wijzigt als volgt draadloze instellingen van de printer, zoals het geconfigureerde netwerk en de beveiligingssleutel: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer > tabblad Instellingen > Wireless Setup Utility 4 Volg de aanwijzingen op het scherm.
3 Volg de aanwijzingen voor het instellen van een draadloos ad-hocnetwerk. Tijdens de installatie: a Maak een netwerknaam of SSID voor het netwerk met de computer en de printer. b Schrijf de naam van uw draadloze netwerk op. Noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. c Open het lijst voor het beveiligingstype, selecteer WPA2-Personal of WEP en maak een WPA-wachtwoord of WEP-beveiligingssleutel. Het WPA-wachtwoord moet bestaan uit het volgende: • 8 tot 63 ASCII-tekens.
5 Klik op Eigenschappen > tab Draadloze netwerken. Opmerking: Als de tab Draadloze netwerken niet wordt weergegeven, is er software van derden op de computer geïnstalleerd waarmee de instellingen voor draadloze netwerken wordt beheerd. U moet deze software gebruiken om het draadloze ad-hocnetwerk in te stellen. Raadpleeg de documentatie bij deze software van derden voor meer informatie. 6 Schakel het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren in.
Windows 2000: • Raadpleeg de documentatie die bij uw draadloze netwerkadapter is geleverd voor meer informatie over het configureren van een ad-hocnetwerk met Windows 2000. Voor Macintosh-gebruikers 1 Geef de Aitport-instellingen als volgt weer: Mac OS X 10.5 of hoger Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Netwerk > AirPort Mac OS X 10.4 en eerder Blader in de Finder naar: Programma's > Internetverbinding > AirPort 2 Klik in het menu Netwerk of Netwerknaam op Maak netwerk aan.
Printer draadloos configureren met WPS (alleen Windows) Met Wi-Fi Protected Setup (WPS) kunt u eenvoudig computers of printers toevoegen aan uw draadloze netwerk om de SSID en het WPA-wachtwoord automatisch worden vastgesteld en geconfigureerd. 1 Controleer of het toegangspunt (draadloze router) WPS ondersteunt. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer en volg de aanwijzingen op het scherm.
Overschakelen naar een draadloze verbinding 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer. Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, klikt u op het cd-pictogram op het bureaublad. 3 Dubbelklik op Lexmark Extra's > Lexmark Configuratie-assistent. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm om de printer draadloos te configureren.
c Klik op Delen of Printereigenschappen. d Selecteer Deze printer delen of Gedeeld als op het tabblad Delen. e Geef de printer een herkenbare naam en klik op OK. 3 Zoek de printer vanaf de externe computer: Opmerking: de externe computer is de computer die niet is aangesloten op de printer. a Voer een van de volgende handelingen uit: 1 Klik op of op Start en klik op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK.
Veelgesteld vragen over netwerken Wat is Wi-Fi Protected Setup? Wi-Fi Protected Setup (WPS) is een eenvoudige en veilige configuratie waarmee u een draadloos thuisnetwerk kunt opzetten en netwerkbeveiliging kunt inschakelen zonder kennis van de Wi-Fi-technologie. Het is niet langer nodig om voor netwerkapparaten de netwerknaam (SSID) en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord te configureren. Opmerking: WPS ondersteunt alleen netwerken die communiceren via toegangspunten (draadloze routers).
Opmerkingen: – raadpleeg de documentatie van het toegangspunt of neem contact op met de systeembeheerder als u niet weet wat het IP-adres van het toegangspunt is. – Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het toegangspunt op wanneer daarom wordt gevraagd. Opmerking: De WEP-sleutel en het WPA-wachtwoord zijn niet hetzelfde als het wachtwoord voor het draadloze toegangspunt.
• Controleer het wachtwoord dat u gebruikt om toegang te krijgen tot uw draadloze netwerk. Als u geen wachtwoord gebruikt, kiest u Geen beveiliging. Tekens Beveiligingstype Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. WEP of Exact 5 of 13 ASCII-tekens. Exact 64 hexadecimale tekens. WPA of WPA2 of 8 tot 63 ASCII-tekens. Opmerkingen: – Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. – ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven.
• Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of een kabelmodem. Scenario 2: Draadloos netwerk met toegang tot internet • Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt of draadloze router. • Het draadloze toegangspunt verbindt het netwerk met internet via een DSL- of een kabelmodem. Scenario 3: Draadloos netwerk zonder toegang tot internet • Computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een draadloos toegangspunt.
Scenario 4: Computer draadloos verbonden met een printer zonder toegang tot internet • Een computer is rechtstreeks aangesloten op een printer en wordt niet via een draadloze router geleid. • Deze configuratie word een ad-hocnetwerk genoemd. • Het netwerk heeft geen verbinding met internet. Opmerking: De meeste computers kunnen niet met meerdere draadloze netwerken tegelijk verbinding maken.
2 Sluit de smalle, vierkante stekker aan op de achterkant van de printer. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Wat is het verschil tussen infrastructuur- en ad-hocnetwerken? Er zijn twee soorten draadloze netwerken: infrastructuur en ad-hoc. In de infrastructuurmodus communiceren alle apparaten op een draadloos netwerk met elkaar via een toegangspunt (draadloze router).
