Operation Manual

3 Sluit de voorklep.
SELECTEER DE PRINTER IN HET AFDRUKDIALOOGVENSTER VOORDAT U DE AFDRUKTAAK VERZENDT
Opmerking: deze oplossing is alleen van toepassing op Macintosh-gebruikers.
1 Open een document en kies Archief > Druk af.
2 Kies de printer in het voorgrondmenu met printers en klik op Druk af.
Als de printer niet wordt weergegeven in de lijst, kiest u Voeg printer toe. Selecteer de printer in de lijst op
het tabblad Standaard en klik op Voeg toe.
Als de printer niet wordt weergegeven in de lijst, probeert u een van de volgende oplossingen:
Als de printer is aangesloten via een USB-kabel, maakt u de USB-kabel los van de printer en sluit deze weer
aan.
Als de printer een draadloze verbinding gebruikt, controleert u de informatie in het gedeelte over het
oplossen van problemen met draadloze netwerken.
CONTROLEER OF DE AFDRUKTAAK NIET IS ONDERBROKEN
CONTROLEER OF DE PRINTER IS INGESTELD ALS DE STANDAARDPRINTER
SLUIT DE NETVOEDING VAN DE PRINTER WEER AAN
1 Schakel de printer uit.
Opmerking: Controleer of de printer zich niet in de spaarstand bevindt Houd de knop
drie seconden ingedrukt
om de printer uit te schakelen.
2 Trek het netsnoer uit netvoeding.
Problemen oplossen
139