Operation Manual

4 Selecteer in de menubalk Archief > Druk af.
5 Kies uw printer in de printerlijst of het voorgrondmenu met printers.
6 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties.
7 Geef in het voorgrondmenu Pagina's per vel het aantal pagina's op dat op één vel papier moet worden afgedrukt.
8 Pas de overige instellingen indien nodig aan.
9 Klik op Druk af.
Documenten vanaf een geheugenkaart of flashstation afdrukken
U schakelt als volgt de functie Bestand afdrukken in:
De printer moet zijn aangesloten op een computer met een USB-kabel of via een netwerk.
De printer en de computer moeten zijn ingeschakeld.
De geheugenkaart of het flashstation moet documenten bevatten die worden ondersteund door de printer. Zie
“Ondersteunde geheugenkaarten en bestandstypen” op pagina 48 voor meer informatie.
Er moeten toepassingen op de computer zijn geïnstalleerd die de bestandstypen op het opslagapparaat
ondersteunen.
1 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer.
Het scherm Geheugenapparaat wordt op de display weergegeven.
2 Raak Documenten afdrukken aan.
3 Selecteer het document en druk het af:
Als de printer een USB-verbinding gebruikt
a Selecteer de bestandsnaam van het document dat u wilt afdrukken.
b Druk op om het document af te drukken.
Als de printer een draadloze verbinding gebruikt (alleen bepaalde modellen)
a Selecteer de bestandsnaam van het document dat u wilt afdrukken.
b Druk op en wacht tot de printer verbinding heeft gemaakt met de netwerkcomputer of tot op het netwerk
is gezocht naar beschikbare computers.
c Selecteer de naam van de netwerkcomputer als u hierom wordt gevraagd en raak Accepteren aan om het
document af te drukken.
Opmerkingen:
U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer.
Raadpleeg de Help van de printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een
pincode wilt toewijzen aan de computer.
Afdrukken
39