Signaalsterkte bepalen Aan de signaalsterkte kunt u zien hoe krachtig het draadloze signaal is dat de computer of printer ontvangt van het draadloze netwerk. Een zwak signaal heeft mogelijk invloed op de verbinding tijdens de configuratie. Controleer de verbinding van de computer 1 Klik in het systeemvak van de computer op de pictogram van de software waarmee de draadloze netwerkadapter wordt beheerd. 2 Controleer de kwaliteit van het signaal.
VERWIJDER OBJECTEN DIE TUSSEN HET TOEGANGSPUNT EN DE PRINTER GEPLAATST ZIJN Het draadloze signaal van uw toegangspunt kan door de meeste objecten heen worden verzonden. De meeste muren, vloeren, meubels en andere objecten blokkeren het draadloze signaal niet. Er zijn echter objecten waar het signaal niet doorheen kan worden verzonden, zoals objecten met metaal en beton. Plaats de printer en het toegangspunt zo dat het signaal niet wordt geblokkeerd door dergelijke objecten.
c Klik op OK. d Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. e Noteer de SSID. Opmerking: noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. 2 Zoek de SSID op van het netwerk waarmee de printer is verbonden: a Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. b Zoek in het gedeelte Draadloos naar SSID. 3 Vergelijk de SSID van de computer met de SSID van de printer. Als de SSID's gelijk zijn, zitten de computer en de printer op hetzelfde draadloze netwerk.
Opmerkingen: • noteer de netwerkgegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. • Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken. Kan ik mijn printer tegelijkertijd via een USB- en een netwerkverbinding gebruiken? Ja, de printer ondersteunt USB- en netwerkverbindingen die tegelijkertijd zijn aangesloten. De printer kan als volgt geconfigureerd worden: • Lokaal aangesloten (aangesloten op de computer met een USB-kabel).
Het label met het MAC-adres vindt u aan de binnenkant van de printer. Het MAC-adres van de interne afdrukserver bestaat uit een reeks letters en cijfers. Opmerkingen: • Een lijst met MAC-adressen kan worden ingesteld op een toegangspunt (draadloze router) zodat alleen apparaten met de juiste MAC-adressen het netwerk kunnen gebruiken. Dit wordt filteren op MAC-adres genoemd.
Aangezien computers geen woorden begrijpen en in plaats daarvan getallen gebruiken om te communiceren, is voor TCP/IP vereist dat elk apparaat op een netwerk dat TCP/IP gebruikt voor communicatie een IP-adres heeft. IPadressen zijn unieke computernamen met een numerieke indeling die worden gebruikt om gegevens te verzenden via een netwerk. Met IP-adressen kan TCP/IP verzoeken bevestigen voor het aanvragen en ontvangen van gegevens door verschillende apparaten in het netwerk.
Selecteer dezelfde sleutelindex op de printer als de sleutelindex die u gebruikt voor het toegangspunt.
SmartSolutions gebruiken Wat is SmartSolutions? SmartSolutions is een verzameling oplossingen die u kunt maken, aanpassen en downloaden van de SmartSolutionswebsite (http://smartsolutions.lexmark.com) naar de printer. Hiermee kunt u aangepaste oplossingen maken waarmee u veelgebruikte kopieer-, scan- en afdruktaken kunt met één druk op een knop kunt uitvoeren. Met SmartSolutions kunt u ook RSS-feeds, Google Agenda, nieuwsberichten, online fotoalbums en meer weergeven op het bedieningspaneel van de printer.
Oplossing Beschrijving Google Agenda* Uw persoonlijke Google-agenda weergeven met de mogelijkheid om uw dagelijkse planning of gebeurtenissen af te drukken. MobileMe-foto's* Foto's op websites, zoals MobileMe, Photobucket en Picasa, weergeven met de mogelijkheid om de geselecteerde foto af te drukken of een e-mail te verzenden met een koppeling naar de foto.
Printeroplossingen maken en aanpassen Controleer het volgende voor u begint: • De printer en computer zijn verbonden met internet via een draadloze of Ethernet-verbinding. • Uw printer is ingeschakeld. 1 Open de SmartSolutions-website: Printersoftware gebruiken a Open de programmamap van de printer: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start. 2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
Printer onderhouden Inktcartridges onderhouden Als de printer is aangesloten op een stopcontact, kunt u naast de volgende printertaken ook elke week een automatische onderhoudscyclus uitvoeren. Hiervoor wordt de spaarstand tijdelijk uitgeschakeld of wordt de printer ingeschakeld als deze is uitgeschakeld. Inktvoorraden controleren Bedieningspaneel van de printer gebruiken Raak in het startscherm aan. De afbeelding voor inktvoorraden wordt weergegeven op de display.
Printersoftware gebruiken (alleen Windows) 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Klik op of Start. 3 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 4 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer > tabblad Onderhoud > Cartridges uitlijnen 5 Volg de aanwijzingen op het scherm. Als u de cartridges hebt uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te verbeteren, drukt u het document nogmaals af.
Buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en dat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact is getrokken. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: als u de buitenkant van de printer reinigt, moet u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken en alle kabels losmaken van de printer voordat u doorgaat om elektrische schokken te voorkomen. 2 Verwijder alle papier uit de printer. 3 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
Problemen oplossen Voor u problemen gaat oplossen Gebruik deze controlelijst om de meeste printerproblemen op te lossen: • Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een geaard stopcontact. • Controleer of de printer is ingeschakeld. • Controleer of de printer stevig is aangesloten op de hostcomputer, afdrukserver of een ander netwerktoegangspunt. • • • • Controleer de printer op foutberichten en los eventuele problemen op.
Installatieproblemen oplossen • • • • • • • • “Onjuiste taal wordt weergegeven op de display” op pagina 135 “Printerkopfouten” op pagina 135 “Software is niet geïnstalleerd” op pagina 136 “Afdruktaak wordt niet afgedrukt of er ontbreken pagina's” op pagina 138 “Printer drukt lege pagina's af” op pagina 140 “Printer is bezet of reageert niet” op pagina 141 “Kan geen documenten verwijderen uit de printerwachtrij” op pagina 142 “Kan niet afdrukken via USB” op pagina 142 Onjuiste taal wordt weergegeven op de
2 Trek de ontgrendelingshendel naar voren en verwijder de printerkop uit de printer. 3 Veeg de contactpunten van de printerkop schoon met een schone, pluisvrije doek. Let op—Kans op beschadiging: raak de spuitopeningen van de printerkop niet aan. 4 Plaats de printerkop terug in de printer en druk op de hendel tot deze vastklikt. 5 Sluit de toegangsklep van de printerkop en de voorklep van de printer.
CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. De USB-poort wordt aangegeven met . Opmerking: Als de problemen zich blijven voordoen, probeert u een andere USB-poort van de computer.
4 Druk op de hendel van de netvoeding. 5 Verwijder de netvoeding uit de printer en plaats de voeding weer terug tot deze vastklikt. 6 Plaats de afdekklep van de netvoeding terug. 7 Sluit het netsnoer weer aan op de voeding en steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact. 8 Zet de printer aan.
3 Sluit de voorklep. SELECTEER DE PRINTER IN HET AFDRUKDIALOOGVENSTER VOORDAT U DE AFDRUKTAAK VERZENDT Opmerking: deze oplossing is alleen van toepassing op Macintosh-gebruikers. 1 Open een document en kies Archief > Druk af. 2 Kies de printer in het voorgrondmenu met printers en klik op Druk af. Als de printer niet wordt weergegeven in de lijst, kiest u Voeg printer toe. Selecteer de printer in de lijst op het tabblad Standaard en klik op Voeg toe.
3 Sluit het netsnoer na een minuut weer aan op de netvoeding. 4 Zet de printer aan. MAAK DE USB-KABEL LOS VAN DE PRINTER EN SLUIT DEZE WEER AAN CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Als de kabel is beschadigd, moet u een nieuwe aanschaffen. 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
3 Blader in het startscherm naar: > Meer opties > Printerkop diep reinigen Er wordt een reinigingspagina afgedrukt. 4 Ga naar: > Meer opties > Printer uitlijnen Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt. Opmerking: verwijder de uitlijningspagina pas uit de printer als deze volledig is afgedrukt.
3 Sluit het netsnoer na een minuut weer aan op de netvoeding. 4 Zet de printer aan. Kan geen documenten verwijderen uit de printerwachtrij Als er taken zijn vastgelopen in de afdrukwachtrij en u kunt deze niet verwijderen om andere taken uit te voeren, communiceren de computer en printer mogelijk niet.
Raadpleeg de documentatie bij de computer voor meer informatie. VERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen • “Er is papier vastgelopen in de printer” op pagina 143 • “Papier is vastgelopen in de duplexeenheid” op pagina 144 • “Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd” op pagina 146 Er is papier vastgelopen in de printer Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar.
Open eerst de voorklep als u de toegangsklep van de printerkop wilt controleren. 3 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert. 4 Plaats zo nodig de papiersteun terug of sluit de toegangsklep van de printerkop en sluit vervolgens de voorklep. 5 Druk op om de printer weer aan te zetten. Papier is vastgelopen in de duplexeenheid Opmerking: De onderdelen in de printer zijn kwetsbaar.
1 Druk op de knop op de duplexeenheid en trek de duplexeenheid naar buiten. LET OP—KANS OP LETSEL: Het gedeelte achter de duplexklep bevat uitstekende ribben die onderdeel zijn van de papierbaan. Wees voorzichtig wanneer u in dit gedeelte vastgelopen papier verwijdert om letsel te voorkomen. 2 Pak het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat u het papier niet scheurt wanneer u het verwijdert. 3 Plaats de duplexeenheid terug in de printer. 4 Raak OK aan.
Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen wanneer papier of speciaal papier verkeerd, scheef of met meerdere vellen tegelijk wordt ingevoerd, of vellen aan elkaar vastkleven. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE STAAT VAN HET PAPIER Gebruik alleen nieuw en ongekreukeld papier. CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET PAPIER • Plaats een kleinere hoeveelheid papier in de printer.
