Operation Manual
Onderdeel Functie
10
Voorklep Toegang krijgen tot de inktcartridges.
11 Papieruitvoerlade Het papier opvangen dat wordt uitgevoerd.
Onderdeel Functie
1 Label voor klantenondersteuning Bevat het modelnummer van de printer, het telefoonnummer voor klantenon-
dersteuning, informatie over inktcartridges en het MAC-adres.
2
Voorklep Toegang krijgen tot de inktcartridges.
3 Toegangsklep voor printerkop
• Toegang tot de printerkop.
• Toegang krijgen tot vastgelopen papier.
4
Opbergzakje voor doekje Doekje voor het aanraakscherm opbergen.
5
Toegang tot de inktcartridges Inktcartridge installeren, vervangen of verwijderen.
6
Papiersteun
• Papier in de printer plaatsen.
• Toegang krijgen tot vastgelopen papier.
7
LINE-poort De printer aansluiten op een actieve telefoonlijn via een standaardwandaan-
sluiting (RJ-11), DSL-filter, VoIP-adapter of een andere adapter waarmee u faxen
kunt verzenden en ontvangen.
8
EXT-poort Extra apparaten (telefoon of antwoordapparaat) aansluiten op de printer en de
telefoonlijn. Gebruik deze poort als u geen aparte faxlijn hebt voor de printer en
als deze verbindingmethode wordt ondersteund in uw land of regio.
9
Netvoedingsaansluiting Printer aansluiten op of losmaken van een voedingsbron.
10 Afdekklep van fax Faxgedeelte beschermen.
Over de printer
11