SCHAKEL DE FUNCTIE VOOR AFDRUKKEN ZONDER RAND IN Voor Windows-gebruikers: 1 Open de gewenste foto en klik op Bestand > Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Ga naar: Tabblad Printinstelling > gedeelte Papieropties > selecteer Zonder rand Voor Macintosh-gebruikers: 1 Open de foto en klik op Archief > Pagina-instelling. 2 Selecteer de printer in het voorgrondmenu Stel in voor. 3 Kies in het voorgrondmenu Papierformaat een formaat met een naam waar (Zonder randen) in voorkomt.
Lage afdruksnelheid Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: SELECTEER EEN LAGERE AFDRUKKWALITEIT IN DE PRINTERSOFTWARE SELECTEER HANDMATIG EEN PAPIERSOORT DIE OVEREENKOMT MET HET PAPIER DAT U GEBRUIKT VERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW VERHOOG DE VERWERKINGSSNELHEID VAN DE COMPUTER • Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt.
Problemen met kopiëren en scannen oplossen • • • • • • • “Kopieerapparaat of scanner reageert niet” op pagina 149 “Scannereenheid sluit niet” op pagina 149 “Kwaliteit van gekopieerde of gescande afbeelding is slecht” op pagina 149 “Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gekopieerd of gescand” op pagina 150 “Scan is mislukt” op pagina 150 “Scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen” op pagina 151 “Kan niet scannen naar een computer via een netwerk” op pagina 151 Kopieerap
Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gekopieerd of gescand Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: CONTROLEER OF DE FOTO OF HET DOCUMENT MET DE BEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN EN IN DE HOEK MET DE PLAATSINGSAANDUIDING VAN DE GLASPLAAT IS GEPLAATST SELECTEER EEN PAPIERFORMAAT DAT OVEREENKOMST MET HET PAPIER IN DE PRINTER DE INSTELLING ORIGINEEL MOET OVEREENKOMEN MET HET FORMAAT VAN HET ORIGINEL
ZORG ERVOOR DAT DE OPTIE VOOR NETWERKSCANNEN NAAR EEN COMPUTER INSCHAKELEN IS INGESCHAKELD OP HET TABBLAD ALGEMEEN VAN HET SCAN CENTER (ALLEEN MACINTOSH) Opmerkingen: • Deze optie is alleen beschikbaar in Mac OS X 10.6. • Zorg dat Scan Center de actieve toepassing is als u meerdere toepassingen hebt geopend. Anders wordt niet de juiste menubalk weergegeven.
E-mailproblemen oplossen • “Kan geen e-mail verzenden” op pagina 152 • “Kan geen bestanden bijvoegen” op pagina 152 Kan geen e-mail verzenden CONTROLEER DE CONFIGURATIE-INSTELLINGEN VOOR E-MAIL Controleer of u de juiste e-mailinstellingen hebt opgegeven en een SMTP-server hebt geconfigureerd. CONTROLEER DE NETWERKVERBINDING Controleer of de printer is aangesloten op een draadloos of Ethernet-netwerk. Uw netwerk moet verbonden zijn met internet zodat de printer kan communiceren met de SMTP-server.
Controlelijst voor problemen met faxen oplossen Als u problemen ondervindt met het verzenden en ontvangen van faxen, controleert u eerst de verbinding: 1 Sluit een analoge telefoon aan op de wandaansluiting voor telefoons, het DSL-filter, het VoIP-apparaat of de kabelmodem waarop u de printer hebt aangesloten en controleer of u een kiestoon hoort. Zorg dat u de telefoon aansluit op dezelfde poort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met uw telefoonaanbieder.
VERLAAG DE VERZENDSNELHEID VAN DE FAXMODEM De modem van de printer kan gegevens verzenden met 33.600 bps. Dit is de maximale snelheid waarmee de printer faxen kan verzenden en ontvangen. Het is echter niet nodig om de modem in te stellen op de snelste mogelijkheid voor gegevensoverdracht. De snelheid van de modem van het ontvangende faxapparaat moet gelijk zijn aan of groter dan de snelheid waarmee u de fax verzendt. Anders wordt uw fax niet ontvangen.
CONTROLEER OF DE INSTELLING KIESVOORVOEGSEL CORRECT IS Het kiesvoorvoegsel is het nummer of de serie nummers die u moet indrukken voordat u het werkelijke faxnummer of telefoonnummer kunt kiezen. Als de printer wordt gebruikt in een kantoor of PBX (private branch exchange) kan dit een bepaald nummer zijn dat u moet invoeren voordat u een oproep buiten het kantoor kunt voeren. Controleer of het kiesvoorvoegsel dat is ingesteld op de printer correct is voor uw netwerk.
CONTROLEER OF U DE JUISTE HANDMATIGE ANTWOORDCODE HEBT GESELECTEERD Als u de printer instelt op het handmatig ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Uit), moet u de juiste code invoeren wanneer een fax binnenkomt zodat de printer de fax kan ontvangen. 1 Blader in het startscherm naar: > Faxinstellingen > Bellen en antwoorden > Handmatige antwoordcode 2 Kopieer de handmatige antwoordcode die wordt weergegeven op het aanraakscherm.
Foutberichten voor faxen op het bedieningspaneel van de printer Foutbericht: Betekenis Mogelijke oplossingen Fout met externe fax Het ontvangende faxapparaat kan de fax niet ontvangen. De fout aan de ontvangende zijde kan verschillende oorzaken hebben. • Verzend de fax opnieuw. Mogelijk is de kwaliteit van de verbinding niet optimaal. • Verlaag de verzendsnelheid van de faxmodus • Registreer uw gebruikersgegevens.
Foutbericht: Betekenis Fout met faxmodem De faxmodem van de printer is Schakel de printer uit, schakel deze weer wellicht bezet of er zijn fouten in en verzend de fax opnieuw. opgetreden op de faxmodem bij de verzending. De telefoonlijn is aangesloten op de onjuiste aansluiting op de achterzijde van het apparaat. De telefoonkabel is aangesloten op Sluit de telefoonkabel aan op de -poort de verkeerde poort op de achterop de achterzijde van de printer. zijde van de printer.
Foutbericht: Betekenis Mogelijke oplossingen Geen antwoord Automatisch beantwoorden is mogelijk uitgeschakeld op het ontvangende faxapparaat. • Controleer het nummer en verzend de fax opnieuw. • Stel de printer in op opnieuw kiezen. Opmerking: Afhankelijk van uw land of regio is er mogelijk een limiet voor het aantal pogingen voor opnieuw kiezen, ongeacht de instellingen voor opnieuw kiezen die op de printer zijn ingesteld. • Plan om de fax later nogmaals te verzenden.
Er gebeurt niets wanneer de geheugenkaart is geplaatst Als u met de Controlelijst voor problemen met geheugenkaarten oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: VERWIJDER DE GEHEUGENKAART UIT DE PRINTER EN PLAATS DE KAART TERUG IN DE PRINTER De geheugenkaart is mogelijk te langzaam geplaatst. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze vervolgens snel weer terug. CONTROLEER DE USB-AANSLUITING 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd.
Foto's worden niet overgedragen van een geheugenkaart via een draadloos netwerk Als u met de Controlelijst voor problemen met geheugenkaarten oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de volgende oplossingen controleren: ZORG ERVOOR DAT DE PRINTER EN DE DOELCOMPUTER ZIJN AANGESLOTEN EN ZIJN INGESCHAKELD ZORG ERVOOR DAT LEZEN VAN EEN OPSLAGAPPARAAT VIA HET NETWERK VANAF DE PRINTER IS INGESCHAKELD IN HET DIALOOGVENSTER VOORKEUREN VAN NETWERKKAARTLEZER (ALLEEN MACINTOSH) Opmerkingen: • Deze op
Controlelijst voor problemen met draadloze netwerken oplossen Controleer het volgende voordat u begint met het oplossen van problemen met de draadloze printer: • De printer, computer en het toegangspunt (draadloze router) zijn aangesloten en ingeschakeld. • Het draadloze netwerk werkt correct. Probeer toegang te krijgen tot andere computers op uw draadloze netwerk. Probeer verbinding te maken met internet via de draadloze verbinding als uw netwerk een internetverbinding heeft. • Uw SSID is juist.
Kan niet afdrukken met draadloze netwerkprinter Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of wanneer de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren.
VERPLAATS HET TOEGANGSPUNT ZODAT HET ZICH NIET IN DE BUURT VAN ANDERE ELEKTRONISCHE APPARATEN BEVINDT Er kan een tijdelijke storing worden veroorzaakt door andere elektronische apparatuur, zoals magnetrons of andere apparaten, draadloze telefoons, babyfoons en camera's van beveiligingssystemen. Controleer of het toegangspunt niet te dicht bij deze apparaten is geplaatst.
4 Typ ipconfig en druk op Enter. Controleer als volgt het gedeelte Draadloze netwerkverbinding: • Het item 'Default Gateway' geeft gewoonlijk het toegangspunt aan. • Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 192.168.2.134. b c d e Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het toegangspunt als u hierom wordt gevraagd. Klik op OK. Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. Noteer de SSID.
3 Zoek in het gedeelte met de draadloze instellingen naar SSID. 4 Noteer de SSID, het beveiligingstype en de WEP-sleutel/het WPA-wachtwoord (indien weergegeven). Opmerkingen: • noteer de netwerkgegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. • Bewaar de SSID en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
SLUIT DE NETVOEDING OPNIEUW AAN 1 Schakel de printer uit. Opmerking: Controleer of de printer zich niet in de spaarstand bevindt Houd de printer uit te schakelen. drie seconden ingedrukt om 2 Trek het netsnoer uit netvoeding. 3 Sluit het netsnoer na een minuut weer aan op de netvoeding. 4 Zet de printer aan. VOER HET INSTALLATIEPROGRAMMA OPNIEUW UIT 1 Sluit het installatieprogramma. 2 Verwijder de cd uit de computer en start de computer opnieuw op.
CONTROLEER OF DE COMPUTER USB-ACTIVITEIT OP DE USB-POORT AANGEEFT Open Apparaatbeheer en controleer of er activiteit plaatsvindt als een USB-apparaat wordt aangesloten op een USB-poort: 1 Klik op of op Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ devmgmt.msc in het vak Zoekopdracht of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. 4 Controleer het venster Apparaatbeheer terwijl u een USB-kabel of een ander apparaat aansluit op de USBpoort.
3 Druk op Enter of klik op OK. 4 Klik met de rechtermuisknop op de nieuwe printer en kies Printer online gebruiken in het menu. 5 Sluit het venster Printers of Printers en faxapparaten en probeer opnieuw af te drukken. SELECTEER DE DRAADLOZE PRINTER U moet wellicht de draadloze printer selecteren op uw computer om de printer draadloos te kunnen gebruiken. 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK.
Wi-Fi-aanduiding geeft tijdens installatie een beperkte verbinding aan Als de Wi-Fi-aanduiding aangeeft tijdens de installatie, duidt dit erop dat de printer is geconfigureerd voor gebruik op een draadloos netwerk maar geen verbinding kan maken met het netwerk waarvoor de printer is geconfigureerd. De printer kan wellicht geen verbinding maken met het netwerk vanwege een storing, de afstand tot het toegangspunt (draadloze router) of omdat de instellingen zijn gewijzigd.
MAC-ADRES CONTROLEREN Als op het netwerk een filter voor MAC-adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de printer opnemen in de filterlijst voor MAC-adressen. U kunt de printer dan gebruiken op het netwerk. Zie “Hoe vind ik het MACadres?” op pagina 124 voor meer informatie. PING HET TOEGANGSPUNT OM TE CONTROLEREN OF HET NETWERK FUNCTIONEERT Voor Windows-gebruikers 1 Zoek het IP-adres van het toegangspunt op. a Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren.
Opmerkingen: • Geel betekent dat de poort actief is, maar niet aangesloten. • Rood betekent dat de poort niet is ingesteld. 2 Zoek het IP-adres van het toegangspunt op: a Ga in het Apple-menu naar: Over deze Mac > Meer info b Selecteer Netwerk in het deelvenster Inhoud. c Selecteer AirPort in de lijst Actieve voorzieningen. De gegevens van de AirPort-verbinding worden weergegeven in het onderste deelvenster. d Noteer de gegevens bij het item Router. Het item Router geeft gewoonlijk het toegangspunt aan.
Als de printer niet reageert, wordt 'Time-out bij opdracht.' weergegeven. • De computer is wellicht niet verbonden met het netwerk. • U moet mogelijk de instellingen voor de printer wijzigen. Voer het hulpprogramma voor draadloze configuratie opnieuw uit. Voor Macintosh-gebruikers 1 Zoek het IP-adres van printer op. a Druk vanaf de printer een netwerkconfiguratiepagina af. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie. b Zoek naar Adres in het gedeelte TCP/IP.
3 Ga naar: Printerstartpagina > selecteer de printer > tabblad Instellingen > Wireless Setup Utility Opmerking: als onderdeel van de configuratieprocedure wordt u mogelijk gevraagd om de printer opnieuw aan te sluiten op de computer met de installatiekabel. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm. Voor Macintosh-gebruikers 1 Blader in de Finder naar: Programma's > selecteer de printermap 2 Dubbelklik op Assistent voor draadloze configuratie. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als u WPA- of WPA2-beveiliging gebruikt Voor een geldig WPA-wachtwoord geldt het volgende: • Exact 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9. of • 8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden weergegeven. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig. Als uw netwerk niet is beveiligd, hebt u geen beveiligingssleutel.
Als dit bericht wordt weergegeven nadat er voldoende tijd is verstreken voor het herstellen van de netwerkverbinding voor de printer en de laptop, is er wellicht een probleem met het draadloze netwerk. Controleer of er IP-adressen zijn toegewezen aan de laptop en de printer: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ cmd in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. 4 Typ ipconfig en druk op Enter.
CONTROLEER OF DE DRAADLOZE POORT IS GESELECTEERD Opmerking: deze oplossing is alleen van toepassing op Windows-gebruikers 1 Klik op of Start en vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ control printers in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren. 3 Druk op Enter of klik op OK. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen of Printereigenschappen in het menu. 5 Klik op de tab Poorten. 6 Zoek de geselecteerde poort op.
Problemen met onderbrekingen in de draadloze communicatie oplossen Mogelijk valt het u op dat de printer een korte periode werkt en vervolgens stopt met werken, hoewel er schijnbaar niets is gewijzigd op het draadloze netwerk. Er zijn veel oorzaken waardoor de netwerkcommunicatie kan worden onderbroken en soms treden er meerdere problemen tegelijk op.
WIJZIG HET KANAAL DAT WORDT GEBRUIKT DOOR HET TOEGANGSPUNT Soms kunt u interferentie door onbekende bronnen opheffen door het kanaal te wijzigen dat het toegangspunt gebruikt om uit te zenden. Een router beschikt over drie aparte kanalen. Raadpleeg de documentatie bij de router om vast te stellen welke kanalen van toepassing zijn. Andere kanalen zijn optioneel en overlappen met deze drie kanalen.
GA NA OF ER BEKENDE PROBLEMEN MET HET TOEGANGSPUNT ZIJN Voor sommige draadloze routers bevat de documentatie informatie over fouten die zijn vastgesteld en opgelost door de fabrikant. Ga naar de website van de fabrikant van de router. Controleer of er firmware-updates en andere informatie van de fabrikant beschikbaar zijn. Raadpleeg de documentatie bij de draadloze router als u niet weet hoe u de website van de fabrikant kunt bereiken.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark S800 Series Apparaattype: 4310 Model(len): VW1, VW2, VW3 Uitgavebericht september 2010 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC., LEVERT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Handelsmerken Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Mac en het Mac-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
AEEA-richtlijn (Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling. Kennisgeving voor batterijen Dit product bevat materiaal met perchloraat.
Temperatuurinformatie Omgevingstemperatuur 15 tot 32 C Verzend- en opslagtemperatuur -40 tot 60 C, 1 tot 60 C Stroomverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product.
Totaal energieverbruik Het is soms handig om het totale energieverbruik van het product te berekenen. Aangezien het stroomverbruik wordt aangegeven in watt, moet het stroomverbruik worden vermenigvuldigd met de tijd dat elke stand actief is op het product. Zo kunt u het energieverbruik berekenen. Het totale energieverbruik van het product is de som van het energieverbruik voor alle standen.
Blootstelling aan hoogfrequentie-energie De hoeveelheid hoogfrequentie-energie die door dit draadloze apparaat wordt uitgestraald, ligt ver onder de limieten voor hoogfrequentie-energie die zijn vastgesteld door de FCC en andere regelgevende instanties. Er moet minimaal 20 cm (8 inch) ruimte tussen de antenne en eventuele personen zijn om te voldoen aan de vereisten voor hoogfrequentie-energie van de FCC en andere regelgevende instanties.
Deutsch Hiermit erklärt Lexmark International, Inc., dass sich das Gerät dieses Gerät in Übereinstimmung mit den grundlegenden Anforderungen und den übrigen einschlägigen Bestimmungen der Richtlinie 1999/5/EG befindet. Ελληνική ΜΕ ΤΗΝ ΠΑΡΟΥΣΑ Η LEXMARK INTERNATIONAL, INC. ΔΗΛΩΝΕΙ ΟΤΙ ΑΥΤΟ ΤΟ ΠΡΟΪΟΝ ΣΥΜΜΟΡΦΩΝΕΤΑΙ ΠΡΟΣ ΤΙΣ ΟΥΣΙΩΔΕΙΣ ΑΠΑΙΤΗΣΕΙΣ ΚΑΙ ΤΙΣ ΛΟΙΠΕΣ ΣΧΕΤΙΚΕΣ ΔΙΑΤΑΞΕΙΣ ΤΗΣ ΟΔΗΓΙΑΣ 1999/5/ΕΚ. English Hereby, Lexmark International, Inc.
Dit product mag worden gebruikt in de landen die in de onderstaande tabel zijn weergegeven.
leesbare instructies, geluids-/beeldinhoud (zoals afbeeldingen en opnamen) en bijbehorende materialen, afgedrukte materialen en elektronische documentatie, of deze nu is geïntegreerd in of gedistribueerd met uw Lexmark product, voor het gebruik van dit Lexmark product. 1 BEPERKTE SOFTWAREGARANTIE. Lexmark garandeert dat de media (b.v. een diskette of cd) waarop de Software (indien van toepassing) wordt geleverd, vrij is van materiaal- en fabricagefouten bij normaal gebruik tijdens de garantieperiode.
4 WETTEN IN STATEN (V.S). Deze beperkte Softwaregarantie geeft u specifieke wettelijke rechten. Mogelijk beschikt u ook over andere rechten die per rechtsgebied kunnen verschillen. In sommige staten is een beperking op de duur van impliciete garantie of de uitsluiting of beperking van aansprakelijkheid voor incidentele of gevolgschade niet toegestaan. Het is dus mogelijk dat de beperkingen of uitsluitingen hiervoor voor u niet van toepassing zijn. 5 LICENTIEVERLENING.
10 TERMIJN. Deze Licentieovereenkomst blijft van kracht totdat deze wordt beëindigd of afgewezen. U kunt deze licentie te allen tijde afwijzen of beëindigen door alle exemplaren van de Software te vernietigen, samen met alle wijzigingen, documentatie en alle vormen van samengevoegde versies of op de in deze overeenkomst omschreven manier. Lexmark kan uw licentie na kennisgeving beëindigen als u de voorwaarden van deze Licentieovereenkomst niet naleeft.
maar niet beperkt tot de modellen X4975 en X7675). De overeenkomst is echter wel van toepassing op vervangende cartridges die worden verkocht onder deze voorwaarden en bepalingen. U kunt vervangende cartridges zonder deze voorwaarden aanschaffen op www.lexmark.com. KENNISGEVINGEN OVER MICROSOFT CORPORATION Dit product is gebaseerd op Microsoft Print Schema-technologie. Op http://go.microsoft.
Index A aangepast papierformaat afdrukken op 46 aanpassen, beltoon- en kiesvolume 99 aanpassen, luidsprekervolume 99 aanpassen, printeroplossingen 130 aanraakscherm bladeren 20 reinigen 133 ad-hoc SSID 108 WEP 108 ad-hocnetwerk 120 ad-hocnetwerk, draadloos maken met Macintosh 108 maken met Windows 108 printer toevoegen 111 Adresboek instellen 89, 91 Adresboek, e-mail instellen 72 afbeelding herhalen 60 afbeelding verkleinen 59 afdekklep van fax locatie 11 afdekklep van netvoeding locatie 12 afdrukken aangep
configureren e-mailinstellingen 71 faxinstellingen 90 IP-adres 107 contactpersonen, lijst instellen 91 contactpersonenlijst, e-mail instellen 72, 73 maken 73 controlelijst geheugenkaart, problemen oplossen 159 problemen met faxen oplossen 153 voor u problemen gaat oplossen 134 controleren, kiestoon 98 controlevel gebruiken 51 D delen, printer in Windows 113 Digital Subscriber Line (DSL) fax instellen 81 digitale telefoondienst fax instellen 83 dikke materialen plaatsen op de glasplaat 35 documenten afdrukk
extra computers installeren, draadloze printer 105 extra zwaar, mat papier 31 F fabrieksinstellingen herstellen 22 fax afdrukken instellen 89 fax blokkeren instellen 89 fax instellen digitale telefoondienst 83 DSL-verbinding 81 land- of regiospecifieke installatie 84 standaardtelefoonverbinding 77 VoIP 82 fax, foutberichten De telefoonlijn is aangesloten op de onjuiste aansluiting op de achterzijde van het apparaat 158 Digitale lijn gevonden 158 Fatale fout met fax 157 Faxmodus niet ondersteund 157 Fout me
geluidsemissie, niveaus 182 geplande fax verzenden 100 glasplaat locatie 10 reinigen 133 groepsfax, verzenden direct 93 Groepskeuze instellen 91 H herstellen standaardfabrieksinstellingen van interne, draadloze afdrukserver 162 hervatten afdruktaak 55 hoorn op haak, faxen 100 I identiteitskaarten kopiëren 58 indexkaarten 32 informatie zoeken 8 informatieve oplossingen 128 infrastructuurnetwerk 120 inkt besparen 7 inktcartridges bestellen 13 van Lexmark gebruiken 13 vervangen 14 inktcartridges, toegang loc
kopiëren, problemen oplossen scannereenheid sluit niet 149 kwaliteit van gescande afbeelding is slecht 149 L lage afdruksnelheid 148 lijnfilter 81 LINE-poort locatie 11 LiveBox 106 luidsprekervolume aanpassen 99 M MAC-adres 124 zoeken 124 MAC-adres, filteren 124 Macintosh draadloos 112 printer installeren op een draadloos netwerk 105 USB 112 Macintosh-printersoftware gebruiken 25 maximale verzendsnelheid instellen 89 Meer informatie 128 meerdere WEP-sleutels 126 minimale systeemvereisten 23 mislukte faxen
plaatsen, papier 30 plaatsingsaanduiding locatie 10 pogingen voor opnieuw kiezen instellen 89 printer delen 113 delen in Windows 113 toevoegen aan SmartSolutions 130 printer delen 114 printer drukt lege pagina's af 140 printer drukt niet af draadloos 168 printer drukt niet draadloos af 168 printer installeren op draadloos netwerk (Macintosh) 105 op draadloos netwerk (Windows) 105 printer reageert niet 141 printer, bedieningspaneel knoppen en pictogrammen 17 locatie 10 reinigen 133 printer, instellen als sta
S scan is mislukt 150 scankwaliteit verbeteren 69 scannen documenten scannen om deze te bewerken 66 documenten voor e-mailen 67 foto's scannen om deze te bewerken 65 in zwart-wit 69 kwaliteit verbeteren 69 met het aanraakscherm 63 naar een computer 63 naar een flashstation 64 naar een geheugenkaart 64 PDF maken van een scan 68 pincode 69 tips 63 via een netwerk 63 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen 151 scannerclipje locatie 10 scannereenheid sluit niet 149 scannerklep locati
Voice over Internet Protocol (VoIP) fax instellen 82 voicemail instellen 77 voicemail, faxinstellingen 99 VoIP-adapter 82 volume, aanpassen bel- en kiestoon 99 luidspreker 99 voorklep locatie 11 voorvoegsel 97 VPN verbinding met printer verbroken 177 W wachtwoord 116 Webkoppelingen gebruiken 25 website zoeken 8 wenskaarten 32 WEP 103 ad-hoc 108 WEP-sleutel sleutelindex 126 zoeken 115 Wi-Fi-aanduiding beschrijving van pictogrammen 106 Wi-Fi-aanduiding brandt groen printer drukt niet af 168 Wi-Fi-aanduiding